te|an Karei Snorremans en zijn koffer RAADSELS Oplossingen Goede oplossingen Zomertuintje. :ee< s va i jell dei va l d de kt ■rvi ?e on va ra e kr iijk ware geschiedenis, die treurig afliep. >nb< anl geschiedenis, lieve kinderen, die ik je ei ja vertellen, is waar gebeurd en wel in ai heerlijksten tijd van het jaar. den i d nuetijd! zij irel Snorremans was een schuchter, loc »en heertje van een jaar of dertig, enk schuchter was hij, dat hij altijd een lali r kreeg als iemand hem plotseling aan- nal J en dan opeens begon te stotteren, ni dit was heel onpleizierig voor Karei, lt i r het was zooals hij altijd aan zijn s per vertelde niet zijn eigen schuld, kwam. omdat hij nog nooit op reis ge it was! Want ziet u, zei Karei, al die die gereisd hebben, nou ja, die kunnen vertellen, hè? Had ik ook maar ge- naar Zwitserland, naar Italië, naar tmarken! Dan zou u eens wat zien!" ij Karei? Jij? Naar het buitenland?" a. ik" zei Karei en hij klemde vast ten zijn lippen opeen, alsof hij zeggen „wacht maar, u zult nog wonderen ■len". I?' i van dien dag af spaarde Karei net ing, tot hij het geld voor een flink e bijeen had. Vier weken zou hij weg en en daarna zou hij aan al die op- pperige lui op het kantoor een ver- n vertellen, een verhalen, nee maar is ze nog nooit gehoord hadden. Ver- n van onherbergzame rotsen, woeste stroomen, lawines, woestijnen met ka len, van zonnige stranden en vreeselijk hotels.kortom: Karei zou zijn ver- nheid met één slag kwijt zijn! En, op zijn vrienden goed zouden kunnen zien. hij in al die plaatsen werkelijk geweest zou hij hun zijn koffer laten zien: zroote. mooie, dure koffer, die dan na- lijk heelemaal volgeplakt zou zitten met rijjttten van dure hotels! Vier weken? Eén (NNI vAH LAl*. ui hij eindelijk zijn koffer heelemaal propvol etiketjes had dertig dagen, dat waren, zoo dacht el, minstens één en dertig etiketten! wreef zich al in de handen, als hij «aan dacht. Na dit reisje, zou Kareltje remans géén schuchter kereltje meer maar een bereisd man! >u asjeblieft! tM*2rel verorok. Hij reisde over Keulen. 6den, München naar Italië. In München te hij vlug den portier van een groot tl een fooi in de hand in ruil voor een *t op zijn koffer. Het tweede etiket 8 hij te Bozen, het derde te Verona, vierde te Venetië. En dan ging de reis ter naar Florence, Rome. Napels, Paler- Karel Snorremans maakte geen uit- jes, gunde zich alleen het hoog noodige hei voer niet in een gondel: hij dacht 1 D niets anders dan aan zijn etiketten en hij er toch maar zooveel mogelijk van weren kon. In iedere plaats bleef hij *r één nacht om toch vooral geen et je te missen, alleen in Rome vertoefde drie dagen, maar steeds overwippend het eene hotel in het andere. Toen hij lelijk zijn koffer heelemaal propvol etjes had, zoodat die eruit zag als een 'e lappendekken, vond Karei, dat de reis genoeg geduurd had. Hij zette zijn Ier op den trein en spoorde zoo snel elijk naar huis terug. ieD in den nacht kwam hij in Amster- aan, pakte juist de laatste tram naar N( draalde den sleutel om en liep op zijn 'en om zijn moeder niet te storen naar tn. in kostbaren koffer zette hij in de gang. lat moeder morgenvroeg direct als ze ïlai ve tai iOtj "üz jijl (In de raadsels wordt uitsluitend de nieuwe spelling gebruikt). voor allen om uit te kiezen; de groteren vier; de kleine ren drie goede oplossingen. I. Ingezonden door Gerard en Annie Zandvliet Mijn geheel bestaat uit 8 letters en is een verfrissende drank. We eten met onze 3, 4, 5, 7; 1, 6 vindt men in de kast of ook wei in een tafel; 1, 2, 8, 5 is een meisjesnaam. II. Ingezonden door Jo Drabbe. Mijn eerste is een blad, mijn tweede is een blad en mijn geheel is ook een blad. Ra, ra, wat is dat? III. Ingezonden door Hendrika Hueting. Welke koek wordt nooit gebakken? Welke koek is nooit in huis? Welke koek kan heel goed vliegen, En gaat tussen 't hout in huis? IV. Ingezonden door Leny Hartwijk. Mijn geheel is een vogel van 11 letters. 5, 6, 8, 4 zit aan je arm; 2, 3, 4 willen we allen graag worden; 10, 7 ls de tegenstelling van neen; 1, 7, 9 is een opening; 5, 11, 9 is een lidwoord; 10, 6, 8 is een jongensnaam. V. Ingezonden door Mien Verstraaten. Wat koud is, maak ik warm, Wat warm is, maak ik koud. Ik ben bij rijk en arm Wie mij lang heeft, wordt oud. VI. Ingezonden door Gerrie Zandbergen. Hoe harder men trekt, hoe korter het wordt. Wat is het? VII. Ingezonden door Jo van 't Zelfde. Welk werk kan men in het donker zien? VIII. Ingezonden door Drietal van Vliet. Verborgen bomen. Is Wiebe u komen halen? Zie ik daar de tram niet aankomen? Bal in de tuin, maar niet in de kamer. Het muisje piepte, toen de kat het beet. Pas op de wesp, Arnold, ze zou je steken. Wij vonden deze portemonnaie op straat. was opgestaan kon zien. dat haar bereisde zoon weer thuis was! Den volgenden morgen werd Karei, die erg moe was geweest, laat wakker. Zijn eerste gedachte was aan zijn koffer, zijn tweede aan zijn ontbijt. Hij kleedde zich haastig aan en ging de huiskamer bin nen, waar zijn moeder al aan het ontbijt Karei omhelsde haar hartelijk en vertelde honderduit van zijn reis en in welke hotels hij wel allemaal had gelogeerd. „Hebt u mijn koffer al gezien?" vroeg hij trotseh en toen pas viel het hem op, dat zijn moeder er wel een beetje bedrukt Uitzag „Moeder, wat scheelt eraan?" vroeg hij. „Och jongenlief", zei de goede vrouw, „ik heb het je niet dadelijk willen zeggen om je plezier niet te bederven, maar het loopt de spuigaten uit. zoo slordig als jli op je boeltje bent! Nu heb ik toch zeker een uur werk gehad om al die rommel van je koffer af te krabben! O, Kareltje, Kareltje 1" der raadsels uit het vorige nummer. 1. Omdat hij dan al grijs is. 2. Een slang. 3. Eau-de-Cologne: merk 4711. 4. Twee: zijn benen. 5. Jet, Anna, To, (An). 6. Amsterdam, mes, Ma, raam, mast, dam. 7. Ei, lei, klei. 8. Kalender; Karei, el, dal, Nel, redenaar. ontvangen van: Elly Schophuyzen, Elsje Boterenbrood, Truusje Sluymer, Toos de Vos, Marie de Vos, Joke de Vos, Marietje Laman, Paulus Laman, Willem Laman, Ineke Boterenbrood, Nico Smit, Mientje de Water, Mien Ver straaten, Tini van Dam, Jan Spijker, Johan Spijker, Leni de Graaf, Annie Winkelman, Annie van der Vos, Ans Nieuwenhuys, Corrie van Weizen, Jan Kenbeek, Anny Bekooy, Rietje Boom, Trieneke van Manen, Adriaan van Vliet, Marietje van Vliet, Bernard van Vliet, Flora de Wit, Lydia Botermans, Corrie Kraan, Mien van Egmond, Ida Maria de Graaf, Leny Moraal, Willy van Rijn. Rietje Brandt, Afke Neuteboom. Pieter W. Martijn, Jan Bronsgeest, Niek Bakker, Alida Stikke- lorum, Koosje Stikkelorum, Rie Develing, Riek de Vos, Abram Fakkel, Jettie Heyloo, Piet de Best, Annie Schouten, Joop Schou ten, Brief met goede oplossingen zonder naam, (waarin verteld wordt, waarom twee keer de raadsels niet ingestuurd werden). Rozen rood en wit en geel Bloeien tusschen 't groen, In ons tuintje vol van zon 'k Wou dat je daar toch eens kijken konl Bloemen van het rijk seizoen, Rozen, mild en veel. Vogels zingen er hun lied, Vroolijk eiken dag. In ons tuintje vol van zon. 'k Wou dat je dat toch eens hooren konl 't Is één blijde zomeriach Wiede-wiet wiet wiet! Vlinders spelen op windezucht, Wieken als bloempjes teer, In ons tuintje vol van zon. 'k Wou dat je daar toch eens wezen kon! Dart'len, dart'len heen en weer ,In de zoele lucht. En ln dat tuintje vol van zon, Zit er mijn zusje klein, Stil in haar boxje, die lieve schat! 'k Wou dat je toch ook zoo'n zusje had! Met heur haartjes, blond en fijn. Schitterend in de zon. MARIE MICHON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 17