Ga je mee kampeeren?
Zaterdag 6 Augustus 1933
No. 23
LEIDSCH DAGBLAD
9ste Jaargang
Vat handige kinderen
noeten doen en laten
om zooveel mogelijk
te genieten
Grapjes uit Schotland.
lfIK»
Het kampeeren is tegenwoordig aan de
de van den dag en dat is maar wat fijn.
et kweekt gezonde jongens en meisjes
goede kameraden, maaréén ding
pet je onthouden: het is met kampeeren
net als met alle andere dingen, die je
tiemeemt: wat waard is om gedaan te
)rden, is ook waard om goed te worden
daan. Dus in de eerste plaats: zorg voor
degelijke tent, een degelijke uitrusting,
actische kleeding en goede voeding en
draag je ten allen tijde zóó, dat niet al-
pn de vrienden en vriendinnen, met wie
gekampeerd hebt, maar ook de omwo
nden hartelijk afscheid van je nemen
alvast weer verlangen naar het volgend
Wil je nu een paar goede wenken voor
kampeeren? Luister dan maar!
Allereerst vertellen we natuurlijk iets van
tent. De eenvoudigste, maar ook bruik-
irste tent is nog steeds die, welke slechts
tentbanen bestaat, zooals die ook in
t leger gebruikt worden. Deze tentbanen
tnnen aan elkaar worden geknoopt. Hier-
or zijn noodig driedeelige tentstokken en
iringen, die in een hoesje worden mee
nomen. Al deze tentdeelen zijn goedkoop.
De mogelijkheid tot toepassing dezer
ït'oanen is zeer groot. Het gebruikelijkst
de omgekeerde-V tent. Twee tentbanen
rden samengeknoopt, door driedeelige
its tokken, aan beide zijden gedragen en
't lijnen en haringen in den grond ver-
kerd. De tent vormt dus een stompe, z.g.
iikzijdige driehoek, die aan den zijkant
in het midden samengeknoopt wordt,
ar gelang het aantal jongens (of meis-
die in één tent moeten slapen, kan
in een overeenkomstig aantal banen aan
:aar knoopen, zoodat een lange omge-
erde-V tent ontstaat.
ar de lichte tentstokken nogal eens de
oonte hebben te breken, heeft men een
ddel gevonden om de tentstokken achter-
te laten. Dit kan alleen in een om
geving met boomen, n.l. door een lijn, tus-
schen twee boomen gespannen, als nok
van de tent te gebruiken. Met moet er zoo
veel mogelijk voor zorgen, dat afbrekende
takken, druppels hars enz. niet op de tent
kunnen vallen met het oog op bescha
diging van de tent. Vaak wordt de tent aan
den onderkant verzwaard door zand en
sleenen op het tentdoek te werpen. Dit
is verkeerd, want in ons natte landje wordt
het tentdoek spoedig vochtig. Het verstikt
dan onder den grond, waarna het gaat ver-
weeren om tenslotte te verrotten. Je kunt
beter wat meer lijnen en haringen gebrui
ken: de levensduur van de banen stof zal
dan aanzienlijk grooter zijn.
Nu een paar woorden over de keuze van
je kampeerplaats. Je kunt van het vroege
voorjaar tot diep in den herfst in een tent
slapen, mits je maar de juiste plaats weet
te vinden voor je tent. De tent houdt zijn
inwendige temperatuur, wanneer 's avonds
de lucht afkoelt, door de warmte-straling,
die van den grond en van de slapers uit
gaat.
Let goed op!
Let bij het opzetten van de tent vooral
op, dat er geen mieren ofvlooien in de
buurt zijn. Ga niet precies in een mieren
nest kampeeren; ook niet bij voorkeur in
een dal (hoewel dit soms verleidelijk is).
Je tent wordt dan bij regen gauw een
overdekt zwembad. Kampeer ook niet on
der een alleenstaanden boomdie trekt den
bliksem aan. Ook niet in een boomgaard,
waar bij stormachtig weer de onrijpe
peertjes of appeltjes op de tent regenen.
Zet altijd de tent op met den rug naar
den wind.
Bij kans op regen (en die is er vrijwel
altijd!) graaf je een gat rond de tent. Je
moet daarbij trachten, den grond zoo wei
nig mogelijk te beschadigen en bij het op
breken van het kamp moet je de goot
netjes diohtwerpen. De uitgegraven aarde
moet je niet aan de tentzijde van de goot
werpen, maar aan de buitenzijde, terwijl Je
voor een goeden waterafvoer zorg draagt.
Kampeer Je op weide- of heidegrond, dan
steek je de plaggen uit, legt deze terzijde
en later bij vertrek kun je na het volwer-
pen der goten en vasttrappen der aarde de
uitgestoken plaggen aanbrengen, en in den
kortst mogelijken tijd zal de grond niet
meer verraden, dat hier eenmaal gekam
peerd is.
Spreid, als al deze voorbereidingen ach-
Zooals je misschien wel weet, zijn de
Schotten verschrikkelijk zuinig. De onder
staande grapjes vertellen je, hoe erg het
wel is.
Twee kinderen in een dorpje bij Londen
hadden een grappig spelletje bedacht. Ze
legden bij een spoorwegovergang waar veel
sneltreinen voorbij kwamen, telkens een
oude lap op de rails en gingen dan als de
trein voorbij was. kijken wat er van de lap
was overgebleven.
Twee keer bleef het ding gewoon liggen,
maar den derden keer was het weg.
„De trein heeft de lap ingeslikt" riepen de
kinderen. „Dat moet de trein uit Schot
land zijn geweest!"
Eerste Schot: We hebben een vereeniging
opgericht tegen het geven van fooien. Doe
je mee?
Tweede Schot: Prachtig! Ik word on
middellijk lid!
Eerste Schot: De contributie is éénvijftig
per jaar.
Tweede Schot: (na rijpelijk nadenken)
Nee. dan geef ik maar liever fooien.
„Kijk eens, Jack, hier zijn twee fleschjes
bier, één voor jou en één voor je vriend
Jim".
„Dank u vriendelijk, meneer".
Jack gaat de deur uit en laat één fleschje
kapot vallen.
„Arme Jim!" zegt hij zuchtend.
Dame: Op deze foto zie ik er tien jaar
ouder uit dan ik ben!
Fotograaf: Ontzaglijk voordeelig, me
vrouw. Dan hoeft u de eerste tien jaar geen
nieuwe te laten maken!
„De vorige week" zegt mevrouw Black
tegen mevrouw White „heb ik Johnnie's
gestreepte broek gewasschen en hij is zóó
gekrompen, dat hij hem nu niet meer aan
kan".
„Och, och", zucht mevrouw White en raad
dan: „Als je Johnnie zelf eens flink ging
wasschen.Wat denk je?"
ter den rug zijn. eerst het grondzeil uit
(van oliedoek of rubber) en hierover een
wollen gronddeken. Beide hebben kleine
lusjes met ringen, deze correspondeeren
vaak met de hoeken van de tent. Geoliede
grondzeilen worden met den geolieden
kant en rubberzeilen met de rubberlaag
naar onderen gelegd. Nu wordt de tent op
gezet. Bij ervaren kampeerders kun je de
kunst want het is heusch nogal een
kunst! afkijken en als je met je twee
tjes of drietjes jongens voor het eerst gaat
kampeeren en je kiest een terrein, waar
meer tenten staan, nu dan is er altijd wel
een vriendelijke oudere buurman, die je
even wil helpen.
Staat de tent eenmaal, en staat ze goed,
dan kun je naar hartelust van het heer
lijke vrije kampeerdersleven gaan genieten.
Je moet er alleen goed aan denken, dat je een
natte tent niet mag aanraken, anders zou
er een lek ontstaan. Je moet dus zorgen,
dat geen voorwerpen het tentdoek raken.
Is echter het ongeluk toch gebeurd, dan
strijk je met den vinger langs het tent
doek, van de „lek" af loodrecht naar be
neden tot den grond. Het doorkomende
water zal dan den weg volgen, die de vin
ger gegaan is.
Den volgenden keer geef ik een paar
wenken voor kampeerders, die kokea.