Groote heidebrand bij Epe - Het Concours Hippique te Dublin begonnen
SI MARGAGA
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
79ste Jaargang
FEUILLETON
REEDS 180 JA1R organiseert men te Santr
poort de jaarlijksche ringrijderij, zoodat deze dit
jaar ook niet mocht ontbrelken. Een overzicht van
de ringrijderij voor tilbury's.
OEFENING MET GASMASKERS voor
telefonisten te Londen. Bij gasaanvallen zal
het telefoonverkeer niet behoeven
stil te liggen.
CONCOURS HIPP1QLE
te Dublin. Ritmeester
Pahud de Mortanges op
Silver Star".
I)E „TOUR D'HAARLEM MER MEER" georganiseerd
door de wielerclub ,,de Bataaf" uit Halfweg, ter gelegenheid
van het 5-jarig bestaan. J. v. Vliet, (nieuweling) passeert als
eerste de finish.
IN HUIZE „TER HEIDE" TE NOORDWIJK WERD EEN KINDERBAL
GEHOUDEN. „AUFFORDERUNG ZUM TANZ".
ORIGINEELE COLLECTE voor „Natio
nale Dierenzorg" te Noordwijk. Een der
„badgasten" offert voor het goede doel.
SIR MALCOLM CAMPBELL de houder VOORZICHTIG MET VUUR IN BOSCH EN HEI is een eerste DE ROTTERDAMSCHE DIERGAARDE MAG ZICH TIJDENS DEZE MOOIE ZOMERDA-
van het wereldsneliheidsrecord te water js gebodTe Epe had men gisteren de grootste moeite een flinken GEN IN EEN ZEER DRUK BEZOEK VERHEUGEN. Per wagen en per olifant kan men
met zijn boot te Geneve aangekomen, om te
probeëren dit record te verbeteren. heidebrand meester te worden. een rondrit door den .tuin maken tot groot vermaak van de jeugd.
Een avontuurlijk verhaal uit de
binnenlanden van Sumatra's Oostkust.
door GERT HARTENAU—THIEL.
8)
Hemel! dacht ik, dat was dus mijn clas-
Jkche sprlngmatrass. waarop Ik mij zoo
behaaglijk voelde! Nu, ik kon van ge-
tok spreken, dat het beest hulpeloos was,
want anders zou ik waarschijnlijk al niet
"iter tot het land der levenden hebben
behoord.
Ook de luitenant en de belde soldaten
waren verschrikt van hun ligplaatsen op
gesprongen en snelden toe. pet walgelijke
dier draalde nog steeds sissend en boos
aardig blazend met zijn kop ln het rond
0Ir- plotseling woedend naar een hem al te
dicht naderenden soldaat te happen. Het
was een allerzotst gezicht, hoe het daar
bij zijn door den buit sterk gezwollen li
chaam achter zich aan sleepte, terwijl zijn
"aart zich in alle mogelijke bochten wrong.
Nochtans vermocht de aangevallen sol
baat zich slechts door snel en handig opzij
""vingen in veiligheid te stellen.
Met een welgericht schot maakte ten
slotte lu'tenant Karsten een eind aan de
""verkwikkelijke scène. De beweeglijke
•'aitgtenkop wentelde zich stuiptrekkend
°°or de half verrotte bladeren en na een
uitgestrekt voor ons. Het mat 5.70 meter
en had een gele kleur met eenige rijen
donkerbruine vlekken. De soldaten sneden
het reptiel open, haalden er een reeds half
verteerde dwergree uit en ontdeden de
slang vau haar fraaie, kostbare huid. De
korten doodsstrijd lag het geweldige dier
rest lieten we over aan de vliegen, die zich
onmiddellijk in groote zwermen op het aas
neerlieten.
Wij echter trokken verder en begonnen
opnieuw den strijd met doornen, lianen en
moeras. Maar ditmaal was het geluk met
ons. want spoedig vonden we een althans
eenigszlns begaanbaar pad, waarlangs we
verder zonder noemenswaardige hinder
nissen de residentie van den radja be
reikten.
VI.
In Negri Lama was alles in opstand.
Reeds lang voor ons was de onderofficier
met het transport gevangenen aangeko
men en dit zeldzame schouwspel had hon
derden Chlneezen en Inlanders op de been
gebracht. Het gevolg hiervan was. dat ook
wij met veel tam-tam werden ontvangen.
Een groote menigte vergezelde ons joe
lend en schreeuwend naar het gerechts
gebouw en de gevangenis waarin de ban
dieten waren opgesloten en hier bezetten
zij luidruchtig en hevig met elkaar twis
tend het open plein en de omliggende stra
ten. Chineesche, Maleische en Javaansche
scheldwoorden en bedreigingen vlogen
over en weer. De Mohammedanen stonden
Ir. een groote groep bijeen en tegenover
nen de Chlneezen, die in verwenschingtn
en dreigementen niet voor hen onderde
den. Er hecrschte een uiterst vijandige
stemming en er was maar weinig voor
noodig om het tot een massale vechtpartij
te laten komen. Het gevaar van ernstige
ongeregeldheden inziende, gaf ik den sol
daten bevel de menigte zoo noodig met ge
weld uiteen te drijven en daar men voor
vermaningen niet meer vatbaar bleek,
moesten al spoedig gummistok en sabel er
aan te pas komen om de orde te her
stellen. Tenslotte brachten wij het zoover,
dat het plein ontruimd werd, maar op een
veiligen afstand verzamelden de kempha
nen zich telkens weer opnieuw en begon
het schelden en dreigen van voren af aan.
Bij den ingang van het gerechtsgebouw-
werden wij ontvangen door den onderof
ficier, die ons mededeelde, dat het trans
port vlot verloopen was en de gevangenen
veilig waren opgeborgen. Nadat de dienst
was geregeld, begaf lk mij met eenige man -
schappen aan boord van het stoombootie
om me wat te verfrisschen.
In een schoon wit pak voelde ik me na
een verkwikkend bad en een stevigen maal
tijd een ander mensch en lk stond Juist
op het punt om me nu ook nog wat rust
te gunnen, toen mij een bezoek van den
radja werd aangekondigd. Zuchtend stond
ik op om den vorst tegemoet te gaan en
hem te begroeten, maar toen ik aan dek
kwam, stond de radja reeds op de loop
plank onder een omvangrijk zonnescherm
en omgeven door de edelen van zijn lijk.
Hij lachte en wenkte allerminzaamst en
schreed daarna waardig over de looppir.nk
tot op het dek, waar ik hem eerbiedig be
groette en hartelijk welkom heette.
Reeds sinds lang verbond mij een op
rechte vriendschap met dezen kleinen,
donkeren en bijna kogelronden inland-
schen vorst. Ik was eenige malen in de
gelegenheid geweest hem een dienst te be
wijzen en dat scheen hij nooit te zullen
vergeten.
Even vriendelijk begroette ik zijn gevolg,
ln het bijzonder zijn beide ministers Tjitro
en Soko, waarna ik de heeren voorging
naar de kajuit, waar we het ons gemakke
lijk maakten. Hoewel een deel van het ge
volg aan dek was gebleven, daar de kleine
kajuit niet voor een groot gezelschap was
Ingericht, vulden ook de weinige menschen
die er nu vertoefden, o.w. de vorst, diens
ministers en twee prinsen, de bekrompen
ruimte reeds geheel, zoodat de atmosfeer al
spoedig veel te wenschen overliet.
Ik liet koffie en sigaretten serveeren en
weldra slurpte en smaakte het gezelschap,
dat het aan dek te hooren en te zien was.
Hoe verstikkender en ondraaglijker de
lucht werd, des te behaaglijker schenen de
bruine gasten zich echter te gaan voelen.
Eindelijk begon de vorst met een verkla
ring van zijn bezoek: „Toean kapitein, ik
ben' u zeer erkentelijk, dat u onmiddellijk
aan mijn verzoek gevolg hebt gegeven en
hierheen bent gekomen."
„O, oü", vielen zijn ministers hem bij,
„de toean commandant is direct gekomen!
O. o!"
De radja knikte trots: „Saja. saja,
direct! En de toean kapitein heeft reeds
een strijd achter den rug" hij kuchte
asthmatisch „en heeft honderd dooden
en driehonderd gevangenen gemaakt!"
Verrast sprongen de ministers en de
prinsen van hun zetels op. „O. o!" schalden
hun stemmen door het lage vertrek, „hon
derd dooden en en drie honderd gevan
genen? O, o!"
Ik maakte een afwerende beweging.
.Nee, nee het zijn maar vijf dooden en
tien gevangenen! Meer niet!"
Maar deze mededeeling scheen eerst
recht hun bewondering op te wekken:
„Zooveel? O, o! Zooveel?!"
„En de toean commandant heeft de
bandieten overwonnen", vervolgde de
radja. „De bandieten, die de heiligdommen
uit de moskee hebben gestolen de kist
met den tulband van den profeet!"
Allen schudden verontwaardigd het
hoofd, alsof zij voor het eerst van den
diefstal hoorden. „O, o, den groenen tulband
van den profeet?! Allah is groot en
heeft de roovers gestraft door de hand van
een van een ongeloovige van een
saja van een giaur!"
Doch deze uitlating bleek niet naar den
zin van den vorst. Geërgerd sprong hij op.
„De toean commandant is mijn vriend",
riep hij, naar adem snakkend. „Hij heeft
gestreden voor ons heiligdom, voor Mo
hammed en Allah zal hem zegenen!
Saja!"
„Ja, Hoogheid", antwoordde ik, „de hei
lige cassette heb ik teruggebracht en de
roovers gedood of gevangen genomen,
maar de tulband van den profeet is
verdwenen! De cassette is door de dieven
met geweld opengebroken en het kost
baarste reliquie den tulband gestolen!
Er lag slechts een stukje papier in,
waarop drie roode strepen waren getee-
kend
„Ah!" bracht een der ministers buiten
zichzelf van woede er met moeite uit. „Ah
- Visjnoecieten en Boeddhisten hebben zich
tegen Mohammed verbonden! Drie roode
strepen! Ah! Ah!"
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).