RUNCIMAN'S MISSIE NAAR PRAAG LEiDSCH DAGBLAD, Zaterdag 30 Juli 1938 Derde Blad No. 24031 De opbouw van onze weermacht. Redactie 1507 Directie en Administratie 2500 79sie Jaargang 1 BUITENL. WEEKOVERZICHT „Zou i:k wel olie genoeg hebben voor zulke hooge golven?" Suppletoire defensiebegrooting voor 1938. Onze telefoonnummers 40-jarig jubileum te Voorschoten LAND- EN TUINBOUW de atmosfeer blijft gunstig. De atmosfeer verbetert, er waaien gun stiger winden over Europa! Dat was het geen wij vorige week meenden te mogen constateeren, zij het ook, dat deze verbe tering niet bepaald vast gefundeerd mocht heeten. Maar ja, in politicis hangt nu eenmaal zooveel af van stemmingen en indrukken En, gelukkig, meenen we onze uitspraak van een week geleden volledig overeind te mogen houden, zijn we zelfs versterkt in ons optimisme, ook al kunnen we thans nog geen feiten aanvoeren, waarop de goede verwachtingen ten anker kunnen worden gelegd. Men voelt echter in de lucht een soort ontspanning hangen Het is alsof door het bezoek van het Engelsche koningspaar aan Frankrijk daar te lande eert* sfeer van gerustheid zich heeft baan gebroken; een sfeer, die het den moed geeft de Engelsche politiek met klaarder oogen te aanschouwen als tot- tiusver. Het was in Frankrijk den laatsten tijd. alsof het zich niet meer vsillg voelde in de Britsche vriendschap na het heen gaan van Eden, doch momenteel is alle angst verdwenen en is rust teruggekeerd. Zelfs in een dergelijke afmeting, dat men de Engelsche pogingen om door een prac- tische utlliteits-politiek te trachten den vastgeloopen politieken wagen in ons we relddeel weer op gang te brengen, zonder bezorgdheid volgt en zelfs toejuicht. Nog hangt grootendeels in ae lucht, wat Duitschland Engeland heeft verklaard tij dens het bezoek van den adjudant van den Fuehrer aan Londen, een bezoek, dat spoedig schijnt te worden herhaald, te genspraken ten spijt, doch dat Engeland geruststellende verklaringen heeft ontvan gen. mag men als zeker aannemen. Ver moedelijk is toen ook de kiem gelegd voor het Engelsche voorstel inzake Tsjecho-Slo- •wakije, dat in Midden-Europa het oor logsgerucht ernstig bestrijdt. We bedoelen het zenden van den liberalen oud-minister lord Runciman als adviseur naar Praag. Engeland kon niet duidelijker toonen hoe zeer het belang stelt in die gebieden dan door zich zoo nauw te binden aan den gang van zaken daar. Weliswaar trachtte Chamberlain het in zijn laatste rede over de buitenlandsche politiek, voor het Brit sche parlement op recès ging, voor te stel len, alsof Engeland geheel buiten dit ad viseurschap staat en lord Runciman dus geheel particulier zijn diensten gaat aan bieden om het moeilijke vraagstuk der Su- deten-Duitschers tot een bevredigende op lossing te brengen, maar zoo is het toch niet Londen heeft immers zelf het idee geëntameerd en lord Runciman voorge dragen! En daarmede zekere consequen ties aanvaard. Lord Runciman's taak is een bemoeienis met een feitelijk interne aangelegenheid van Tsjecho-Slowakije. Maar een aange legenheid, waaraan voor ons werelddeel onmetelijke gevolgen zijn verbonden, die kunnen beslissen over de vraag: oorlog of vrede! Engeland heeft in Mei zich achter Praag gesteld, doch het is wat ongeduldig geworden en vertrouwt blijkbaar de goede bedoelingen van Benesj c-s. toch niet vol ledig. Het zenden van een vertrouwden raadsman die zelf de Engelsche liberali teit bij het toekennen van een zeker zelf beschikkingsrecht der Engelsche dominions waardoor de banden met het moederland eerder steviger dan losser werden, naar waarde weet te schatten! moet men derhalve zien als een poging om geheel op de hoogte te komen van wat Praag wil bieden om met de Duitschers tot een rege ling te kom^n. Doch dit sluit impleciet in, dat als Praag naar Runciman's meening een werkelijk royaal aanbod doet, dat aan vaarden wettigt. Engeland achter Praag zal moeten gaan staan en in dat geval nog met minder reserves dan in Mei hoewel ook toen de Engelsche houding aan duidelijk heid al weinig meer te wenschen overliet. Praag voelt het ook zoodanig aan en heeft niet geaarzeld om op het Engelsche voorstel in te gaan, al wordt daardoor zooals gezegd, eenigszins getornd aan zijn zelfstandigheid. Voor wat, hoort wat, is echter ook hier van toepassing. Engeland heeft zeker het recht voor zijn hulp to taal geïnformeerd te zijn. Dat echter ook de Duitschers en in de eerste plaats dan de Sudeten het Engel sche voorstel accepteerden, mag als be wijs gelden, dat zij een minnelijke schik king, waarbij recht wordt gedaan aan ge rechtvaardigde verlangens, die de eenheid van den Tsjechisch-Slowaakschen staat niet aantasten, niet a priori afwijzen. Anders zouden zij zich zelf leelijk in de vingers snijden! Stel eens, dat Runciman een mis lukking geheel op den rug der Sudeten- Duitscners zou wentelen Runciman tot Chamberlain„U zet mij in een klein bootje midden in den Atlantischen Oceaan." ft VA M V Lord Runciman. Volgende week reeds gaat de Britsche oud-minister naar Praag om zijn moeilijke opdracht te aanvaarden. Dat hierdoor eenige stagnatie zal intreden, staat van 'e voren vast, want lord Runciman zal zich immers moeten inwerken. Hetgeen reeds gepubliceerd is over het z.g. natio naliteiten-instituut mag daarom als voor barig terzijde worden gesteld, al maakte oe Duitsche pers er direct gebruik van om net als onvoldoende te kwalificeeren! Al is men er nog niet. het vraagstuk van Midden-Europa ziet er thans toch minder dreigend uit en ook elders in Europa schijnt hetzeltde verschijnsel zich voor te doen. Weliswaar kon Chamberlain Italië nog niet tevreden stellen hij deed dit in termen, die Rome niet konden prikkelen vasthoudend aan de eischen omtrent een regeling in Spanje, maar langzaam vordert men in dit opzicht. Een beslissing te velde daar. schijnt overigens nog altijd niet voor de deur te staan, wanneer men ziet. hoe de linkschen door een afleidings offensief er in ieder geval in geslaagd schijnen den gevaarlijken opmarsch in de richting Valencia voorloopig stop te zetten. Treffend in de overigens zoo optimisti sche rede van den Britschen premier was wel, dat hij tegen Japan eenige bedekte dreigingen uitte. Te Tokio wordt dit ook gevoeld en men zal zich daar langzamer hand wel wat „ongezellig" gaan voelen, daar het incident met de sovjets ook nog niet tot een oplossing is gebracht en Tokio zelf geducht heeft moeten inbinden ten aanzien van de eerste verklaringen na het gebeuren aan de Mandsjoekwosche grens. Nauwelijks heeft Engeland de handen in Europa wat vrijer, of het toont warmere belangstelling voor het Verre Oosten en geeft zijn sympathie voor den strijd der Chineezen te kennen.... Helaas is nog moeilijk te zien, hoe een einde is te bren gen aan de Chineesch-Japansche botsing. (op 2 lijnen) Verschenen is de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer inzake de supple toire defensiebegrooting voor 1938. Hieraan wordt het volgende ontleend: De ontwikkeling der internationale ver houdingen en de loop der gebeurtenissen sinds het wetsontwerp tot wijziging van de dienstplichtwet tot wet is verheven, waren oorzaak, dat de regeering zich niet verant woord achtte, wanneer zij niet terstond de noodige maatregelen nam om de gedurende 51/.- maand geoefende dienstplichtigen der lichting 1938 onder de wapenen te houden, in het bijzonder ten behoeve van de grens- beveiliging. Aangezien de langer in werkelijken dienst verblijvende dienstplichtigen bewapend konden worden met aanwezig materieel, hebben zich met betrekking tot de bewa pening geenerlei moeilijkheden voorge- gedaan. Spoed-maatregelen. Het, als gevolg van de vergrooting van het aantal in werkelijken dienst verblij vende dienstplichtigen, ontstane tekort aan voldoend geschoold kader heeft inder daad eenige zorg gebaard. Door het onder de wapenen roepen van reserve-officieren en, voor wat de onderofficieren betreft, door toepassing van het capitulantenstelsel is. voor zooveel mogelijk, in de ontstane leemte voorzien. Voorts zijn met spoed de vereischte maatregelen genomen, opdat weldra een voldoend aantal goed onder legde onderofficieren beschikbaar zal zijn. Het regeeringscommissariaat voor de induslrieele verdedigingsvoorbereiding, de commissie voor de economische en industrieele verdedigingsvoorbereiding en de generale staf arbeiden gestadig en in nauwe onderlinge samenwerking aan de voorbereiding van de voorzie ning van leger en vloot in tijd van oorlog met levensmiddelen, bedrijfs- stoffen en grondstoffen voor de mate- rieelvoorziening. De ten aanzien van dit gewichtige vraagstuk reeds bereikte resultaten stemmen tot tevredenheid; met het oog op den grooten omvang van de te nemen maatregelen, zal ech ter nog veel arbeid moeten worden verricht. Met betrekking tot den aanbouw en de aanschaffing van vliegtuigen zijn bereids belangrijke bestellingen gedaan, terwijl de nieuwe organisatie en de daarmede ver band houdende maatregelen ten behoeve van de personeelsvoorziening voor de lucht strijdkrachten in bewerking en voor een deel o.m. voor wat betreft het in op leiding nemen van een grooter aantal ad- spirant-vliegers reeds in uitvoering zijn. De nieuwe garnizoensplaatsen zijn Zuid laren. Steenwijk, Oldebroek (Wezep). Gors- sel, Doesburg, Grave, Weert, Vught, Eind hoven, Roermond. Roosendaal. Bussum. Alkmaar, Ermelo. Höek van Holland, IJmuiden en Apeldoorn, terwijl in tal van bestaande garnizoenen uitbreiding van legeringsruimte noodig is gebleken. Aangezien er op moet worden gerekend, de thans bestaande en de nieuwe garni zoenen te handhaven, is kazernebouw in permanenten vorm het meest raadzaam. Van den heer C. v. Leeuwen. De heer C. van Leeuwen. Morgen is het 40 jaren geleden dat de heer C. van Leeuwen, te Voorschoten, in dienst trad als wegwerker bij de LJselstoom- tram Maatschappij, die bij de electrificatie van de lijn LeidenDen Haag, overging naar de N.Z.H.T.M. Van deze 40 jaren heeft de heer C. van Leeuwen 25 jaren op het gebouw gewoond bekend als de „remise" te Voorschoten, die bij de verbetering van de Wijngaarderlaan is afgebroken. Hoe vele inwoners van Voorschoten zijn er niet. die den tijd van de stoomtram nog voor den geest kunnen halen, het gemoe delijke vervoermiddel, dat vooral in dagen met sneeuw voor het personeel van den weg een „nachtmerrie" was. Dag of nacht, dat deed er niet toe. men moest er op uit met een bezem, want de stoomtram kon niet verder 40 jaren van trouwe en eerlijke dienst vervulling worden niet vergeten Wij twij felen er dan ook niet aan, of velen zullen den jubilaris Maandag 1 Augustus de hand komen drukken. Dan zal nog menig voorval uit vroeger jaren worden gememoreerd VRAGEN EN ANTWOORDEN. Vraag: De bladeren van mijn palm worden zoo als begaande. Wat kan dat zijn? Mej. R. te V. Antw.: Uw palm heeft last van dopluis. Verwijder met een puntig bijgesneden stokje de dopjes van de bladeren en wasch deze daarna, aan onder- en bovenkant met een mengsel van 2 ons groene of gele zeep in 10 Liter water, aan welk mengsel 1 maatje (deciliter) brandspiritus wordt toegevoegd. Vóór het gebruik goed roe ren. Herhaal dit wasschen enkele malen, tel kens met één dag tusschenruimte. Zet den pot van den palm ééns per week gedurende een halt uur in een emmer met water. Geef ééns in de drie weken kunstmest, in water opgelost. Het verslag van de Belgische commissie, ingesteld om een onderzoek in te stellen naar de wijze, waarop de dienstplichtigen van hun vrijen tijd een goed gebruik zou den kunnen maken, is niet aan de aan dacht van den minister ontgaan en het is wellicht niet ongewenscht om, wanneer de opbouw van het leger zijn beslag zal heb ben verkregen, te overwegen, of en in hoe verre in dit opzicht maatregelen waren te nemen. De minister denkt daarbij niet al leen aan kleine, afgelegen garnizoenen, doch tevens aan de groote steden, waar gevaren van anderen aard dreigen. Overi gens bieden reeds thans, naast de in dc kazerne ingerichte ontspanningslokalen, de van regeer in gswege gesubsidieerde mili taire tehuizen gelegenheid tot oponthoud in den vrijen tijd. De kwestie-Weert. In verband met de beperkte moge lijkheid tot recruteering in het rondom. Weert gelegen gebied, was het onver mijdelijk een bataljon uit een ander deel des lands (Leiden) daarheen over te brengen. Aangezien de minister geenszins blind is voor de bezwaren, welke aan dezen maatregel verbonden I zijn, ls het mogelijke gedaan een andere meer bevredigende oplossing te vin den; dit is echter niet mogen geluk ken. Overigens zij opgemerkt, dat wel degelijk ook roomsch-katholieke onder officieren naar Weert zijn verplaatst; het zou echter naar het oordeel van den minister bepaaldelijk onjuist zijn geweest het bataljon te Weert uitslui tend met roomsch-katholieke onder officieren te encadreeren juist wijl de dienstplichtigen goeddeels den protes- tantschen godsdienst belijden. Van het op den gewonen dienst aange vraagde bedrag van f. 9.427.644 kunnen de personeels-uitgaven traktementen, sol dijen, enz. ad ruim f. 2,5 millioen geacht worden geheel en van de overige uitgaven naar schatting ongeveer f. 5 millioen aan de bestrijding van de werkloosheid ten goede te komen. Het op den kapitaaldienst aangevraagde bedrag van f. 22 millioen zal voor het overgroote deel worden besteed aan ar- beidsloonen en Nederlandsche materialen en fabrikaten, terwijl slechts een klein ge deelte noodig zal zijn voor de aanschaffing van materialen als hout en ijzer, welke normaal worden ingevoerd. Bij de artikelen merkt de minister nog op, dal de huisvesting van het personeel in het hoofdgebouw aan het Plein in vele opzichten zeer veel te wenschen laat en geenszins voldoet aan de hygiënische eischen, welke mogen worden gesteld. Niet alleen zijn in dit zeer oude gebouw vele vertrekken verstoken van zonlicht, doch bovendien moeten noodgedwongen te veel ambtenaren in één lokaal worden onder gebracht. Het vraagstuk, op welke wijze hierin verbetering kon worden gebracht en hoe zooveel mogelijk tot centralisatie der departementsbureelen kan worden geko men, is in studie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 9