Opening van het museum Kröller-Müller - De a.s. Kaagvüeek ifiDSCH DAGBLAD Tweede Blad Het nichtje van kuiten 79s(e Jaargang FEUILLETON TER GELEGENHEID VAN HET 90-JARIG BESTAAN VAN T 1c REGI MENT VELDARTILLERIE TE UTRECHT werden op het sportterrein achter de veehallen aldaar wedstrijden georganiseerd voor de onderoffi cieren, korporaals en manschappen. Tijdens het springconcours. KONINGIN MARY VAN ENGELAND - be gaf zich over de Theems met de Trinity House Launch ,,Lady Apsley" naar den Tower, waar een tuinfeest werd gegeven. EEN BRANDEND SCHIP IN DE HAVEN VAN VALENCIA, BIJ EEN RECHTSCHEN LUCHTAANVAL DOOR EEN BOM GETROFFEN. „ZIE DE LELlëN OP HET VELD"is in de omgeving, van Enikhuizen werkelijkheid gewor den. Om deze planten tegen de bollenziekte ,,het vuur" te beschermen, moeten zij bespoten worden PARUS ZIET ER FEESTELIJK LIT. - Op alle groote pleinen en in de voornaamste straten zijn versieringen aangebracht in verband met de komst van het Engelsche koningspaar. Een kijkje bij de Aro de Triomph. RET RIJKSMUSEUM KRÖLLER-MÜLLER - in het Nationale Park „De Hooge Veluwe" is door den minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, geopend. De minister met mevrouw Weiter tijdens den rondgang OP DEN ONBEWAAKTEN OVERWEG TE NIEUWKUYK werd een vrachtauto door een trein gegrepen. Een der inzittenden werd gedood. De ander werd niet ernstig gewond. IN VERBAND MET DE A.S. KAAG WEEK zijn reeds vele zèilliefhebbers met hun booten aangekomen op de Kagerplassen. Twee zeilsters brengen haar jolletje alvast in gereedheid, om bij de opening „haantje de voorste" te zijnl door LADY TROUBRIDGE. 34) .Dit dorp is Selston", zei hij. „En we bof fen. want vrienden van mij. Bob en Mona Dacre, hebben hier vlak bij een week-end- huisje. Die gaan altijd laat naar bed en wij kunnen hen in ieder geval uit hun bed kloppen en vandaar uit om benzine tele- foneeren". Linet gevoelde niet veel voor het denk beeld dien donkeren, kronkelenden weg af te loopen in dat verschrikkelijke onweer, maar zij gevoelde er, aan den anderen kant, nog minder voor, om onder den groo- ten boom. in de auto te blijven zitten. Daarbij was het heelemaal niet onmogelijk, dat die bui nog wel een uur kon aanhou den en dan was een droge, helder-verllchte kamer bij de vrienden van Marcus zeker te prefereeren. Hij was al bezig haar in haar regenjas te helpen en hielp haar bij het uitstappen. Er bleef niet veel keus over. En eenmaal op den beganen grond trok hij haar arm door den zijne met de verzekering, dat hij heel goed in het donker kon zien, en dat Cherry Tree Cottage, zooals het huis heette, niet ver meer af was. Zij waadden door plassen en modder heen en bij eiken stap voelde Linet hoe het water haar schoenen binnensijpelde. Zij had slechts één gedachte, om zoo snel mogelijk een veilige haven te bereiken en Marcus niet met klachten lastig te vallen. Eindelijk bereikten zij het dorp en achter een hooge taxishaag zagen zij onduidelijk de contouren van een huis met een rieten dak. Linet zag ook met één oogopslag, dat er nergens licht brandde, doch Marcus zei, dat dat alleen maar een bewijs was, dat de Dacres al naar bed waren. Hij snelde het kleine pad op, dat naar de voordeur leidde en rukte aan de bel, terwijl hij tegelijker tijd op de deur begon te bonzen en riep: „Hé Bob! Kom eens naar beneden en laat ons binnen!" Slechts het geratel van den donder ant woordde en de volgende bliksemflits toonde hun maar al te duidelijk, dat het huis ver laten was. Marcus rammelde eens aan den deur knop, doch het huls was gesloten. Verslagen keken zij elkaar aan. Goede raad was duur. Op deze wijze was de tele foon ook buiten bereik. Er zat niets anders op, dan maar weer naar den wagen terug te keeren en Marcus ging naar de herberg om te zien. of hij daar benzine kon krijgen. Marcus was al een heelen tijd weg, dacht Linet. die verkleumd en ongelukkig in een hoekje van den wagen gedoken zat. In de verte klonk nog een zwak gerommel en nu en dan flitste er nog een bliksemstraal door de lucht, terwijl de regen op de kap van den wagen bleef kletteren. Haar ge dachten draalden rond Marcus, tante Bea trice en Torquil Rowant en zij vroeg zich verdrietig af, waarom zijn houding op eens weer zoo veranderd was. Zij zat nog in treurig gepeins verzonken, toen Marcus in een druipende regenjas terugkwam. En zijn eerste woorden over Torquil. „Zij hadden geen benzine in de herberg", legde hij uit. „Maar zij hebben me even op laten bellen naar een garage, die dag en nacht open is. en daar was Torquil Rowant waarachtig. Hij had pech met zijn motor en die werd nagekeken. Ik had hem toen zelf nog even aan de telefoon en hij komt direct hier naar toe. Dan neemt hij ons in zijn eigen wagen, die net weer klaar was, mee naar huis". Linet vergat op slag alle narigheid. Bin nen enkele minuten zou Torquil weer bij hen zijn en, ondanks alles, maakte die ge dachte haar opgetogen. „Maar dat is eenlg, Marcus! Wat een reuzebof, dat hij daar was," zei zij, terwijl zij haar best deed, haar stem gewoon te doen klinken. Marcus scheen het niet geheel met haar eens te zijn. Hij had liever een auto van de garage gezien, die benzine bracht. Linet was nog zoo'n kind. Torquil was wel geen klets, maar misschien zou hij deze ben- zinepech verkeerd uitleggen. Toen haalde hij zijn schouders op en pie kerde er niet verder over en toen Torquils wagen ongeveer tien minuten later bij hen kwam, begroette hij hem met een vriend- schappelljken glimlach. „Reusachtig aardig van je, om ons te ko men halen", zei hij. „Maar dat had je niet hoeven te doen. Ik had gerust mijn eigen wagen naar huis kunnen rijden, als jij wat benzine meegebracht had". „Dat heb ik gedaan en je ziet, dat ik den monteur ook heb meegenomen". Déze inspecteerde den wagen en kwam tot de ontdekking, dat er iets aan den car burator haperde. Hij stelde voor dan wagen mee naar de garage te nemen en hem mor gen terug te bezorgen. „Dan hebben we jou inderdaad noodig", hoorde Linet Marcus zeggen. „Als miss Seton dus maar in mijn wagen over wil stappen, dan kunnen we meteen wegrijden", zei Torquil kort en zakelijk. „Het is vreeselijk aardig van u, Lord Ro want, om ons op te komen halen. We wis ten heusch niet, wat we moesten begin nen". Doch Torquil keek strak en scheen haar dankbetuiging niet te hooren. „Achterin zit u het beste", zei hij. ..Stap in. Marcus!" Hij zette den motor aan en het scheen alsof het stuur al zijn aandacht in beslag nam. want hij keek geen enkele maal achterom. Eerst trachtte Marcus nog een gesprek met Linet gaande te houden, maar toen zij langs de verlaten wegen snelden, terug naar Londen, werd hij door de snelle glij dende beweging van den wagen slaperig. Hij legde zijn hoofd tegen de kussens en viel in slaap. Doch Linet, in het andere hoekje, was nooit wakkerder geweest dan op dat oogen- blik. Voor het eerst kwam de gedachte bij haar op, dat Lord Rowant. die toevallig in die garage geweest was. zijn eigen conclu sies zou trekken omtrent dezen nachte lijken tocht van Linet met Marcus. Hij zou haar natuurlijk heelemaal niet gelooven, als zij hem zou vertellen, dat Marcus haar totaal onverschillig liet. Zij gevoelde, dat zij het hem uit moest leggen. Marcus sliep vast en zij waren dus eigenlijk alleen. Voor over leunend zei zij zachtjes: ■Lord Rowant." Torquil scheen het niet te hooren. of wenschte niet te antwoorden en toen miste zij den moed het nog eens te probeeren Nu was het te laat. Zij reden reeds langs Piccadilly en binnen enkele minuten zou den zij voor Laaogan Terrace stilhouden. Zij leunde achterover en sloot wanhopig haar oogen. Zij was er zich niet van be wust. dat de wagen voor een rood licht moest wachten en dat Torquil zich omkeer de en haar onderzoekend aankeek met een blik, die haar hart sneller zou hebben doen kloppen, Indien zij dezen had opgevangen. Toen Linet den volgenden morgen, recht op in bed gezeten, haar eerste kopje thee dronk, kwam tante Beatrice, in een satij nen peignoir gehuld en met een kanten boudoirmutsje zorgvuldig over haar grij zende haren, de kamer binnen. Linet had nog geen enkele maal zoo Vroeg bezoek van haar tante gehad en met een kloppend hart begreep zij, dat haar iets heel onplezierigs te wachten stond en dat het iets heel belangrijks was, dat tante Beatrice er toe geleid had haar behagelijke bed zoo vroeg te verlaten. De eerste woorden reeds lieten geen twijfel aan alle gissingen. „Waarom was je zoo schandelijk laat, gisteravond, Linet?" vroeg zij. „Tanis en ik zijn even over eenen thuisgekomen: zoo lang heeft die rit van jou van de taptoe naar huis dus niet kunnen duren". „Dat heeft het ook niet, tante Beatrice". i Nadruk verboden). IWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5