Het jubileum van den Volksraad - Nieuwe burgemeester van Staphorst 79sie Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Het nichtje van kuiten FEUILLETON door LADY TROUBRIDGE. 10) „En hoeden?" stelde Mrs. Carstairs voor. ..Ik heb enkele hoeden boven, zooals u weet. maar misschien gaat u liever naar Tants' modiste". „Neen", zei Mrs. Winsley, een geeuw on derdrukkend. „Ik weet zeker, dat wij bij u wel zullen slagen". De waarheid was. dat het lnkoopen doen met iemand anders dan Tanis, haar heel snel verveelde. Het kind moest er behoorlijk uitzien, natuurlijk, maar de hoeden van Tanis waren altijd buitengewoon kostbaar en het had geen zin om het geld weg te smijten. De hoedenkwestie werd dus aan de uiterst capabele Mrs. Carstairs overgelaten. Mrs. Winsley kocht dikwijls bij Caroline Car stairs, want behalve het feit, dat het een prettige zaak was, was zij buitengewoon populair en had eenvoudig overal vrienden en relaties, vooral in die hoogere kringen, «aar Beatrice Winsley nog niet geheel en al vasten voet gekregen had. Carrie was bijvoorbeeld een graag ge ziene gast bij de douairière Lady Rowant en bewoog zich heel gemakkelijk in die stijve atmosfeer. Mrs. Winsley beschouwde dit als een be langrijk feit en dat was ook de reden waar om zij Linet daar dien morgen haar japon netjes had laten koopen. „Geeft u zich niet de moeite die hooge trap op te loopen, Mrs. Winsley", zei Carrie. „Ik zal Miss Seton wel even meenemen naar het atelier." „Ik vind alles wat u hebt helpen uitzoe ken, even schattig", zei Linet spontaan, toen zij Mrs. Carstairs de smalle trap op volgde, naar het vertrekje, waar een heele collectie hoeden op standaardjes stond en opgestapeld op de tafeltjes. Linets bleeke wangen hadden weer een beetje kleur gekregen en de herinnering aan die akelige scène begon iets te ver- bleeken. „Uw tante vertelde, dat zij u vanmiddag meeneemt naar Hurlingham. Dan moet u dit nieuwe blauwe Japonnetje aantrekken", zei Carrie, „en een bijpassend hoedje". Als bij intuïtie deed zij een greep in een stapel en haalde een speciaal hoedje te voorschijn. „Ik benijd u, dat u naar Hurlingham gaat", zei Mrs. Carstairs. „Ik zou ook dol graag eens weg willen om zoo'n polowed strijd mee te maken, maar na den dood van mijn Tim moet ik mijn eigen broodje ver dienen", voegde zij er openhartig aan toe, „en je moet in een zaak je oogen wijd open houden, anders komt er niets van terecht". In een spontane opwelling zei Linet: „Wat zou ik graag uw assistente worden, als het seizoen voorbij is. Misschien konden wij Thatched House dan wel verhuren. zoo heet ons huis. weet u.en zou mijn moeder hier ook kunnen komen". Carrie lachte. „Wacht maar tot het seizoen voorbij is", zei zij veelbeteekenend en op vroolijken toon. „Meisjes met oogen als de jouwe staan soms voor heerlijke verrassingen". Onder den rand van fijn-blauw stroo, versierd met een tuiltje gardenia's zag Carrie, dat Linets oogen ernstig stonden. „Oh neen", zei zij beslist, „zooiets ge beurt met mij niet. Dat is voor een type ais Tanis. Niet voor mij". Carrie Carstairs glimlachte ongeloovig. Zij werd heelemaal niet geïmponeerd door Tanis Winsley. Zij doorzag Tanis en be schouwde haar als een verwend, harteloos modern meisje. Zij was ook niet erg dol op Mrs. Winsley, maar was dankbaar, dat zij deze onder haar cliëntèle mocht rekenen. Maar met dit meisje, met die schattige blauwe, peinzende oogen, was het iets heel anders. „Dat moet je niet al te vast gelooven, kindje", zei zij. „Beloof me, dat je je uitzet bij mij zult koopen en ik ben er van over tuigd, dat ik die opdracht binnen het Jaar krijg". „U bent wel heel vriendelijk. Mrs. Car stairs. Maar als ik ooit trouw veronderstel ik, dat het wel zal zijn met iemand, die geen geld genoeg heeft om hier te koopen". En dan ben ik dwaas genoeg het voor niets te doen", zei Carrie Carstairs en dat meende zij. Hoewel Linet er zich in het geheel niet van bewust was, had zij zich dien morgen van een machtige vriendschap verzekerd, al was Carrie Carstairs dan ook niet rijk. „Hoe zullen zij tegen haar zijn?" vroeg Carrie zich af, toen zij de auto weg zag rij den en nog een laatsten glimp opving van een tenger figuurtje in een lichtblauw, kinderlijk doch uiterst bekoorlijk jurkje, dat zij zoo juist verkocht had en waarin Linet was weggereden. Toen kwam er nog een andere gedachte bij haar op: „Als Tanis leelijke trucjes gaat gebruiken, dan kan ik die kleine Linet Seton mis schien wel helpen". Met deze gedachte ging Carrie terug naar den winkel. Het was eigenlijk dwaasheid te veronder stellen, dat dit eenvoudige kind Tanis ooit iets in den weg zou leggen, of de eerzuch tige plannen van haar moeder in de war zou kunnen sturen. Maar als dat het geval mocht blijken, dan was Carrie er zeker van, dat Tanis tot alles in staat was en dat Beatrice Winsley, hoe vol glimlachjes en hoe beminnelijk zij zich ook altijd voor deed, absoluut gewetenloos zou kunnen zijn, als het er om ging haar aangebeden dochter te verdedigen. Tenslotte gingen de beide meisjes toch ongechaperonneerd naar Hurlingham. daar Mrs. Winsley na de lunch hevige hoofdpijn gekregen had en besloot te gaan rusten. Linet gevoelde zich beslist zenuwachtig nu zij alleen met Tanis zou zijn en zij deed haar uiterste best de woorden, die haar nichtje dien morgen gesproken had, te ver geten. Het bleek lang niet zoo moeilijk als zij gedacht had Haar gedachten werden afge leid door die schattige blauwe jurk en den grooten hoed, die zij gekregen had; door het zalige weer, de zon en den zoelen wind. En het scheen, dat Tanis, in een hoekje van den grooten wagen, in een uitstekend humeur was en volkomen genegen om vriendelijk-beleefd te zijn. „Carrie heeft heusch wel leuke dingen", gaf zij toe, met een blik op het blauwe jurkje. „Zelf kom ik er evenwel niet dik wijls. Zij is mij te hartelijk". Tanis droeg dien dag een geraffineerd vuurrood bakvischjurkje, dat elke lijn van haar slanke figuur accentueerde; een klein wit hoedje, dat aan een matrozenmutsje deed denken schuin op het hoofd. Niemand dan Tanis zou dat hebben kunnen dragen, maar haar kleedde het uitstekend en maakte, dat zij „anders was dan anderen", en dat iedereen naar haar keek. Linet zei openhartig:: „Ik vond mrs. Carstairs erg aardig". Bij deze opmerking trok Tanis haar schouders op, doch zei niets. Zij haalde haar sigarettenkoker te voorschijn en be gon te rooken. „Ik moet werkelijk zeggen, dat moeders hoofdpijn me bijzonder goed te pas komt", merkte zij op. „Het is vrij vervelend moeder om je heen te hebben in een plaats als Hurlingham, want ik mag niets doen en als zij niet vlak bij me is, verliest zij me toch geen oogenblik uit het oog". „Is dat zoo erg?" waagde Linet op te merken, terwijl zij inwendig dacht, dat dit wel een vreemde manier was om over je moeder te praten. Tanis verklaarde, dat dat inderdaad erg was. „Eldred Byrne zou vanmiddag ook ko men", deelde zij Linet mee, alsof deze raad selachtige opmerking alles verklaarde. Toen zag zij dat Linet er niets van be greep en begon te lachen, „Dat zegt jou niet veel, wel? Ik denk, dat ik beter doe met je een en ander te ver tellen. nu we overal samen heen moeten". (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). VOOR HET INTERNATIONALE RUITERTOURNOOI IN LONDEN ZIJN 51 SPAKI'S UIT ALGIERS TE PERMS (ROTTERDAM) WERD GISTEREN DE LANDDAG VAN DEN BIJZ. VRIJW. LAN». NAAR. DE ENGELSCHE HOOFDSTAD GEKOMEN. STORM GEHOUDEN. V.l.n.r: res. generaal de lough, Z.Exo. minister van Boeyen, luit.-gen. EEN GEDEELTE DER RUITERS. baron van Voorst tot Voorst, oommandant van het veldleger en luit.-generaal Dnymaer van Twist. NIEUWE ATTRACTIE in den Haagschen Die rentuin. Van Zaterdag a.s. af kan de jeugd op den jongen olifant, die verleden jaar in den tuin is aangekomen, een rondrit maken. GISTEREN WERD TE 'S-GRAVENHAGE HET 20-.IAR1G BESTAAN VAN VAN DEN VOLKSRAAD GEVIERD met een bijeenkomst van de in Nederland wonende oud-Volksraads-leden. Een kijkje in de zaal v.l.n.r.: dr. I. J. M. Schmutzer, Pangeran P.A.A. Kocsoemo Joedo (oud-lid Raau van Indië) en mr. Cohen Stuart (oud seer. Volksraad). KORTE BAAN-DRAVERIJEN op den 's-Gravelandschenweg te Hil versum. Dit is voor de eerste maal, dat op den openbaren weg aldaar draverijen gehouden worden. Overzicht tijdens de race. EEN OVERZICHT VAN DE WERKZAAM- HEDEN aan den Noord-Oostpolder bij de Lemmer. Op den voorgrond een zinkstuk. TE STAPHORST had de installatie plaats van den nieuwen burgemeester, den heer Dijkstra. Een Staphor ster schoone bood aan de grens der gemeente bloemen aan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5