Padüindersdefilé mor Prins Bernhard - Roeiwedstrijden „Koninklijke LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Een goede zakenvrouw 79ste Jaargang FEUILLETON 9J DE „NIEUW AMSTERDAM", keerde na. een voorspoedige eerste reis naar New York te Rotterdam terug. Op den voor grond Hr. Ms. Z. 5. DE ROEIWEDSTRIJDEN VAN DE „KONINKLIJKE" OP DE BOSCHBAAN TE AMSTERDAM. Het stijl-snelroeien voor dames-achten. „De Vliet" (midden) gaat als eerste door de finish, gevolgd door „De Hoop" (voor) en „Nereus" (achter). HET MEIFEEST van den Limburgschen Muziek- en Volksdanskring te Gijste ren. Een Engelsche zakdoekendans. „DE SCHAAKLAARS". Engeland lanceert iets nieuws op het gebied van regen- kleeding. ZATERDAG BEZOCHT PRINS BERNHARD DE PADVINDERS in den Haag. Het défilé voor den Prins voor het Hoofdkwartier van de Neder- landsche Padvinders. DE KABELBALLON-VERSPERRING EN, voor de verdediging van Londem, waren voor het eerst voor het publiek te bezichti gen. In de hangars te Cardington. OP DE „NIEUWE MEER" BIJ AMSTERDAM werden gisteren zeilwedstrijden van 12 m2 klasse gehouden. Links de „War-dy" en rechts ,,'t Geusje" in actie. DE DAMESRIT VAN DE KON. NED. AUTOMOBIEL CLUB in de omgeving vftn Groesbeek. Baronesse van Haersolte de Lange met Citroen tijdens den terreinrit. door HERMAN ANTONSEN. S5! ..Niets aan te doen!" zei Jonathan, on- Efóurig op en neer drentelend. ..Maar de volgende week ls uw tijd zoo wlledig bezet, mijnheer. Rapporten, con venties, vergaderingen ..Geel me die rapporten maar hier. Die 'ees ik onderweg wel. Stuur Brady een te- 'egram over die regelingen omtrent de tfhepen, die gedokt moeten worden. Stel aile conferenties een week minstens uit. frommels, als ik ziek was, dan zou je ze toch ook moeten uitstellen, is het zoo niet? Nou dan, ik voel me beroerd genoeg, dat ®ag je wel weten.Zeg tegen Packard", vervolgde hij weer bruusk, „dat hij voor «at zaakje in Matuco zorgt. Verdere za- >enopzouten, man, opzouten. Ik zal Ptobeeren je lederen dag te laten weten. s«r je me vinden kunt, maar Texas is al uitgestrekt". ..lij hield op en trachtte zijn gedachten oijeen te houden. Hij zou denkelijk dat JWe land voet voor voet moeten afzoe- l'n Hoe heette het stadje ook weer, waar JU haar voor het eerst gezien had? Er Mond natuurlijk veel kans, dat ze hee- 'e,«aal niet daar In de buurt woonde, maar was ten minste een beginpunt. Pembe- Penobscot?.Neen, dat lag in Maine. p°lntdexterDat was het! Hij keerde zich Mar Meggs toe. •Kom nou, man, zoek die rapporten en zoo bij elkaar. Schiet wat op, want ik heb nog een massa te doen". Per vliegtuig en trein bereikte hij Polnt- dexter binnen twee dagen. Het was nog hetzelfde keurig, moderne stadje, door welks straten hij achter dat dolle rood harige meisje aangegaloppeerd had. Hij begon zijn onderzoek naar de dame in kwestie door zijn intrek te nemen in een hotel en den portier aan te klampen. „Is de naam Ransome je soms bekend?" vroeg hij. „Er woont een kolonel Ransome op Bella Vista." „Is dat een andere stad?" „Zoo heet het landgoed van kolonel Ransome." Landgoed! Hm! „Heeft hij, dat je weet, een dochter? Va lentine Ransome?" „Ik weet het niet, mijnheer. Maar hl] heeft een gezin; dat weet ik wel." Jonathan kon zich niet goed voorstellen, dat hij bij dien kolonel Ransome, die een landgoed had, moest wezen. Hij keek de telefoongids na en zag dat die kolonel Ran some de eenige van dien naam was. Het was in elk geval te probeeren. Hij huurde een taxi, en terwijl hij de stad uitreed, hoorde hij van den chauffeur meer bij zonderheden over dien kolonel Ransome. kolonel Ransome? Iedereen wist toch zeker, wie kolonel Ransome was? Hij was in den heelen Staat bekend. Tien tegen een, dat hij bij' de volgende verkiezingen gouverneur zou worden. Bovendien het hoofd van de Ran some Oil Maatschappij. „Wel verdraaid!" mompelde Jonathan. Ze reden acht mijlen ver buiten de stad door een vriendelijke villawijk met ruime woningen en door boomen overschaduwde wandeldreven. De buitenwijken van Point- dexter, zoo werd hem meegedeeld, behoor den tot de mooiste en deftigste van het heele land. Jonathan kon zich dat gemak kelijk voorstellen. Maar toen ze een buitenverblijf, dat om geven was met een heg van drie meter hoogte, door een smeedijzeren hek tusschen wit steenen posten en langs een betonweg tusschen katoenboschjes, palmen, mag nolia's en kurkeiken met mos overdekt op reden, was hij er vast van overtuigd, dat hij op een verkeerd spoor geraakt was. Het huls wekte nog meer zijn belangstelling.. een Spaansch bouwwerk wit gestucadoord, met rood pannen dak en kleine cederhou ten balcons en een dubbele portiek, waar onder een rijtuig kon voorrijden. Jonathan stapte uiterst benieuwd uit de taxi. „Even wachten," zei hij tot den chauf feur. „Maar hier is het," zei de chauffeur. .Misschien, weifelde Jonathan. „Mis schien dat Hij schelde aan en wachtte; wie weet, wat er door die voordeur te voorschijn kon ko men. Maar er kwam slechts een gewone huisknecht. Miss Valentine Ransome? Ja, die woonde hier. Maar miss Valentine was op het oogenbllk afwezig. Valentine was in den laatsten tijd bijna altijd afwezig, dacht hij. Toen hij haar liefst niet ontmoet had, was ze altijd in zijn omgeving. Toen hij haar, liever dan wat ook, wilde aantreffen, was ze net kwik zilver, dat hem voortdurend ontglipte. Hij besloot Kolonel Ransome te spreken te vragen en bleef in de hal wachten, terwijl de huisknecht hem aandiende. De kolonel was thuis. Ten minste. Jona than veronderstelde, dat het de kolonel was, dien hij verontwaardigd in de woon kamer hoorde mopperen. „Het was vier op de groene," hoorde Jo nathan zeggen. „Vier. Dat was de zaak." De discussie hield plotseling op, toen de huisknecht de aandacht van den kolonel trok. Even later kwam deze terug en liet Jonathan ln de woonkamer binnen. Een Jonge man in een wit flanellen pak, met een wit jijden das, zat op den tafelrand te grinniken tegen een zwaargebouwden wit- harigen man met een golf-aanteeken- blaadje in zijn hand. „Mijnheer Blalr?" zei de kolonel vragend. Jonathan knikte. „En bent u de vader van Valentine?" vroeg hij, de geboden hand hartelijk schud dend. „Ik ben heel blij, u te treffen, mijn heer." Hij maakte kennis met Ned Ransome. Valentine's broer en wendde zich dan weer tot haar vader. „Ik tref het gelukkig." zei hij. „Ik had me er al op voorbereid, heel Texas te moeten afzoeken." „Bent u een vriend van Valentine?" vroeg de kolonel. „Ik hoop het," antwoordde Jonathan. „Om u de waarheid te zeggen, ik heb Va lentine eigenlijk lief." De kolonel deed uiterst verrast. „Ja zelfs, ik hoop, dat u me niet kwalijk neemt, dat ik haar aan u ten huwelijk vraag," vervolgde Jonathan „Kwalijk nemen?" viel de kolonel uit." „Wat.... hm!.... Hoor eens hier, ik heb u van m'n leven nog nooit gezien. Waai" bent u vandaan?" „Uit New-York." „New-York?" herhaalde de kolonel. „En uw naam is Blair? U staat toch niet," ver volgde hij terwijl zijn gezicht rood opliep, „in relatie met die snertreederij, waaraan zij haar laatsten stuiver vergooid heeft?" „Snertreederij is niet juist gezegd," zei Jonathan met waardigheid. „Dat was vroe ger misschien zoo, maar daar heeft uw dochter verandering in gebracht. Uw doch ter, kolonel Ransome ls een meisje met verstand, verbeeldingskracht en moed. Uw dochter is een bewonderenswaardig per soontje en ik zou heel graag de gelegen heid krijgen, haar dat te vertellen," ein digde hij ernstig gemeend. .Mijn dochter koestert minachting voor elk soort behoorlijk gedrag," zei de kolonel „Ze rijdt in rodeo's," wierp Jonathan tegen. „En dat vind ik iets fijns." Kolonel Ransome nam hem nauw keurig op. .Mijnheer Blair," zei hij met groote be slistheid, „als Valentine van u houdt, dan trouwt ze met u, al komt er brand, over strooming of aardbeving van. Als u dat wilde veulen kunt temmen, dan bent u een flinke kerel en de rechte man voor haar." Hij knikte grimmig met zijn grijze hoofd. „Ze is momenteel op de olievelden. Ga daar maar heen en probeer het eens." „Olievelden?" vroeg Jonathan verbluft. „Wat doet ze dan nu weer? Naar olie boren?" „Dat zou me niets verwonderen." zei de kolonel. „Ze draagt ongetwijfeld een rij broek en heeft een verbrande neus: en als u haar daar vandaan kunt halen, dan zou ik u ten zeerste verplicht zijn." .Nadruk verboden). (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5