Waar de Vrouw belang in stelt Kleeding voor Uw weekeind LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 19 Mei 1938 Vierde Blad No. 23971 Een moedige vrouw op de grens van twee tijdperken 79 ste jaargang Met wat overleg, behoett de koffer niet zwaar te zijn Jacoba van Beieren I Dapper streed zij voor een verloren zaak Kleine wenken voor de huisvrouw D De heerlijke zomertijd met zijn kleine reisje» en gezellige weekeinden is weer ge- tornen. We moeten dus weer eens gaan overleggen, wit we allemaal zullen mee nemen, als wc zoo voor een paar dagen de stad uitgaan. Op alle eventualiteiten moeten we na tuurlijk bedacht zijn: het kan al dien tijd stralend weer blijven, maar ook kan het frlsch worden, vooral 's avonds; er kunnen regenbuien komen enz. enz. Het meesleepen van een heelen koffer net kleeren Is omslachtig en een beetje aanstellerig. We hebben dus een combina tie voor u uitgedacht, die ln alle klimaats- nogeltjkheden voorziet en toch het koffer tje niet te zwaar maakt. We gaan op reis ln ons mantelcos- tnumpje, de dracht voor dezen zomer. Hieronder dragen we een aardige zijden blouse, die gerust want dit ls juist zéér modern! iets donkerder van tint mag rijn dan het cnstuumpje, mits ze hiermee goed harmonieert. Een aardig, puntig vilt- of stroohoedje met sluiertje voltooit dit flatteuze reis-ensemble. Maarniet Mie dagen zijn zonnig. Het kan ook zijn, dat we erop uittrekken met zwaar be wolkte lucht of zélfs in den stroomenden regen. Dan kan hetzelfde costuumpje heel gced dienst doen, mits we ons met eer. self gebreide wollen gulmpe beschermen tegen de kou. een wollen mutsje ln het reilde genre opzetten en over het geheel een wijde regenjas of cape dragen. Han- vindt, u niet? Het meer gekleede hoed je met sluier krijgt ln dat geval een piaatsje ln den koffer. Nóg meer vernuft! Als u de twee recht- sche figuurtjes bekijkt, dan ziet u, dat de blouse, die bij het mantelpakje wordt ge dragen, eigenlijk deel uitmaakt van een heel taponnetje met den zeer modernen plooirok. Dit is allerliefst voor een zoelen dag, wordt het echter wat kouder, dan vervangen we de blouse door een practlsch, flatteus jakje van peau de pêche ln de zelfde tint als de rok. U ziet dus, dat bij deze combinatie een heel klein koffertje, waarin een rok van bedrukte zijde, een Jakje van peau de pêche, één hoedje en een paar schoenen behalve de gewone toiletartikelen een plaats moeten vinden, voor uw weekeinde voldoende Is en u er toch ln alle weers gesteldheid aardig zult uitzien! rA ql'ï" Jacoba van Beleren! Wat weten we «igenlijk van haar? Niet veel. Een reeks oorre jaartallen van strijd en nog eens "rijd. van verdragen, intriges, schermut- «"ngen. die ons het is immers zoo érg 2; geleden! maar matig belang ln- ™ewmen. En verder, dat ze op de val- «njacht ging, en dat ze op het slot Tey- yn. in het laatst van haar leven, Ja- ""Mannetjes van aardewerk maakte, die een excentrieke liefhebberijover ™ar hoofd heen in de slotgracht wierp. meer niet. Toch is de figuur van •JWw Jacob", hertogin van Beleren, gra- van Henegouwen, Holland en Zeeland, «ouwe van Friesland, hertogin van Tou- ,,ne' dauphlne van Frankrijk, hertogin Brabant, hertogin van Gloucester, P«ui van Borselen belangrijk genoeg om «en bij stil te staan, interessant ls Jacoba van Beieren voor r5 om het tijdsgewricht waarin zij leef- 1 «n grensbewoonster was zij, de laat- u vertegenwoordigster van den riddertijd 'On hoogsten bloei en zijn ondergang, l beschermde de rechten van de rldder- zij voerde oorlog om haar in stand "ouden, maar op haar slagvelden werd I fjme adellijke huls na het andere utt- En Filips van Bourgondië, die, na 'wmekkigen strijd haar landen verover- rii. '™de zonder het te willen den "gwn tijd in. kim. ,acol)a als vorstin ten val moest en met haar de bloem van den "erlandschen adel, was haar onverbld- dellijk noodlot, doch de wijze, waarop zij viel, getuigt van grooten moed. Haar leven was dat van een heldin, haar karakter met zijn felle emoties, wreedheden en grootmoedigheid, dat van een vrouw ten voeten uit. Vooral dit laatste maakt voor ons haar beeld aantrekkelijk. Vrouw in haar fanatieken strijd om eigen ontplooiing en als zoodanig niets ontziende, maar bovenal vrouw ln haar verlangen naar liefde en geluk, in haar afhankelijkheid van emoties. Een kort, zeer dramatisch leven, waar van we in vogelvlucht iets willen vertellen, werd haar deel. Jeugdjaren. Het huwelijk van Willem IV van Beieren met Margaretha van Bourgondië, was lan ge jaren kinderloos gebleven; eerst ln 1401 werd op den 25sten Juli, den dag ge wijd aan 8t. Jacob den beschermheilige van den oogst een dochtertje geboren, dat volgens de gewoonte van die dagen Jacoba werd genoemd. Reeds om haar wieg woedden de Intri ges. Haar vader, een echt ridder, rond en eerlijk en bovendien een krachtig man uit één stuk, zag met bezorgdheid in dien uiterst verwarden tijd van verbitterden strijd tusschen den ondergaanden adel en den opkomenden burgerstand ln deze streken optredend als Hoeksche en Kabei- Jauwsche twisten de toekomst van zijn kind tegemoet. Vóór alles wilde hij zor gen, dat zij een krachtigen steun kreeg op den levensweg en dien steun zocht hij ln een aanzienlijk huwelijk, dat hun ge slacht aan Frankrijk zou verbinden. Zoo kwam het, dat het kleine, zeer lief tallige meisje van vijf jaar plechtig werd verloofd met Jan van Touralne. den twee den zoon van den krankzinnigen koning van Frankrijk. Jacoba had van deze verbintenis, die ln belangrijkheid vrijwel gelijk stond met een huwelijk, natuurlijk nog niet het minste begrip: ze keek alleen maar met groote oogen naar de pracht en praal om zich heen en genoot van de schitterende fees ten, die haar ter eere werden gegeven. Haar verdere Jeugd was zoo gelukkig als een kinderleventje maar zijn kan. Samen met haar negenjarigen verloofde, over wien zij met haar levendig hartstochtelijk ka rakter al gauw de baas speelde, werd ze bulten opgevoed. Behalve het „vlleghen mette vogelen", de edele valkenjacht, waar van zij tot haar dood toe een vurig lief hebster bleef, leerde ze lezen en schrijven, Fransch, Engelsch, Latijn, geschiedenis en Bijbelkennis. En dan waren daar verder nog zooveel dingen, waarin een alleredel ste jonkvrouwe als Jacoba moest uitblin ken: in het weven en borduren, het sieren van haar huls en bovenal in de etiquette. Sen vrouw van rang moest ln die dagen precies weten, hoe ver men een gast vol gens zijn rang tegemoet moest gaan en de gast moest weten of hij hoog genoeg in stand was om de gravin en een aantal harer statiedames te kussen. Door de plaats, die hij innam, den titel waarmee men hem aansprak, den stoel dien men hem aanbood, zelfs door de draperieën waarmede men zijn ledikant versierde, werd de hooge geboorte van den gast aan geduid en geëerd. Ook diende een edel- vrouw nauwkeurig te weten, welke eer haar zelve toekwam. Moest haar sleep door een of door meer pages worden ge dragen? Moest zij die zelve dragen of slechts met twee vingers ophouden? Zie daar enkele belangrijke problemen, waar in Jacoba zich met hart en ziel verdiepte. Ze was op en top „grande dame", een eigenaardige tegenstelling met haar meer aan mannelijke daadkracht! Zware slagen. Toen Jacoba zeventien jaar oud was zc was toen reeds drie jaren met Jan van Touralne gehuwd gebeurden er ontzet tende dingen, die aan haar jeugd voorgoed een einde maakten. Aan het Fransche hof heerschten toestanden, die we ons niet vreeselijk genoeg kunnen voorstellen: een verwoede, sloopende strijd, gestreden met Intriges, dolk en vergift, tusschen de beide partijen der Armaguacs en Bourgondiërs, een krankzinnige koning en een koningin, de schoone Isabelle van Beieren, die een glftmengster was van de bovenste plank. En daar de koningin de partij der Armaguacs was toegedaan, was geen enkel „Bourgon diër" aan het hof zijn leven zeker, zelfs niet de kroonprins Lodewijk, die op sllnk- sche wijze door zijn moeder vergiftigd werd. Door zijn dood werd Jan van Touralne kroonprins en Jacoba scheen voorbestemd om de Fransche kroon te dragen. Het jonge paar werd naar Parijs ontboden om te worden gehuldigd, maar de hertog Wil lem, die het Parijs van die dagen kende, weigerde; zijn kinderen mochten niet aan het hof komen. Te Complègne heeft dan de schitterende ontmoeting plaats tusschen den dauphin en zijn valsche moeder. Hier wordt door den hoogen Franschen adel Jan en Jacoba een grootsche huldiging be reid, terwijl intusschen hertog Willem t« Parijs een wanhopige poging doet om de partijen met elkaar te verzoenen. Het mag niet baten, hijzelf brengt er door een overhaaste vlucht nauwelijks het leven af en intusschen is zijn schoonzoon, de Jonge prins, dien hij als zijn zoon liefheeft, zwaar ziek geworden, Een geheimzinnige ziekte, waarbij booze zweren het heele lichaam bedekken, plotseling uitgebroken, nadat hij een prachtig harnas, een geschenk van zijn moeder heeft aangetrokken.... Acht dagen later staat Jacoba ln de Cornellnskerk te Complègne bij het ge opende graf van haar echtgenoot. Gisteren nog kroonprinses van Frankrijk, vandaag op den Palmzondag een weduwe van zestien iaar met de herinnering aan een gruwelijk verstoorde jonge liefde, die sterk en goed had kunnen worden. Nog meer slagen volgen: kort hierop sterft ook haar vader, na haar eerst nog uit bezorgdheid over haar toekomst te hebben uitgehuwelijkt aan haar neef Jan III. hertog van Brabant, een dommen, zle- kelijken, gedegenereerden knaap, nog een paar jaar jonger dan Jacoba, zwak van wil, een speelbal van zijn hovelingen, die er belang bij hebben hem klein te hou den. Een droevig leven vol vernederingen gaat Jacoba tegemoet aan de zijde van dezen onwaardlgen jongen, wiens volko men meerdere zij ls. Een tijd van wanho- plgen strijd tegen de Kabeljauwen, die telkens en telkens het hoofd weer opste ken en haar lederen duimbreed grond be twisten, tegen haar oom Jan van Beleren, bisschop van Luik, die onder het mom van vriendschappelijkheid, een geraffi neerd valsch spel speelt, tegen de aarze lende houding van den Paus, die haar huwelijk met haar neef nu eens wel, dan ZONDAG: vermicellisoep. Kalfskarbona den, Bloemkool, Aardappelen. Vanlllevla met bitterkoekjes. MAANDAG: Stamppot van raapstelen, Gehakt. Watergruel. DINSDAG: Gebakken bloedworst. Aard appelen. Rabarber. Rijst met boter en suiker. WOENSDAGVarkensrollade. Aardappe len. Stoofsla. Rijstkoekjes. DONDERDAG: Kerryschotel van rest rollade. Beschuit met bessensap. VRIJDAG: Gebakken schol. Kropsla, Aardappelen, Botersaus. Grutjes in karne melk. ZATERDAG: Macaroni met balletjes ge hakt, Bouillonsaus. Gebakken grutjes. VEGETARISCHE MENU'S. 1. Rijst met gebakken uien en kaas, Kropsla. Vanlllevla met gember. 2. Bloemkoolsoep, Spinazie stamppot. Ha. vermoutkoekjes. 3. Brusselsch lof met harde eieren en botersaus. Aardappelen, Vruchtengruel. 4. Omelet met spinazie. Aardappelen. Jonge worteltjes. Gesmolten boter. Hangop RECEPTEN. Rijstkoekjes. Benoodigdheden1 ons rijst. 3 dL. water of 3 ons koude gekookte rijst 2 eieren, l theelepel kaneel, zout. '/i ons suiker, ons bloem, olie of boter. Bereiding: De rijst met het water en het zout opzetten en gaar koken. Daarna laten afkoelen of de rijst, die overgebleven is van den vorigen dag ervoor gebruiken. De rijst vermengen met de eidooiers, die met de suiker geklopt zijn. de bloem, de kaneel en wat zout er doorroeren. Als de massa heel stijf ls dan wat melk toe voegen Het. stijfgeklopte eiwit er doorroeren en van dit mengsel in de koekepan kleine koekjes bakken plm. 1 cM dik. Ze vooral niet te vlug bakken, daar de bloem gaar moet worden. Havermoutkoekjes. Benoodigdheden: IV* ons vlug kokende havermout 3 dL. melk of water. '/- ons bloem. zout. ons suiker. 1 theelepel ka neel. olie of boter. Bereiding: De havermout in het vocht plm. 1 uur laten weeken. Daarna bloem, suiker, zout en kaneel er doorroeren en de masaa flink kloppen, zoodat ze wat luchtig wordt. Hiervan in de koekepan tamelijk dikke koekjes bakken langzaam daar havermout en bloem gaar moeten worden. Het beslag moet tamelijk dik zijn. Ze voor het opdoen met wat suiker bestrooien, of rabarber of ander vruchtenmoes er bij geven. Gebakken grutjes, Benoodigdheden: 1 L. karnemelk, l'/i ons boekweitegru'jes. zout, olie of boter, bloem. Bereiding: De karnemelk met het zout tegen de kook brengen, de grutjes erin strooien en de paD al roerende plm. 10 mdnu'en laten doorkoken. De massa over doen in een met water omgespoelde kom en koud laten worden Daarna in dikke plakken snijden en door wat bloem halen Ze ln heete olie of boter aan beide kanten vlug bruin bakken. Botec en stroop of boter en suiker erbij geven. Dikwijls wordt de dubbele hoeveelheid van dit reoept tegelijk gekookt, de helft wordt den eersten dag gegeten met boter en stroop, de rest laat men koud en stijf worden om te bakken. Hangop voor 4 personen. Benoodigdheden: plm. 2 L.'karnemelk, 4 beschuiten, suiker en kaneel. Bereiding: Over den binnenkant van een vergiet een schoon, ultgespoelden doek leggen en een kom of diepen schotel er onder zetten. De karnemelk erin gieten en zoo laten staan tot fcet dunne, waterachtige gedeelte tegen den doek aan zit Telkens het dikke gedeelte met een lepel van den doek afscheppen, waardoor alles vlugger doorloopt. De hangop voor het opdienen goed doorroeren, naar verkiezing wat room er door mengen om den smaak zachter te maken. Macaroni met gehaktballetjes en witte bouillonsaus. Benoodig-dh'eden: ï'h ons gehakt, beschuit peper. 20ut, noot. 3 ons macaroni, l'/s L. water. zout. 80 gr. bloem. 80 gr. boter. Maggi-aroma Bereiding: de macaroni bij kleine beetjes tegelijk ln het kokende water doen. het. zout toevoegen en uur laten koken. Het gehakt aanmaken met peper, noot, zcut en beschuit (wat melki en er balletjes van maken. Bij de macaroni doen en alles nog 15 minuten laten doorkoken. Het vocht er afgieten. Dit moet nu nog plm 1 L. zijn. De boter in de pan smelten, de bloem er bli doen en met de bouillon een gebonden, saus maken. De saus door laten koken, op smaak af maken met wat maggi-aroma en de maca roni en het gehakt er door roeren. Tomatensla of komkommersla er in den zomer bij geven. Rijst met gebakken uien en kaas. Benoodigdheden: 4 ons rijst, 1 L water, zout. 2 groote uien, 2 ons jonge kaas 2 eieren. 80 gr. boter, 80 gr. bloem, V, L melk. zout. peper. Bereiding: De rijst wasschen en gaar koken ln het water met zout. De uien schoonmaken, wasschen en snipperen. Ze in de boter lichtbruin bakken. Daarna de rijst, laag om laag. met de uien en de plakken kaas in een vuurvasten schotel leggen. De eieren uitroeren: bloem, peper en zout toevoegen en aanmengen met de melk tot een dunne saus. Deze over de rijst heen schenken. Den schotel in den oven zetten tot êr van boven een bruin korstje op is (20 minuten). weer niet wil erkennen. En tenslotte, het ergste van alles, den strijd tegen de laffe plagerijen van haar echtgenoot of liever gezegd van zijn vrienden aan het Brussel- sche hof. Den 7en April 1420 op het Paaschfeest, komt het eindelijk tot een catastrofe. Dan wordt, zooals altijd, de ta fel bijzonder feestelijk aangericht. Jacoba verschijnt met haar edelvrouwen en ze zetten zich op haar plaatsen. Maar nu wordt voor de Brabantsche dames over vloedig opgedragen, maar de borden en bekers der Hollandsche blijven leeg. De bedienden hebben strenge bevelen: ze doen alsof de dames niet aanwezig waren, en deze verlaten eindelijk, diep beleedigd, de zaal. Dan is de maat vol: Jacoba met haar fel temperament kan dit niet meer slik ken: ze verlaat te voet het paleis en loopt schreiend van ergernis, door Brussels stra ten naar het logement waar haar moeder verblijf houdt. De breuk tusschen haar en haar man is onherroepelijk, alle verzoe ningspogingen falen. In 1421 verklaart Jacoba een zeer geëmancipeerde daad. zélfs ln onze dagen! zich beroepend op den Paus, die het vorige jaar de dispen satie had Ingetrokken, haar huwelijk met Jan van Brabant nietig. Kortstondig geluk. Een zwakkere vrouw zou waarschijnlijk door al deze wederwaardigheden voorgoed gebroken zijn. Jacoba niet: nu komt eerst recht haar zelfstandige natuur boven. Zij wijkt met haar moeder uit naar Enge land. waar zij door den koning met groote hoffelijkheid worden ontvangen en maakt kort hierop haar verloving met Humphrey van Gloucester bekend. Welk een echte man, volkomen tegen stelling met den zwakken Jan van Bra bant, komt hier in haar leven! Humphrey, een jongere broer van den Engelschen ko ning, ls een ridder, zooals Jacoba een edel- vrouw is; bekend om zijn edel voorkomen, zijn vurig temperament en zijn succes bij de dames. Het nuttelooze leventje als jongsten Prins van Engeland verveelt hem allang. Hij dorst naar avontuur, hij zal de wereld intrekken, om de verdrukten te helpen en de onschuld te beschermen. Jacoba van Beieren, de mooie, geestige, zoo slecht be handelde vrouwe, is precies een kolfje naar zijn hand! Samen met haar zal hij optrekken om haar vijanden te verslaan. Nu komt de gelukkigste tijd van Jacoba's leven. In 1424 wordt het jonge paar Jacoba ls dan pas 23! in Henegouwen gehuldigd en Humphrey als graaf erkend. Het leven lacht naar tegen, nu ze ein delijk een volwaardig echtgenoot, een rid der aan haar zijde heeft, schrikt de strijd haar niet af! Ze straalt van schoonheid er. vreugde. Maar zij onderschat haar vij anden: Jan van Beleren en Philips van Bourgondië. voorposten van den nieuwen tijd, die onverbiddelijk opmarcheert. Er is in dit tijdsgewricht, zwaar van beteekenis. "een plaats meer voor de heidendaden van een lichtelijk operette-achtig paar als Humphrey en Jacoba. Bovendien blijkt Koele dranken. Als het weer zomer is. zullen we be hoefte hebben aan koele dranken en dit is, als we geen ijskast hebben, weieens lastig, We kunnen hierin echter voorzien door de flesch bier, mineraalwater, bes sensap of wat we maar willen afkoelen, in een emmer koud water te zetten, waarin we een lepel keukenzout hebben gedaan. Pas op voor ladders.! Men zegt, dat het gevaarlijk ls, onder een ladder door te loopen. Het loopen met ladder ln de kousen is niet zoo zeer ge vaarlijk, maar wel leelijk en slordig. Als we op het punt zijn uit te gaan en we zien plotseling dat er een steekje los is gegaan, behoeven we echter geen ver traging te veroorzaken door het aantrek ken van een ander paar kousen. Een beetje nagellak op de zwakke plek en de ladder wordt vermeden. Frissche worteltjes. Men kan worteltjes, knollen, radijsjes en in het algemeen alle knolgewassen een paar dagen frisch houden door ze met het loof dus niet met de knol zelf in het water te zetten. zijn trouw niet bestand tegen de zware moeilijkheden; eenlge jaren nadien, ln 1428. verlaat hij haar zich beroepend op een problematische wettigheid van hun huwelijk voor een Engelsche hofdame, die hem bekoord heeft. Als Jacoba de tijding hoort, is zij voor het eerst van haar leven innerlijk verplet terd. Door deze gruwelijke vernedering acht zij, als een echte vrouw, haar zaak verloren en reeds vier dagen later teekent zij het bekende stuk, waarin zij haar lan den: Henegouwen, Holland en Zeeland aan Filips van Bourgondië overdraagt. En hier mee eindigt de staatkundige beteekenis van Jacoba's leven. Met haar gezondheid gaat het sedert dien bergaf: het zware leven met al zijn emoties heeft haar vroegtijdig doen op branden. Zwak, doch nog vol levensbe- langstelling slijt zij haar laatste jaren af wisselend te St. Maartensdijk, te Brlelle, te Goes, te 's-Gravenhage en in het oude slot Teylingen. Haar huwelijk met Frank van Borselen is haar een laatste troost. Hij althans stelde haar nret teleur, staat haar trouw terzijde tot haar overlijden ln 1438. Meer dan die van eenige andere graaf of gravin bleef haar gedachtenis, als laat ste, schitterendste dochter der middel eeuwen, onder het volk voortleven! R. DE RU1JTERV. d. F EER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 13