BINNENLAND
LEID5CH DAGBLAD - Derde Blad
Donderdag 19 Mei 1938
PARLEMENTAIR OVFPJJCHT
DÖBBELM^N
Eerste Kamer.
De ruilverkaveling:.
(Van onzen parlementairen medewerker).
Nadat de Kamer Dinsdagavond een aan
tal naturalisatie-ontwerpen had afgehan
deld en ongeveer 600 vreemdelingen tot
Nederlanders gepromoveerd (waarbij de
heer van Vessem de van zijn fractie, de
nationaal-socialistische, bekende bezwaren
had geuit i nam zij gisteren eenige andere
ontwerpen in behandeling.
Het eerste daarvan betrof de nieuwe be
palingen Inzake de ruilverkaveling, dat
gelijk reeds gemeld met zeer groote
meerderheid werd goedgekeurd.
Er voerden drie leden het woord over,
waarvan de heeren van Voorst tot Voorst
en van Sasse van IJsselt, beiden roomsch-
katholiek, tot geheel verschillende conclu
sie kwamen. Zoo overtuigd als de eerste
voor het ontwerp was, zoo overtuigd was de
tweede er tegen. De heer van Voorst tot
Voorst zag in een goede ruilverkaveling een
groot landbouwbelang, en daardoor een
groot algemeen belang: de productiviteit
van den bodem kan er op goede en goed-
koope wijze door bevorderd worden. Wel
brengt het ontwerp een zekere beperking
van het eigendomsrecht, omdat tot ruilver
kaveling kan worden overgegaan buiten
medewerking der betrokkenen, doch
als het algemeen belang steeds op den
voorgrond staat, vond hij dat zoo erg niet.
Maar dit was nu juist voor den heer van
Sasse van IJsselt een onoverkomelijk be
zwaar. want hij achtte het grondbezit, en
in ieder geval de stabiliteit daarvan, ernstig
bedreigd. Feitelijk zelde hij staat het
eigendomsrecht door dit ontwerp bloot
aan eiken aanval van een lichaam, dat
denkt het landbouwbelang te dienen. In het
meeningsverschil tusschen deze beide ka
tholieken koos de sociaal-democraat Hiem-
stra de zijde van den voorstander van het
ontwerp; hij achtte dit van groot belang en
wees er op dat de tijd voorbij is, waarbij
het grondbezit als een uitsluitend particu
liere aangelegenheid wordt beschouwd.
Minister Steenberghe heeft ook van zijn
kant de bezwaren van den heer van Sasse
van IJsselt bestreden. Hij rechtvaardigde
de voorgestelde regeling met een beroep op
het algemeen belang. Dit alleen zal steeds
den doorslag geven, en de belanghebben
den, dus ook de eigenaars der gronden,
zullen altijd in voldoende mate in de be
slissingen worden gekend. Ook in deze
Kamer wees de Minister den geoefenden
aandrang, om een kostenbepaling, een
kosten-norm, te ontwerpen, af. Hij was van
oordeel, dat het onttrekken hiervan cp den
duur niet zal worden gevoeld.
Slechts 2 leden (de heer van Sasse van
IJsselt en de Voorzitten hebben zich tegen
het ontwerp verzet, De rest (31) was er
voor. Aldu? werd het aangenomen.
Bepalingen inzake de
vestiging van bedrijven.
Dat het ontwerp inzake beperking van
bedrijfsvestiging ook in deze Kamer wel
eenig verzet zou vinden, lag voor de hand.
De heer Pollema gaf er al dadelijk vorm
aan. Hij erkende de groote beteekenis van
het ontwerp, maar betwistte dat er behoef
te aan zou bestaan. Rondweg verklaarde hij
zich huiverig, vooral bij de wisselende kabi
netten, om machtigingen te geven als in dit
ontwerp liggen opgesloten, en de gevolgen
daarvan verklaarde hij niet te kunnen
overzien. Het ontwerp gaat volgens hem te
ver, en volslagen onjuist acht hij het. dat
het beroep op besluiten is bij den Minister
zelf, in plaats van b.v. bij den Raad van
State. De bezwaren van den heer Pollema
waren van staatsrechtelijken en economi-
schen aard. Het ontwerp was hem te in
grijpend en hij vond het zelfs een uiting
van staats-soclalisme.
In anderen geest sprak prof. Diepenhorst.
Hij legde er in zijn rede nog al nadruk op,
dat het ontwerp niet tot strekking heeft de
bedrijfsvrijheid in het algemeen, te beper
ken, maar de excessen op dit gebied weg te
nemen, en ook daarom achtte hij het on
juist te spreken van socialisatie of staats
socialisme. Van sluiting van bedrijven is
hier dan ook geen sprake aldus de hoog
leeraar en hij betoogde dat de te nemen
besllslngen met allerlei waarborgen zijn
omringd. Ook de heeren de Zeeuw, de
Bruyn en prof. Kranenburg hebben zich
voor het ontwerp verklaard. Laatstgenoem
de gaf de bezwaren tegen het beroep toe,
hij achtte dit in het ontwerp niet voldoen
de geregeld, maar dit was hem geen reden,
om tegen het ontwerp te stemmen. Voor
den heer Sasse van IJsselt was dat bezwaar
echter wèl doorslaggevend: nu het beroep
niet voldoende was geregeld, verklaarde
deze jurist deswege niet voor het ontwerp
te kunnen stemmen Namens de nationaal-
socialisten heeft de heer von Bönninghau-
sen zich tegen het ontwerp verklaard; zij
hebben tegen de ordenings-politiek dezer
Regeering overwegend bezwaar en meenen
dat het ontwerp een afgesloten kaste van
ondernemers vormt.
Minister Steenberghe heeft tegen dit
laatste betoog gesteld, dat het van het ont
werp een caricatuur maakt, want het is
volstrekt niet de bedoeling van het ont
werp in die richting te gaan. De Minister
gaf toe. dat het beroep in het ontwerp niet
bevredigend is geregeld, maar er is geen
betere oplossing voor gevonden (een merk
waardige mededeeling! i en daarom ver
zocht hij niet tegen het ontwerp te stem
men, als men alleen maar juridische be
zwaren heeft. Overigens onderschreef hij
het betoog van prof. Diepenhorst: het ont
werp heeft geen andere bedoeling dan het
voorkomen en uitroeien van excessen. Als
het bedrijfsleven zelf ordenend kan op
treden aldus de Minister moet de
staat niet ingrijpen, maar als zich uitwas
sen voordoen, moet er in het algemeen be
lang worden opgetreden. Dit wil het ont
werp.
De groote meerderheid der Kamer was
het den den Minister eens, en heeft het
ontwerp met 35 tegen 8 stemmen aangeno
men. Er tegen stemden de nationaal-socia-
listen, de liberalen en de christelijk-histo-
rischen Pollema en ter Haar.
De min of meer gebruikelijke, kleine
schermutselingen tusschen den voorzitter
en de nationaal-socialisten bleven ook in
dit debat niet uit.
Reserveeringen als winst
besparing.
Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer.
In het voorloopig verslag van de Tweede
Kamer over het wetsontwerp tot aanvulling
van de wet tot bevordering van de richtige
heffing der directe belastingen, maken
verscheidene leden ernstig bezwaar tegen
de passage, dat elke reserveering. welke aan
de belasting-administratie te groot schijnt,
getroffen kan worden.
Ook al is van belastingontduiking in de
verste verte geen sprake en betreft het u!t_
sluitend een maatregel tot dekking van
zekere aanwezige risico's of tot versterking
van de positie der vennootschap met het
oog op de mogelijkheid van een minder
goeden gang van zaken in slechte tijds
omstandigheden. Dit is een gevolg van de
eigenaardige beteekenis. weike het ontwerp
aan het begrip „belasting-besparing" toe
kent. Het ontwerp spreekt van ..aanmerke
lijke belastingbesparing", omdat het alle
reserveeringen als belastingbesparing ziet
en alleen de aanmerkelijke reserveeringen
wil treffen.
Iedere derving van inkomsten, aldus deze
leden, doet rvu eenmaal den aanslag in de
belasting dalen. Ook een aandeelhouder,
die unionisten derft door de reserveerings-
politiek van zijn vennootschap, valt onder
dien regel en behoort daaronder te blijven
valien. Wil de wetgever, afgescheiden van
ontduikingsbedoelingen, overmatig reser
veeren tegengaan of althans overmatige
reserves of wat hij daarvoor aanziet door
een belasting treffen, dan is daarvoor een
aanvulling van de wet op de richtige hef
fing niet de juiste methode. Immers op
deze wijze wordt niet de overmatige reser-
veerende vennootschap, doch worden de
kort-gehcruiden aandeelhouders getroffen.
Veel beter is het dan. het reeds meermalen
bepleite denkbeeld van een „winstbelasting"
te volgen op zichzelf, hoewel deze leden de
invoering van zulk een belasting niet zou
den toejuichen, vooreerst niet omdat
reservevorming veeleer behoort te worden
aangemoedigd dan tegengegaan. De ge
noemde regeling is intusschen zoo onjuist,
dat zij zelfs kan medebrengen, dat de aan
slag in de inkomstenbelasting stijgt naar
mate het inkomen daalt.
Op grond van de hierboven weergegeven
overwegingen wanen deze leden van oordeel,
dat de redactie van het nieuwe tweede lid
van artikel 1 in dien zin behoort te worden
gewijzigd, dat het element, van ontduiking
daarin wordt opgenomen.
Wèl winstbelasting.
Sommige andere leden meenden er in het
bijzonder de aandacht op te moeten ves
tigen. dat een stelsel als in het ontwerp is
neergelegd in zijn gevolgen slechts gradueel
minder funest zal zijn dan een winstbelas
ting.
Verscheidene leden, daarentegen, die
evenzeer het doel van het ontwerp het
tegengaan van belastingontduiking met
instemming begroetten, waren teleurgesteld
dat als middel om dit doel te bereiken een
aanvulling van de wet op de richtige hef
fing is gekozen in plaats van de invoering
van een winstbelasting, welke zij in dezen
als het eenige efflciente middel beschouwen.
Het zou volgens andere leden onjuist zijn,
de gereserveerde winsten als onaantast
baar te beschouwen. Reeds gedurende ge-
ruimen tijd wordt de oprichting van de
naamlooze vennootschappen gestimuleerd
door het feit, dat op het terrein der belas
tingheffing de particuliere ondernemer bij
de vennootscliap ten achter staat. Een feit
dat in ernst en daarmede in afkeurens
waardigheid toeneemt, naarmate de be
lastingdruk wordt verzwaard. Tegen een
verdere uitbreiding van dit euvel moet
worden gewaakt en dit zal niet naar be-
hooren kunnen geschieden, als belasting
vrijheid van gereserveerde winsten als
axioma wordt aangenomen.
Indien van dit ontwerp weinig is te ver
wachten. zou naar de meening van ver
scheidene leden de vraag ernstige over
weging verdienen, of men te: wille van een
waarschijnlijk minieme bate voor de schat
kist wel de bezwaren behoort te trotseeren,
welke aan de uitvoering van die in het
ontwerp vervatte regeling zijn verbonden.
Reserves eener N.V.
Verschillende andere leden erkenden, dat
de nieuwe regeling, gelijk de regeering die
zich denkt, voordeelen boven de bestaande
heeft. In de eerste plaats zal met ingrijpen
niet meer behoeven te worden gewacht op
de gecamoufleerde winstuitkeering, doch
zal reeds aanstonds kunnen worden opge
treden bij het tot stand komen van de
reserveering. welke ten doel heeft die uit-
keering mogelijk te maken. In de tweede
plaats ontheft de voorgestelde regeling den
fiscus van een moeilijken bewijslast En
tenslotte brengt zii het bijkomende voor
deel met zich. dat abnormale reserves voor
de liquidatie kunnen woeden achterhaald.
Naar dezelfde leden voorts opmerkten,
mag bij de beoordeeling van het wetsont
werp niet worden voorbijgezien, dat de
rechtsvorm der naamlooze vennootschap
ten opzichte van de inkomstenbelasting
steeds besparend werkt Als een naamlooze
vennootschap een uitbreiding van haar
bedrijf uit reserves financiert, bezigt zij
daartoe winst, waarover geen belasting :s
betaald.
Rede van minister
Steenberghe.
Ter gelegenheid van het jubileum
der Industrieele Club.
De Industrieele Club heeft gisteravond
te Amsterdam haar jaarlijkseh banket voor
de leden gehouden, waarbij het traditie is,
dat een prominent Nederlander tijdens den
maaltijd een rede houdt. Het banket dlroeg
dit jaar een bijzonder karakter- omdat het
een onderdeel was van de herdenking van
het 25-jarig bestaan der club. Als redemaar
was ditmaal uitgenoodi©d de minister van
Economische Zaken, mr. M, P. L. Steen
berghe. terwijl voorts als gasten aanwezig
waben de burgemeester van Amsterdam,
dr. W. de Vlugt en de voorzitter en secre
taris van de Groote Club", de heer J. ter
Haar Jf\ en de heer van Lenmep.
Tijdens den maaitijd hield minister
Steenberghe een rede over: „Staat en on
dernemer".
Minister Steenberghe vrceg zich af. of
men de regeerlngsmaatregelen betreffende
het bedrijfsleven, waarvan er nu reeds
meerdere het zevende levensjaar ingaan,
tijdelijk kon noemen, temeer waar er geen
symptomen zijn, die wijzen op een spoedige
verandering.
Sprekende over den staat en de taak der
ondernemer, weer spr. er op dat het niet
aangaat voor den staat enkele maatregelen
te vragen en dan van hem te verlangen,
dat hij zich met de rest niet bemoeit. De
staat, die het algemeen belang dient, heeft
ook te letten op de gevolgen van zijn
maatregelen en dienst misbruik ervan te
voorkomen.
De praktijk aldus spr. heeft bewezen, dat
het in vele gevallen niet mogelijk is. dat de
verschillende bedrijfstakken zonder staats
hulp tot ordening komen. Het is de taak
van de overheid Om ontaarding der orde
ning te voorkomen en excessen uit te
snijden.
Bii de uitvoering van de verbindendver-
klaarde ondememersovereenkomst waakt
de regeering slechts voor het algemeen
belang. Een regeeringsmaatregel wordt
slechts genomen voor het algemeen belang
UW HUID
heeft de 2 oliën
ran CASTELLA nood ij
OP O GOEDE ZEEP STAAT
Prof. Goudriaan over den
vrijhandel.
Vrijhandelsvraagstuk gekoppeld aan
werkloosheidsvraagstuk.
Regulatie van het prijsniveau en
actieve conjunctuurpolitiek.
Voor de Nederlandsche vereeniging voor
vrijhandel heeft prof. dr. ir. Goudriaan Jr.
een voordracht gehouden over de voor
waarden voor het herstel van den vrijhan
del. Spr. stelde op den voorgrond, dat hij
geen betoog zou houden tegen het pro
tectionisme. De argumenten ten gunste
van den vrijhandel zijn overbekend en
wanneer deze zaak met deze op zich zelf
goede en juiste argumenten te winnen
ware, moest dit reeds lang zijn geschied.
Na een uitvoerige in'eiding stelde spreker
vast dat men voor te oplossing van het
werkloosheidsvraagstuk komen moet tot
permanente, opzettelijk daartoe genomen,
weldoordachte maatregelen.
Als eerste voorwaarde is hierbij noo-
dig stabilisatie van het prijsniveau,
welke op haar beurt stabilisatie van
de er onds tof prijzen tot voorwaarde
heeft. Als tweede maatregel het schep
pen van een evenwicht tusschen be
sparingen en inves tee ringen, welke in
het ruilmechanisme aan zich zelf over
gelaten alleen maar bij toeval zou kun
nen worden bereikt.
Men moet de economische vraagstukken
durven stellen en analyseeren met dezelfde
onbevangenheid en onverschrokkenheid,
waarmede men de natuurwetenschappen
en de techniek heeft ontwikkeld. En voor
aanvaarding van geen enkele conclusie
terugschrikken wanneer het logische be
toog deze als volstrekt onafwijsbaar heeft
bewezen. En men moet met name de Juiste
volgorde van de verschillende maatregelen
onderkennen.
Als de Ned. vereeniging voor vrijhandel
werkelijk iets wil bereiken voor den vrij
handel zal zij zich allereerst moeten rich
ten op de oplossing van het werkloosheids
vraagstuk. En als zij iets wil t>ereiken ten
aanzien van het werkloosheidsvraagstuk
zal zij zich moeten bezig houden met de
problemen van regulatie van het prijs
niveau en actieve conjunctuurpolitiek.
Wijst men deze consequentie af. dan
staat het voor spr. vast, dat de propaganda
voor vrijhandel nog ln een lange reeks van
iaren even steriel zal blijven als zij in het
jongste verleden is geweest.
1442
(Ing<ez. Med.)
„Eendracht maakt Macht"
jubileert.
Personeel in dienst bij den Rijks
waterstaat vergaderde te Utrecht.
In verband met het veertig-Jarig be
staan kwam de vereeniging van personeel
in dienst bij den Rijkswaterstaat „Een
dracht maakt macht" gisteren in hotel
Noord-Brabant te Utrecht ln feestverga-
dering bijeen. Onder degenen, die deze bij
eenkomst door hun tegenwoordigheid op
luisterden zagen wij o.a. den eere-voorzit-
ter van de vereeniging, Jhr. O. C. A. van
Lldth de Jeude. oud-minister van water
staat en ir. W. H. Brinkhorst, hoofd-lnge-
:;!eur directeur van den rijkswaterstaat te
Utrecht als vertegenwoordiger van den mi
nister van waterstaat. In zijn openings
woord werden beide personen door den
voorzitter, den heer H. Groeneveld harte
lijk welkom geheeten. Ook waren vele eere-
lcden opgekomen om op deze wijze blijk te
geven van hun belangstelling voor de ver
eeniging. Op voorstel van den voorzitter
werd de heer Van Genderen. een der me
deoprichters van de vereeniging tot eere-
llcl benoemd.
Bij de bespreking van het beleid van het
hoofdbestuur, brachten vele afgevaardig
den namens hun afdeelingen hulde aan
het hoofdbestuur waarop het in de afge-
loopen periode de belangen van de vereeni
ging heeft gediend. Aan H. M. de Koningin
werd een telegram verzonden waarin de
vereeniging haar trouw en aanhankelijk
heid aan Hare Majesteit bevestigt en de
beste wenschen voor Hare Majesteit en
Haar Huis uitspreekt.
De eere-voorzitter, jhr. ir. van Lidth de
Jeude sprak de vergadering toe en uitte
zijn vreugde over het feit, dat hij voor de
-htste maal als eere-voorzitter de vergadc
ring van deze vereeniging bijwoonde. Spr
was er trotsch op zich oud-waterstater te
kuhnen noemen. Na het hoofdbestuur tc
hebben gelukgewenscht met het jubileum
richtte de eere-voorzitter zich ten slotte
met waardeerende woorden tot den voor
zit, daarbij den wensch uitspreken, dat deze
in samenwerking met de overige leden van
het hoofdbestuur met succes zou mogen
arbeiden in het belang van de vereeniging
u>t verhooging vqjj fapt levenspeil dei' leden
Bij de bestuursverktezing'werden do drie
aftredende bestuursleden, de heeren H
Groeneveld, voorzitter; H. W. Beekman,
seer. en L. Zondervan. tweede voorzitter
herkozen. Des middags werden de afge
vaardigden officieel op het gemeentehuis
ontvangen, waar de aanwezigen werden
toegesproken door den burgemeester
overheid met den middenstand ook
versterking van de middenstandsorgant
Warenhuizen moeten door de overheid
niet uitsluitend met middenstandsooien
worden bekeken. Het warenhuisvraagsluk
heeft verschillende economische zijden bii
de beschouwing waarvan de georganiseerde
middenstand heeft mede te spreken De
R.K. Staatspartij heeft het probleem van
de warenhuizen in studie genomen. Zij
geen koeien met gouden hoorns beloven
en niet, zooals in een naburig land. zeg°en
dat de warenhuizen zullen verdwijnen, oni
ze, wanneer men de macht in handen
heeft, toch te laten voortbestaan.
PROPAGANDISTENCONFERENTIE
VRIJZ.-DEMOCRATIseHE BOND.
De Vrijzinnig-Democratische Bond heelt
in het Grandhotel te Scheveningen een
studieconferentie gehouden, waaraan een
tweehonderdtal leden heeft deelgenomen
Mevrouw mr. B. Bakker—Nort sprak
over „De rechtspositie van de vrouw, de
herziening van huwelijks- en echtschei
dingsrecht, en de arbeidsbeperking van de
vrouw"; mr. M. Slingenberg over: „Het
werkloosheidsvraagstuk en de ouderdoms
verzorging"; prof. mr. R. Kranenburg over
„De fouten van het parlementaire Staats
bestel en de middelen om deze te verbe
teren"; mr. P. J. Oud over: „Het synthe
tisch karakter der Vrijzinnig Democratie";
mr. L. G. van Dam over: „Propaganda";
F. E. H. Ebels over „Landbouwvraagstuk
ken"; mr. Joekes over „Defensie en bui-
tcnlandsch beleid" en Jan Schllthuls over
„Het Ordeningsvraagstuk".
COMMANDANT LUCHTVERDEDIGING.
Benoeming van generaal-majoor
P. W. Best zeer spoedig
tc wachten.
Naar wij uit betrouwbare bron verne
men aldus het Hdblad. ligt het in
de bedoeling van den minister van Defen
sie binnen eenige dagen reeds het com
mando van Commandant Luchtverdedi
ging in het leven te roepen. Generaal-
majoor P. W. Best, commandant van de
Vierde Divisie zou voor deze nieuwe func
tie in aanmerking komen. Als toekomstig
commandant van de Vierde Divisie wordt
genoemd de kolonel A. R. van den Bent,
commandant van de brigade Grenadiers
en Jagers.
ALLEEN KATHOLIEKE SOLLICITANTEN
KWAMEN IN AANMERKING.
Ingrijpen van den minister gevraagd.
Het Tweede Kamerlid Wendelaar heeft
ran den minister van Binnenlandsche
Zaken de volgende vragen gesteld:
1. Heeft de minister kennis genomen
van een advertentie van het gemeentebe
stuur van Leusden en Stoutenburg ln No.
1919 van het „Weekblad voor den Neder-
landschen Bond van Gemeenteambtena
ren" d.d 5 Mei 1938, waarin sollicitanten
worden opgeroepen voor de betrekking van
eersten ambtenaar ter secretarie (R.-K.l?
2. Acht de minister de bijvoeging tus
schen haakjes niet in strijd met artikel
176 der Grondwet, volgens hetwelk de be
lijders der onderscheidene godsdiensten
allen dezelfde burgerlijke en burgerschaps
rechten genieten, en gelijke aanspraak
hebben op het bekleeden van waardighe
den, ambten en bedieningen?
3. Zoo ja, heeft de minister dan reeds
stappen gedaan om vernietiging van het
besluit van het gemeentebestuur van Leus-
den en Stoutenburg tot het plaatsen van
deze oproeping uit te lokken?
Ii.cien zoodanige stappen nog niet zijn
gedaan, zal de minister dan daartoe als
nog onverwijld overgaan?
ONTSLAG BU DE SPOORWEGEN.
De directie der Nederlandsche Spoor
wegen heeft aan den Personeelraad mede
gedeeld, dat met ingang van 19 Juni a s,
aan 60 man van het treinpersoneel waar
onder 49 hoofdconducteurs eervol ontslag
uit den dienst zal worden verleend.
R.K. Middenstandsbond in
het bisdom Haarlem.
(Vervolg van gisteren).
Gistermiddag werden verschillende voor
stellen van de afdeelingen behandeld.
Te drie uur kwam mr. T. J. Verschuur,
voorzitter van de R.K. Staatspartij, ter ver
gadering.
Nadat de voorzitter van de Hanze een
begroetingswoord had gesproken, hield mr.
Verschuur een korte rede, waarin hij de
tegenwoordige situatie van den midden
stand schetste. Er heerscht thans in den
middenstand en de met behartiging van
mlddenstandsbelangen belaste overheids
organen een opgewekt leven en er is in den
loop van de jaren te dezen opzichte veel
ten goede gekeerd. Over de winkelsluiting
behoeven we nog steeds geen spijt te heb
ben. Ook de middenstander heeft recht op
een zekeren rusttijd, op ontspanning na
verrichte werkzaamheden, aldus spreker.
Naarmate in den middenstand het ge
organiseerde leven voortschrijdt wordt het
voor de overheid gemakkelijker, dezen
stand tegemoet te treden. De overheid kan
geen individueele middenstanders, maar
wel den middenstand helpen.
Een moeilijke kwestie is die van het
cadeaustelsel. Het beroep op het algemeen
belang van de oadeau-produceerende in
dustrieën dient niet ernstig te worden
genomen, daar bij een verbod van cadeaux
de desbetreffende artikelen op veel meer
economische wijze hun bestemming zouden
verkrijgen.
Ten aanzien van de vestigingswet is veel
goeds te bereiken. Men heeft zich een
oogenblik verontrust toen de eischen voor
het middenstands- en het vakdiploma be
kend werden, maar in het feit, dat de
organisaties voor een goed deel het heft in
handen hebben, ligt voldoende waarborg,
dat geen onmatige of onpractlsche eischen
zullen worden gesteld.
Reeds vier branches zijn met de wet op
de vestiging van klein handelsbedrijven in
aanraking gebracht.
De verschillende desbetreffende trappen
kunnen niet ineens worden bestegen, dit zal
geleidelijk moeten gaan, maar de grond
slag is gezond en daarop kan met vertrou
wen worden opgebouwd. De man, die aan
de eischen van zijn vak voldoet, zal de
plaats verkrijgen, welke hem toekomt.
Bemoeiing van de overheid met den
middenstand gaat geleidelijk. Zoo wordt
ook het vraagstuk van het credlet t. z. t.
aan de orde gebracht en opgelost. Men zal
bij de uitoefening van de vestigingswet tot
verdere afbakening van bedrijven moeten
komen.
Spreker ziet in de bemoeienis van de
JEF LAST IN VRIJHEID.
Naar wij vernemen is de schrijver Jet
Last, die de vorige week, toen hij uit Bel
gië kwam, aan de grens te Zundert door
de maréchaussée werd vastgehouden, gis
termiddag in vrijheid gesteld.
De heer Last heeft zich daarop naar zijn
woonplaats Amsterdam begeven.
Zooals men weet heeft Last voor de
roode troepen in Spanje gestreden, ln ver
band waarmede onze regeerlne hem van
zijn Nederlanderschap vervallen heeft
verklaard.
Wij vernemen nog, dat de ter zake be
voegde autoriteiten bij deze beslissing re
kening hebben gehouden met de bijzondere
positie, waarin deze vreemdeling verkeert,
waarbij o.m. werd overwogen dat zijn fa
milie hier te lande woonachtig is.
Voorts is de invrijheidstelling slechts te
beschouwen als een voorloopige beslissing
tot toelating, terwijl aan zijn verblijf ln
ons land bovendien eenige voorwaarden
zijn verbonden.
DISTRIBUTIE VAN GOEDDKOOPE
MARGARINE, ENZ.
Grooterc winstmarge voor den
handel.
De minister van sociale zaken heeft
een schrijven gericht aan de gemeentebe
sturen, Inzake de distributie van goedkoo-
pe onvermengde margarine en bak- en
braadvet. In dit schrijven wijst de minister
erop, hoe zeer het gewenscht is den klein
handel (en c.q. de grossiers), voor zoo
ver mogelijk bij de verstrekking van goed-
koope onvermengde margarine en goed
koop bak- en braadvet aan werkloozcn en
armlastigen in te schakelen. Dc reden
hiervan is gelegen in den wensch om den
w inkelstand zooveel mogelijk, ook daar waar
liet betreft de voorziening van het minst
koopkrachtige deel der bevolking, in de uit
oefening van de hem eigen maatschappe
lijke functie te handhaven en te steunen.
Daarom heeft de minister van economi
sche zaken zijn medewerking verleend om
de marge, welke voor den ingeschakelden
handel (winkeliers en c.q. grossiersi be
schikbaar is. boven de thans geldende van
2 cent per K.G. met 1 cent per KG. tc ver-
hoogen en derhalve te bepalen op 3 cent
per K.G.
De minister van sociale zaïcen neen
thans bepaald, dat met Ingang van 5 Juni
ue prijs van de gewone onvermengde mar
garine en het gewone bak- en braadvet,
bestemd ter distributie aan werkloozen en
armlastigen, voor die gemeenten, welke
deze producten door bemiddeling van den
winkelstand aan de betrokken consumen
ten (althans en in ieder geval de beschik
bare marge geheel of ten deele aan dezen
toen goede doen komen 41 cent per K.G.
inplaats van 42 cent zal bedragen. Die der
ritueel bereide onvermengde margarine er
van het ritueel bereide bak- en braadve»
zal in stede van 48 cent per K.G., 47 cent
lier K.G. zijn, zoodat in deze gemeentel
den winkelstand (en c.q. grossiers) 1 cc..'
per K.G. margarine c.q. vet boven de taan..
voor hem vastgestelden vergoeding benoor'
te worden uitgekeerd. Voor de overige ge
meenten blijft de prijs op 42 cent, resp.
cent per K.G.
DE PENSIOENEN BIJ DE SPOORWEGEN.
De bond van gepensionneerden bij ac
Nederlandsche spoor- en tramwegen heel'
in een te Amersfoort gehouden vergadering
de pensioenkwestie besproken en de vel
ende motie aangenomen:
.Nota nemende van de behandeling oer
„ensloenzaken van het oud- en actief we
nende spoorwegpersoneel, spreekt als
meening uit dat het een eerste eisen 'aa
billijkheid en recht is. dat er herstelpla*"
vindt van het onaantastbaar recht
eens gegeven pensioen en dat de pensioen
korting van nu, alsook de niogelljCi
van korting ln de toekomst dient te
dwijnen. Stelt verder vast dat de re3ee'
moreel verplicht is tot volledige ,sanCt
van het pensioenfonds en eischt boveno'
een tegemoetkoming voor het afscnu.
van personen op het pensioenfonds, aic
laste van het spoorwegbedrijf dienat-
komen, waardoor thans de uitgaven
komsten van het pensioenfonds
schrijden.
Zij neemt verder nota van de me»
van den minister van waterstaat, a»
spoorwegbedrijf ln de richting van ne v
ticullere bedrijf moet worden
stelt vast dat dit beteekent, hand w
en versteviging van een uitzonder.hl
sitie voor het oud. en actief dienen s[
wegpersoneel;
doet een beroep op het oud- en ac
nend sspoorwegpersoneel. om dooij :jM
menlijk optreden, deze gemeenschapp
gevaren te bestrijden". j