BINNENLAND LEID5CH DAGBLAD - Derde Blad Donderdag 19 Mei 1938 PARLEMENTAIR OVFPJJCHT DÖBBELM^N Eerste Kamer. De ruilverkaveling:. (Van onzen parlementairen medewerker). Nadat de Kamer Dinsdagavond een aan tal naturalisatie-ontwerpen had afgehan deld en ongeveer 600 vreemdelingen tot Nederlanders gepromoveerd (waarbij de heer van Vessem de van zijn fractie, de nationaal-socialistische, bekende bezwaren had geuit i nam zij gisteren eenige andere ontwerpen in behandeling. Het eerste daarvan betrof de nieuwe be palingen Inzake de ruilverkaveling, dat gelijk reeds gemeld met zeer groote meerderheid werd goedgekeurd. Er voerden drie leden het woord over, waarvan de heeren van Voorst tot Voorst en van Sasse van IJsselt, beiden roomsch- katholiek, tot geheel verschillende conclu sie kwamen. Zoo overtuigd als de eerste voor het ontwerp was, zoo overtuigd was de tweede er tegen. De heer van Voorst tot Voorst zag in een goede ruilverkaveling een groot landbouwbelang, en daardoor een groot algemeen belang: de productiviteit van den bodem kan er op goede en goed- koope wijze door bevorderd worden. Wel brengt het ontwerp een zekere beperking van het eigendomsrecht, omdat tot ruilver kaveling kan worden overgegaan buiten medewerking der betrokkenen, doch als het algemeen belang steeds op den voorgrond staat, vond hij dat zoo erg niet. Maar dit was nu juist voor den heer van Sasse van IJsselt een onoverkomelijk be zwaar. want hij achtte het grondbezit, en in ieder geval de stabiliteit daarvan, ernstig bedreigd. Feitelijk zelde hij staat het eigendomsrecht door dit ontwerp bloot aan eiken aanval van een lichaam, dat denkt het landbouwbelang te dienen. In het meeningsverschil tusschen deze beide ka tholieken koos de sociaal-democraat Hiem- stra de zijde van den voorstander van het ontwerp; hij achtte dit van groot belang en wees er op dat de tijd voorbij is, waarbij het grondbezit als een uitsluitend particu liere aangelegenheid wordt beschouwd. Minister Steenberghe heeft ook van zijn kant de bezwaren van den heer van Sasse van IJsselt bestreden. Hij rechtvaardigde de voorgestelde regeling met een beroep op het algemeen belang. Dit alleen zal steeds den doorslag geven, en de belanghebben den, dus ook de eigenaars der gronden, zullen altijd in voldoende mate in de be slissingen worden gekend. Ook in deze Kamer wees de Minister den geoefenden aandrang, om een kostenbepaling, een kosten-norm, te ontwerpen, af. Hij was van oordeel, dat het onttrekken hiervan cp den duur niet zal worden gevoeld. Slechts 2 leden (de heer van Sasse van IJsselt en de Voorzitten hebben zich tegen het ontwerp verzet, De rest (31) was er voor. Aldu? werd het aangenomen. Bepalingen inzake de vestiging van bedrijven. Dat het ontwerp inzake beperking van bedrijfsvestiging ook in deze Kamer wel eenig verzet zou vinden, lag voor de hand. De heer Pollema gaf er al dadelijk vorm aan. Hij erkende de groote beteekenis van het ontwerp, maar betwistte dat er behoef te aan zou bestaan. Rondweg verklaarde hij zich huiverig, vooral bij de wisselende kabi netten, om machtigingen te geven als in dit ontwerp liggen opgesloten, en de gevolgen daarvan verklaarde hij niet te kunnen overzien. Het ontwerp gaat volgens hem te ver, en volslagen onjuist acht hij het. dat het beroep op besluiten is bij den Minister zelf, in plaats van b.v. bij den Raad van State. De bezwaren van den heer Pollema waren van staatsrechtelijken en economi- schen aard. Het ontwerp was hem te in grijpend en hij vond het zelfs een uiting van staats-soclalisme. In anderen geest sprak prof. Diepenhorst. Hij legde er in zijn rede nog al nadruk op, dat het ontwerp niet tot strekking heeft de bedrijfsvrijheid in het algemeen, te beper ken, maar de excessen op dit gebied weg te nemen, en ook daarom achtte hij het on juist te spreken van socialisatie of staats socialisme. Van sluiting van bedrijven is hier dan ook geen sprake aldus de hoog leeraar en hij betoogde dat de te nemen besllslngen met allerlei waarborgen zijn omringd. Ook de heeren de Zeeuw, de Bruyn en prof. Kranenburg hebben zich voor het ontwerp verklaard. Laatstgenoem de gaf de bezwaren tegen het beroep toe, hij achtte dit in het ontwerp niet voldoen de geregeld, maar dit was hem geen reden, om tegen het ontwerp te stemmen. Voor den heer Sasse van IJsselt was dat bezwaar echter wèl doorslaggevend: nu het beroep niet voldoende was geregeld, verklaarde deze jurist deswege niet voor het ontwerp te kunnen stemmen Namens de nationaal- socialisten heeft de heer von Bönninghau- sen zich tegen het ontwerp verklaard; zij hebben tegen de ordenings-politiek dezer Regeering overwegend bezwaar en meenen dat het ontwerp een afgesloten kaste van ondernemers vormt. Minister Steenberghe heeft tegen dit laatste betoog gesteld, dat het van het ont werp een caricatuur maakt, want het is volstrekt niet de bedoeling van het ont werp in die richting te gaan. De Minister gaf toe. dat het beroep in het ontwerp niet bevredigend is geregeld, maar er is geen betere oplossing voor gevonden (een merk waardige mededeeling! i en daarom ver zocht hij niet tegen het ontwerp te stem men, als men alleen maar juridische be zwaren heeft. Overigens onderschreef hij het betoog van prof. Diepenhorst: het ont werp heeft geen andere bedoeling dan het voorkomen en uitroeien van excessen. Als het bedrijfsleven zelf ordenend kan op treden aldus de Minister moet de staat niet ingrijpen, maar als zich uitwas sen voordoen, moet er in het algemeen be lang worden opgetreden. Dit wil het ont werp. De groote meerderheid der Kamer was het den den Minister eens, en heeft het ontwerp met 35 tegen 8 stemmen aangeno men. Er tegen stemden de nationaal-socia- listen, de liberalen en de christelijk-histo- rischen Pollema en ter Haar. De min of meer gebruikelijke, kleine schermutselingen tusschen den voorzitter en de nationaal-socialisten bleven ook in dit debat niet uit. Reserveeringen als winst besparing. Voorloopig Verslag der Tweede Kamer. In het voorloopig verslag van de Tweede Kamer over het wetsontwerp tot aanvulling van de wet tot bevordering van de richtige heffing der directe belastingen, maken verscheidene leden ernstig bezwaar tegen de passage, dat elke reserveering. welke aan de belasting-administratie te groot schijnt, getroffen kan worden. Ook al is van belastingontduiking in de verste verte geen sprake en betreft het u!t_ sluitend een maatregel tot dekking van zekere aanwezige risico's of tot versterking van de positie der vennootschap met het oog op de mogelijkheid van een minder goeden gang van zaken in slechte tijds omstandigheden. Dit is een gevolg van de eigenaardige beteekenis. weike het ontwerp aan het begrip „belasting-besparing" toe kent. Het ontwerp spreekt van ..aanmerke lijke belastingbesparing", omdat het alle reserveeringen als belastingbesparing ziet en alleen de aanmerkelijke reserveeringen wil treffen. Iedere derving van inkomsten, aldus deze leden, doet rvu eenmaal den aanslag in de belasting dalen. Ook een aandeelhouder, die unionisten derft door de reserveerings- politiek van zijn vennootschap, valt onder dien regel en behoort daaronder te blijven valien. Wil de wetgever, afgescheiden van ontduikingsbedoelingen, overmatig reser veeren tegengaan of althans overmatige reserves of wat hij daarvoor aanziet door een belasting treffen, dan is daarvoor een aanvulling van de wet op de richtige hef fing niet de juiste methode. Immers op deze wijze wordt niet de overmatige reser- veerende vennootschap, doch worden de kort-gehcruiden aandeelhouders getroffen. Veel beter is het dan. het reeds meermalen bepleite denkbeeld van een „winstbelasting" te volgen op zichzelf, hoewel deze leden de invoering van zulk een belasting niet zou den toejuichen, vooreerst niet omdat reservevorming veeleer behoort te worden aangemoedigd dan tegengegaan. De ge noemde regeling is intusschen zoo onjuist, dat zij zelfs kan medebrengen, dat de aan slag in de inkomstenbelasting stijgt naar mate het inkomen daalt. Op grond van de hierboven weergegeven overwegingen wanen deze leden van oordeel, dat de redactie van het nieuwe tweede lid van artikel 1 in dien zin behoort te worden gewijzigd, dat het element, van ontduiking daarin wordt opgenomen. Wèl winstbelasting. Sommige andere leden meenden er in het bijzonder de aandacht op te moeten ves tigen. dat een stelsel als in het ontwerp is neergelegd in zijn gevolgen slechts gradueel minder funest zal zijn dan een winstbelas ting. Verscheidene leden, daarentegen, die evenzeer het doel van het ontwerp het tegengaan van belastingontduiking met instemming begroetten, waren teleurgesteld dat als middel om dit doel te bereiken een aanvulling van de wet op de richtige hef fing is gekozen in plaats van de invoering van een winstbelasting, welke zij in dezen als het eenige efflciente middel beschouwen. Het zou volgens andere leden onjuist zijn, de gereserveerde winsten als onaantast baar te beschouwen. Reeds gedurende ge- ruimen tijd wordt de oprichting van de naamlooze vennootschappen gestimuleerd door het feit, dat op het terrein der belas tingheffing de particuliere ondernemer bij de vennootscliap ten achter staat. Een feit dat in ernst en daarmede in afkeurens waardigheid toeneemt, naarmate de be lastingdruk wordt verzwaard. Tegen een verdere uitbreiding van dit euvel moet worden gewaakt en dit zal niet naar be- hooren kunnen geschieden, als belasting vrijheid van gereserveerde winsten als axioma wordt aangenomen. Indien van dit ontwerp weinig is te ver wachten. zou naar de meening van ver scheidene leden de vraag ernstige over weging verdienen, of men te: wille van een waarschijnlijk minieme bate voor de schat kist wel de bezwaren behoort te trotseeren, welke aan de uitvoering van die in het ontwerp vervatte regeling zijn verbonden. Reserves eener N.V. Verschillende andere leden erkenden, dat de nieuwe regeling, gelijk de regeering die zich denkt, voordeelen boven de bestaande heeft. In de eerste plaats zal met ingrijpen niet meer behoeven te worden gewacht op de gecamoufleerde winstuitkeering, doch zal reeds aanstonds kunnen worden opge treden bij het tot stand komen van de reserveering. welke ten doel heeft die uit- keering mogelijk te maken. In de tweede plaats ontheft de voorgestelde regeling den fiscus van een moeilijken bewijslast En tenslotte brengt zii het bijkomende voor deel met zich. dat abnormale reserves voor de liquidatie kunnen woeden achterhaald. Naar dezelfde leden voorts opmerkten, mag bij de beoordeeling van het wetsont werp niet worden voorbijgezien, dat de rechtsvorm der naamlooze vennootschap ten opzichte van de inkomstenbelasting steeds besparend werkt Als een naamlooze vennootschap een uitbreiding van haar bedrijf uit reserves financiert, bezigt zij daartoe winst, waarover geen belasting :s betaald. Rede van minister Steenberghe. Ter gelegenheid van het jubileum der Industrieele Club. De Industrieele Club heeft gisteravond te Amsterdam haar jaarlijkseh banket voor de leden gehouden, waarbij het traditie is, dat een prominent Nederlander tijdens den maaltijd een rede houdt. Het banket dlroeg dit jaar een bijzonder karakter- omdat het een onderdeel was van de herdenking van het 25-jarig bestaan der club. Als redemaar was ditmaal uitgenoodi©d de minister van Economische Zaken, mr. M, P. L. Steen berghe. terwijl voorts als gasten aanwezig waben de burgemeester van Amsterdam, dr. W. de Vlugt en de voorzitter en secre taris van de Groote Club", de heer J. ter Haar Jf\ en de heer van Lenmep. Tijdens den maaitijd hield minister Steenberghe een rede over: „Staat en on dernemer". Minister Steenberghe vrceg zich af. of men de regeerlngsmaatregelen betreffende het bedrijfsleven, waarvan er nu reeds meerdere het zevende levensjaar ingaan, tijdelijk kon noemen, temeer waar er geen symptomen zijn, die wijzen op een spoedige verandering. Sprekende over den staat en de taak der ondernemer, weer spr. er op dat het niet aangaat voor den staat enkele maatregelen te vragen en dan van hem te verlangen, dat hij zich met de rest niet bemoeit. De staat, die het algemeen belang dient, heeft ook te letten op de gevolgen van zijn maatregelen en dienst misbruik ervan te voorkomen. De praktijk aldus spr. heeft bewezen, dat het in vele gevallen niet mogelijk is. dat de verschillende bedrijfstakken zonder staats hulp tot ordening komen. Het is de taak van de overheid Om ontaarding der orde ning te voorkomen en excessen uit te snijden. Bii de uitvoering van de verbindendver- klaarde ondememersovereenkomst waakt de regeering slechts voor het algemeen belang. Een regeeringsmaatregel wordt slechts genomen voor het algemeen belang UW HUID heeft de 2 oliën ran CASTELLA nood ij OP O GOEDE ZEEP STAAT Prof. Goudriaan over den vrijhandel. Vrijhandelsvraagstuk gekoppeld aan werkloosheidsvraagstuk. Regulatie van het prijsniveau en actieve conjunctuurpolitiek. Voor de Nederlandsche vereeniging voor vrijhandel heeft prof. dr. ir. Goudriaan Jr. een voordracht gehouden over de voor waarden voor het herstel van den vrijhan del. Spr. stelde op den voorgrond, dat hij geen betoog zou houden tegen het pro tectionisme. De argumenten ten gunste van den vrijhandel zijn overbekend en wanneer deze zaak met deze op zich zelf goede en juiste argumenten te winnen ware, moest dit reeds lang zijn geschied. Na een uitvoerige in'eiding stelde spreker vast dat men voor te oplossing van het werkloosheidsvraagstuk komen moet tot permanente, opzettelijk daartoe genomen, weldoordachte maatregelen. Als eerste voorwaarde is hierbij noo- dig stabilisatie van het prijsniveau, welke op haar beurt stabilisatie van de er onds tof prijzen tot voorwaarde heeft. Als tweede maatregel het schep pen van een evenwicht tusschen be sparingen en inves tee ringen, welke in het ruilmechanisme aan zich zelf over gelaten alleen maar bij toeval zou kun nen worden bereikt. Men moet de economische vraagstukken durven stellen en analyseeren met dezelfde onbevangenheid en onverschrokkenheid, waarmede men de natuurwetenschappen en de techniek heeft ontwikkeld. En voor aanvaarding van geen enkele conclusie terugschrikken wanneer het logische be toog deze als volstrekt onafwijsbaar heeft bewezen. En men moet met name de Juiste volgorde van de verschillende maatregelen onderkennen. Als de Ned. vereeniging voor vrijhandel werkelijk iets wil bereiken voor den vrij handel zal zij zich allereerst moeten rich ten op de oplossing van het werkloosheids vraagstuk. En als zij iets wil t>ereiken ten aanzien van het werkloosheidsvraagstuk zal zij zich moeten bezig houden met de problemen van regulatie van het prijs niveau en actieve conjunctuurpolitiek. Wijst men deze consequentie af. dan staat het voor spr. vast, dat de propaganda voor vrijhandel nog ln een lange reeks van iaren even steriel zal blijven als zij in het jongste verleden is geweest. 1442 (Ing<ez. Med.) „Eendracht maakt Macht" jubileert. Personeel in dienst bij den Rijks waterstaat vergaderde te Utrecht. In verband met het veertig-Jarig be staan kwam de vereeniging van personeel in dienst bij den Rijkswaterstaat „Een dracht maakt macht" gisteren in hotel Noord-Brabant te Utrecht ln feestverga- dering bijeen. Onder degenen, die deze bij eenkomst door hun tegenwoordigheid op luisterden zagen wij o.a. den eere-voorzit- ter van de vereeniging, Jhr. O. C. A. van Lldth de Jeude. oud-minister van water staat en ir. W. H. Brinkhorst, hoofd-lnge- :;!eur directeur van den rijkswaterstaat te Utrecht als vertegenwoordiger van den mi nister van waterstaat. In zijn openings woord werden beide personen door den voorzitter, den heer H. Groeneveld harte lijk welkom geheeten. Ook waren vele eere- lcden opgekomen om op deze wijze blijk te geven van hun belangstelling voor de ver eeniging. Op voorstel van den voorzitter werd de heer Van Genderen. een der me deoprichters van de vereeniging tot eere- llcl benoemd. Bij de bespreking van het beleid van het hoofdbestuur, brachten vele afgevaardig den namens hun afdeelingen hulde aan het hoofdbestuur waarop het in de afge- loopen periode de belangen van de vereeni ging heeft gediend. Aan H. M. de Koningin werd een telegram verzonden waarin de vereeniging haar trouw en aanhankelijk heid aan Hare Majesteit bevestigt en de beste wenschen voor Hare Majesteit en Haar Huis uitspreekt. De eere-voorzitter, jhr. ir. van Lidth de Jeude sprak de vergadering toe en uitte zijn vreugde over het feit, dat hij voor de -htste maal als eere-voorzitter de vergadc ring van deze vereeniging bijwoonde. Spr was er trotsch op zich oud-waterstater te kuhnen noemen. Na het hoofdbestuur tc hebben gelukgewenscht met het jubileum richtte de eere-voorzitter zich ten slotte met waardeerende woorden tot den voor zit, daarbij den wensch uitspreken, dat deze in samenwerking met de overige leden van het hoofdbestuur met succes zou mogen arbeiden in het belang van de vereeniging u>t verhooging vqjj fapt levenspeil dei' leden Bij de bestuursverktezing'werden do drie aftredende bestuursleden, de heeren H Groeneveld, voorzitter; H. W. Beekman, seer. en L. Zondervan. tweede voorzitter herkozen. Des middags werden de afge vaardigden officieel op het gemeentehuis ontvangen, waar de aanwezigen werden toegesproken door den burgemeester overheid met den middenstand ook versterking van de middenstandsorgant Warenhuizen moeten door de overheid niet uitsluitend met middenstandsooien worden bekeken. Het warenhuisvraagsluk heeft verschillende economische zijden bii de beschouwing waarvan de georganiseerde middenstand heeft mede te spreken De R.K. Staatspartij heeft het probleem van de warenhuizen in studie genomen. Zij geen koeien met gouden hoorns beloven en niet, zooals in een naburig land. zeg°en dat de warenhuizen zullen verdwijnen, oni ze, wanneer men de macht in handen heeft, toch te laten voortbestaan. PROPAGANDISTENCONFERENTIE VRIJZ.-DEMOCRATIseHE BOND. De Vrijzinnig-Democratische Bond heelt in het Grandhotel te Scheveningen een studieconferentie gehouden, waaraan een tweehonderdtal leden heeft deelgenomen Mevrouw mr. B. Bakker—Nort sprak over „De rechtspositie van de vrouw, de herziening van huwelijks- en echtschei dingsrecht, en de arbeidsbeperking van de vrouw"; mr. M. Slingenberg over: „Het werkloosheidsvraagstuk en de ouderdoms verzorging"; prof. mr. R. Kranenburg over „De fouten van het parlementaire Staats bestel en de middelen om deze te verbe teren"; mr. P. J. Oud over: „Het synthe tisch karakter der Vrijzinnig Democratie"; mr. L. G. van Dam over: „Propaganda"; F. E. H. Ebels over „Landbouwvraagstuk ken"; mr. Joekes over „Defensie en bui- tcnlandsch beleid" en Jan Schllthuls over „Het Ordeningsvraagstuk". COMMANDANT LUCHTVERDEDIGING. Benoeming van generaal-majoor P. W. Best zeer spoedig tc wachten. Naar wij uit betrouwbare bron verne men aldus het Hdblad. ligt het in de bedoeling van den minister van Defen sie binnen eenige dagen reeds het com mando van Commandant Luchtverdedi ging in het leven te roepen. Generaal- majoor P. W. Best, commandant van de Vierde Divisie zou voor deze nieuwe func tie in aanmerking komen. Als toekomstig commandant van de Vierde Divisie wordt genoemd de kolonel A. R. van den Bent, commandant van de brigade Grenadiers en Jagers. ALLEEN KATHOLIEKE SOLLICITANTEN KWAMEN IN AANMERKING. Ingrijpen van den minister gevraagd. Het Tweede Kamerlid Wendelaar heeft ran den minister van Binnenlandsche Zaken de volgende vragen gesteld: 1. Heeft de minister kennis genomen van een advertentie van het gemeentebe stuur van Leusden en Stoutenburg ln No. 1919 van het „Weekblad voor den Neder- landschen Bond van Gemeenteambtena ren" d.d 5 Mei 1938, waarin sollicitanten worden opgeroepen voor de betrekking van eersten ambtenaar ter secretarie (R.-K.l? 2. Acht de minister de bijvoeging tus schen haakjes niet in strijd met artikel 176 der Grondwet, volgens hetwelk de be lijders der onderscheidene godsdiensten allen dezelfde burgerlijke en burgerschaps rechten genieten, en gelijke aanspraak hebben op het bekleeden van waardighe den, ambten en bedieningen? 3. Zoo ja, heeft de minister dan reeds stappen gedaan om vernietiging van het besluit van het gemeentebestuur van Leus- den en Stoutenburg tot het plaatsen van deze oproeping uit te lokken? Ii.cien zoodanige stappen nog niet zijn gedaan, zal de minister dan daartoe als nog onverwijld overgaan? ONTSLAG BU DE SPOORWEGEN. De directie der Nederlandsche Spoor wegen heeft aan den Personeelraad mede gedeeld, dat met ingang van 19 Juni a s, aan 60 man van het treinpersoneel waar onder 49 hoofdconducteurs eervol ontslag uit den dienst zal worden verleend. R.K. Middenstandsbond in het bisdom Haarlem. (Vervolg van gisteren). Gistermiddag werden verschillende voor stellen van de afdeelingen behandeld. Te drie uur kwam mr. T. J. Verschuur, voorzitter van de R.K. Staatspartij, ter ver gadering. Nadat de voorzitter van de Hanze een begroetingswoord had gesproken, hield mr. Verschuur een korte rede, waarin hij de tegenwoordige situatie van den midden stand schetste. Er heerscht thans in den middenstand en de met behartiging van mlddenstandsbelangen belaste overheids organen een opgewekt leven en er is in den loop van de jaren te dezen opzichte veel ten goede gekeerd. Over de winkelsluiting behoeven we nog steeds geen spijt te heb ben. Ook de middenstander heeft recht op een zekeren rusttijd, op ontspanning na verrichte werkzaamheden, aldus spreker. Naarmate in den middenstand het ge organiseerde leven voortschrijdt wordt het voor de overheid gemakkelijker, dezen stand tegemoet te treden. De overheid kan geen individueele middenstanders, maar wel den middenstand helpen. Een moeilijke kwestie is die van het cadeaustelsel. Het beroep op het algemeen belang van de oadeau-produceerende in dustrieën dient niet ernstig te worden genomen, daar bij een verbod van cadeaux de desbetreffende artikelen op veel meer economische wijze hun bestemming zouden verkrijgen. Ten aanzien van de vestigingswet is veel goeds te bereiken. Men heeft zich een oogenblik verontrust toen de eischen voor het middenstands- en het vakdiploma be kend werden, maar in het feit, dat de organisaties voor een goed deel het heft in handen hebben, ligt voldoende waarborg, dat geen onmatige of onpractlsche eischen zullen worden gesteld. Reeds vier branches zijn met de wet op de vestiging van klein handelsbedrijven in aanraking gebracht. De verschillende desbetreffende trappen kunnen niet ineens worden bestegen, dit zal geleidelijk moeten gaan, maar de grond slag is gezond en daarop kan met vertrou wen worden opgebouwd. De man, die aan de eischen van zijn vak voldoet, zal de plaats verkrijgen, welke hem toekomt. Bemoeiing van de overheid met den middenstand gaat geleidelijk. Zoo wordt ook het vraagstuk van het credlet t. z. t. aan de orde gebracht en opgelost. Men zal bij de uitoefening van de vestigingswet tot verdere afbakening van bedrijven moeten komen. Spreker ziet in de bemoeienis van de JEF LAST IN VRIJHEID. Naar wij vernemen is de schrijver Jet Last, die de vorige week, toen hij uit Bel gië kwam, aan de grens te Zundert door de maréchaussée werd vastgehouden, gis termiddag in vrijheid gesteld. De heer Last heeft zich daarop naar zijn woonplaats Amsterdam begeven. Zooals men weet heeft Last voor de roode troepen in Spanje gestreden, ln ver band waarmede onze regeerlne hem van zijn Nederlanderschap vervallen heeft verklaard. Wij vernemen nog, dat de ter zake be voegde autoriteiten bij deze beslissing re kening hebben gehouden met de bijzondere positie, waarin deze vreemdeling verkeert, waarbij o.m. werd overwogen dat zijn fa milie hier te lande woonachtig is. Voorts is de invrijheidstelling slechts te beschouwen als een voorloopige beslissing tot toelating, terwijl aan zijn verblijf ln ons land bovendien eenige voorwaarden zijn verbonden. DISTRIBUTIE VAN GOEDDKOOPE MARGARINE, ENZ. Grooterc winstmarge voor den handel. De minister van sociale zaken heeft een schrijven gericht aan de gemeentebe sturen, Inzake de distributie van goedkoo- pe onvermengde margarine en bak- en braadvet. In dit schrijven wijst de minister erop, hoe zeer het gewenscht is den klein handel (en c.q. de grossiers), voor zoo ver mogelijk bij de verstrekking van goed- koope onvermengde margarine en goed koop bak- en braadvet aan werkloozcn en armlastigen in te schakelen. Dc reden hiervan is gelegen in den wensch om den w inkelstand zooveel mogelijk, ook daar waar liet betreft de voorziening van het minst koopkrachtige deel der bevolking, in de uit oefening van de hem eigen maatschappe lijke functie te handhaven en te steunen. Daarom heeft de minister van economi sche zaken zijn medewerking verleend om de marge, welke voor den ingeschakelden handel (winkeliers en c.q. grossiersi be schikbaar is. boven de thans geldende van 2 cent per K.G. met 1 cent per KG. tc ver- hoogen en derhalve te bepalen op 3 cent per K.G. De minister van sociale zaïcen neen thans bepaald, dat met Ingang van 5 Juni ue prijs van de gewone onvermengde mar garine en het gewone bak- en braadvet, bestemd ter distributie aan werkloozen en armlastigen, voor die gemeenten, welke deze producten door bemiddeling van den winkelstand aan de betrokken consumen ten (althans en in ieder geval de beschik bare marge geheel of ten deele aan dezen toen goede doen komen 41 cent per K.G. inplaats van 42 cent zal bedragen. Die der ritueel bereide onvermengde margarine er van het ritueel bereide bak- en braadve» zal in stede van 48 cent per K.G., 47 cent lier K.G. zijn, zoodat in deze gemeentel den winkelstand (en c.q. grossiers) 1 cc..' per K.G. margarine c.q. vet boven de taan.. voor hem vastgestelden vergoeding benoor' te worden uitgekeerd. Voor de overige ge meenten blijft de prijs op 42 cent, resp. cent per K.G. DE PENSIOENEN BIJ DE SPOORWEGEN. De bond van gepensionneerden bij ac Nederlandsche spoor- en tramwegen heel' in een te Amersfoort gehouden vergadering de pensioenkwestie besproken en de vel ende motie aangenomen: .Nota nemende van de behandeling oer „ensloenzaken van het oud- en actief we nende spoorwegpersoneel, spreekt als meening uit dat het een eerste eisen 'aa billijkheid en recht is. dat er herstelpla*" vindt van het onaantastbaar recht eens gegeven pensioen en dat de pensioen korting van nu, alsook de niogelljCi van korting ln de toekomst dient te dwijnen. Stelt verder vast dat de re3ee' moreel verplicht is tot volledige ,sanCt van het pensioenfonds en eischt boveno' een tegemoetkoming voor het afscnu. van personen op het pensioenfonds, aic laste van het spoorwegbedrijf dienat- komen, waardoor thans de uitgaven komsten van het pensioenfonds schrijden. Zij neemt verder nota van de me» van den minister van waterstaat, a» spoorwegbedrijf ln de richting van ne v ticullere bedrijf moet worden stelt vast dat dit beteekent, hand w en versteviging van een uitzonder.hl sitie voor het oud. en actief dienen s[ wegpersoneel; doet een beroep op het oud- en ac nend sspoorwegpersoneel. om dooij :jM menlijk optreden, deze gemeenschapp gevaren te bestrijden". j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 10