STADSNIEUWS De doop van Oranjetelgen Uitbreiding van productieve werkverschaffing DiNSDAG 10 MEI 1938 No. 23963 HET VOORNAAMSTE NIEUWS VAN HEDEN De Bilt 79ste laargang DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54. „Pillegiften" der stad Leiden Aantal tewerkgestelden met 50% vergroot Dit nummer bestaat uit VIER bladen EERSTE BLAD verwacht LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES: 30 ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen, - Verplicht bewijsnummer 5 ets. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden en gemeenten, vaar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden TTT., f. 2.33 per week r;f. 0.18 Franco per post f. 2.35 per 3 maanden -f portokosten. (7oor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.) De heer A. J. van Rossum du Chattel, wetenschappelijk archief ambtenaar schrijft ons: Vroeger was het een gewoonte bij doop- plechtigheden pillegiften te schenken. Deze werden meestal in de kraamkamer na de doopplechtigheid overhandigd, waar op als regel een overvloedig doopmaal volgde. Deze ontaardden spoedig ln overdaad, zoodat er zelfs keuren gemaakt werden om hieraan paal cn perk te stellen. Bij doopplechtigheden in voorname krin gen traden dikwijls de stad of staten, als doopgetuigen op en schonken daarbij be langrijke pillegiften. Een dochter van Frederik Hendrik. Dit was ook het geval bij den doop van Albertine Agnes, dochter van Frederik Hendrik en Amalia van Solms. Deze prin ses werd 29 April 1634 geboren en den 8sten Juni van dat jaar in de Waalsche Kerk te 's-Gravenhage gedoopt. De stad Lelden verzocht den Pijns toe stemming om als getuigen over den doop der Prinses te mogen staan. Dit verzoek, coor de gedeputeerden overgebracht, „bij „den welgemelten Heere Prince van Oran- ,.gien nijet geëxcuseert, maar toegestaan „was". Tevens werd medegedeeld, „dat „d'administratie van den voors. doop aen ie jongstgeborene Princesse soude ge- ..schijeyden op Donderdach toecomende „den Villen van de loopende maendt," Het bovenstaande was een gevolg van de resolutie der vroedschap op 6 Juni 1634. waarbij besloten werd, als pillegift te schenken een jaarlljksche lijfrente van 800 gulden „in goede achtinge nemende de „benifitlen ende faveuren bij Syne Excel- Jentie ende desselfs Heeren vader ende .broeder hoger gedachtenisse de stadt leyden gedaen ende bewezen". Welk een toogachting en innige dankbaarheid blijkt heruit jegens het Oranjehuis! Deze pillegave werd gelegd in een ver- illd-zilveren doos, en door Daniel Simonsz m Alphen, Clement van Baersdorp en I M: Johan van Welichoven, pensionaris, overhandigd. 1 Uit het ordonnantieboek 1634 vernemen wij de onkosten, die daarbij gemaakt varen. „Eerst voor een beurse daarinne geleyt „Is de vereeringe voor het Vrouwengezin „in de camere van de Princesse van Oran- giën etc, 4.0.0. „Voor de doose van silver van buyten „ende binnen verguit wegende 23 Once, „13 Engelsche, 16 asen, daerinne geleyt es „de pillegave, daermede de vs. jongste „princesse van deser stede wege es ver eert geworden 130.2.0. „Verteert in den Hage ten huyse van „Jan var Groenedael 4.16.0. „Aen de armen van de Hage gege- „ven 6.4.0. „Vereert aen de hellebaardiers 10.0.0. „Aen de cocqs 9.6.0. ,Aen de bottelier 9.6.0. „Aen de saelwachter 9.6.0. „Aen wagenvracht 2.15.0. ..Aen de bode mette busse deser „stede over twee dachgelden 2 0.0. Van zijn Ex. de Prins van Orangiën. Bij de geboorte van Willem ni. Ook bij den doop van Willem IH, den lateren koning-stadhouder, liet Leiden zich niet onbetuigd. Men wachtte eerst eren af alvorens het verzoek in te dienen om als getuigen over den doop te mogen staan. Het eerste stadhouderlooze tijdperk, bat na den dood van Prins Willem II was aangebroken, gebood aan de vroedschap <ie noodige voorzichtigheid in het toonen van Oranjegezindheid. Echter de Staten- Generaal schonken een lijfrente van f 8000, öo Staten van Holland f.5000. gelegd in Souden doozen en bovendien in de kraam kamer respectievelijk f. 1000 en f. 800 in goudgeld, de Staten van Zeeland f. 2000. Amsterdam f. 1000 en Delft f. 600. Leiden Weef nu ook niet achter en kwam zelfs zeer royaal voor den dag. Op het voorstel van Jan Pietersz van oer Maerssche, eerste regeerende Burge meester, werd op 12 Januari 1651 besloten van stadswege een lijfrentebrief van f 1200 fe schenken en „eene doose te laeten „maecken, daerinne denselven brieff sal „berden geleyt, mitsgaeders soodanige ver- geringe in de camere van hoochgedachte „naere konincklijcke hoochheyt. te doen, „alse voor de reputatie van de stadt Ley- „den sullen bevinden te behooren". Deze dooh werd vervaardigd door Jo- hannis de Maerschalck, zilversmid te Lei den. Volgens de quitantie in de bijlagen der tresoriersrekening van 1651 was deze doos vervaardigd van ducatengoud en woog 13 °hcen, 18 Engelsche ter waarde van 625 10 stuivers. Het „fatsoen" (maakloon) bedroeg 26 gld. 18 st. In totaal dus 651 I'd 18 st. Bovendien schonk men in de ataamkamer dertig dubbele gouden rijders, Mr waarde van 378 gulden. Zoo luisterrijk als de geschenken waren, zoo somber was de plechtigheid zelf, we gens de rouw over den dood van zijn va der. De Groote Kerk te 's-Gravenhage was met zwart laken behangen en een zwart kleed was van het kerkhof tot de kerk gespreid. De oudste dochter van Brederode droeg den jongen Prins, gehuld in een lang kleed, dat. onder haar armen door gaande, weder over de armen van vier adellijke kinderen nagedragen werd. Hier op volgde de stoet. De oude prinses-we duwe van Frederik Hendrik hief het kind en de predikant Lindanus bediende den doop. Toen Prins Willem V geboren werd. Met het beschrijven van de pillegift der stad Leiden aan Prins Willem V, welke op 19 April 1748 gedoopt werd, betreden wij een geheel ander tijdperk. Wij belanden nu midden in den pruikentijd. Ook nu waren onze voorvaderen weer erg voorzichtig met het bepalen der gift. De tijden waren slechter geworden en toen nu tot Leiden het verzoek gericht werd om de mogelijkheid te overwegen de pil legave grooter te doen zijn, dan bij den doop van Willem IH, meende de stad hier aan niet te mogen voldoen en gaf weder om een lijfrente van f. 1200. In de vroed schapsresolutie van 9 Mei 1748 lezen wij daarover. ..dat zij considereerende aen „d'eene zijde, dat in den jaere 1651 de pil legave aen Prince Willem de 3de van ..Orange en Nassau van wegen deeze stadt „jegenwoordigh so florisant niet is, als „voor deesen en dat de inkomsten van „dien verminderd ende lasten daer en „tegens In vergelijckinge van voorige tijdt „zijn vermeerderdt, van haer niet hadde „kunnen verkrijgen de voorsz. pillegifte te „vermeerderen ende te verbeteren, maer „liaer hadden bepaeldt om die nu in dit „evenals in 't voorgaende geval te nemen „op een pensioen ofte lijfrentebrief van „twaalf honderd gulden 's Jacob ende „zelve brieff ook te doen in een zilvere „doos", etc. li Men had dus blijkbaaT vergeten, dat men aan Prins Willem m een gouden doos gegeven had, zooals wij Teeds hier boven vertelden. Op het deksel van die doos was het wapen van de stad gedre ven. Albert Thomets, zilversmid te 's Gra- venhage rekende hiervoor f. 210. Voorts werd in de kraamkamer geschon ken een zilveren geweven .beursje met ver guld beugeltje, bevattende 70 nieuwe gou den dukaten. Voor het brengen van de heugelijke tij ding werd aan G. Termeulen, kastelein in het logement der stad Leiden, drie nieuwe gouden ducaten geschonken en boven dien vijf gulden voor de huurchaise, die hij voor de snelle berichtgeving gebruikt had. De armen werden echter ook niet vergeten en ontvingen tien gouden du katen. Ook anderen schonken hun gaven, o.a. de Staten-Generaal f 10.000 in gouden doos van f. 2000 en 400 gouden ducaten in de kraamkamer, de Staten van Fries land f. 5000, van Zeeland f. 3000, van Hol land f. 7000, alles in fraai bewerkte gou den doozen, Amsterdam f. 2500 in gouden doos van f. 1800, Haarlem f. 1200. Delft f. 1000, in zilveren doozen, Nijmegen f. 1000, Gouda f. 800, Rotterdam f. 1500 en Schiedam f. 800. Onze vertegenwoordigers der stad reden in twee koetsen in den stoet, de paarden getooid met oranjelint, gaande voor de eerste koets vier boden van de stad. Zoo wel de boden als de koetsiers droegen witte lederen handschoenen en hadden oraniekokarden op^de hoeden. In de eer ste koets zat burgemeester van Groene- \eld met den pensionaris v. d. Straeten. Na afloop der plechtigheid namen de hee ren aan een kostbaren maaltijd deel. Den vorigen dag waren zij op audiëntie geweest om te informeeren op welken dag de heeren de complimenten van de stad mochten overbrengen. Op 23 April 1748 verscheen men ten paleize. Het slot van hetgeen wij vonden in de vroedschapsresolutie van 9 Mei 1748. met de woorden van dank door Prins Willem IV gesproken, willen wij U niet onthouden en luidde als volgt: „Dat 't zelve door Hoogstgenoemde Hare „Hoogheden op een zeer gratieuse wijse „geaccepteert. Zijne doorl. Hoogh. ook in „naame van Mevr. de Princes in zeer „sterke termen zijn genoegen ende dank- „r.egentheid van dese stadt voor hem en „zijn Huys, considererende dit wederom, „als een nieuw bewijs daervan met dank- .zegginge voor de zegenwenschen aen hem „en zijn huys daerbij gedaen. verhoopen- ,,de dat dit gelukkigh evenement, waerin „men de voorsienigheydt van Godt op een „zigtbaere wijse bespeurende welhaest ..door een aengenaeme vreede mogte wer- „den agtervolgdt met verzekeringe van „zijne Hoogheijdts goede genegenheydt' „voor dese stadt, desselfs regeeringe, ende „de academie, waertoe hij zulke nauwe „relaties hadt". Uit het bovenstaande antwoord van Prins Willem IV blijkt wel zeer duidelijk de hechte band. die er bestaat tusschen ons vorstenhuis en de stad Leiden. ZAALBERG'S DEKENFABRIEK GEELECTRIFICEERD. 1) Bij navraag bleek ten paleize geen enkele doos noch afbeelding meer daar van aanwezig te zijn. De regeeringspersdienst meldt: De minister van sociale zaken heeft heden het navolgende rondschrijven aan alle gemeentebesturen gezonden „Hiermede heb ik de eer uw college te berichten, dat de regeering heeft besloten te bevorderen, dat door middel van productieve werkverschaffing aan een grooter aantal werkloozcn dan tot nu toe het geval is geweest nuttige ar beid wordt verschaft. Voorshands is deze uitbreiding bepaald op rond 50 pet. van het aantal der tot nog toe tewerk gestelden, gerekend over het geheele land. De regeering is bereid de hoogere aanspraken, die als gevolg van deze uitbreiding der werkverschaffing op ge wone bijdragen uit het Werkloosheids- subsidiefonds zullen geboren worden in verband met het verschil tusschen de kosten van steunverleening en de loonen in werkverschaffing te aan vaarden. Bij deze uitbreiding dient op het vol gende te worden gelet. „Het is de bedoeling der regeering. dat deze uitbreiding mede dienstbaar wordt gemaakt aan het groote belang van het scheppen van blijvende werk gelegenheid. In de eerste plaats heeft de regeering daarom gedacht aan een krachtige bevordering van alles, wat ligt op ht gebied van ontginning, be- boseching en ruilverkaveling. Mochten dergelijke objecten in uwe gemeente niet of niet voldoende beschikbaar zijn, dan kunnen ook andere soorten van objecten in aanmerking komen mits ook deze aan de voorwaarde, bij te dragen tot blijvende werkverruiming, voldoen. Opdat de regeering zich dien aangaande een oordeel kan vormen, is het noodzakelijk, dat zoodanige gege vens worden overgelegd, dat het nut van het werk kan worden afgewogen tegen de blijvende kasten, daaronder begrepen die van onderhoud en exploi tatie". „Ik zal het op prijs stellen zoo spoe dig mogelijk door bemiddeling van den inspecteur voor de werkverschaffing de noodige voorstellen van uw college te ontvangen. Nadat uw college zich bij mij er van zal hebben vergewist, dat de voorgelegde plannen mijn instem ming zullen hebben, wiaren ten spoe digste de eventueel noodige besluiten tot begrootingswijziging bij Gedepu teerde Staten uwer provincie ter goed keuring in te zenden". „Ik doe hierbij namens de regeering een krachtig beroep op uw college en door middel van u op de burgerij, om de regeering, nu zij tot uitbreiding van werkverschaffing heeft besloten, bij deze taak met kracht terzijde te staan. Alleen toch door een goede en voort durende samenwerking is het voorge stelde deel, diat ook door u zal worden toegejuicht, te bereiken, n.l. een grooter aantal werkloozcn aan voor de maat schappij nuttigen arbeid te helpen". „Indien uw college nadere voorlich ting wenscht, kan het zich met den be trokken inspecteur voor de werkver schaffing dan wel rechtstreeks met mijn departement in verbinding stellen." De minister heeft de inspecteurs voor de werkverschaffing opgedragen met. groote kracht naar uitbreiding van de werkverschaffing te streven. Toespraak van den directeur. De N.V. Kon. Ned fabriek van wollen dekens v.h. J. C. Zaalberg en Zoon is er ondanks de zeer moeilijke tijden, welke onze nationale industrie nog steeds heeft te doorworstelen, toe overgegaan haar technische outillage geheel te modernisee- ren. Deze vernieuwing Is thans nagenoeg gereed gekomen. Heden werd de stoom machine stopgezet en ging het bedrijf er toe over zijn machines electrisch te doen aandrijven. Dit laatste geschiedde op eenigszins plechtige wijze, waarbij behalve de directie aanwezig waren de heeren Jonathan Zaalberg. Ir. E K. H. Guljé, Koelman en de staf van het personeel der firma. De heer W. Schrandt hield hierbij een toespraak, waaraan het volgende Is ontleend Mag het feit, dat een fabriek ertoe over gaat de stoommachines buiten werking te stellen en het bedrijf te electrificeeren op zich zelf niets bijzonders zijn, voor onze N.V. is hieraan toch wel een bijzondere be- teekenis te hechten. Het was Z.M. de Koning Willem I, die het belang van het opwekken van kracht op de meest moderne wije als van eminent belang voor de industrie inzag en waar hij kon. trachtte de Industrieelen te bewegen stoomwerktuigen aan te schaffen. ZJM. be perkte zich niet tot het geven van goeden raad, in deze richting, doch steunde ieder plan daadwerkelijk. Zoo werden, toen Zaal. berg zijn plannen kenbaar maakte om tot stoomaandrijving over te gaan. eenige z g. slatuintjes, welke aan het bedrijf grensden, onteigend en aan Zaalberg aangeboden. Deze geste had tot gevolg, dat zeer spoe dig de andere moeilijkheden waren over wonnen en Zaalberg als een der eerste fabrieken in den lande als krachtaandrij ving een stoommachine aanschafte: spoe dig daarop volgden meerdere industrieën dit voorbeeld. Kort daarna werden de wetten van 6 Mei 1824 en 19 September 1829 gewijzigd bi] Koninklijk besluit van 26 September 1833. I Het stemt tot trots, dat de voortvarende eigenaren der zaak ruim honderd jaren geleden onder ZJE. Minister J. G. de Mey van Streefkerk aan het tot stand komen van dit Koninklijk besluit konden mede werken. Nadien werden stoommachines en stoonu. ketels ettelijke malen vernieuwd en aan gepast aan de eveneens verbeterde voor schriften betreffende stoomwerktuigen. Den helaas te vroegtijdig ontslapen J. C. Zaal berg komt de eer toe van den bouw van nieuwe ketelhuizen, terwijl zijn zoon. der heer Jonathan Zaalberg, die hier aanwezig 1 is. de tegenwoordige, nog steeds moderne stoommachine aanschafte en de stookruim ten en machinekamers deed moderniseeren. Hun allen breng ik dank voor de wijze, waarop ieder hunner op zijn manier mede bouwde aan het op peil houden van ons bedrijf. Het is mede hierdoor, aldus spr., dat ons bedrijf thans een wereldreputatie geniet. Thans is de tijd gekomen, waarop wij het stoomtijdperk afsluiten en het tijdperk der electrieiteit ingaan. Weliswaar wordt de leiding der bedrijven niet zoo krachtig gesteund als honderd jaar geleden, toch mag ik met erkentelijkheid de tegemoet komende houding der gemeentelijke elec- triciteitsfabrieken gedenken. Het stemt tot verheugenis, dat het mo gelijk was alle benoodigde motoren in Ne derland te koopen Hoewel de electrificatie der fabriek aanleiding is tot dit samenzijn, meen ik niet te mogen nalaten er uwe aandacht op te vestigen, dat de geheele technische outillage der fabriek grondig Is onderzocht en voor zoover noodig. is ge moderniseerd. Zonder overdrijving meen ik thans te kunnen zeggen, dat onze fabriek thans tot de meest moderne in den lande gerekend kan worden. Zelfs kan ik mede- deelen. dat sommige machines een:g in den lande zijn. Ik breng een woord van dank aan den heer ir. E K. H. Guljé, die de plannen tot electrificatie ontwierp en de werkzaam heden der modemiseering leidde. Ik dank verder het electrotechnisch bureau Koel man te Oegstgeest. dat de electrische in stallatie aanlegde en keurig werk leverde. Ik breng verder dank aan den chef machi nist Arbouw. die in de achter ons liggende maanden kranig werk verrichtte en allen, die aan de modemiseering medewerkten! Indien dit alles dient om ons eeuwenoud bedrijf den weg te openen naar een nieuwe periode van bloei, is onze intentie ver wezenlijk Tenslotte verzocht spr. den heer Zaalberg de stoommachine stop te ze'teu en de electrieiteit in te schakelen. BINNENLAND. De „Nieuw-Amsterdam" is haar eerste reis naar Amerika begonnen (3e Blad). De te Munster gearresteerde Nederlanden in vrijheid gesteld (3e Blad). Zuid-Limburg zonder electrieiteit als gevolg van een ontploffing in de staatsmijn Maurits (2e Blad). Een beschouwing over de Njord-ploegen voor de Varsity (Sport, 4e Blad). Nederland verloor met 32 den tennis« wedstrijd tegen Frankrijk (Sport, 4e Blad). BUITENLAND. Hitier is op thuisreis (le Blad). De Volkenbondsraad bijeen (Buitenland en Laatste Berichten le Blad). Turksche ministers naar Belgrado en Sofia (Buitenland, le Blad). Ernstige mijnramp in Engeland. Vele doo- den en gewonden (Buitenl. Gemengd, 3e Blad en Laatste Berichten le Blad). i Groote brand in volkswijk te Tsjoenking in China. Meer dan 100 slachtoffers (Bui- tenlandsch Gemengd 3e Blad). ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN EERSTE BLAD. MEN ZIE VOOR ONS KORT VERHAAL, PAG. 3 VAN HET DERDE BLAD. Voor onze omgeving wordt voor morgen weinig verandering in de weersgesteldheid verwacht. NED. PADV1NDSTERSGILDE, AFD. LEIDEN. LEZING OVER FOTOGRAFIE. Onder groote belangstelling heeft majoor Ed. Freundl gisteravond in den Burcht een lezing met lichtbeelden gehouden over de producten van de Ihagee Camerafabriek te Dresden. Majoor Freundl besprak spe ciaal de kleinbeeldfotografie en aan de hand van een reeks deels gekleurde lan taarnplaatsjes, toonde hij aan welke uitstekende resultaten met de producten van genoemde fabriek verkregen kunnen worden. Heropening van het Clubhuis. Onder buitengewoon groote belangstel ling heeft de heropening plaats gehad van het gerestaureerde clubhuis der Leidscho Padvindsters, Pieterskerkgracht 11. Aanwezig waren o.a. mevr. Hammes-van Steenis, oprichtster en eerelid der afd. Lei den, de ass. districtscommlssaresse. mej J. Snijders-van Wissekerke uit Wassenaar, de afd. Oegstgeest en afgevaardigden van de afd. Wassenaar en Alphen a. d. Rijn, D. C. Stokhuyzen en afgevaardigden van ver schillende Leidsche groepen van de N.P.V. en C.J.M.V., de heer de Graaf, hoofd opzichter van gemeentewerken, alsmede een groote schare ouders en verdere be langstellenden. Een aantal bloemstukken en schriftelijke gelukwenschen was tevens binnengekomen. Na de vlaggeparade opende de voorzitster der Leidsche afdeeling den middag met een toepasselijk woord en werd aan D. C. Stokhuyzen een duplicaat overhandigd van de oorkonde, welke op 5 Febr. jl. de Trekkende Wereldvlag vergezelde en door eenige padvindsters vervaardigd was. ter wijl ook aan bestuur en hoofdlcldster bloe men werden aangeboden. Daarna ging de ass. districtscommlssa resse over tot installatie van eenige pad vindsters en kabouters. Na afloop daarvan werd thee gepresen teerd en voerden de diverse rondes recrea ties oc, afgewisseld door muziek en zang der padvindsters. GC<"DEN DOCTORAAT. Maandag 16 Mei as. zal het vijftig jaar geleden zijn dat mr. A. van Gennep, wet houder van Soerabaja, aan de Leidsche Universiteit promoveerde tot doctor ln de Rechtsgeleerdheid. „KUNST NA ARBEID". Bij de gehouden jaarvergadering van de Mannenzangvereen. „Kunst na Arbeid" werd met algemeene stemmen het bestuur als volgt samengesteld: Jac. Ginjaar, voorzitter; J. Zijlstra. 2e voorzitter; C. Klesr. le -secretaris; c. Dek ker. 2e secretaris; J. C Stokhuizen. le penningmeester; P. de Lacourt, 2e pen ningmeester; W. J. J. v. Velzen. bibliothe caris; A. Lepelaar, le commissaris, I. Jas- perse, 2e commissaris.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 1