mc
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
Een goede zakenvrouw
(9s(e Jaargang
RLANi
FEUILLETON
PT
DE NIEUWE SERIE ZOMERPOSTZEGELS, WELKE BINNENKORT
DOOR HET STAATSBEDRIJF DER P.T.T. ZAL
WORDEN UITGEGEVEN.
DE DUITSCIIE OUD-MINISTER VAN
OORLOG TON BLOMBERG bezocht op
zijn huwelijksreis Ned. Indië. De suankomst
te Priök op 28 April j.l.
DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN, PROF. Mr. C. P. M. ROMME
bracht gisteren een bezoek aan Maastricht, waar hij besprekingen
voerde over de werkloosheid. Bij zijn rondrit bezocht Z.E. o.a. het fort
St. Pieter, dat bijna geheel in werkverschaffing js gerestaureerd.
DE TWEE VIJFKAMPERS M. P. Feith (links) en W. H. S. M. Hel-
lenberg Hubar hebben gisteren te Amersfoort nog eens terdege geoefena
op revolver, alvorens zij Zondag zullen vertrekken naar Aldershot,
(Eng.) waar zij zullen deelnemen aan den modernen Engelschen vijfkamp
DE BRAND IN HET FRANSCHE MAILSCHIP „LAFAYETTE" TE
LE 1IAVRE. De aangerichte schade wordt geschat op 2 millioen pond. Een
luchtfoto van het brandende schip.
Mïïï IN JOCTALE iOAO
..DE DISTILLEERKETEL"
de molen te Delfshaven, is
bouwvallig geworden, zoodat de
wieken moeten worden gesloopt
TE AVENHORN WOEDDE EEN GROOTE BRAND waarbij het bekende Hotel Aven- HITLER WOONDE DE VLOOTREVUE TE NAPELS BIJ. Per motorsloep begaven de Koning van Italië, de Führer
Hom", alsmede een tweetal boerderijen en een groote schuur geheel in de asch werden en de Italiaansche kroonprins zich naar het slagschip Principe di Cavour". Links op de foto v.r.n.l. Koning Victor
gelegd. De resten van het geheel uitgebrande hotel. Emanuel, Hitler en kroonprins Umberto.
door HERMAN ANTONSEN.
16)
De Marinoco voer op zeven en twintig
October precies om drie uur 's middags uit.
stoomde de North River op en zette
™ers naar zee, met alle vlaggen ln top en.
?P bev«l van de directie, onder de tonen
Un «en orkest, omdat dit aan het geheel
|fn feestelijke tint gaf. Op den steiger
«ond een klein groepje menschen vaarwel
wulven naar het rijtje van de weinige
"«ssagiers langs de verschansing.
Maar de hofmeesters waren zóó druk be-
'6, alsof het geheele schip vol met mil-
en ü?'rs 231 1->e officieren zagen er keurig
rrlsch uit ln hun blauwe uniformen en
Petten. Het was mogelijk, dat de
van h 00 nlet veel la"ger onder de vlag
u de Blair Lijn zou varen, maar daar-
dniaiWas aan bo°rd niet de minste aan-
Daar was reden voor. En die reden
su„ 8?leund tegen de reeling van het
~oJien me' 'n den wind fladderende
boMi den haren onder uit een sportief
tnanui' ?ellu'd in een ruimen kameelharen
uiin aast baar stond Bart Calhoun een
Iïpini roolten en hij dacht schandelijk
S?aan de belangen van de Blair Lt)n.
ten 7e man in een blauwe trui met
Kas f f' achterstevoren op zijn hoofd
°P het voordek bezig een ankerkabel
op te winden. Niemand lette op hem. De
passagiers bemoeiden zich weinig met de
bemanning. Wat precies naar den zin was
van den Jongen man op het voordek.
Een en vijftig procent der aandeelen ln
de maatschappij stond op het sloependek
en negen en veertig procent stond een an
kerkabel op het voordek op te winden. Do
Marinoco voerde noch de zwarte vlag met
doodskop en beenderen der zeeschuimers,
noch de roode vlag die een lading spring
stoffen aanduidde, en toch zouden die
beide vlaggen daar heel goed op haar plaats
zijn geweest.
Voor een zeemeeuw, die toevallig over
het dek van de Marinoco zou gescheerd
hebben, toen ze al twee dagen van New-
York weg op zee voer, zou alles er heel
vreedzaam en kalm hebben uitgezien en
het diertje zou er geen vermoeden van ge
had kunnen hebben, dat het boven twee
dreigende vulkanen zweefde.
Er bestond een groot verschil in rang
tusschen die twee vulkanen. De eene was
verpersoonlijkt in den kapitein Thomas
Marston, die heen en weer liep op de brug
:n de buurt van zijn hut en de andere ln
de gedaante van een gewoon matroos,
Abias Bliss genaamd, die roest aan het
afschrappen was en zwoer, zich bitter te
zullen wreken, toen die roest onophoude
lijk in zijn neus terecht kwam. Marston,
die zoo stoer, witharig en zwaar van km
was als een Engelsche bulldog, was uit zijn
humeur over de aanwezigheid aan boord
van de rossige Valentine Ransome. Mar
ston had zich nooit kunnen verbeelden,
dat hij nog eens onder een vrouw als voor
zitster der directie zou moeten varen. De
oude Marston had meer zeewater dan
bloed in zijn aderen. Hij was aan de zee
kust geboren en was opgegroeid op een
schommelend en stampend dek, van zeil
en stoom- en motorschepen in dienst van
de Biairs.
„Niet meer de Blair Lijn!" gromde hij
binnensmonds. „En zoo'n vrouw wil nou
leiding gaan geven! Als ze zich verbeeldt,
dat ze op mijn brug kan klimmen en me
vertellen, welken koers ik moet houden,
dan gooi ik haar overboord, al kost het
mij mijn commando. Het wordt tijd, dat
ik aan wal ga zitten, als ik me door rok
ken moet laten regeeren!"
En dat meend© hij eerlijk.
Maar Valentine kwam de brug niet op
klimmen. Ze kwam er zelfs niet in de buurt.
En den tweeden dag buitengaats was de
oude Marston wel genoodzaakt zelf naar
haar toe te gaan. Ook al was het een
vrouw, tegenover de directrice behoorden
toch zekere plichtplegingen in acht geno
men te worden en de stoere zeeman hield
zich steeds aan die ongeschreven wetten.
Valentine was in haar hut druk bezig
met een woordenboek van scheepstermen
te bestudeeren. Die hatelijke Jonathan
Blair had haar een paar malen een steek
onder water gegeven en ze was niet van
zins, hem daartoe nog eens gelegenheid te
laten Dat zou niemand haar meer leve
ren. Valentine had een goede vechttac-
tiek. Zoodra zij een bres in haar linie ont
dekte, versterkte ze die op slag.
„Boeg", mompelde ze, „dat is de voor-
punt van het schipStuurboord"....
dat is dus rechts en „bakboord" dat ls links
....de „Loefzij" is de kant, waar de wind
vandaan komt en de „lijkant" is de te
genovergestelde zijde van het schip.en
een venster ls een „patrijspoort" en....
de achterbak
Ze hield op om den kapitein te groeten.
Hij zei op barschen toon, dat als ze on
derweg soms iets graag hebben wilde, ze
het hem slechts te zeggen had.
„Dan moest u me eens uitnoodigen op
de brug", zei Valentine met een lief glim
lachje.
Hij stond even verbluft. Ze wou dus toch
op de brug komen, maar was verstandig
genoeg om op zijn uitnoodiging te wach
ten. Nou, dat toonde tenminste eenige
scherpzinnigheid.
„Wanneer u maar wilt", bromde hij. „U
hebt het voor het zeggen".
Hij knikte en wilde heengaan, blij, dat
het voorbij was. Zijn vijandige stemming
was duidelijk genoeg merkbaar. Valentine
nam hem scherp op en weerhield hem bij
de deur met een enkel woord. Hij bleef
onbewogen wachten. Het meisje stak een
sigaret op, ging zitten en blies peinzend
een blauwe rookwolk naar de zoldering
der hut.
„Toe, kapitein", zei ze vriendelijk, „Zegt
u maar gerust, wat u op het hart hebt.
Ik geloof dat het voor ons allebei beter zal
zijn".
De oude Marston had geen tweede uit
noodiging noodig.
„Nu u het me vraagt, wil ik u het wel
zeggen, miss Ransome'", zei hij. „Ik weet
niet, wat u eigenlijk in zoo'n mannenbaan-
tje uitvoert en ik snap niets van uw plan
nen: maar om het ronduit te zeggen
Hij hield op en keek haar heel strak aan.
Ze knikte bemoedigend.
„Gaat u door, kapitein. Ik heb graag,
dat u ronduit praat. Ik zou u lang zoo
graag niet mogen lijden, als u het niet
deedt. Ik kan er best tegen".
„Nou", zei hij, „laat ik u dan maar zeg
gen, dat lk niks van al die slappe thee
moet hebben. Ik ben een zeeman, geen di
recteur van een verfijnd reisgezelschap. Ik
doe mijn werk dat bestaat in het schip
veilig in de haven brengen, passagiers en
lading goed in orde, maar ik heb geen zin
me in een apenpakje te steken en tegen
mijn passagiers te grijnzen. Ik voor mij
stond net zoo lief op de brug van een
vrachtboot, waar ik in mijn hemdsmou
wen kon rondloopen. En", voegde hij er
grimmig aan toe, „als u soms op dat punt
er andere ideeën op na houdt, miss Ran
some. dan kunt u mijn ontslagaanvrage
op het eind van deze reis krijgen".
Miss Ransome zat een oogenblik na te
denken, maar maakte met haar gewone
bruuskheid een besluit.
„Kapitein", zei ze, „van uw ontslagaan
vrage moet ik niets hebben. Als u deze
boot beter in uw hemd kunt besturen, ga
uw gang dan maar".
„Mooi zoo", zei hij. „Maar ik geloof, dat
ik buiten dat mijn werk wel zoowat af heb.
Ik ben al van mijn veertiende jaar bij de
lijn en
„O", zei Valentine langzaam. „Is dat de
kwestie....? U wilt liever niet onder mijn
directie varen?"
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd)