Beklimming van den Tangkoeban Prahoe ANEKDOTEN Wat twee Hollandsche jongens in ons mooie Indië beleefden. De geschiedenis van een rooverhoofdman. Een van de geweldige bergreuzen, die tot een langen keten gerangschikt, Java van West naar Oost doortrekken, is de Tang koeban Prahoe, een reusachtige krater, die in de Preanger Regentschappen tot een hoogte van 2100 meter steil uit de vlakte oprijst. Tegenwoordig voert een gemakke lijke weg van Lembang naar den top van den berg, die geregeld door toeristen be zocht wordt. Maar in 1899, toen ik den vulkaan beklom, waren de paden, die de wilde varkens door het dichte struikgewas gebroken hadden, de eenige toegangen. Ik logeerde toen met mijn neef Henk bij oom Kees van de Wetering in Lembang. waar hij een groote theeplantage bezat. Op een snikheeten middag lagen we lui in onze stoelen onder de achtergalerij vanwaar wij een prachtig uitzicht hadden op den berg, wiens voet met zijn steile helling slechts een paar honderd meter van het huis ver wijderd was. „Wanneer gaan we den top beklimmen, oom Kees?" vroeg ik. „Morgen, mijn jongen. Met den eersten lichtstraal breken wij op. Trek een paar stevige hooge schoenen aan en vergeet de slobkousen niet. Er kon een kleine adder tusschen het gesteente of onder het ver molmde hout schuilen. De giftanden van deze beesten dringen niet door het stijve linnen en het leer." Moe ten we ook geweren meenemen?" vroeg Henk. „Ik denk niet dat het noodig is, voor alle zekerheid kunnen we een revolver in onzen zak steken; maar stevige stokken met ijze ren punten zullen ons bij het beklimmen en dalen goede diensten bewijzen." „Vertel eens, oom, wat beteekent de naam van den berg? Ik vermoed, dat er een le gende aan verbonden is?" „Zoo is het, Henk. Tangkoeban Prahoe beteekent „omgekeerde d. w. z. onderste boven gekeerde boot", want dat een prahoe of prauw een boot is zal je wel weten. En de legende luidt als volgt: Vele honderden jaren geleden was de plaats, waar nu de berg staat, zee, een in ham van de baai van Cheribon. Aan deze baai lag een rijke stad. De vorst van het land was een wreede, stoutmoedige zeeroo- ver, die met zijn geweldige, gewapende prauw de wateren afschuimde, alle schepen die hij ontmoette, leegroofde en de beman ning vermoordde. Zoo had hij jarenlang gedaan. Een vrome hadji had hem gewaar schuwd, dat de toorn der goden hem tref fen zou. als hij niet tot inkeer kwam en boete deed, maar hij lachte om de profetie, want hij vreesde goden noch duivels. Eens viel hij een boot aan, waarin prie sters van Wishnoe den tempelschat van den god, goud en kostbare edelsteenen vervoer- god. goud en kostbare edelsteenen ver voerden. De priesters smeekten hem zich niet te bezondigen, maar de wreedaard liet hen het hoofd afslaan en bracht het schip in triomf naar zijn hoofd stad. Voordat hij echter het strand bereikte brak een verschrikkelijk onweer los. De golven verhieven zich torenhoog en wierpen de prauw op het land. Rotsen stegen uit het water op en vulden de baai. Toen het on weer over was, was de stad met haar roo- verbevolking verdwenen, maar hoog boven op den uit de diepte gerezen bergkam lag het vorstelijke schip onderste boven gekeerd en in steen veranderd. In de kiel was een ontzaglijk gat. dat tot de ingewanden der aarde reikte. Vuur en zwaveldamp stegen uit de opening op. Het schip was een vuur spuwende berg geworden en de menschen die zich geleidelijk op den vruchtbaren bodem vestigden, noemden den vulkaan „Tangkoeban Prahoe". Tja, er bestaan nog andere lezingen van de gebeurtenis, maar zoo heeft het mij de doekoen-pari (wonderdokter) verteld, en die kan het weten, want hij is immers een soort Wishnoe-priester. ofschoon hij tevens een rechtgeloovige Moslim is." Den volgenden morgen om zes uur begaven wij ons. behoorlijk voor den tocht toegerust, op marsch Tarib, onze bectlende, droeg in een lichten rugzak wat voedsel, brood, een gebraden kip en een tros bananen. Ge dachtig aan de waarschuwing van oom Kees hadden we hoog schoeisel en slobkousen aangetrokken. Tot aan den pasangrahan (logement voor gouvernements-reizigers) Volgden wij den rijweg in Oostelijke richting Ingezonden door Koos Kromhout. Dat spreekt vanzelf. „Maar als je deze horloges beneden den kostprijs verkoopt, hoe kun je dan iéts ver dienen?" „Met de reparaties, Mevrouw!'' Ingezonden door Leendert Ravensbergen. Ideaal. Eerste vriend: „Is er wel één ideaal, dat jij in je jeugd had, tot werkelijkheid ge worden?" Tweede vriend: „Ja, één! Altijd, als mijn Moeder vroeger mijn haar kamde, dacht ik: „Ik wou, dat ik maar geen haar had En dat is nu zoo!" Ingeeonden door Maartje van Ommering. Antoon: „Zeg, jouw Vader geeft ook niet veel! Hij is schoenmaker, en kijk eens, hoe je schoenen er uitzien!" Harrie: „En de Jouwe? Je Vader is tand arts en je broertje heeft nog maar één tandje". toen sloegen we rechtsaf en begonnen, de een achter den ander loopend, langs een moeilijk begaanbaar pad de steile Noorder- lijke helling te beklimmen. Naarmate wij vorderden werd ook het uitzicht ruimer, ten minste op die plaatsen, waar hoog geboomte en dicht struikgewas niet den blik belem merden. Op een klein plateau, 1200 meter boven den zeespiegel, werd een kwartiertje rust gehouden. De plaats was slechts met kort gras begroeid en bezaaid met groote steenblokken. Naar het Noord-Oosten daalde de rotswand steil af Hier reikte de blik ver over het landschap. In Westelijke en Ooste lijke richting echter was het uitzicht door vooruitstekende rotsen beperkt. Wij lieten onze blikken gaan over vruchtbare land streken, en ademden de koele berglucht die op deze hoogte reeds merkbaar ijl is, diep in onze longen. Toen hervatten wij onzen tocht Wij hadden nog een kleine duizend meter te klimmen. Op goede wegen, zooals wij ze in de Alpen kennen, beteekent dat niets; maar hier in de wildernis, waar telkens groote brokken steen, dicht struikgewas en omge vallen boomen den weg versperden, ver- eischte het groote inspanning. Eindelijk, tegen het middaguur, hadden we den top bereikt. Eindelijk tegen het middaguur hadden wij den top bereikt. Naar Oost en West, naar Zuid en Noord lag het landschap vrij en open voor onzeverrukte blikken Waar door wij echter aanvankelijk het meest ge boeid werden, was de krater, een reusachtige ellipsvormige trechter, waarvan de wanden onder een hoek van ongeveer 50 gr. naar binnen afdaalden tot een diepte van ca. 300 meter. Henk, die nog nooit een vulkaan anders dan op afbeeldingen gezien had, mat in stomme verbazing den afstand naai den tegenover liggenden kraterrand. Hij schatte hem op 500 m., terwijl de breedte op z'n minst 300 M. moest zijn. De wanden van den trechter waren met grijzen asch en een soort puimsteen, die een gele kleur had bedekt; roode strepen, waarschijnlijk van vaster gesteente, liepen als aderen door de grijs-gele massa. In de diepte eindigde de krater in een langwerpig vlak, niet veel grooter dan een ruime kamer. (Slot volgt.) Vriendjes en vriendinnet gevraagd voor Zuid-Afrik Beste Jongens en Meisjes, Hp Jullie hebben natuurlijk allemaal I eens van Zuid-Afrika gehoord en inWa atlas weten jullie dit land direct te vinfl En waarschijnlijk weten jullie ook well er in Zuid-Afrika behalve de Engelse 'I' ook de Zuidafrikaanse taal gesproken 1 geschreven wordt en dat deze taal nog I op ons Nederlands gelijkt. Honderden jl i geleden, toen de weg naar Oost-Indiè lif om „de Kaap" voerde, hebben zich rtl Hollanders in Zuid-Afrika gevestigd el die jaren door hebben zij de Hollandse V'- weten te bewaren. Wel is in de loop var» tijd, door allerlei invloeden, het Neder!»1' daar gewijzigd en veranderd en tension! er een eigen, een zelfstandige taal on bul het Zuidafrikaans. Maar en nu kom ik eigenlijk waai! wezen moet in Zuid-Afrika hebben! kinderen veel van Nederland, van „dieI Holland" zooals ze het noemen, gehoordl gelezen en briefschrijvers als ze zijn, wil ze dolgraag een correspondentie-vriendM, vriendin in Nederland hebben voor gel gelde briefwisseling. En hoe ze het allen» te weten zijn gekomen, dat ik daarvoor zorgen, begrijp ik zelf niet goed. maar ui in week uit krijg ik stapeltjes brieven Zuid-Afrika, allemaal verzoeken om :l „vir hul een brlefmaatjle in Holland te kil Ja, op het ogenblik heb ik zelfs ofl kistje vol met zulke brieven. En terwijl jullie dit lezen is vast en ztfl bij velen van jullie al de gedachte opgrB men: „Hè, maar ik zou best een vriendjt® vriendinnetje in Zuid-Afrika willen hebt® o had ik alvast maar een adres H schreef direct!" Nu, dat kan, hoor!® vader en moeder het goed vinden, scl dan maar even een brief aan mij, vi daarin hoe oud je precies bent, waa woont en of je een jongen of een me bent, en doe er dan ook 10 cent aan pi zegels in voor antwoord en onkosten stuur Je dan een Afrikaans adres, dikï zelfs een brief, met een klein woordenlij van enkele moeilijke Afrikaanse woord en afkortingen. En dan kan je aan de sli Ik heb veel adressen van Afrikaanse meii van 9 tot 15 jaar toe en nog ouder; jonge adressen heb ik echter weinig, zijn er sc jongens, die ook wel aan een meisje will schrijven? Wacht, ik iaat hier nog een klein, aari Afrikaans briefje volgen van een mei van 11 jaar. Probeer maar eens, of je t kunt lezen: Lieuwe Tante! Hoe gaat dit nog met tante? Met i gaan dit nog heeltemaal goed. Ek i graag 'n Hollandse maatjie hé om m te korrespondeer. Sal tante assebliel goed wees om vir my 'n korresponde! te kry? Ons het nou somer hier. In Hollai is het nou seker winter? Ry tante oe op die skaatse? Ek sal regtig lijk o: die sneeu te slen. Hier valt nooit snee nie, behalve op die berge. Ek is nou 11 jaar. Ons plan is metd vakansie seetoe te gaan. Ek het no twee sustertjles. Die een is 7 jaar a die ander is 8 maande. Die kleintjie baie vet, sy begin al opstaan teen di muur. Dit is nou vrugte tyd by ons. Woon i Holland baie mense? Daar is sekt* baie melk, want al ons condensed mei) kom van Holland. Nou sal ek maar sluit. Met bes# groete van Mimpie Maree Kunnen jullie het gemakkelijk lezen e! begrijpen? Ja, zo'n correspondentie meestal heel leuk, dat zul je wel zien, ld je een poosje bezig bent. Je kunt je Afri kaanse vriendje of vriendinnetje in W Nederlands schrijven en zij schrijven wee: in het Afrikaans terug. Aan wie van jid- lie mag ik een adres sturen? Ik zie al ui' naar heel veel aanvragen. Met hartelijk1 groeten, TANTE MARIE- (Mevr. M. WeerhelmMustó Berkenweg 12, Boskoop).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 20