Noordwijksche kinderen brengen bloemen op het Paleis Noordeinde
LEiDSCH DAGBLAi)
Tweede Bied
Een goede zakenvrouw
FEUILLETON
DE BR1TSCHE MINISTER VAN OORLOG - mr. Leslie
Hore Belisha landde op zijn inspectievlucht naar Malta, in
Napels. De minister na de landing.
NA EEN LAM.IH Kli.l VAUANTIE IN ZUID-
AFRIKA is de Zuid-Afrikaansche gezant dr.
H. D. van Broekhuizen gistermiddag weer in de
residentie teruggekeerd.
BIJ DE AUTO-RACES OP DE BROOK LA ND BA AN IN ENGELAND vloog één der wagen,
bestuurd door H. T. H. Clayton, uit de baan en kwam na over den kop geslagen te zijn, in
de boomen terecht. Clayton werd ernstig gewond. De overblijfselen van den wagen.
TER GELEGENIÏEID VAN IIET BEZOEK - van het Ned.
Marine eskader aan Priok, maakte de landingsdivisie een
marsch door Batavia. Een aardige foto van dit gebeuren,
welke bovendien een levendig beeld vormt van het hartje
van Batavia-Centrum, Noordwijk, en frappeert door de
flokale 'kleur".
OORDWIJKSCHE KINDEREN brengen aan het Paleis Noordeinde in
den Haag de bloemen, gegroeid uit de bollen, die zij verleden jaar op het
Koningin Emma-duin plantten. De bloemen zijn verzameld in twee prach-
tiee manden en resp. aangeboden aan de Koningin en Prinses Juliana.
IN HET DORP BARSINGERHORN BIJ SCHAGEN,
een typisch plaatsje, met zijn tientallen bruggetjes, wordt de dorps-
bracht opgeknapt door de Ned. Heide Mij. Het uitdiepen.
STROOM LIJ NSCHOEN EN. - Een
nieuwe schoenenmode, te Londen
bij een sportwedstrijd gedragen
VAN HET UITVINDERS-CON
GRES IN CHICAGO. Een nieuw
apparaat om kuiltjes in de wangen
en een kuiltje in de kin te maken
door HERMAN ANTONSEN.
2)
•.Neemt u me niet kwalijk", begon hij,
niaar hield meteen op, toen hij haar zag.
Hij wist zelf eigenlijk niet, wat hij ver
wacht had aan te treffen. Hij was nog
nooit met een cow-girl in aanraking ge
weest dan door den tooneelkijker van Me
vrouw Dudley Fltts Cloughen, welke hij een
oogenblik te leen gevraagd had bij een
weldadigheids-rodeo in Madison Square
Gardens. Voor zoover als hij door den
Paarlemoeren kijker van Mevrouw Glou-
8'ien had kunnen waarnemen, was geen
van die zoogenaamde Cow-giTls in de laat
ste vijftien jaar een meisje geweest en som-
tugen zagen er naar uit, alsof ze in staat
waren een degelijken opstopper uit te dee-
'en en dat graag genoeg deden ook. En
*°2 paf Miss Val hem echt een schok.
Ze droeg een hoofdband om haar haren,
™aar enkele krulletjes kwamen er weer-
w?nder uit en glansden als goud in
5 aanlicht en ze had donkere bronskleu
rige oogen onder haar bruine wenkbrau-
Daf- was beslist verbluffend. Zij was
tens meisje' H'i schraapte zijn keel
„En'" vroeg het meisje.
hmbegon Jonathan (Ze
had niet meer gezegd dan: „En?" Maar
haar toon was welwillend en beleefd en
zonder uithaaltje
„Neemt u me niet kwalijk", herhaalde
hij, „Maar hebt u zooeven niet op een
bronco" gereden?"
Dat leek een zotte vraag omdat ze been
kappen en een rijshirt droeg. Maar van
dichterbij leek ze te slank en tenger, om
op zoo'n duivelsch paard te rijden.
Ze stelde hem gerust. „Het ging niet zoo
erg goed. wel?.... Ik ben van het beest
afgevallen".
,.U hebt het schitterend gedaan", zei hij
opgetogen. „Dat wilde ik u juist komen
vertellen. En tevens zeggen hoe jammer
ik het vind, dat u geen prijs behaald hebt.
U hadt het heusch wel verdiend. Als ik
scheidsrechter was geweest, dan hadt u
onherroepelijk gewonnen!"
„Dank u". zei het meisje, „Dat Is erg
aardig van u".
„Hebt u uzelf geen pijn gedaan", vroeg
Jonathan benieuwd, „toen u tegen den
grond smakte?"
„Neen", antwoordde ze. „Ik was een
beetje versuft, dat was alles".
„O zoo, was dat alles? Alleen maar wat
versuft, terwijl ze vlak bij die moordda
dige hoeven lag! Blijkbaar was dat de
moeite niet waard om het te vermelden.
„In elk geval was het schande, dat u
voor dien tweeden rit geen belooning hebt
gekregen", meende hij.
„Ze geven niemand ooit een tweede kans.
Ik deed het alleen maar voor de aardig
heid."
„Hè?" zei Jonathan Blair onzeker, „Voor
de aardigheid?"
„Zeker! Voor de aardigheid", antwoord
de ze. „Het hoort er nu eenmaal bij, dat
je er wel eens afgegooid wordt. Dat weet
u ook wel." Ze nam hem vluchtig van top
tot teen op, zijn goedzittend licht pak,
zijn bruine schoenen, zijn keurig over
hemd en hoed uit Bond Street. „Of soms
niet?"
„Nou, en of!" zei Jonathan. Hij klau
terde lenig op de omheining en schoof zijn
hoed wat achterover. „Ik zou er een boek
over kunnen schrijven. Ik ben eens geval
len bij een voetbalwedstrijd op college. Ik
rende het veld zóó driftig op. dat ik over
mijn eigen beenen struikelde, hals over
kop vloog en iets in mijn nek verrekte".
Ze keek hem een oogenblikje aan. Dan
begon ze te glimlachen.
„Gaat u door", zei ze, „U doet mij me
zelf erg klein voelen".
„Ik leg het er niet op aan, u een min
derwaardig gevoel te bezorgen", zei hij be
moedigend. „Ik ben zelf zoo dikwijls go-
vallen. Er wordt wel eens op gezinspeeld,
dat ik uit mijn wieg gevallen ben met heel
noodlottige gevolgen, maar daar hecht Ik
niet veel geloof aan. Mijn volgende val van
beteekenis was, toen ik in Lake Placid
van een toboggan rolde". Hij hield eens
klaps op, bedacht zich even, keek op zijn
horloge en riep uit: „Goede genade, de
Limited moet er bijna zijn!" Hl] sprong
op den grond en stak de hand uit.
„Goedendag", zei hij. „Ik wensch u graag
veel geluk".
Het meisje nam zijn hand aan.
„Hoe is uw naam, heilwenscher?" vroeg
ze.
„Blair", zei Jonathan, „Jonathan Blair.
Feitelijk Jonathan Corinthius Blair. Dat
Corinthius is een erfstuk. Het gaat van
c'e eene generatie op de andere over met
een „Sheraton" sofa en een stoomvaart
maatschappij".
„Uit New-York?"
„New-York, ja."
Zijn grijze oogen keken ernstig, toen hij
zich naar haar toeboog.
„Goedendag, miss Texas en nogmaals
mijn dank. U was schitterend! Ik wou, dat
ik net als u kon opstaan en me midden in
den strijd gooien".
Hij drukte haar de hand, glimlachte en
liep met snelle schreden weg. Uit de rich
ting van de stad klonk het fluiten van een
trein. Hij begon te hollen. De Limited
kwam binnen en hij betwijfelde, of Dick
Segrave aandeelen genoeg had, om den
trein nog wat langer op te houden. Hij
rende het terrein af en keek wanhopig
rond naar een taxi. Nergens een te zien.
Hij holde verder. Opeens klonk er achter
hem hoefgetrappel en het meisje, op een
ponnie gezeten, hield naast hem den teu
gel in. Ze voerde een tweede ponnic met
zich mee.
„Kunt u iets van rijden?" vroeg ze
kortaf.
„Zeker", antwoordde Jonathan.
„Spring dan op!"
Hij vroeg nergens naar. Hij sprong !n
het zadel, trok den rand van zijn hoed in
de cogen en volgde het meisje. De stijg
beugels waren hem te kort en het zadel
zat etg vreemd, maar er was nu geen rijd
om cr iets aan te veranderen.
Pointdexter was geen wereldstad, maar
het was toch ook geen gewone veemarkt
plaats. Een stel menschen, dat in halsbre-
kenden galop over de geplaveide straten ren
den, was iets ongewoons. De menschen
bleven hen staan nakijken, toen ze door de
hoofdstraat renden langs bioscopen en
winkels, drie trams en de noodige ver
keerslichten. Een politieagent blies hard
op zijn fluitje, maar kreeg ondanks al zijn
moeite zelfs geen antwoord. Bij een vol
gend kruispunt sprong een agent op den
iijweg en stad zijn hand op. Hij moest op-
zljspringen, toen het meisje hem voorbij
vloog. Jonathan rende achter haar aan en
het dwaze gekletter der hoeven van zijn
ponnie op de straatsteenen ratelde vreemd
in zijn ooren. In galop bereikten ze het
station. Juist reed de lange trein der South
western Limited de overkapping uit. Ge
laten hield Jonathan de teugels in, maar
het meisje keerde zich in het zadel om en
wuifde hem bevelend, haar te volgen.
„Waar wacht je op?" schreeuwde ze,
„Vooruit dan toch!"
Jonathan moest er eigenlijk niet veel
van hebben. Hij zag er geen heil in, kun
sten uit te halen met een rijdenden trein.
Maar gedwongen joeg hij zijn paard aan.
Ze liet hem geen andere keus.
Voordat de trein op volle vaart was, had
den ze den laatsten wagon ingehaald. Dick
Segrave stond op het achterbalcon en keek
nf hij een heeten aardappel had ingeslikt.
„Spring erop!" riep het meisje. „De pon
nie laat je niet in den steek!"
(Nadruk verboden) (Wordt vervolgd)