Ons Kort Verhaal LESDSCH DAGBLAD, Dinsdag 29 Maarf 1938 Vierde Blad No. 23929 Luchtaanvallen! Beschuldiging 79sfe Jaargenii GEMENGD NIEUWS FINANCIEN ^jMJN/T (NUTTERE Wilde jacht op automobilist. Warm geloopen motor vergemakkelijkt zijn arrestatie. Gisteravond hebben marechaussees van at brigade Zwolle Jacht gemaakt op een automobilist, die op de IJselbrug te Zwolle een meisje had aangereden en na dit on geval, zonder zich over zijn slachtoffer te bekommeren, doorreed. De marechaussees, die op de brug sur veilleerden, sprongen onmiddellijk op de treeplank van de auto om den bestuurder tot stoppen te dwingen, doch zij moesten er weer afspringen, daar de bestuurder steeds harder ging rijden. Zij hebben daar op een passeerende auto aangehouden en daarmede de vervolging ingezet. Met groote snelheid ging het door de Veer-allee en over de Keersluisbrug, de Fmmawljk en de Nieuwe Havenbrug de binnenstad van Zwolle in. Daar verander- c e de vluchtende chauffeur van gedachte en zette koers in de richting Kampen. Hij reed de Kamperstraat in en vervolgens met groote snelheid den Kamperweg op. In de buurtschap 's Heerenhoek, op tien K.M. afstand van Zwolle, losten de marechaus sees een zestal schoten op den vluchten den wagen. De schoten troffen evenwel geen doel. Toen kwam echter de automo tor van den vluchteling den marechaus sees te hulp. Deze liep warm, zoodat de bestuurder genoodzaakt was zijn wagen aan den kant te zetten, waarop hij te voet verder wilde vluchten. Deze vlieger ging e-enwel niet op. De marechaussees pak ten den chauffeur en brachten na een korte worsteling den man geboeid naar Zwolle terug. Hier bleek men te doen te hebben met een persoon uit Hattem. die danig onder den Invloed van sterken drank verkeerde. De man is ln het huls van bewaring ingesloten. DOOR EEN VRACHTAUTO OVERREDEN. Omstreeks half twaalf gisterochtend is op den Nieuwen Binnenweg, ter hoogte ran de Jongkindstraat te Rotterdam een ernstig ongeluk gebeurd, dat den 15-jari gen. loopjongen A. C. B„ uit de Rosestraat aldaar het leven heeft gekost. In de richting Westersingel reden om streeks genoemd tijdstip twee wielrijders. Zij werden Ingehaald en gepasseerd door een zwaar met kolen geladen vrachtauto, bestuurd door den 33-jarigen B. J wo nende in de Boomgaardstraat. Op het mo ment, dat de vrachtauto de fietsers pas seerde. wilde ook genoemde loopjongen met zijn fiets de beide wielrijders voorbij rijden. waartoe hij zich links van de fiet sers en rechts van de vrachtauto bevond. De tusschenruimte was echter te gering, zoodat hij met den meest linkschen fietser in aanraking kwam. Hierdoor raakte hij de macht over zijn stuur kwijt en begon te slingeren, waarop hij vervolgens met zijn fiets kwam te vallen en juist voor het reehter-achterwlel van de vrachtauto geraakte. Dit ging den jongen over den bulk. Met zware inwendige kwetsuren is de gewonde per auto van den Geneeskun digen Dienst naar het ziekenhuis aan den Coolsingel gebracht, waar hij kort na aankomst is overleden. Gistermiddag om vier uur is te Midwoida (Gr.) het 5-jarig zoontje van de familie Engherts te Oostwoud (N.H.) door een vrachtauto, welke geladen was mei cement, overreden. Het knaapje was op sla« dood. Den chauffeur treft geen schuld. DE STRANDING VAN DE „BAUD". Aneta meldt uit Batavia: Nadat de gouvernementsstoomer „Alba tros" in den afgeloopen nacht op de plaats waar het stoomschip van de KPM. de „Baud" gestrand is. was aangekomen, heeft men dadelijk maatregelen getroffen voor het instellen van een duikeronderzoek Aan bakboord ter hoogte van ruim 1 zijn twee gaten gevonden, welke men doende is te dichten. Het. weer is onbestendigd en ver oorzaakt afwisselend hooge deining. De „Nieuw-Holland" welk schip de passagiers van de .Baud" aan boord heeft, zal heden, nadat deze passagiers aan boord van de „Albatros" zijn gegaan, zijn reis naar Australië voortzetten. DE HELIUM-AFFAIRE. Het opschorten van de levering van he lium aan Duitschland door de Vereenlgde Staten, in verband met de weigering aan Duitschland garanties te geven, dat dit gas niet voor militaire doeleinden zal wor den gebruikt, heeft de betrokken Duitsche kringen onaangenaam verrast. Over deze aangelegenheid wordt het grootste stil zwijgen betracht. Men gelooft, dat pogin gen in het werk worden gesteld, dit inci dent, dat de dienstregeling van de Zeppe lins ln de war dreigt te sturen, langs dl- plomatieken weg te regelen. Beschermt U tegen de gevolgen van Bedenkt dat nalatigheid Uwerzijds in het nemen van beschermingsmaat regelen gevolgen met zich kan brengen voor U en tallooze anderen. Nadere inlichtingen verstrekt de secre taris van de aid. Leiden der Ned. Ver. voor Luchtbescherming, dr. T. Potjewijd, Boerhaavelaan 37, Leiden. N.V. VER. KON. PAPIERFABRIEKEN DER FIRMA VAN GELDER EN ZONEN. In de te Amsterdam gehouden jaarlijksche algemeene vergadering van aandeelhouders de zer vennootschap werden de balans per 31 December 1937 en de winst- en verliesrekening over het afgeloopen jaar. met een wijziging, goedgekeurd en werd de voorgestelde winstver deling ongewijzigd aangenomen. Door eenige aandeelhouders werden enkele vragen gesteld, die door de directie werden be antwoord. Aan den heer H. Smidt van Gelder, die den wensch te kennen had gegeven als directeur af te treden, werd op de meest eervolle wijze ont- lag verleend. De heer H. Smldt van Gelder werd tot commissaris benoemd. De heer Joan H. A. Kruimel, die aan de beurt van aftreden was, werd als commissaris herkozen. Tot directeuren werden, naast de heeren N. F. Allan en J. M. B. Beuker, benoemd de hee ren W. C. Smldt van Gelder en C. F. D. Beu ker. Tentoonstelling van Grafiek en Plastiek. Kuno Brinks. Nico Bulder. Dehora Duyvis en D. van Gelder. De Leidsche Kunstvereeniging is in de i;puze en de afwisseling der tentoonstel lingen, welke onder haar auspiciën het kunstminnend publiek worden aangeboden, ook dezen winter zeer gelukkig. Zit geeft ons een aanschouwelijk over zicht van de velerlei technieken der beel- I dende kunsten en brengt ons telkens ln oen andere sfeer Wij behoeven slechts te herinneren aan het brlllante schilderwerk van Jan Sluyters, de geestige carica.uren van Cornells Veth en de huidige tentoon stelling van grafisch werk en plastiek. Het is plicht, op dit streven naar gede gen veelzijdigheid nog eens nadrukkelük de aandacht te vestigen en een beroep te ooen op allen, wlen in deze gespannen tij den de kunst nog ter harte gaat, om het zooveel mogelijk te steunen. Grafische kunst wordt ons op deze ten toonstelling geboden door Kuno Brinks, Nico Bulder, Debora Duyvis en D van Gel der, vier persoonlijkheden, die zich ieder op verschillende wijze uiten, doch die één ding gemeen hebben: een zeer sterk ge- pcrfectionneerde grafische techniek. Naar de ambachtelijke zijde herinneren deze vier slocre werkers aan de graveurs en etsers dc-r 17de eeuw; die zich niet in het open baar bloot gaven voor zij er ten volle van overtuigd waren, dat zij het ambacht tech nisch geheel onder de Imie hadden. Zij herinneren aan de tijden toen het am bacht met de grootst mogelijke toewijding, men mag gerust zeggen: met liefdevolle vroomheid werd beoefend De ambachtsman, om het even of hij een booggewelf metselde, een kapiteel be- hakle, een kast of schrijn vervaardigde, of wel een gravure vervaardigde, hij deed dit met een technische kennis en een gedul dige liefde, die ons nu nog voor zoovele dingen uit den ouden tijd in bewondering doet staan. In de prentkunst van bovengenoemde grafici vindt men dat terug. ZIJ kennen den aard ven het materiaal waarin zij hun voorstellingen aanbrengen, weten wat zij er mee kunnen doen en wat zij moeten laten. Zij kennen het effect, dat door het teekenen of krassen met de etsnaald, het steken met de guls en het fijnere steken met de burijn kan worden verkregen; zij weten te juister tijd het schraapstaal, het öruineerstaal, de roulette, enz., op mees- DE VERTRAGING IN IIET TREIN VERKEER BIJ UTREOHT. De Utrechtsche correspondent van het Vad. meldt: Bij nadere Informatie is ons gebleken, dat het raildefect bij Utrecht een z%. railbreuk betrof zooals wel meer voorkomt in het spoorbedrijf. De rails breekt dan aan den kop af maar blijft met de andere rails verbonden door de lasch. Direct gevaar is er bij zoo'n geval dan ook niet aanwezig, de treinen kunnen langzaam de gebroken plaats passeeren. maar spoedig herstel is wel ge wensch t. Dit was ook hier het geval en na ruim een half uur hadden werk lieden de rails hersteld. BUITENLANDSCH GEMENGD. SABOTAGE IN BRITSCHE VLIEGTUIG FABRIEK. Vernomen wordt, dat door de Engelsche justitie uitgebreide maatregelen worden getroffen, om verdere gevallen van sabo tage te voorkomen, nadat geconstateerd was, dat drie vliegtuigen beschadigd waren in de fabriek van de Fairley Aviation Company te Stockport in Cheshire. Deze ontdekking werd gedaan, toen de politie een onderzoek instelde naar twee andere gevallen van sabotage ln dezelfde fabriek. GEVANGENEN ONTSNAPT. Zondag zijn 13 gevangenen, die werkten in de Amerik staatsmijnen ie Brushy Mountain (Tennesseei er in geslaagd zich te bevrijden. Zii stelden nog 23 andere gevangenen in vrijheid en gezamenlijk nam de bende de vlucht. De politie en de ge vangenbewaarders ziin gisteren den geh oo ien dag bezig geweest met het opsporings werk. waarbii zii gebruik maken van b'oedhonden. Deze honden volgden het spoor der ontsnapte gevangenen door de nabijgelegen bergen, doch men is er nog niet in geslaagd hen te achternalen. door LOKA. Inspecteur Marley ging de groote serre binnen, waar de overgeblevenen reeds lang In groote spanning gewacht hadden. „Ik moest u laten wachten. Het spijt mij, want juist onder deze omstandigheden is dat onaangenaam. U zult het mij toe staan. hoop ik het gaat er om den moordenaar te vinden van iemand, met wien u gisteren den avond hebt doorge bracht.". In de serre bevonden zich drie dames en acht heeren. Zij waren allen nerveus en bleek; langzaam naderden zij den in specteur „Gaat u zitten". Hij nam rustig plaats op de leuning van een grooten stoel, keek den kring rond, schijnbaar afwezig, alsof hij zich iets trachtte te herinneren. Dan begon hij plotseling te spreken. „U wee', waarom ik u verzocht heb nog hier te blijven. Bij het feest waren veie gasten, maar u bent de eenigen van wie ik. na het onderzoek, kan aannemen, dat u zich bevond in de buurt van de studeer kamer, op het moment dat Lornham ver moord werd. Laat niemand van u zich dus persoonlijk beschuldigd voelen. Ik begrijp, hoe zwaar het u moet vallen, verhoord te werden." De aanwezigen bekeken elkaar en den in specteur met onrustige blikken. In de serre kon de moordenaar zich bevinden; de plotselinge overgang van een vroolijk feest naar een gruwelijk drama, een slapelooze nacht en het onderzoek, hadden zelfs de kalmsten onder hen in een angstige stem ming gebracht. „Indien de dader zich onder u bevindt" ging Marley voort, „heeft een belangrijke aanwijzing mij het kiezen gemakkelijker gemaakt. Lornham was een man van middelma tige lengte, stellig niet klein. Nu blijkt uit de wond, die de dolk veroorzaakt heeft, dat de moordenaar belangrijk grooter moet zijn geweest. Ik zal mij dus behoeven te bepalen tot de lange menschen on der u." Zij kenden elkaar reeds vele jaren, maar toch keken zij rond. of zij nog nimmer vastgesteld hadden, wie van hen boven de normale lengte was. Drie mannen kwamen in aanmerking, van de vrouwen niet één. De grootste was kapitein Wilfred, verder Fielding, de as surantie-agent, en Lord Adenfield, de gastheer. De inspecteur volgde hun blikken en knikte. „U ziet wie er in aanmerking ko men. Uit de wond blijkt nog iets. dat mij nader tot de oplossing brengt. De stoot werd toegebracht met de linker hand. Blijft u rustig zitten, verzoek ik u. Toen ik hier binnen kwam had ik reeds geko zen. Kapitein Wilfred er is veel dat tegen u pleit." Woedend sprong de kapitein op van zijn stoel en stond daar dreigend, of hij den inspecteur wilde aanvliegen. Deze liet zich niet van de wijs brengen. „Gaat u kalm weer zitten, kapitein. Wanneer u onschuldig bent, kunt u slechts uw belang dienen, door eerlijk te antwoor den. Overijld zal geen beslissing genomen worden". De kapitein ging weer zitten en keek hem uitdagend aan „U behoort tot de o'rie personen, die door hun lengte ln aanmerking komen. Toeval lig heb ik vanmorgen eenige malen kun nen constateeren dat u links bpnt geeft u dat toe?" „Ja, ik ben links en groot, dat geef ik toe verder!" „Wij gaan verder. U was den vermoorde niet bepaald vriendelijk gezind. Nu is dat wel niet direct een bewijs: ik vind het on aangenaam om het te moeten zeggen, hij had véle vijanden Ik ben ook daarom trent. ingelicht. Vorige week Woensdag hebt u een zeer vijandig gesprek met hem gevoerd, is dat juist?" ..Ik had een proces tegen hem loopen, over een grond-kwestie. Woensdag heb ik me daar erg kwaad over gemaakt. Dat ls allemaal waar. Maar op het moment dat hij vermoord werd, moet ik a] in mijn ka mer zijn geweest. Ik hoorde Iemand loopen op de gang, die moet mij gezien hebben. Zoek uit wie dat was." „Dat heb ik gedaan niemand heeft u gezien". Inspecteur Marley stond op. „Kapitein, er zijn te veel feiten die tegen u pleiten ik verzoek u, mij te volgen." Trillend van woede stond de kapitein op. „Inspecteur" zei hij, met luide stem: „ik zal u volgen en ik zal uw meerderen bewijzen dat lk met dezen moord niets te maken heb. En als ik dit bewezen heb dan spreek ik u nader!" Dan liep hij in de richting van de deur. De inspecteur wendde zich toen tot lord Adenfield. „Het spijt mij, een vriend van u te moeten arresteeren. maar het is mij niet mogelijk anders te doen". Onder doodsche stilte volgde de inspec teur zijn arrestant naar de deur. Dan keek hij omdraalde een moment, alsof hij weifelde, of de andere aanwezigen nog wilden groeten. Allen keken hem aan. niet wetend, wat nog te zeggen. Dan verbrak Fielding de stilte. „Ja, het is vreeselijk.maar met deze bewijzen, het lijkt haast onmogelijk, maai' Nog verliet de inspecteur de serre niet. Langzaam liep hij terug, starend naar den grond. Dat plotseling deed hij een krachtigen stap in Fielding's richting, keek hem scherp aan en zei; „tracht u een vriend op deze wijze te beschuldigen, nu er nog niets be wezen is?" Met een ruk sprong Fielding achteruit en voor iemand het verhinderen kon, rende hij de serre door, wierp de tuindeu ren open en verdween tusschen de strui ken. „Doet u geen moeite, heeren". Marley's stem klonk plotseling zeer zeker. „De tuin is door de politie afgezet. Hebt u gezien, dal hij de deur open wierp met zijn linkerhand?" „Kapitein, komt u binnen" riep hij dan tot den verbouwereerden Wilfred. „Neemt u mij niet kwalijk, dat ik u in zulk een onaangenaam parket gebracht heb. U zult het voor de zaak over hebben, vermoed ik. lk wist. dat u onschuldig bent een be diende zag u, toen u uw kamer binnen ging. Wie het wel was, wist ik niet zeker, maar ik had vermoedens. De spanning is hem te groot geworden. Het verlangen, om het bewijs tegen een ander te verzwaren, kon hij niet beheerschen. Het is hem gelukt het bewijs te leveren maar niet in uw nadeel, kapitein." (Nadruk verboden). (Auteursrecht voorbehouden). terlljke wijze te gebruiken. Zij weten door grondige ervaring allerlei handgrepen toe te passen, die zuiver ambachtelijk zijn en tenslotte kunstvolle effecten te voorschijn roepen. Zij weten te teekenen zoowel met enkele sobere gevoelige lijnen als met een weelde van de allerfijnste details. Verreweg de meeste dezer prenten zijn trouwens zoo, dat men ze langen tijd afzonderlijk bekij ken kan en telkens weer getroffen wordt door nieuwe details. Zij willen door den gelukkigen bezitter in de hand worden ge nomen. zij willen bestudeerd, zij willen .gelezen" worden, zooals men een mooi of een geestig verhaal leest. Het zijn voor de overgroote meerderheid voorstellingen in zwart en wit, in lijn en toon. Dit zuiver ambachtelijk kunnen, op zich zelf reeds zoo edel. verheft zich door het geduld, de toewijding, de liefde van den maker, tot kunst. Het draagt het adel merk van de bewogen ziel van den maker. Men heeft de menschelijke persoonlijk heid wel genoemd: mysterium magnum, het groote geheim. Zoodra utt het am bachtelijk werk het mysterium magnum gaat spreken, hebben wij kunst, dateene wat ln zijn diepste wezen niet te omschri)- ven is. Kunst is een algemeen verzamel woord en als zoodanig een begrip. Doch «at het eigenaardige is. dat een bepaald voorwem tot kunstwerk kwalificeert, dat iaat zich niet zeggen door een formule. Men kan spreken over compositie, mate riaal. techniek, doch daarmee raakt men niet het diepste wezen. Kunst is harmonie, afglans van de cosmfsche harmonie door het medium van de menschenziel. Dat voelt men harmonisch aan. Kunst is meer dan de elementen, waaruit zii gevormd is, zoo ais het leven meer is dan al de samen stellende elementen waaruit het levende wezen bestaat. De grafiek die we hier aanschouwen is meer dan het zuiver ambachtelijke en lechnische waaruit zij is ontstaan. Zij is kunst. Het is rndoenliil: van deze zoo uitge breide tentoonstelling in korte trekken een eenigszlns afgerond overzicht, te geven. Tallooze prenten zouden een uitvoerige ge detailleerde ber"houwing waard zijn. Wij moeten echter ter wille der plaatsruimte volstaan met enkele notities. Mogen deze voldoende suggestief zijn, U op te wekken zelf te aanschouwen en zelf te genieten. Kuno Brinks verrast met een aantal ko pergravures en etsen. Het ls een verblij dend verschijnsel, dat de kopergravure de laatste jaren met zooveel succes wordt be oefend. Ofschoon oorspronkelijk om zoo te zeggen de moeder van.de etskunst, was zij langzamerhand op den achtergrond ge raakt. Doch wat Brinks er mee bereikt, getuigt weer van voorname techniek. Ik wijs daarvoor naar het typische karakter portret van Prof Zeeman, naar een lig gend veulen, naar de prachtige Don Qui- chotte en naar de beide kleine naakten, waarvan het eene uitsluitend bestaat uit enkele gespannen doch tegelijkertijd zeer gevoelige contourlijnen. Ik wijs op zijn fraaie etsen als die van Parijs en zijn klein Zeeuwsch landschapje, doch vooral op een paar prachtige „droge naalden" van paarden, waarin een sterke actie zit. De houding der dieren, het glimmen van het licht over de gladde schoften, de sfeer, dat is alles zeer mooi getroffen. Dat het werk van Brinks bij het publfek ooit waardeering vindt, blijkt wel hieruit, dat op den tweeden expositiedag reeds en kele waren verkocht. Nico Bulder is een zeer veelzijdig gra fisch kunstenaar, een onvermoeide werker, wiens fantasie even onuitputtelijk is als zijn technisch vermogen om die fantasie tot uiting te brengen. Onder zijn vrije grafiek treft ons o.a. ae krachtige voorstelling van den H. Chris- toforus, gebonden in een sterk rhyth- me en verder zijn beide voorstellingen van St. Maarten. De kleinere voorstelling daar van heeft op ons wel den diepsten indruk gemaakt. Met welk een eindeloos geduld en liefdevolle aandacht is dit werk tot stand gebracht. De suggestieve vertolking van het winterlandschap, het opbollen van de sneeuw over oneffenheden van den grond, het fijne takkenrag der boomen met de kleine dotjes sneeuw in de oksels, de uit beelding van den appelschimmel waarop de Heilige gezeten is, en tal van kleine details en tenslotte de prachtige gesloten heid der geheele compositie, dat alles is van groote en boeiende bekoring Er zijn nog meer zeer mooie gravures van hem naar onderwerpen uit de H. Schrift, die be spreking waard zijn. Doch we laten het er bij. Zijn aard en aanleg deden hem zich ook wijden aan illustratiewerk, vooral van boeken met romantischen inhoud, als b.v. voor Limburgsche, Brabantsche en Over- ijsselsche sagen. „Het Gevloekte Kind" van De Balzac en het pas verschenen boek „Hlelko van Oaltje". dit speelt in zijn Gro ninger heimat. Wat, is dat illustratiewerk pittig en inhoudrijk en fraai van compo sitie. Ook aan het „Ex Libris" heeft hij zich met vrucht, gewijd en steeds aan zijn voor stellingen een zinrijken inhoud gegeven. Tenslotte wijzen wij nog op eenige zeer zinrijke gelegenheids-grafieken als geboor- teaankondigingen. nieuwjaarswenschen, e. d. Het persoonlijk karakter dezer pren ten maakt ze tot waardevolle herinne ringen. D. van Gelder toont zich in de eerste plaats een begaafd en minitieus teeke naar, wiens fijne Veluwsche landschap in nick stelt haar ln staat met groote duld» rijkheid de kleinste details te verwerken. Ofschoon modern georiënteerd, doen deze platen door hun samenstelling denken aan den tijd toen een belangrijk deel der men schen de leeskunst niet verstond en oude volksverhalen benevens de journalistiek van den dag door middel van prenten on der het volk werden gebracht. Uitnemend zijn ook haar portretten in dezelfde tech niek uitgevoerd en verder een viertal uiterst zinrijke voorbeelden van „Ex Libris", die in dit genre onze bijzondere waardeering hebben. Verder zijn er tenslotte van haar eenige houtsneden, sommige met de hand bijgekleurd en verlevendigd. Een kort woord moge nog volgen over de kleinolastiek aan dit alles toegevoegd. Ook beeldhouwen en modelleeren is een ambacht, waarvan de technische eischen zeer hoog zijn. Anatomische en naturalis tische studiën zijn noodig. alvorens men naar het levend model van mensch of dier kan gaan werken. En versobering, sty- ieering der vormen is pas dan verantwoord, wanneer dit een en ander is voorafgegaan. Mej. Rueb is een zeer bekend beeldhouw ster, die in haar fraaie bronsplastieken bewijst, hoe zeer zij het dier in zijn hou dingen en gedragingen heeft bestudeerd, alvorens zij het in zinrijk gestyleerden vorm kon uitbeelden. Fraai en soepel van lijn zijn haar figuurtjes in brons van par kieten. Cameleons. een knielend figuurtje. En bijzonder fraai dunkt ons de baadster in teakhout. De heer Verstoep, die zijn krachten be steed aan het beeldhouwwerk van den stadhuisgevel, komt hier uit met meest werken in teakhout en coromandel. Ver geestelijkt van statuur zijn de beide zeer mooie beeldjes ..Verrukking" en „Charme" in coromandelhout, een prachtig mate riaal. Zeer gevoelig is het kinderkopje in teakhout, nobel van lijn en plastiek de kuifarend, een beer en een vogel. Wij meenen het bij dit korte overzicht te moeten laten en wenschen u veel kunst genot bij het bezichtigen en bestudeeren van deze zeer mooie tentoonstelling. CONCERT LEIDSCH STUDENTEN ZANGKOOR Met medewerking van het Leidsch Kamerorkest. het Het Leidsch Studenten zangkoor Leidsch Studenten kamerorkest „Collegium Musicum", onder auspiciën van het Leidsch Studenten muziekgezelschap „Sempre Cres cendo". hebben het voornemen op Maandag 4 April a.s. in de kleine Stadsgehoorzaal een con cert te geven. Het koor. onder leiding van Leo Mens, zal o.a, werken van Diepenbrock. Poulenc, Ravel en Oberstadt ten gehoore te brengen. Het orkest, o. 1^ v. den heer Hans Brandts Buys, speelt o.a. een werk van Hellendaal en een concert voor clavecymbel en orkest van Haydn, terwjjl koor en orkest te zamen een compositie van Hindemith zullen uitvoeren. HET A.S. JUBILEUMCONCERT VAN HET CONCERTGEBOUW-ORKEST. Wij herinneren nog even aan het optreden in de Stadsgehoorzaal van het Concertgebouw- Orkest op morgenavond, onder de persoonlijke leiding van prof. dr. Willem Mengelberg. Moge ook ln onze stad een stampvolle zaal blijk geven van Leiden's groote belangstelling voor dit prachtige orkest met zijn beroemden leider, dat men hier slechts zelden te hooren krijgt. BOEKBESPREKING. „De Man die zich zelf behield", door Daan van der Zee. Uitgave N.V. C. A. J. van Dishoeck. Bussum. Of ..de man die zich zelf bleef', voor hen wien de titel van het boek misschien niets zegt. Wij bezitten geen eigenlijk koloniale literatuur en dat levert, behalve een litterair tekort, ook eer. litterair gevaar, namelijk dat er geen maat staf bestaat waaraan de enkele boeken die er over het leven in de tropen zijn verschenen, kunnen worden getoetst. De heer van der Zee schenkt ons met zjjn ooek een volkomen nutte loos verhaaltje, zonder diepte en zonder ziel en hij toont daarin geen talenten waarom wij hem zfjn tekorten ln dit werk zouden vergeven. 1:1 de hoop op beter. Niets in dit boek. noch ro mantiek, noch sfeer, houdt werkelijk essentieel verband met Indië en de verhoudingen, de angst voor schandaal, door van der Zee be schreven. overtuigen ons werkelijk niet als typische voorbeelden uit de Indische samenle ving. Een ieder die in Indië geweest is, is daarmede nog niet in staat een „koloniale roman" te schrijven! Dat is een deel van het gevaar, waar op wij hierboven zinspeelden. „Het Zaad Ontkiemt", van Marga ret Mitchell. Uitgave Zuid Holand- sche Uitg. My„ Den Haag. Hier is dus het laatste spannende deel uit de trilogie „Gejaagd door den Wind", waarvan de beide eerste deelen Vuur over Land en Als een Vlam in den Storm, eerder in deze rubriek wer den besproken. Het derde huwelijk van de hoofdpersoon Scar lett O'Hara met den avonturier Rhett Butler, zal velen niet de bevredigende oplossing bren gen die men er zich van had voorgesteld, nadat de helden twee dikke boekdeelen lang ge worsteld hebben om elkaar te vinden. Het is juist, dat al zijn ze getrouwd, ze elkaar nog steeds niet „gevonden" hebben en aan het slot van dit boek laten we Scarlett achter als een vrouw in den bloei van haar leven, nog steeds heftig zoekend naar haar geluk, dat zoo dicht bij ligt en dat ze zoo ver zoekt en Rhett Butler, als een bijna ouden, moe-gestreden man. Ligt in dit onbevredigende einde nog een mogelijk heid op een vervolg? Zooals eerder gezegd, zijn de verhoudingen in deze Zuidelijk-Amerikaansche samenleving en de ontaarding, die de burgeroorlog daarin ge bracht heeft, buitengewoon interessant geschil derd, er zullen bovendien weinig romans zijn waarin de psychologische ontwikkeling zoo sterk avontuur. Gecombineerd vormen deze factoren dan ook wel de groote charme ervan. C. N. dien zilverachtigen toon wel zeer de aan- geteekend ls en tevens zoo na grenst aan het dacht trekt. Trouwens ook een paar andere 1 potloodteekeningen hebben dien fraaien zllvergrijzen toon. Ook teekent hij met O. I. inkt of sepia. Heel fijn is b.v. dat Veld- bouquetje en daaronder het stilleven met Grleksche kruikje met kleur heel even tjes aangezet. Dit is werk aristocratisch van allure evenals de prachtige litho van Wilde bloemen. Zijn etsen, ik noem alleen maar „Bosch- ncek" en „Bosch met Schermbloemen" zijn eveneens uitermate gedistingeerd en fijn van structuur. Debora Duyvis is weer geheel anders ge aard. Haar fijnheid openbaart zich op an dere wyze. In haar burijngravures als „Heer Halewijn", „Ut fata trahunt", „Christofo- rus" en „Markt te Fasnet", geeft zij ons echt platen, die gelezen moeten worden als De dief, die maar één voet had: „Nu ben c-en verhaal. De fijnheid dezer burijntech- ik het dus niet, die deze zak gegapt heeft!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 13