Chamberlain handhaaft bestaande
verplichtingen
"AKKERTJE
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 25 Maarf 1938
Derde Blad
No. 23926
Geen uitbreiding tot nieuwe beslist
vastgelegde verplichtingen
79sfe Jaargang
Engeland toch ook in Midden-Europa niet
gedesinteresseerd
Neem dadelijk 'n
als de Griep U grijpt}
LAND- EN TUINBOUW
Even voor vieren verhief Chamberlain zich gistermiddag onder
luide toejuichingen der ministers in het Lagerhuis van zijn plaats
om zijn met ongeduld afgewachte rede over de Britsche buitep-
landsche politiek te beginnen. Het fundament dezer politiek, al
dus de minister-president, is het handhaven van den vrede, het
geen echter niet zeggen wil, dat Engeland zal nalaten zijn ver
dragsverplichtingen na te komen. Engeland zal strijden ter ver
dediging van Britsch gebied en verbindingswegen. Samenwer
king van een aantal krachtige staten tegen een aanvaller kan
doeltreffend zijn, mits die staten militair sterk zijn. Bewapening
is derhalve noodzakelijk. Engeland wenscht zich niet te verbin
den om bij een Duitschen aanval op Tsjecho-Slowakije Frank
rijk te hulp te komen en zoo automatisch in een oorlog ver
wikkeld te worden, waarmee niet direct Britsche belangen ge
moeid zijn. De regeering is bereid mede te helpen aan een
oplossing der Duitsch-Tsjechische problemen, doch acht een
conferentie, zooals Rusland die heeft voorgesteld niet in het be
lang van den vrede. Voorts deelde de minister mede, dat de
besprekingen met Italië vorderen en bepleitte hij de versnelling
van het bewapeningstempo. De rede duurde een uur.
Ik geloof aldus ving Chamberlain zijn
rede aan dat het de algemeene wensch
van het Lagerhuis is. dat ik een bespreking
der buitenlandsche aangelegenheden in
leid met een verklaring over de houding
der Britsche regeering in verband met de
jongste gebeurtenissen in Europa.
Ik spreek liever van houding dan van
politiek, omdat ik mij niet kan voorstellen
dat eenige gebeurtenis wijziging zou kun
nen brengen in de fundamenten der Brit
sche buitenlandsche politiek, die streeft
naar handhaving en bescherming van den
vrede en naar vestiging van het vertrou
wen, dat de vrede inderdaad gehandhaafd
zal worden. Ik meen, dat dit het doel van
iedere regeering van dit land moet zijn,
omdat, zooals ik vaak gezegd heb, de vrede
het hoogste belang van het Britsche rijk is.
Dat wil niet zeggen, dat niets ons
zal brengen tot strijd. (Bijval). Wij zijn
gebonden door zekere verdragsbepa
lingen, die de noodzakelijkheid van
vechten medebrengen, indien het daar
toe zou moeten komen, en ik hoop, dat
niemand er aan twijfelt, dat wij in dat
geval bereid zijn deze verplichtingen
na te komen.
Dan zijn er zekere vitale belangen van
ons land, waarvoor wij zouden strijden,
indien zij bedreigd werden: de verdedi-
Chamberlain.
ging van het Britsche gebied en de ver
bindingswegen (applaus). Er zijn ook
andere zaken, waarvoor wij wellicht zou
den strijden, indien het duidelijk zou zijn,
dat wij hebben te kiezen tusschen oorlog
en het voor goed opgeven van de hoop, dat
wij de vernietiging der dingen, die ons
dierbaar zijn, kunnen afwenden. Niettemin
moet ons streven er op gericht zijn, dat wij
deze kostbaarheden behouden, als het mo
gelijk is. zonder onze toevlucht tot. oorlog
te nemen, omdat wij weten, dat er bij den
oorlog geen overwinnaars zijn (bijval).
Er is slechts lijden en verwoesting voor
hen die bij een oorlog betrokken zijn. En
zelfs, als wij niet zelf direct er bij betrok
ken zouden zijn, zou een oorlog voor ons
met onze wereldvertakkingen in handel en
financiën ongetwijfeld gevolgen hebben.
Het probleem is hoe wij ons doel, de hand
having van den vrede, moeten bereiken in
een wereld, waarin de omstandigheden
steeds veranderen, en waarin wij dus van
tijd tot tijd onze methode moeten wijzigen
om het hoofd te kunnen bieden aan de
ontstane situaties.
Ik ontken niet, dat mijn vroeger ge
loof in den Volkenbond als doeltreffend
instrument voor het behoud van den
vrede diep geschokt is (bijval). Doch
ik geloof nog steeds aan de mogelijk
heid, dat de bond zoozeer kan herle
ven en zoo versterkt kan worden, dat
hij een doeltreffend instrument kan
worden. Op het oogenblik staan de za
ken zoo echter niet. Het beste, wat we
kunnen doen is den bond weer tot ge
zondheid te brengen.
Sprekende over de collectieve veiligheid
zeide Chamberlain: „Het is niet noodzake
lijk, dat de samenwerking van alle 58 leden
van den Volkenbond verzekerd wordt. Als
men. kan komen tot samenwerking van een
voldoende aantal staten om een front van
geweldige kracht tegen welken machtigen
aanvaller ook, te vormen, kan dat doeltref
fend zijn. doch de waarde van een derge
lijk bondgenootschap hangt af van zijn
militaire kracht. Indien Engeland een
aanzienlijke bijdrage wil leveren voor de
beveiliging van zijn grootste belangen, moet
het zwaar gewapend zijn voor defensie en
tegenoffensief.
Overgaande tot de internationale situa
tie zeide de minister: „De Britsche regee
ring heeft haar meening over het optreden
der Duitsche regeering reeds te kennen ge
geven en ik heb daaraan niets toe te voe
gen. Het actueelste onder de vraagstukken,
die bezorgdheid wekken, is dat van de be
trekkingen tusschen de Tsjecho-Slowaak-
sche regeering en de Duitsche minderheid.
Het is waarschijnlijk, dat de ODlossing van
dat vraagstuk stabiliteit zou brengen ver
buiten het gebied, dat er onmiddellijk bij
betrokken is.
De Britsche regeering wijdt dan ook
haar bijzondere aandacht aan het probleem
en heeft in de eerste plaats nagegaan of
het Vereenigd Koninkrijk, naast de ver
bintenissen. die het reeds heeft krachtens
het Volkenbondshandvest en het verdrag
van Locarno, als verdere bijdrage tot het
behoud van den vrede in Europa thans
iileuwe en vastomlijnde verplichtingen, in
het bijzonder jegens Tsjecho-Slowakije. op
zich moest nemen. De Britsche verbinte
nissen hebben allereerst betrekking op de
verdediging van België en Frankrijk tegen
een niet-ultgelokten aanval. Dan zijn er
verdragsverplichtingen Jegens Portugal,
Irak en Egypte.
Moesten wij Frankrijk de verzekering
geven, dat wij, wanneer dat land krach
tens zijn overeenkomst met Praag Tsjecho-
Slowakije bij een Duitschen aanval te hulp
zou moeten komen, onmiddellijk onze ge-
heele militaire macht ten dienste van
Frankrijk zouden aanwenden of moester, wij
ons bereid verklaren tot militaire actie
over te gaan, om weerstand te bieden aan
een gewelddadigen aanval on de onafhan
kelijkheid en de onschendbaarheid van
Tsjecho-Slowakije en anderen landen, die
daartoe bereid zoude-n ziin. uitnoodigen
zich bii een dergelijke verklaring aan te
sluiten?
In beide gevallen zou de beslissing,
of Engeland in een oorlog zou worden
gewikkeld, automatisch aan het oor
deel der Britsche regeering onttrokken
worden en een dergelijke waarborg zou
gelden zonder dat men rekening zou
kunnen houden met de omstandighe
den, waardoor zij in werking zou tre
den en waarover de regeering wellicht
geen controle zou kunnen uitoefenen.
De Britsche regeering meende een der
gelijke situatie niet te kunnen aanvaarden
met betrekking tot een gebied waar de En-
gelsche belangen niet zoo op den voorgrond
treden als in het geval van Frankrijk of
België. Het is niet de situatie, die uit het
Volkenbonds-Handvest voortvloeit.
Om deze redenen, aldus Chamber
lain, acht de Britsche regecring zich
niet in staat dezen waarborg te geven
(luide toejuichingen van de ministers-
bank.) Terwijl ik eenvoudig melding
maak van deze beslissing, wensch ik
daaraan toe te voegen, dat bij oorlog
en vrede niet alleen wettelijke ver
plichtingen betrokken zijn. Het is on
waarschijnlijk, dat de oorlog slechts
beperkt blijft tot degenen, die dergelij
ke verplichtingen aanvaard hebben.
Het is onmogelijk te zeggen, waar een
oorlog zou ophouden en welke regee
ringen er in betrokken zouden worden.
Litwinof's voorstel.
Chamberlain hield zich vervolgens bezig
met de Russische uitnoodiging tot het bij
een roepen van een conferentie. Hoewel
de Britsche regeering een conferentie,
waarop alle Europeesche staten vertegen
woordigd zouden zijn, zou toejuichen, moet
zij erkennen, dat hoop daarop niet gekoes
terd kan worden. De voorgestelde confe
rentie zou de beweging in de richting van
exclusieve statengröépen, die gevaarlijk zijn
voor den Europeeschen vrede versterken.
De Britsche regeering zal, door middel
van den Volkenbond, of langs den directen
diplomatieken weg, al haar invloed blijven
aanwenden ten gunste van vreedzame op
lossing van alle geschillen, die de vriend
schappelijke betrekkingen tusschen de
staten zouden kunnen verbreken. Wat
Tsjecho-Slowakije betreft: Het is thans
tijd, dat alle diplomatieke middelen ln
dienst van den vrede worden gesteld.
De Britsche regeering onderschat de
stellige toezeggingen der Duitsche re
geering niet. Zij heeft met voldoening
gezien, dat de Tsjccho-Slowaaksche
regeering overgaat tot de practische
stappen die in het kader harer grond
wet gedaan kunnen worden, om tege
moet te komen aan de redeliike eischen
der Duitsche minderheid. De Britsche
regeering is bereid allen mogelijken
steun te verleenen bij de oplossing van
vraagstukken, die moeilijkheden kun
nen veroorzaken tusschen Duitschland
en Tsjecho-Slowakije. Intusschen is
het niet noodig geweld te gebruiken of
er zelfs maar over te spreken. Dat kan
slechts de diplomatieke vorderingen
hinderen en het gevoel van onveilig
heid en onzekerheid doen toenemen.
„Niet-inmengings politiek in Spanje
het best".
De minister besprak vervolgens de
Spaansche kwestie en zeide, dat de regee
ring zich ten volle bewust fs van dé her
haalde schendingen dér overeenkomst van
niet-inmenging van meer dan één zijde en
die schendingen diep betreurt. Maar hoe
ernstig ze ook zijn, zij veranderen niets in
het oordeel der regeering, dat de niet-in-
mengingspolitiek het beste.hHiddel is tot
het vermijden van een grootere schennis.
De besprekingen met Italië zijn aanzien
lijk gevorderd en de resultaten zijn be
moedigend. Ten aanzien van het plan tot
terugtrekking der vrijwilligers verklaarde
Chamberlain, dat men nooit van de Ita-
liaansche regeering een eenzijdig terug
trekken geëischt of verwacht heeft.
De Britsche regeering is tevreden ge
steld door het vervullen van Italiaan-
sche zijde van de voorwaarden, onder
welke de besprekingen zijn geopend: zij
vertrouwt, dat de Italiaanschc regef-
ring haar verzekeringen gestand zal
doen en acht het mogelijk, dat volle
dige overeenstemming bereikt wordt.
Tenslotte verklaarde Chamberlain, dat
thans nieuwe inspanning wordt gevraagd
voor de vergrooting der productie en de
versnelde voltooiing van het bewapenings-
programma. De bespoediging der bestaan
de plannen is van het grootste belang ge
worden en het herbewapeningsplan zal op
sommige punten, in het bijzonder ten aan
zien van luchtmacht en luchtbescherming,
een uitbreiding moeten ondergaan. De ar
beid der herbewapening moet bij de
krachtsinspanning der natie den voorrang
hebben. Het eerste doel moet zijn dat de
natie geheel voor zelfverdediging is uit
gerust.
„De uitbreiding der bewapening alleen
is geen veilige waarborg voor den vrede",
aidus de minister-president. „De regeering
hoopt dan ook oprecht, dat het thans mo
gelijk zal zijn te komen tot een redelijk
evenwicht in de bewapeningen, niet door
een ongebreidelden wedloop, maar door
overeenkomst".
Het debat.
Na Chamberlain voerde de arbeiders
afgevaardigde Attlee het woord. Hij zeide,
dat niets in de rede van Chamberlain den
indruk van een vredespolitiek maakt. De
eerste minister aldus Attlee schijnt
niet ten volle den ernst van den toestand
te beseffen. Het komt mij voor, dat hij
slechts wat tijd wil winnen, terwijl hij meer
wapenen opstapelt.
Ik vrees, dat hij middelerwijl de controle
over den strategischen toestand in midden-
Europa en de Middellandsche Zee verliest
en dat zijn politiek op zijn best uitstel van
oorlog beteekent.
Attlee drong verder aan op staking van de
niet-inmengingspolitiek, opdat Spanje zich
kan verdedigen tegen zijn aanvallers.
De liberale leider, Sinclair, zeide: „Als
Frankrijk zijn beloften aan Tsjecho-Slowa
kije moet nakomen, weten wij allen hier,
dat wij Frankrijk zouden moeten bijstaan.
De noodzakelijke weg om den oorlog te
vermijden is, dat men Hitler van tevoren
duidelijk maakt. dat. indien Tsjecho-Slowa
kije naar onze meening het slachtoffer van
een niet-uitgelokten aanval wordt wij
moeten ons de vrijheid voorbehouden te be-
oordeelen, of de aanval niet uitgelokt is
en indien Frankrijk zijn verplichtingen
jegens Tsjecho-Slowakije nakomt, hetgeen
het ongetwijfeld zal doen. wij ons verplicht
zullen achten, Frankrijk te hulp te komen.
Sinclair wenschte ook, dat de Spaansche
regeering weer wapenen zou kunnen koo-
pen en besloot met op te merken, dat de
regeering den oorlog wenscht te vermijden,
maar daarheen juist afdrijft.
Churchill zeide. dat naar de meeningen
van velen, die tot oordeelen bevoegd zijn.
Duitschland dit jaar nog niet gereed was
voor een landoorlog. „Ik", aldus Churchill,
kan niet inzien dat het van belang zou zijn
voor de regeerders van Duitschland, een
oorlog uit te lokken. Want krijgen zij niet
alles, wat zij daar willen, zonder dat? De
regeering zou niet veel gevaar hebben ge-
lóopen, indien zij met de geheele kracht
van groot Brittannië zich zou hebben aan
gesloten bij de verklaring van Frankrijk
nopens Tsjecho-Slowakije.
Het zou haar verplichtingen niet al te
zeer hebben vergroot, doch zou de verzeke
ring zeer stellig hebben gemaakt.
Oorlog kan in de tegenwoordige omstan
digheden slechts worden voorkomen door
de opeenstapeling van afschrikwekkende
middelen jegens een aanvaller.
Churchill meende dat groot Brittannië en
Frankrijk te zamen zouden moeten worden
geweven tot een zeer machtige eenheid
voor hun verdediging.
Er zijn, volgens Churchill, nog verleide
lijker aanvalslinies dan Tsjecho-Slowakije
open voor de Duitsche ambities.
Er zou ernstige onrust kunnen ontstaan
onder de Hongaarsche bevolking der Roe-
meensche provincie Transsylvanlë. hetgeen
een voorwendsel zou kunnen bieden voor
het binnenrukken van Duitsche troepen.
Churchill geloofde voorts, dat er moge
lijkheden bestaan voor Duitschland's inter
ventie in Roemenië, zulks met het oog op
de Roemeensche petroleum.
Churchill stelde een geconcentreerde
actie voor door de krachten van wet en
van vrijdom. Joego-Slavië heeft een beyo,-
king, welke voor drievierden ongetwijfeld
volkomen sympathie koestert met de demo
cratieën Frankrijk en Groot Brittannië.
Zij wenschen hun onafhankelijkheid te
handhaven.
Kan niets worden gedaan om ons er van
te vergewissen, wat Zuid-Slavië zou doen,
indien Frankrijk en Groot-Brittannie be
reid zouden zijn zich te interesseeren voor
het Donau-vraagstuk?
Zuid-Slavië zou zeer wel gewonnen kun
nen worden en dan zou dat Bulgarije in
dezelfde sfeer trekken.
Roemenië, aldus vervolgde Churchill,
wordt direct bedreigd bij potentieele Duit
sche bewegingen in Oostelijke richting.
Deze drie landen zullen, indien overtuigd,
dat er geen wilskracht werkt tegen dicta
tors, één voor één in den nationaal-socialis-
tischen greep terecht komen. Wat zal dan
de positie zijn van Griekenland en Turkije?
Is het niet mogelijk, dat een welbewuste
actie van Frankrijk en Groot Brittannië
al deze vijf staten, zoowel als Tsiecho-Slo-
wakije. zou bijeenbrengen? Alle hebben
machtige legers. Zij tellen in het geheel 75
millioen zielen, zii hebben legers van in het
geheel eenige millioenen manschappen, die
geoefend zijn en verder geweldige hulp
bronnen. Zij allen wenschen in vrede te
leven.
Persstemmen,
De Engelsche pers:
De Times" schrijft: De Britsch—
Fransche politiek kan niet zijn het aan
vaarden op groóte schaal van de verplich
tte-' onvoorwaardelijk, terstond en overal
daar waar schendingen van de internatio
nale'rechtsorde dit wenscheliik maken, aan
oorlogsactie deel nemen en zoo was het
ook gisteren in den mond van den eersten
minister niet. Doch afgezien van deze
eene beperking, is wederom buiten eiken
twijfel gesteld, waar Engeland staat onder
de landen. De Britsche wapens en diplo
matie kunnen niet werkelijk aan de ver
dediging van de Britsche belangen gewijd
zijn. indien zii niet jaar in jaar uit in
dienst gesteld worden van de gemeene
zaak der beschaving, noch kunnen zij op
andere voorwaarden aanspraak maken op
den eensgezinden steun van de Britsche
openbare meening.
De ..Daily Mail" is van oordeel, dat voor
Engeland de internationale toestand slechts
één conclusie mogehjk maakt: wij moeten
bewapenen, bewapenen, bewapenen
De Daily Herald" schrijft: het ver
velende van Chamberlain's rede is. dat zij
de dingen precies zoo laat als zii rijn. of
schoon ieder het erover eens was. dat het,
zooals de zaken er voorstaan, niet gaat
De „News Chronicle" is van meening.
dat de verklaringen van Chamberlain met
betrekking tot Tsjecho-Slowakije gunstiger
waren, dan in vele kringen gevreesd werd.
Chamberlain sprak diplomatieke taal, doch
wanneer zijn woorden zorgvuldig bestudeerd
worden, ziet men. dat zii een waarschuwing
aan het adres van het nationaal-socialis-
tische Duicschland zijn en ook als zoodanig
bedoeld ziin.
Vervolgens de Fransche pers. De „Petit
Parisien": „Chamberlain opende voor de
FranschBritsche samenwerking wijdere
perspectieven dan ieder zijner voorgangers
en zelfs Eden ooit had durven uitstippelen.
Nooit heeft een Engelsche minister met
zooveel overtuiging het feit tot uitdrukking
gebracht, dat voortaan in tijd van vrede
zoowel als van oorlog het lot de beide lan
den zal binden.
In de .Figaro" schrijft d'Ormesson: ..de
grens van het Britsche rijk blijft aan den
Rijn Frankrijk zal de hernieuwde beves
tiging van deze verplichtingen hoogelijk
waardeeren Daarnaast geen blanco vol
macht ten aanzien van Tsjecho-Slowakije.
Engeland zal solidair met ons blijven in
geval van ernstige ongelukken, die zich
zoud .n kunnen voordoen, zoolang ons eigen
beleid verstandig blijft".
De verklaring van Chamberlain, aldus
Pertinax in de ..Echo de Paris", zal met
verlich;ing ontvangen worden door hen die
zich bewust van het gevaar, dat een
Duitsch-Mittel-Europa voor Frankrijk en
Engeland zou vormen; Hitier weet thans,
da' hil Tsjecho-Slowakije niet zal kunnen
overweldigen, zooals hii het Oostenrijk
gedaan heeft. De solidariteit, tusschen
Frankrijk en Engeland, die in Maart/ADril
1936 aan den Rijn tot stand is gekomen,
strekt zich voortaan verder dan deze grens
uit.
De „Epoque" (Donnadieu) acht de rede
van Chamberlain zoo goed als zii maar kon
zijn De waarschuwingen, die hii gaf. zijn
duidelijk genoeg om een even'ueeten aan
valler tot denken te remmen. Londen
keert terug tot de traditioneele politiek van
het evenwich der krachten.
Mevr. Tabouis schrijf» in de „Oeuvre":
voor het eerst in een Europeesche aan
gelegenheid heeft een Britsche eerste mi
nister Engeland en Frankrijk on gelijken
voet ges'eld. Voor he» eerst heeft hij in het
openbaar erkend, dat het lot. van ziin land
samenhangt met dat van Europa.
1 of 2 "Akkertjes", direct genomen,
sluilen dien aanval. Die nare hoofd
pijn, dal grieperige, rillerige gevoel
en die opkomende koorts verdwijnen.
Per koker van 12 stuks - 12 stuivers.
Per doos van 2 stuks - 2 stuivers.
8288 (Ingez. Med.)
Centraal Bureau der Tuinbouw
veilingen in Nederland.
In de te Rotterdam voortgezette verga
dering van het Centraal Bureau van de
Tuinbouwveilingen was aan de orde het
tweede van de reeks bestuursvoorstellen.
Dit betrof het prijspeil van de producten,
dat den welstand van den tuinbouw be
paalt: Daar deze z.g. minimumprijsrege
ling een uiterst gunstige uitwerking heeft
gehad en de handhaving hiervan ook voor
de toekomst noodzakelijk zal zijn en daar
bij de Regeering zich, wat dit betreft, wel
licht langzamerhand zal gaan terugtrek
ken. zal het bestuur het geheele prijzen-
vraagstuk in studie nemen en het van alle
zijden belichten. Een evenitueeS voorstel
zal t.z.t. aan de algemeene vergadering
worden voorgelegd.
Het volgende bestuursvoorstel betrof de
sinds 14 October 1936 bestaande uitvoer-
controle t.a.v. enkele tuinbouwproducten.
Gebleken is, dat deze controle een zeer
doeltreffende is, zoodat men op den inge
slagen weg dient voort te gaan. Besloten
werd, dat het bestuur hiertoe de noodige
stappen zal doen en maatregelen te dien
aanzien zal nemen, opdat deze controle in
de toekomst zooveel mogelijk aan haar
doel zal beantwoorden.
De laatste twee voorstellen werden zon
der beraadslaging met algemeene instem
ming door de vergadering aangenomen.
Hierbij werd vooreerst het bestuur ge
machtigd ook dit jaar van de veilingen
een bijdrage van 1/50 pet. te hebben ter
versterking van het reclamefonds: vervol
gens sprak de vergadering wijl van
sommige zijden hierover bezorgdheid werd
getoond en aangedrongen op beperking
van fruitteelt ais haar meening uit. dat
een gezonde uitbreiding van de fruitcul-
tuur niet verontrustend behoeft te zijn,
mits de teelt wordt uitgeoefend door ter
zake kundige personen en de veilingsbe-
sturen door het inrichten van goede sor
teer- en verpakkingsstations zorg dragen
voor het in den handel brengen van fruit,
dat aan de te stellen eischen voldoet.
Bovendien zal men aandacht hebben te
schenken aan het inrichten van goede be
waarplaatsen c.q. koelruimten voor het
fruit hunner aanvoerders.
Hierna waren eenige voorstellen van
verschillende veilingen aan de orde.
De groenten, en vruchtenveiling „Utrecht
en Omstreken deed o.a. het voorstel bij
de Regeering met grooten nadruk aan te
dringen de belangen van het inheemsche
fruit bij het afsluiten van handelsverdra
gen en bij de toepassing der monopolie-
rechten krachtiger dan tot dusverre te
verdedigen. Het bestuur zegde op dit punt
gaarne toe, steeds diligent, te blijven en
de aandacht der Regeering te zullen vesti
gen op de noodzakelijkheid van reservee
ring der Nederlandsche markt voor het
Nederlandsche product, zoolang de bui
tenlandsche markt voor dit product geslo
ten blijft.
Bij de rondvraag constateerde de heer
Jac. Smits, voorzitter van den Ned. Tuin-
bouwraad), dat het Centr. Bur. van de Tuin-
De .Populaire" is van oordeel, dat Cham
berlain's rede een stap vooruit beteekent.
De DuitschTsjechische dialoog wordt tot
een gesprek, waarbii Engeland niet langer
afwezig is. Dit cunt is gewonnen hetgeen
ui erst belangrijk is.
De Humani'é" wijs' erop. dat de ver
klaringen van Chamberlain in zekeren zin
als een waarschuwing aan het adres van
den aanvaller kunnen gelden
Ook Tsjecho-Slowakije en Italië toonen
zich voldaan, maar in Amerika is de rede
van Chamberlain met een zekere teleur
stelling. om niet te zeggen, met niet-be-
grijoen ontvangen. De bladen haden voor
speld. da» Chamberlain duidelijk uiteen
zou zetten, waarvoor Engeland bereid zou
zijn te strijden en dat hii ontspanning in
de Europeesche crisis to: stand zou bren
gen door de dictatoren duideliik te ver-
feilen tot hoeve- 3ii konden gaan Aan deze
verwach»ing is niet voldaan en men is ge
neigd de Britsche onverschilligheid te
laken
bouwveilingen niet slechts bestaat, maar
tevens met energie geladen is. Ook da
goede organisatie roemde spr. en hij zegde
het wakkere bestuur dank voor haar
uitstekende leiding.
De voorzitter de heer F. v. Valstar. zeide.
dat ook het volgende jaar het bestuur
alles zal doen. wat in haar vermogen ligt,
om haar taak geheel naar behooren te
vervullen. Daarna sloot hij de vergadering.