Chamberlain handhaaft bestaande verplichtingen "AKKERTJE LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 25 Maarf 1938 Derde Blad No. 23926 Geen uitbreiding tot nieuwe beslist vastgelegde verplichtingen 79sfe Jaargang Engeland toch ook in Midden-Europa niet gedesinteresseerd Neem dadelijk 'n als de Griep U grijpt} LAND- EN TUINBOUW Even voor vieren verhief Chamberlain zich gistermiddag onder luide toejuichingen der ministers in het Lagerhuis van zijn plaats om zijn met ongeduld afgewachte rede over de Britsche buitep- landsche politiek te beginnen. Het fundament dezer politiek, al dus de minister-president, is het handhaven van den vrede, het geen echter niet zeggen wil, dat Engeland zal nalaten zijn ver dragsverplichtingen na te komen. Engeland zal strijden ter ver dediging van Britsch gebied en verbindingswegen. Samenwer king van een aantal krachtige staten tegen een aanvaller kan doeltreffend zijn, mits die staten militair sterk zijn. Bewapening is derhalve noodzakelijk. Engeland wenscht zich niet te verbin den om bij een Duitschen aanval op Tsjecho-Slowakije Frank rijk te hulp te komen en zoo automatisch in een oorlog ver wikkeld te worden, waarmee niet direct Britsche belangen ge moeid zijn. De regeering is bereid mede te helpen aan een oplossing der Duitsch-Tsjechische problemen, doch acht een conferentie, zooals Rusland die heeft voorgesteld niet in het be lang van den vrede. Voorts deelde de minister mede, dat de besprekingen met Italië vorderen en bepleitte hij de versnelling van het bewapeningstempo. De rede duurde een uur. Ik geloof aldus ving Chamberlain zijn rede aan dat het de algemeene wensch van het Lagerhuis is. dat ik een bespreking der buitenlandsche aangelegenheden in leid met een verklaring over de houding der Britsche regeering in verband met de jongste gebeurtenissen in Europa. Ik spreek liever van houding dan van politiek, omdat ik mij niet kan voorstellen dat eenige gebeurtenis wijziging zou kun nen brengen in de fundamenten der Brit sche buitenlandsche politiek, die streeft naar handhaving en bescherming van den vrede en naar vestiging van het vertrou wen, dat de vrede inderdaad gehandhaafd zal worden. Ik meen, dat dit het doel van iedere regeering van dit land moet zijn, omdat, zooals ik vaak gezegd heb, de vrede het hoogste belang van het Britsche rijk is. Dat wil niet zeggen, dat niets ons zal brengen tot strijd. (Bijval). Wij zijn gebonden door zekere verdragsbepa lingen, die de noodzakelijkheid van vechten medebrengen, indien het daar toe zou moeten komen, en ik hoop, dat niemand er aan twijfelt, dat wij in dat geval bereid zijn deze verplichtingen na te komen. Dan zijn er zekere vitale belangen van ons land, waarvoor wij zouden strijden, indien zij bedreigd werden: de verdedi- Chamberlain. ging van het Britsche gebied en de ver bindingswegen (applaus). Er zijn ook andere zaken, waarvoor wij wellicht zou den strijden, indien het duidelijk zou zijn, dat wij hebben te kiezen tusschen oorlog en het voor goed opgeven van de hoop, dat wij de vernietiging der dingen, die ons dierbaar zijn, kunnen afwenden. Niettemin moet ons streven er op gericht zijn, dat wij deze kostbaarheden behouden, als het mo gelijk is. zonder onze toevlucht tot. oorlog te nemen, omdat wij weten, dat er bij den oorlog geen overwinnaars zijn (bijval). Er is slechts lijden en verwoesting voor hen die bij een oorlog betrokken zijn. En zelfs, als wij niet zelf direct er bij betrok ken zouden zijn, zou een oorlog voor ons met onze wereldvertakkingen in handel en financiën ongetwijfeld gevolgen hebben. Het probleem is hoe wij ons doel, de hand having van den vrede, moeten bereiken in een wereld, waarin de omstandigheden steeds veranderen, en waarin wij dus van tijd tot tijd onze methode moeten wijzigen om het hoofd te kunnen bieden aan de ontstane situaties. Ik ontken niet, dat mijn vroeger ge loof in den Volkenbond als doeltreffend instrument voor het behoud van den vrede diep geschokt is (bijval). Doch ik geloof nog steeds aan de mogelijk heid, dat de bond zoozeer kan herle ven en zoo versterkt kan worden, dat hij een doeltreffend instrument kan worden. Op het oogenblik staan de za ken zoo echter niet. Het beste, wat we kunnen doen is den bond weer tot ge zondheid te brengen. Sprekende over de collectieve veiligheid zeide Chamberlain: „Het is niet noodzake lijk, dat de samenwerking van alle 58 leden van den Volkenbond verzekerd wordt. Als men. kan komen tot samenwerking van een voldoende aantal staten om een front van geweldige kracht tegen welken machtigen aanvaller ook, te vormen, kan dat doeltref fend zijn. doch de waarde van een derge lijk bondgenootschap hangt af van zijn militaire kracht. Indien Engeland een aanzienlijke bijdrage wil leveren voor de beveiliging van zijn grootste belangen, moet het zwaar gewapend zijn voor defensie en tegenoffensief. Overgaande tot de internationale situa tie zeide de minister: „De Britsche regee ring heeft haar meening over het optreden der Duitsche regeering reeds te kennen ge geven en ik heb daaraan niets toe te voe gen. Het actueelste onder de vraagstukken, die bezorgdheid wekken, is dat van de be trekkingen tusschen de Tsjecho-Slowaak- sche regeering en de Duitsche minderheid. Het is waarschijnlijk, dat de ODlossing van dat vraagstuk stabiliteit zou brengen ver buiten het gebied, dat er onmiddellijk bij betrokken is. De Britsche regeering wijdt dan ook haar bijzondere aandacht aan het probleem en heeft in de eerste plaats nagegaan of het Vereenigd Koninkrijk, naast de ver bintenissen. die het reeds heeft krachtens het Volkenbondshandvest en het verdrag van Locarno, als verdere bijdrage tot het behoud van den vrede in Europa thans iileuwe en vastomlijnde verplichtingen, in het bijzonder jegens Tsjecho-Slowakije. op zich moest nemen. De Britsche verbinte nissen hebben allereerst betrekking op de verdediging van België en Frankrijk tegen een niet-ultgelokten aanval. Dan zijn er verdragsverplichtingen Jegens Portugal, Irak en Egypte. Moesten wij Frankrijk de verzekering geven, dat wij, wanneer dat land krach tens zijn overeenkomst met Praag Tsjecho- Slowakije bij een Duitschen aanval te hulp zou moeten komen, onmiddellijk onze ge- heele militaire macht ten dienste van Frankrijk zouden aanwenden of moester, wij ons bereid verklaren tot militaire actie over te gaan, om weerstand te bieden aan een gewelddadigen aanval on de onafhan kelijkheid en de onschendbaarheid van Tsjecho-Slowakije en anderen landen, die daartoe bereid zoude-n ziin. uitnoodigen zich bii een dergelijke verklaring aan te sluiten? In beide gevallen zou de beslissing, of Engeland in een oorlog zou worden gewikkeld, automatisch aan het oor deel der Britsche regeering onttrokken worden en een dergelijke waarborg zou gelden zonder dat men rekening zou kunnen houden met de omstandighe den, waardoor zij in werking zou tre den en waarover de regeering wellicht geen controle zou kunnen uitoefenen. De Britsche regeering meende een der gelijke situatie niet te kunnen aanvaarden met betrekking tot een gebied waar de En- gelsche belangen niet zoo op den voorgrond treden als in het geval van Frankrijk of België. Het is niet de situatie, die uit het Volkenbonds-Handvest voortvloeit. Om deze redenen, aldus Chamber lain, acht de Britsche regecring zich niet in staat dezen waarborg te geven (luide toejuichingen van de ministers- bank.) Terwijl ik eenvoudig melding maak van deze beslissing, wensch ik daaraan toe te voegen, dat bij oorlog en vrede niet alleen wettelijke ver plichtingen betrokken zijn. Het is on waarschijnlijk, dat de oorlog slechts beperkt blijft tot degenen, die dergelij ke verplichtingen aanvaard hebben. Het is onmogelijk te zeggen, waar een oorlog zou ophouden en welke regee ringen er in betrokken zouden worden. Litwinof's voorstel. Chamberlain hield zich vervolgens bezig met de Russische uitnoodiging tot het bij een roepen van een conferentie. Hoewel de Britsche regeering een conferentie, waarop alle Europeesche staten vertegen woordigd zouden zijn, zou toejuichen, moet zij erkennen, dat hoop daarop niet gekoes terd kan worden. De voorgestelde confe rentie zou de beweging in de richting van exclusieve statengröépen, die gevaarlijk zijn voor den Europeeschen vrede versterken. De Britsche regeering zal, door middel van den Volkenbond, of langs den directen diplomatieken weg, al haar invloed blijven aanwenden ten gunste van vreedzame op lossing van alle geschillen, die de vriend schappelijke betrekkingen tusschen de staten zouden kunnen verbreken. Wat Tsjecho-Slowakije betreft: Het is thans tijd, dat alle diplomatieke middelen ln dienst van den vrede worden gesteld. De Britsche regeering onderschat de stellige toezeggingen der Duitsche re geering niet. Zij heeft met voldoening gezien, dat de Tsjccho-Slowaaksche regeering overgaat tot de practische stappen die in het kader harer grond wet gedaan kunnen worden, om tege moet te komen aan de redeliike eischen der Duitsche minderheid. De Britsche regeering is bereid allen mogelijken steun te verleenen bij de oplossing van vraagstukken, die moeilijkheden kun nen veroorzaken tusschen Duitschland en Tsjecho-Slowakije. Intusschen is het niet noodig geweld te gebruiken of er zelfs maar over te spreken. Dat kan slechts de diplomatieke vorderingen hinderen en het gevoel van onveilig heid en onzekerheid doen toenemen. „Niet-inmengings politiek in Spanje het best". De minister besprak vervolgens de Spaansche kwestie en zeide, dat de regee ring zich ten volle bewust fs van dé her haalde schendingen dér overeenkomst van niet-inmenging van meer dan één zijde en die schendingen diep betreurt. Maar hoe ernstig ze ook zijn, zij veranderen niets in het oordeel der regeering, dat de niet-in- mengingspolitiek het beste.hHiddel is tot het vermijden van een grootere schennis. De besprekingen met Italië zijn aanzien lijk gevorderd en de resultaten zijn be moedigend. Ten aanzien van het plan tot terugtrekking der vrijwilligers verklaarde Chamberlain, dat men nooit van de Ita- liaansche regeering een eenzijdig terug trekken geëischt of verwacht heeft. De Britsche regeering is tevreden ge steld door het vervullen van Italiaan- sche zijde van de voorwaarden, onder welke de besprekingen zijn geopend: zij vertrouwt, dat de Italiaanschc regef- ring haar verzekeringen gestand zal doen en acht het mogelijk, dat volle dige overeenstemming bereikt wordt. Tenslotte verklaarde Chamberlain, dat thans nieuwe inspanning wordt gevraagd voor de vergrooting der productie en de versnelde voltooiing van het bewapenings- programma. De bespoediging der bestaan de plannen is van het grootste belang ge worden en het herbewapeningsplan zal op sommige punten, in het bijzonder ten aan zien van luchtmacht en luchtbescherming, een uitbreiding moeten ondergaan. De ar beid der herbewapening moet bij de krachtsinspanning der natie den voorrang hebben. Het eerste doel moet zijn dat de natie geheel voor zelfverdediging is uit gerust. „De uitbreiding der bewapening alleen is geen veilige waarborg voor den vrede", aidus de minister-president. „De regeering hoopt dan ook oprecht, dat het thans mo gelijk zal zijn te komen tot een redelijk evenwicht in de bewapeningen, niet door een ongebreidelden wedloop, maar door overeenkomst". Het debat. Na Chamberlain voerde de arbeiders afgevaardigde Attlee het woord. Hij zeide, dat niets in de rede van Chamberlain den indruk van een vredespolitiek maakt. De eerste minister aldus Attlee schijnt niet ten volle den ernst van den toestand te beseffen. Het komt mij voor, dat hij slechts wat tijd wil winnen, terwijl hij meer wapenen opstapelt. Ik vrees, dat hij middelerwijl de controle over den strategischen toestand in midden- Europa en de Middellandsche Zee verliest en dat zijn politiek op zijn best uitstel van oorlog beteekent. Attlee drong verder aan op staking van de niet-inmengingspolitiek, opdat Spanje zich kan verdedigen tegen zijn aanvallers. De liberale leider, Sinclair, zeide: „Als Frankrijk zijn beloften aan Tsjecho-Slowa kije moet nakomen, weten wij allen hier, dat wij Frankrijk zouden moeten bijstaan. De noodzakelijke weg om den oorlog te vermijden is, dat men Hitler van tevoren duidelijk maakt. dat. indien Tsjecho-Slowa kije naar onze meening het slachtoffer van een niet-uitgelokten aanval wordt wij moeten ons de vrijheid voorbehouden te be- oordeelen, of de aanval niet uitgelokt is en indien Frankrijk zijn verplichtingen jegens Tsjecho-Slowakije nakomt, hetgeen het ongetwijfeld zal doen. wij ons verplicht zullen achten, Frankrijk te hulp te komen. Sinclair wenschte ook, dat de Spaansche regeering weer wapenen zou kunnen koo- pen en besloot met op te merken, dat de regeering den oorlog wenscht te vermijden, maar daarheen juist afdrijft. Churchill zeide. dat naar de meeningen van velen, die tot oordeelen bevoegd zijn. Duitschland dit jaar nog niet gereed was voor een landoorlog. „Ik", aldus Churchill, kan niet inzien dat het van belang zou zijn voor de regeerders van Duitschland, een oorlog uit te lokken. Want krijgen zij niet alles, wat zij daar willen, zonder dat? De regeering zou niet veel gevaar hebben ge- lóopen, indien zij met de geheele kracht van groot Brittannië zich zou hebben aan gesloten bij de verklaring van Frankrijk nopens Tsjecho-Slowakije. Het zou haar verplichtingen niet al te zeer hebben vergroot, doch zou de verzeke ring zeer stellig hebben gemaakt. Oorlog kan in de tegenwoordige omstan digheden slechts worden voorkomen door de opeenstapeling van afschrikwekkende middelen jegens een aanvaller. Churchill meende dat groot Brittannië en Frankrijk te zamen zouden moeten worden geweven tot een zeer machtige eenheid voor hun verdediging. Er zijn, volgens Churchill, nog verleide lijker aanvalslinies dan Tsjecho-Slowakije open voor de Duitsche ambities. Er zou ernstige onrust kunnen ontstaan onder de Hongaarsche bevolking der Roe- meensche provincie Transsylvanlë. hetgeen een voorwendsel zou kunnen bieden voor het binnenrukken van Duitsche troepen. Churchill geloofde voorts, dat er moge lijkheden bestaan voor Duitschland's inter ventie in Roemenië, zulks met het oog op de Roemeensche petroleum. Churchill stelde een geconcentreerde actie voor door de krachten van wet en van vrijdom. Joego-Slavië heeft een beyo,- king, welke voor drievierden ongetwijfeld volkomen sympathie koestert met de demo cratieën Frankrijk en Groot Brittannië. Zij wenschen hun onafhankelijkheid te handhaven. Kan niets worden gedaan om ons er van te vergewissen, wat Zuid-Slavië zou doen, indien Frankrijk en Groot-Brittannie be reid zouden zijn zich te interesseeren voor het Donau-vraagstuk? Zuid-Slavië zou zeer wel gewonnen kun nen worden en dan zou dat Bulgarije in dezelfde sfeer trekken. Roemenië, aldus vervolgde Churchill, wordt direct bedreigd bij potentieele Duit sche bewegingen in Oostelijke richting. Deze drie landen zullen, indien overtuigd, dat er geen wilskracht werkt tegen dicta tors, één voor één in den nationaal-socialis- tischen greep terecht komen. Wat zal dan de positie zijn van Griekenland en Turkije? Is het niet mogelijk, dat een welbewuste actie van Frankrijk en Groot Brittannië al deze vijf staten, zoowel als Tsiecho-Slo- wakije. zou bijeenbrengen? Alle hebben machtige legers. Zij tellen in het geheel 75 millioen zielen, zii hebben legers van in het geheel eenige millioenen manschappen, die geoefend zijn en verder geweldige hulp bronnen. Zij allen wenschen in vrede te leven. Persstemmen, De Engelsche pers: De Times" schrijft: De Britsch— Fransche politiek kan niet zijn het aan vaarden op groóte schaal van de verplich tte-' onvoorwaardelijk, terstond en overal daar waar schendingen van de internatio nale'rechtsorde dit wenscheliik maken, aan oorlogsactie deel nemen en zoo was het ook gisteren in den mond van den eersten minister niet. Doch afgezien van deze eene beperking, is wederom buiten eiken twijfel gesteld, waar Engeland staat onder de landen. De Britsche wapens en diplo matie kunnen niet werkelijk aan de ver dediging van de Britsche belangen gewijd zijn. indien zii niet jaar in jaar uit in dienst gesteld worden van de gemeene zaak der beschaving, noch kunnen zij op andere voorwaarden aanspraak maken op den eensgezinden steun van de Britsche openbare meening. De ..Daily Mail" is van oordeel, dat voor Engeland de internationale toestand slechts één conclusie mogehjk maakt: wij moeten bewapenen, bewapenen, bewapenen De Daily Herald" schrijft: het ver velende van Chamberlain's rede is. dat zij de dingen precies zoo laat als zii rijn. of schoon ieder het erover eens was. dat het, zooals de zaken er voorstaan, niet gaat De „News Chronicle" is van meening. dat de verklaringen van Chamberlain met betrekking tot Tsjecho-Slowakije gunstiger waren, dan in vele kringen gevreesd werd. Chamberlain sprak diplomatieke taal, doch wanneer zijn woorden zorgvuldig bestudeerd worden, ziet men. dat zii een waarschuwing aan het adres van het nationaal-socialis- tische Duicschland zijn en ook als zoodanig bedoeld ziin. Vervolgens de Fransche pers. De „Petit Parisien": „Chamberlain opende voor de FranschBritsche samenwerking wijdere perspectieven dan ieder zijner voorgangers en zelfs Eden ooit had durven uitstippelen. Nooit heeft een Engelsche minister met zooveel overtuiging het feit tot uitdrukking gebracht, dat voortaan in tijd van vrede zoowel als van oorlog het lot de beide lan den zal binden. In de .Figaro" schrijft d'Ormesson: ..de grens van het Britsche rijk blijft aan den Rijn Frankrijk zal de hernieuwde beves tiging van deze verplichtingen hoogelijk waardeeren Daarnaast geen blanco vol macht ten aanzien van Tsjecho-Slowakije. Engeland zal solidair met ons blijven in geval van ernstige ongelukken, die zich zoud .n kunnen voordoen, zoolang ons eigen beleid verstandig blijft". De verklaring van Chamberlain, aldus Pertinax in de ..Echo de Paris", zal met verlich;ing ontvangen worden door hen die zich bewust van het gevaar, dat een Duitsch-Mittel-Europa voor Frankrijk en Engeland zou vormen; Hitier weet thans, da' hil Tsjecho-Slowakije niet zal kunnen overweldigen, zooals hii het Oostenrijk gedaan heeft. De solidariteit, tusschen Frankrijk en Engeland, die in Maart/ADril 1936 aan den Rijn tot stand is gekomen, strekt zich voortaan verder dan deze grens uit. De „Epoque" (Donnadieu) acht de rede van Chamberlain zoo goed als zii maar kon zijn De waarschuwingen, die hii gaf. zijn duidelijk genoeg om een even'ueeten aan valler tot denken te remmen. Londen keert terug tot de traditioneele politiek van het evenwich der krachten. Mevr. Tabouis schrijf» in de „Oeuvre": voor het eerst in een Europeesche aan gelegenheid heeft een Britsche eerste mi nister Engeland en Frankrijk on gelijken voet ges'eld. Voor he» eerst heeft hij in het openbaar erkend, dat het lot. van ziin land samenhangt met dat van Europa. 1 of 2 "Akkertjes", direct genomen, sluilen dien aanval. Die nare hoofd pijn, dal grieperige, rillerige gevoel en die opkomende koorts verdwijnen. Per koker van 12 stuks - 12 stuivers. Per doos van 2 stuks - 2 stuivers. 8288 (Ingez. Med.) Centraal Bureau der Tuinbouw veilingen in Nederland. In de te Rotterdam voortgezette verga dering van het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen was aan de orde het tweede van de reeks bestuursvoorstellen. Dit betrof het prijspeil van de producten, dat den welstand van den tuinbouw be paalt: Daar deze z.g. minimumprijsrege ling een uiterst gunstige uitwerking heeft gehad en de handhaving hiervan ook voor de toekomst noodzakelijk zal zijn en daar bij de Regeering zich, wat dit betreft, wel licht langzamerhand zal gaan terugtrek ken. zal het bestuur het geheele prijzen- vraagstuk in studie nemen en het van alle zijden belichten. Een evenitueeS voorstel zal t.z.t. aan de algemeene vergadering worden voorgelegd. Het volgende bestuursvoorstel betrof de sinds 14 October 1936 bestaande uitvoer- controle t.a.v. enkele tuinbouwproducten. Gebleken is, dat deze controle een zeer doeltreffende is, zoodat men op den inge slagen weg dient voort te gaan. Besloten werd, dat het bestuur hiertoe de noodige stappen zal doen en maatregelen te dien aanzien zal nemen, opdat deze controle in de toekomst zooveel mogelijk aan haar doel zal beantwoorden. De laatste twee voorstellen werden zon der beraadslaging met algemeene instem ming door de vergadering aangenomen. Hierbij werd vooreerst het bestuur ge machtigd ook dit jaar van de veilingen een bijdrage van 1/50 pet. te hebben ter versterking van het reclamefonds: vervol gens sprak de vergadering wijl van sommige zijden hierover bezorgdheid werd getoond en aangedrongen op beperking van fruitteelt ais haar meening uit. dat een gezonde uitbreiding van de fruitcul- tuur niet verontrustend behoeft te zijn, mits de teelt wordt uitgeoefend door ter zake kundige personen en de veilingsbe- sturen door het inrichten van goede sor teer- en verpakkingsstations zorg dragen voor het in den handel brengen van fruit, dat aan de te stellen eischen voldoet. Bovendien zal men aandacht hebben te schenken aan het inrichten van goede be waarplaatsen c.q. koelruimten voor het fruit hunner aanvoerders. Hierna waren eenige voorstellen van verschillende veilingen aan de orde. De groenten, en vruchtenveiling „Utrecht en Omstreken deed o.a. het voorstel bij de Regeering met grooten nadruk aan te dringen de belangen van het inheemsche fruit bij het afsluiten van handelsverdra gen en bij de toepassing der monopolie- rechten krachtiger dan tot dusverre te verdedigen. Het bestuur zegde op dit punt gaarne toe, steeds diligent, te blijven en de aandacht der Regeering te zullen vesti gen op de noodzakelijkheid van reservee ring der Nederlandsche markt voor het Nederlandsche product, zoolang de bui tenlandsche markt voor dit product geslo ten blijft. Bij de rondvraag constateerde de heer Jac. Smits, voorzitter van den Ned. Tuin- bouwraad), dat het Centr. Bur. van de Tuin- De .Populaire" is van oordeel, dat Cham berlain's rede een stap vooruit beteekent. De DuitschTsjechische dialoog wordt tot een gesprek, waarbii Engeland niet langer afwezig is. Dit cunt is gewonnen hetgeen ui erst belangrijk is. De Humani'é" wijs' erop. dat de ver klaringen van Chamberlain in zekeren zin als een waarschuwing aan het adres van den aanvaller kunnen gelden Ook Tsjecho-Slowakije en Italië toonen zich voldaan, maar in Amerika is de rede van Chamberlain met een zekere teleur stelling. om niet te zeggen, met niet-be- grijoen ontvangen. De bladen haden voor speld. da» Chamberlain duidelijk uiteen zou zetten, waarvoor Engeland bereid zou zijn te strijden en dat hii ontspanning in de Europeesche crisis to: stand zou bren gen door de dictatoren duideliik te ver- feilen tot hoeve- 3ii konden gaan Aan deze verwach»ing is niet voldaan en men is ge neigd de Britsche onverschilligheid te laken bouwveilingen niet slechts bestaat, maar tevens met energie geladen is. Ook da goede organisatie roemde spr. en hij zegde het wakkere bestuur dank voor haar uitstekende leiding. De voorzitter de heer F. v. Valstar. zeide. dat ook het volgende jaar het bestuur alles zal doen. wat in haar vermogen ligt, om haar taak geheel naar behooren te vervullen. Daarna sloot hij de vergadering.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 9