^,e,eiarir/#^ amsuEVEn De herziening van de omzetbelasting LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 24 Maart 1938 Derde BFad Kg. 23925 79s(e Jaargang Gebreken weggenomen en leemten aangevuld Machines niet vrijgesteld NAAM - LAND- EN TUINBOUW BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN CORRESPONDENTIE Meerdere opbrengst op eenige millioenen geschat. Bij de Staten-Geneiraal is ingediend een wetsontwerp tot herziening van de omzet- belastingwet 1933 en tot wijziging van de algemeene wet van 26 Augustus 1822, Aan de memorie van toelichting wordt ontleend Toen in 1933 de behoefte van 's rijks schatkist er toe noopte over te gaan tot heffing van een omzetbelasting moest bij de keuze van het stelsel van heffing en bij het ontwerpen van de wettelijke bepalingen den steun worden ontbeerd, die practische ervaring, vroeger hier te lande opgedaan bii heffing van een gelijke of daaraan nabij komende belasting, in andere gevallen veelal geeft. De sedert de Invoering van de wet opgedane ervaring heeft bij den minis ter van financien geen.twijfel doen rijzen aan de juistheid van de in 1933 genomen beslissing nopens de verkies lijkheid van oen eenmalige omzetbelas ting boven het telkenmale belasten van eiken omzet van goederen. Het behoeft intusschen. in het licht van het bovenstaande, geen verwondering te wekken, dat de praktijk van de wets toepassing binnen het kader van het gekozen stelsel van heffing een aantal onvolmaaktheden van de wettelijke re geling aan het licht heeft gebracht, die behooren te worden weggenomen. Vooropgesteld wordt dat het in overwe ging nemen van een technische herziening van temeer belang moet worden geacht, nu naar het oordeel van den minister van financiën de omzetbelastingwet met ingang van 1 Januari 1939 niet zal kunnen ver vallen maar het noodig is de heffing van omzetbelasting ook na dien datum te doen voortduren De minister zfet niet voorbij komst van k en y6rk worden m. dat deze heffing m het bijzonder op het s^e]d bedrijfsleven zware lasten legt maar de ring van werken in roerenden staat «el een belastbare levering aanwezig is. indien degene die het werk oplevert, mede de stof voor het totstandbrengen van het werk heeft verschaft, doch daarentegen geen belasting wegens de oplevering van de vervaardigde zaak kan worden geheven, indien de opdrachtgever de stof heeft ver schaft en degene die het werk tot stand brengt, alleen arbeid verricht. Het is duidelijk, dat voor zulk een ver schil In behandeling geen grond kan wor den aangevoerd. Vorenbedoelde ongelijkheid bii de belas tingheffing komt in verscherpten vorm tot uiting in gevallen waarin de verstrekte stof van omzetbelasting is vrijgesteld doch het afgewerkte product belast is. zoomede in gevallen waarin de stof naar een maat staf van vier ten honderd doch het afge werkte product naar een maatstaf van tien ten honderd is belast. Bovenstaande overwegingen hebben er toe geleid in het ontwerp met leve ring krachtens overeenkomst van koop en verkoop gelijk te stellen elke opleve ring van een werk in roerenden staat, zulks onverschillig of bij die gelegen heid goederen in eigendom worden overgedragen of niet. Uitzondering lijdt die bepaling enkel in gevallen, waarin de opdrachtgever zelfs als fabrikant van het werk moet worden aan gemerkt. ge'i'ik bijvoorbeeld het geval is, indien groothandelaars in papier dat papier in loondienst doen bedrukken en vervolgens afleveren. In stede van belastingheffing ter zaike van de oplevering van het druk werk door den drukker behoort in die ge vallen de omzetbelasting over de aflevering door den groothandelaar te worden ge heven. Bllikens het voorgestelde artikel 3. eer ste lid letter d, zal het beschikken over roerende goederen ten behoeve van een onroerend goed. «-aarvan zij deel gaan uit maken, met. levering krachtens overeen- eischen van een goed financieel beleid sluiten het prijsgeven van deze voor 's rijks schatkist belangrijke bate voorshands uit. In het ontwerp van wet is in verband daarmede een bepaling opgenomen in- gevolge welke de geldigheidsduur van de omzetbelastingwet van 1 Januari 1939 tot 1 Januari 1944 zal worden verlengd. Zestal beweegredenen. Met betrekking tot de in het ontwerp van wet vooilzieme wijzigingen spelen in hoofdzaak een zestal beweegredenen een min of meer zelfstandige rol: le. De wenschelijkheid om zooveel moge lijk te voorkomen, dat voor de heffing van de belasting zekere, al dan niet opzettelijk met het oog op die heffing gekozen, vor men van bedrijfsuitoefening zonder vol doenden grond in een meer voordeelige positie komen dan andere vormen van bedrijfsuitoefening, ten gevolge waarvan de belastingheffing de bestaande concurrentie voorwaarden kan verstoren. 2e. De wenschelijkheid om den binnen- landschen fabrikant voor de heffing van de belasting riiet te doen achterstaan bti den buitenlandschen producent. 3e De wenschelijkheid om de opbrengst van'de belasting te verhoogen door belas tingheffing ook in die gevallen, waarin zulks thans niet mogelijk is. doch niette min volgens de bedoeling van den wetgever of in redelijkheid behoort te geschieden. 4e De wenschelijkheid om. zoowel in het belang van de belastingschuldigen, met name in dat van de kleinere fabrikanten, als in het belang van de belastingadmini stratie de thans in vele gevallen plaats hebbende belastingheffing door middel van aanslagen, waarbij min of meer belangrijke bedragen achteraf nog met groote moeibe moeten worden betaald of met dwang moeten worden ingevorderd, te vervangen door een wijze van heffing waarbij de be lasting bii althans niet lsrig na de be lastbare levering, in den regel door middel van plakzegels. moet worden voldaan. 5e. De wenschelijkheid om een wettelij- ken grondslag te geven aan in het belang van zekere takken van het bedrijfsleven getroffen bijzondere regelingen. 6e De wenschelijkheid om enkele op zichzelf staande gebreken in de wettelijke rezeling weg te nemen en daarin enkele aanvullende bepalingen op te nemen, daar onder begrepen de wenschelijkheid om zekere wijzigingen aan te brengen in de tabellen a en b. Ofschoon vrijstelling van machines in het belang van de industrialisatie van Nederland wenschelijk zou zijn heeft gezette overweging van dit vraag punt den minister, in overleg met zijn ambtgenoot van economische zaken, doen besluiten zoodanige voorziening, vooral met het oog op de belangen van 's rijks schatkist in het ontwerp van wet niet op te nemen. Eigendoms overdracht. Voor zooveel betreft het opleveren van goederen in roerenden staat wordt opge merkt. dat ingevolge het bestaande artikel 2 der wet belast zijn de leveringen hier te lande door fabrikanten van in het vrije verkeer zijnde goederen krachtens overeen komst van koop en verkoop, terwijl met levering krachtens overeenkomst van koop en verkoop wordt gelijkgesteld iedere overdrach ingevolge een an dere overeenkom!,, doch alleen, indien de eigendom van de zaak aan den verkrij Ter zake van het beschikken door een aannemer c.q. onderaannemer over in zijn bedrijf vervaardigde goe deren, ten einde die bij aanleg, aan bouw, herstelling, verbetering of uit breiding van een onroerend goed te bezigen, zal derhalve belasting kunnen worden gevorderd, gelijk ook thans reeds belasting is verschuldigd, indien goederen ten behoeve van dat doel aan hem door anderen zijn geleverd. Eigen gebruik. Een belangrijke wijziging van de be staande wettelijke regeling is ook de uit breiding van de belastbaarheid van het eigen gebruik. Blijkens artikel II is in het nieuw voorgestelde artikel 3 het eigen gebruik van do fabrikanten negatief omschre ven. Het is niet meer beperkt tot het particulier gebruik van den fabrikant, maar het omvat ook alle gebruik van zelf vervaardigde, voortgebrachte of be werkte goederen ten behoeve van het fabrikantsbedrijf of ten behoeve van andere bedrijven van den fabrikant. Een uitzondering is slechts gemaakt voor het gebruik van de producten van den fabrikant als grondstof of hulpstof ten behoeve van zijn fabrikantsbedrijf, aan gezien ook voor door hem van elders inge slagen grond- en hulpstoffen vrijstelling van belasting kan worden genoten. Daarentegen zal, Indien men zelf goede ren vervaardigt en die gebruikt tot het verrichten van reparatiën voor anderen, wegens het gebruiken van die goederen voor dat doel belasting verschuldigd zijn. Ten overvloede zij opgemerkt, dat bij ver huring van goederen ingevolge de nieuw voorgestelde wetsbepaling de belasting niet wordt geheven ter zake van de afglifte in gevolge de huurovereenkomst,, in welk ge val het voor de hand zou liggen de belas ting te berekenen over den huurprijs en bij een herhaalde verhuring van dezelfde goederen, In beginsel, telkens weder op nieuw belasting te heffen. Ingevolge de voorgestelde bepaling zal echter de belas ting worden geheven ter zake van het door den fabrikant voor eigen gebruik, anders dan als grond- of hulpstof. immers ten einde door hem te worden verhuurd be schikken over de goederen, hetgeen mede brengt. dat slechts eenmaal belastinghef fing zal kunnen plaats hebben en wel, blijkens het nieuw voorgestelde artikel 7 bis, eerste lid, over de verkoopwaarde der goederen. Verkoopmaatschappijen. Ten einde het bezwaar van het ontgaan van belasting door de oprichting van af zonderlijke verkoopmaatschappijen op te heffen, is in een artikel 4 bis het bedrijf van een handelaar, dat ten opzichte van het bedrijf van den fabrikant of van de bedrijven van de fabrikanten, van wie de handelaar zijn goederen, middellijk of on middellijk in hoofdzaak betrekt, niet als onafhankelijk en wezenlijk zelfstandig kan worden beschouwd, voor de toepassing van de wet en de daarop gegronde bepa lingen tot fabrikant gestempeld. In verband met de in het tweede lid van genoemd artikel 4 bis vervatte bepa ling, ingevolge welke verkoopmaatschap pijen de aan haar in die qualiteit gelever de goederen in ieder geval inslaan met vrijstelling van omzetbelasting, is aldus belastingheffing over de dcor bedoelde ver- koopmaatschaopijen gedane leveringen en naar de door deze bedongen of onder nor eer overgaat. De gestelde eisch van eigen, male omstandigheden te bedingen prijzen domsovergang brengt mede dat bii opleve- verzekerd, Bijzonder invoerrecht. Het uitgangspunt om de omzetbelasting te heffen van de door den fabrikant werke lijk bedongen verkoopprijzen, nu eens eerstehandsprijzen, dan weer groot- of kleinhandelsprijzen, geeft een aanknoo- pingspunt voor de verklaring van de in artikel XII van het ontwerp vervatte wijzi ging. welke in hoofdzaak strekt om den binnenlandschen fabrikant voor de heffing van de belasting niet te doen achterstaan bij den buitenlandschen producent. Terwijl de binnenlandsche fabrikant in vele gevallen niet zal kunnen bereiken, dat de omzetbelasting van zijn producten wordt berekend over eerstehandsprijzen, kan de importeur wel zorg dragen, dat het bijzonder invoerrecht over ingevoerde goe deren wordt geheven naar de eerstehands prijzen der goederen. Vrijstelling. De bevoordeeling van den buiten landschen producent, kan niet gehand haafd blijven, in verband waarmede wordt voorgesteld voortaan voor de berekening van het bijzonder invoer recht den thans geldenden maatstaf van heffing met een vierde te ver hoogen. De in artikel 21, laatste lid, der wet op genomen mogelijkheid om aan handelaren, die bijkomstig fabrikant zijn, vrijstelling van omzetbelasting te verleenen wegens de aan particulieren afgeleverde goederen, heeft in de practijk tot verschillende moei lijkheden aanleiding gegeven. De bezwaren wegen zoo zwaar, dat een voorziening moet worden getroffen in dien zin, dat de vrijstelling komt te vervallen. Daarbij komt, dat voor nader aan te wijzen gToepen kleinfabrikanten een oplossing zal kunnen worden gevonden door vaststelling van bijzondere rege lingen overeenkomstig artikel 22 bis der wet in dien zin dat zij zullen betalen een vast, met hun omzet verband hou dend, bedrag aan belasting per jaar. Ten slotte zal hier bij voortduring groote tegemoetkomendheid bij het vervullen van de formaliteiten moeten worden betracht. Nieuwe wijze van heffing. De minister is te rade geworden om, met behoud op den bestaanden voet van heffing van de belasting door middel van zegeiing van facturen, de aanslagregeling te vervangen door een andere wijze van heffing. Deze nieuwe wijze van heffing is vervat in de onder artikel VI voorgestelde nieuwe lezing van artikel 11 der wet. Dit artikel verplicht, voor gevallen waarin tot dusverre een aanslag werd opgelegd, den fabrikant de belasting te voldoen door middel van plakzegels, ter waarde van de belasting, welke hij hecht aan een formulier, dat binnen veertien dagen na afloop van het tijd vak, waarover de belasting wordt vol daan in den regel een kalender kwartaal moet worden ingeleverd bij den inspecteur der accijnzen binnen wiens ambtskring hij gevestigd is of bij een door den minister aangewezen ambtenaar (b.v. ontvanger der accijn zen). Een aanslag behoeft dan aan den fabri kant niet te worden opgelegd. Uiteraard is wel noodig, dat de inspecteur controle uitoefent op de juistheid van het op het formulier voldane bedrag aan belasting, waartoe dan ook de fabrikant op het for mulier de noodige gegevens verstrekt. Blijkt den inspecteur, dat niet. niet vol ledig of niet tijdig de verschuldigde belas ting is voldaan, dan kan hij ingevolge arti kel 12 (nieuw) den belastingschuldige een aanslag opleggen. Bijzondere regelingen. Ten einde tegemoet te komen aan bij zondere bezwaren, zijn niet lang na de in voering van de wet voor sommige takken van bedrijf als slagers-, bakkers-, café- en restaurantbedrijven op verzoek van belanghebbenden bijzondere regelingen ge troffen, waarbij belasting op een meer eenvoudige wijze wordt vastgesteld. Bij die berekeningen zijn veelal de teruggaven, waarop ingevolge de wet aanspraak zou kunnen worden gemaakt, reeds dadelijk verwerkt. Deze bijzondere regelingen blij ven gehandhaafd en worden zoo noodig nog uitgebreid, doch het schijnt den mi nister noodig er een wettelijken grondslag aan te geven. Verhaal op consumenten. Bij herhaling hebben den minister uit het bedrijfsleven klachten bereikt, dat het verhaal van omzetbelasting op de verbrui kers in vele gevallen wordt bemoeilijkt, doordat bepaalde fabrikanten en handela ren in hun aankondigingen en aanbiedin- ge ten verkoop te kennen geven de omzet belasting niet in rekening te brengen. Zoodanige handelwijze is in strijd met den geest van de wet. welker bepalingen erop zijn gericht te bevorderen, dat de ver schuldigde belasting wel op den consu ment zal worden verhaald. Daarbij komt, dat zoodanige aankondigingen en aanbie dingen niet zelden misleidend zijn, aange zien het niet afzonderlijk in rekening brengen van de omzetbelasting niet uit sluit, dat zij in den prijs van de goederen is verwerkt en mitsdien in wezen wel wordt verhaald. Onder die omstandigheden is de minis ter van oordeel, dat er in het kader van deze wet plaats is voor een bepaling, welke de strekking heeft te voorkomen, dat al of niet juiste aankondigingen omtrent het, in strijd met de strekking van de wet, niet verhalen van de omzetbelasting worden gebezigd als een welkom reclamemiddel in den concurrentiestrijd. In dien gedachtengang wordt in het nieuw voorgestelde artikel 31bis met geldboete strafbaar gesteld de fabri kant of handelaar, die aan belasting onderworpen goederen ten verkoop aankondigt of schriftelijk ten verkoop aanbiedt op een wijze, geschikt om bij liet publiek of bij dengene tot wien de aankondiging of het aanbod is gericht, den indruk te vestigen, dat ter zake Zoo eindigt het sprookje en zoo is ook Grootmoeder en Grootva ders levensavond: Gelukkig en tevreden! Dank zij het verstandige beleid van grootvader, die direct bij zijn huwelijk met een levens verzekering bij Amstleven den grondslag heeft gelegd voor een onbezorgden ouden dag. Eersteen klein bedrag per maand, dat hij later gaandeweg heeft ver hoogd. De gemakkelijkste en ze kerste manier om te sparen, die hem bovendien steeds de heerlijke geruststelling heeft gegeven, dat de toekomst van vrouw en kin deren bij Amstleven in veilige handen zou zijn. Ook wanneer hem iets mocht overkomen.... Duizenden zegenen als hij den dag, waarop zij hun eerste Amst- leven-polis hebben afgesloten. Duizende jonge mannen en vrou wen herdenken in dankbaarheid de wijze voorzorg van hun ouders# die bij hun leven de toekomst hun ner kinderen hebben veilig gesteld door een verzekering bij Amstle ven. Zorgt, dat U zich nooit zult hoeven te verwijten: had ik dat ook maar gedaan. N.V. A'DAMSCHE MIJ. VAN LEVENSVERZEKERING AMSTERDAM ADJ. INSPECTEUR VOOR LEIDEN EN OMGEVING: M. F. ENGELBERTS, HAZERSWOUDE - RIJNDIJK. ZENDT DEZE COUPON INGEVULD AAN /i AMSTLEVEN, N. SPIEGEISTR. 17, AMSTERDAM /J Gelieve mij geheel vrijblijvend Uw tarieven: UITGESTELDE MÊ UJFRENTE en WEDUWE-PENSIOEN (6 en 8)" toe te zenden. ADRES - LD 9 8216 (Ingez. Med.V Steunuitkeeringen aan kleine boeren. Wijziging der bestaande subsidieregeling. De minister van sociale zaken heeft aan de gemeentebesturen een circulaire doen toekomen, waarin hij herinnert aan een vorige circulaire, waarbij o.m. werd vast gelegd dat de vergoedingen aan de onder groep B vallende grondgebruikers die den leeftijd van 66 jaar nog niet hadden over schreden geheel ten laste van de betrok ken gemeenten zouden komen, die daarin voor zoover zij daarvoor in aanmerking kwamen, de gebruikelijke subsidie uit het werkloosheidssubsidiefonds zouden kunnen ontvangen. Bij nadere overweging heeft de minister echter met instemming van zijn ambt- genooten van binnenlandsche zaken, van financiën en van economische zaken, be sloten, hierin wijziging te brengen en met betrekking tot de subsidieering der steun uitkeeringen aan bovenbedoelde b-groep grondgebruikers de navolgende regeling vast te stellen. De gemeentebesturen blijven beiast met en verantwoordelijk voor de uitbe taling der steungelden aan de onder groep B vallende grondgebruikers. Van de steunuitkeeringen, gedaan aan de b-boeren onder de 67 jaar, wordt echter nadat zij vanwege het departement van sociale zaken zijn onderzocht en accoord bevonden door het dep. van econo mische zaken 30"/« aan de betrokken gemeenten vergoed. De overige 70 pet. vallen onder de gewone gemeentelijke uitgaven voor werkverschaffing en steunverleening, waarin onder de be kende voorwaarden de gebruikelijke subsidie uit het werkloosheidssubsidie fonds kan worden ontvangen. Deze wijziging der bestaande subsidie regeling brengt dus o.m. mee, dat ook gemeenten, die ingevolge de daarvoor vastgestelde bepalingen en berekeningen niet voor een gewone bijdrage uit het werkloosheidssubsidiefonds in aanmerking komen, en dientengevolge op grond van de aanvankelijk vastgestelde subsidie regeling inzake steun aan kleine boeren, in de steunuitkeeringen. uitbetaald aan de onder groep b vallende grondgebruikers, die den leeftijd van 66 jaar nog niet heb ben overschreden, of geenerlei subsidie zouden kunnen ontvangen, thans een deel der aan deze grondgebruikers uit te betalen steungelden vergoed krijgen, n.l. de 30 pet. welke het dep. van economische zaken terzake voor zijn rekening neemt. DE NIEUWE AARDAPPELEN ZIJN ER! Tengevolge van het buitengewone weer in de laatste weken, zijn talrijke voorjaars producten aan de veilingen vroeger dan gewoonlijk. Gisteren iWoensdag) werden reeds aan de (Joop. Fruit- en Groentenvei- ling te Naaldwijk de eerste nieuwe aard appelen aangevoerd door de kweekers V. Kuyvenhoven en C. L. Veenman. Er werd tot 46 ct. per kg. voor betaald. van levering of invoer van die goede ren geheven of te heffen omzetbelas ting of bijzonder invoerrecht niet, of niet geheel, te zijnen laste zal worden gebracht. De minister is overtuigd, dat de nieuwe voorzieningen voor vele groepen van het bedrijfsleven, doch in het bijzonder ten bate van takken van kleinbedrijf, een be langrijke verbetering bij den bestaanden toestand beteekenen. Overweging van de positie van de gas- en electriciteitsbedrijven met betrekking tot de heffing van de omzetbelasting heeft den minister geen aanleiding gegeven op dit punt eenige wettelijke voorziening voor te stellen. De voorgestelde wijzigingen zullen een gunstige werking op de opbrengst van de belasting niet missen. De mi nister is van meening. dat met een bate voor 's rijks schatkist van eenige millioenen guldens mag worden reke ning gehouden. GEBOREN: Bernardus, zn. van Th. Maaskant en M. Devi- lee Sophia Hendrika Wilhelmina, dr. van S. Springer en H. Steenvoorden Ella, dr. van j. v. Rhijn en M. Brongers Maria Johanna Adriana, dr. van C. J. L. Coster en C. A. Reich- wein Arie Hendrik, zn. van A. P. Langeveld en A. L. Verhoef Johannes Petrus Christiaan zn. van J. l'Amie en C. H. M. v. Zeijl Paulus Cornelis, zn. van P. C. Slootweg en P. Bek Theo, zn. van Th. H Polman en T. Wesselink Cornelis. zn. van A. Keijzer en T. Spiering Margaretha, dr. van H. Fakkel en J. Doove Jacobus, zn. van J. Sjardijn en G. M. Hansen Martinus Jacobus Jozef. zn. van J. G. v. a. Born en J. M. v. Vliet Jozephine Maria Cor nelia. dr. van J. Brasker en M. Tetteroo Ge- rardus Jacobus, zn. van G. C. Perreyn en M. j. v. d. Voort Maria Anna. dr. van Th. C. j. den Hollander en M. A. Zoet Geertruida Maria Anna, dr. van Th. C. J. den Hollander en M. A. Zoet. ONDERTROUWD A. Zandvliet. jm.t 24 j. en J. D. M. Teger. Jd. 27 j. GEHUWD: D. Bodijn, jm. en M. Serlier, jd. A. Diers- man, jm. en C. de Roode. jd. W. v. Es. jm. en W. C. Swanenburg. jd. B. M. v. d. Walle, jm en M. Tuurenhout, jd. OVERLEDEN. B. Bertram, vr.. 82 j. A. v. Wijngaarden, dr., 12 j. H. E. de Vries, zn., 9 j. J. C. v. Rosse Meijer, wede.. 74 j. W. C. ZirkzeeDei- meer, wede. 68 j. A. O. te L. Protesten over verhooging van entréegelden kunnen wij niet publiceeren. U dient zich te wenden tot het bestuur van be doelde vereeniging.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 9