^,e,eiarir/#^
amsuEVEn
De herziening van de
omzetbelasting
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 24 Maart 1938
Derde BFad
Kg. 23925
79s(e Jaargang
Gebreken weggenomen en leemten aangevuld
Machines niet vrijgesteld
NAAM -
LAND- EN TUINBOUW
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
CORRESPONDENTIE
Meerdere opbrengst op eenige
millioenen geschat.
Bij de Staten-Geneiraal is ingediend een
wetsontwerp tot herziening van de omzet-
belastingwet 1933 en tot wijziging van de
algemeene wet van 26 Augustus 1822,
Aan de memorie van toelichting wordt
ontleend
Toen in 1933 de behoefte van 's rijks
schatkist er toe noopte over te gaan tot
heffing van een omzetbelasting moest bij
de keuze van het stelsel van heffing en bij
het ontwerpen van de wettelijke bepalingen
den steun worden ontbeerd, die practische
ervaring, vroeger hier te lande opgedaan
bii heffing van een gelijke of daaraan nabij
komende belasting, in andere gevallen
veelal geeft.
De sedert de Invoering van de wet
opgedane ervaring heeft bij den minis
ter van financien geen.twijfel doen
rijzen aan de juistheid van de in 1933
genomen beslissing nopens de verkies
lijkheid van oen eenmalige omzetbelas
ting boven het telkenmale belasten
van eiken omzet van goederen. Het
behoeft intusschen. in het licht van het
bovenstaande, geen verwondering te
wekken, dat de praktijk van de wets
toepassing binnen het kader van het
gekozen stelsel van heffing een aantal
onvolmaaktheden van de wettelijke re
geling aan het licht heeft gebracht, die
behooren te worden weggenomen.
Vooropgesteld wordt dat het in overwe
ging nemen van een technische herziening
van temeer belang moet worden geacht, nu
naar het oordeel van den minister van
financiën de omzetbelastingwet met ingang
van 1 Januari 1939 niet zal kunnen ver
vallen maar het noodig is de heffing van
omzetbelasting ook na dien datum te doen
voortduren De minister zfet niet voorbij komst van k en y6rk worden m.
dat deze heffing m het bijzonder op het s^e]d
bedrijfsleven zware lasten legt maar de
ring van werken in roerenden staat «el
een belastbare levering aanwezig is. indien
degene die het werk oplevert, mede de
stof voor het totstandbrengen van het
werk heeft verschaft, doch daarentegen
geen belasting wegens de oplevering van
de vervaardigde zaak kan worden geheven,
indien de opdrachtgever de stof heeft ver
schaft en degene die het werk tot stand
brengt, alleen arbeid verricht.
Het is duidelijk, dat voor zulk een ver
schil In behandeling geen grond kan wor
den aangevoerd.
Vorenbedoelde ongelijkheid bii de belas
tingheffing komt in verscherpten vorm tot
uiting in gevallen waarin de verstrekte
stof van omzetbelasting is vrijgesteld doch
het afgewerkte product belast is. zoomede
in gevallen waarin de stof naar een maat
staf van vier ten honderd doch het afge
werkte product naar een maatstaf van tien
ten honderd is belast.
Bovenstaande overwegingen hebben
er toe geleid in het ontwerp met leve
ring krachtens overeenkomst van koop
en verkoop gelijk te stellen elke opleve
ring van een werk in roerenden staat,
zulks onverschillig of bij die gelegen
heid goederen in eigendom worden
overgedragen of niet.
Uitzondering lijdt die bepaling enkel in
gevallen, waarin de opdrachtgever zelfs als
fabrikant van het werk moet worden aan
gemerkt. ge'i'ik bijvoorbeeld het geval is,
indien groothandelaars in papier dat papier
in loondienst doen bedrukken en vervolgens
afleveren. In stede van belastingheffing
ter zaike van de oplevering van het druk
werk door den drukker behoort in die ge
vallen de omzetbelasting over de aflevering
door den groothandelaar te worden ge
heven.
Bllikens het voorgestelde artikel 3. eer
ste lid letter d, zal het beschikken over
roerende goederen ten behoeve van een
onroerend goed. «-aarvan zij deel gaan uit
maken, met. levering krachtens overeen-
eischen van een goed financieel beleid
sluiten het prijsgeven van deze voor 's rijks
schatkist belangrijke bate voorshands uit.
In het ontwerp van wet is in verband
daarmede een bepaling opgenomen in-
gevolge welke de geldigheidsduur van
de omzetbelastingwet van 1 Januari
1939 tot 1 Januari 1944 zal worden
verlengd.
Zestal beweegredenen.
Met betrekking tot de in het ontwerp
van wet vooilzieme wijzigingen spelen in
hoofdzaak een zestal beweegredenen een
min of meer zelfstandige rol:
le. De wenschelijkheid om zooveel moge
lijk te voorkomen, dat voor de heffing van
de belasting zekere, al dan niet opzettelijk
met het oog op die heffing gekozen, vor
men van bedrijfsuitoefening zonder vol
doenden grond in een meer voordeelige
positie komen dan andere vormen van
bedrijfsuitoefening, ten gevolge waarvan de
belastingheffing de bestaande concurrentie
voorwaarden kan verstoren.
2e. De wenschelijkheid om den binnen-
landschen fabrikant voor de heffing van de
belasting riiet te doen achterstaan bti den
buitenlandschen producent.
3e De wenschelijkheid om de opbrengst
van'de belasting te verhoogen door belas
tingheffing ook in die gevallen, waarin
zulks thans niet mogelijk is. doch niette
min volgens de bedoeling van den wetgever
of in redelijkheid behoort te geschieden.
4e De wenschelijkheid om. zoowel in het
belang van de belastingschuldigen, met
name in dat van de kleinere fabrikanten,
als in het belang van de belastingadmini
stratie de thans in vele gevallen plaats
hebbende belastingheffing door middel van
aanslagen, waarbij min of meer belangrijke
bedragen achteraf nog met groote moeibe
moeten worden betaald of met dwang
moeten worden ingevorderd, te vervangen
door een wijze van heffing waarbij de be
lasting bii althans niet lsrig na de be
lastbare levering, in den regel door middel
van plakzegels. moet worden voldaan.
5e. De wenschelijkheid om een wettelij-
ken grondslag te geven aan in het belang
van zekere takken van het bedrijfsleven
getroffen bijzondere regelingen.
6e De wenschelijkheid om enkele op
zichzelf staande gebreken in de wettelijke
rezeling weg te nemen en daarin enkele
aanvullende bepalingen op te nemen, daar
onder begrepen de wenschelijkheid om
zekere wijzigingen aan te brengen in de
tabellen a en b.
Ofschoon vrijstelling van machines
in het belang van de industrialisatie
van Nederland wenschelijk zou zijn
heeft gezette overweging van dit vraag
punt den minister, in overleg met zijn
ambtgenoot van economische zaken,
doen besluiten zoodanige voorziening,
vooral met het oog op de belangen van
's rijks schatkist in het ontwerp van
wet niet op te nemen.
Eigendoms overdracht.
Voor zooveel betreft het opleveren van
goederen in roerenden staat wordt opge
merkt. dat ingevolge het bestaande artikel
2 der wet belast zijn de leveringen hier te
lande door fabrikanten van in het vrije
verkeer zijnde goederen krachtens overeen
komst van koop en verkoop, terwijl met
levering krachtens overeenkomst van
koop en verkoop wordt gelijkgesteld
iedere overdrach ingevolge een an
dere overeenkom!,, doch alleen, indien
de eigendom van de zaak aan den verkrij
Ter zake van het beschikken door een
aannemer c.q. onderaannemer
over in zijn bedrijf vervaardigde goe
deren, ten einde die bij aanleg, aan
bouw, herstelling, verbetering of uit
breiding van een onroerend goed te
bezigen, zal derhalve belasting kunnen
worden gevorderd, gelijk ook thans
reeds belasting is verschuldigd, indien
goederen ten behoeve van dat doel aan
hem door anderen zijn geleverd.
Eigen gebruik.
Een belangrijke wijziging van de be
staande wettelijke regeling is ook de uit
breiding van de belastbaarheid van het
eigen gebruik.
Blijkens artikel II is in het nieuw
voorgestelde artikel 3 het eigen gebruik
van do fabrikanten negatief omschre
ven. Het is niet meer beperkt tot het
particulier gebruik van den fabrikant,
maar het omvat ook alle gebruik van
zelf vervaardigde, voortgebrachte of be
werkte goederen ten behoeve van het
fabrikantsbedrijf of ten behoeve van
andere bedrijven van den fabrikant.
Een uitzondering is slechts gemaakt voor
het gebruik van de producten van den
fabrikant als grondstof of hulpstof ten
behoeve van zijn fabrikantsbedrijf, aan
gezien ook voor door hem van elders inge
slagen grond- en hulpstoffen vrijstelling
van belasting kan worden genoten.
Daarentegen zal, Indien men zelf goede
ren vervaardigt en die gebruikt tot het
verrichten van reparatiën voor anderen,
wegens het gebruiken van die goederen
voor dat doel belasting verschuldigd zijn.
Ten overvloede zij opgemerkt, dat bij ver
huring van goederen ingevolge de nieuw
voorgestelde wetsbepaling de belasting niet
wordt geheven ter zake van de afglifte in
gevolge de huurovereenkomst,, in welk ge
val het voor de hand zou liggen de belas
ting te berekenen over den huurprijs en
bij een herhaalde verhuring van dezelfde
goederen, In beginsel, telkens weder op
nieuw belasting te heffen. Ingevolge de
voorgestelde bepaling zal echter de belas
ting worden geheven ter zake van het door
den fabrikant voor eigen gebruik, anders
dan als grond- of hulpstof. immers ten
einde door hem te worden verhuurd be
schikken over de goederen, hetgeen mede
brengt. dat slechts eenmaal belastinghef
fing zal kunnen plaats hebben en wel,
blijkens het nieuw voorgestelde artikel
7 bis, eerste lid, over de verkoopwaarde der
goederen.
Verkoopmaatschappijen.
Ten einde het bezwaar van het ontgaan
van belasting door de oprichting van af
zonderlijke verkoopmaatschappijen op te
heffen, is in een artikel 4 bis het bedrijf
van een handelaar, dat ten opzichte van
het bedrijf van den fabrikant of van de
bedrijven van de fabrikanten, van wie de
handelaar zijn goederen, middellijk of on
middellijk in hoofdzaak betrekt, niet als
onafhankelijk en wezenlijk zelfstandig
kan worden beschouwd, voor de toepassing
van de wet en de daarop gegronde bepa
lingen tot fabrikant gestempeld.
In verband met de in het tweede lid
van genoemd artikel 4 bis vervatte bepa
ling, ingevolge welke verkoopmaatschap
pijen de aan haar in die qualiteit gelever
de goederen in ieder geval inslaan met
vrijstelling van omzetbelasting, is aldus
belastingheffing over de dcor bedoelde ver-
koopmaatschaopijen gedane leveringen en
naar de door deze bedongen of onder nor
eer overgaat. De gestelde eisch van eigen, male omstandigheden te bedingen prijzen
domsovergang brengt mede dat bii opleve- verzekerd,
Bijzonder invoerrecht.
Het uitgangspunt om de omzetbelasting
te heffen van de door den fabrikant werke
lijk bedongen verkoopprijzen, nu eens
eerstehandsprijzen, dan weer groot- of
kleinhandelsprijzen, geeft een aanknoo-
pingspunt voor de verklaring van de in
artikel XII van het ontwerp vervatte wijzi
ging. welke in hoofdzaak strekt om den
binnenlandschen fabrikant voor de heffing
van de belasting niet te doen achterstaan
bij den buitenlandschen producent.
Terwijl de binnenlandsche fabrikant in
vele gevallen niet zal kunnen bereiken, dat
de omzetbelasting van zijn producten
wordt berekend over eerstehandsprijzen,
kan de importeur wel zorg dragen, dat het
bijzonder invoerrecht over ingevoerde goe
deren wordt geheven naar de eerstehands
prijzen der goederen.
Vrijstelling.
De bevoordeeling van den buiten
landschen producent, kan niet gehand
haafd blijven, in verband waarmede
wordt voorgesteld voortaan voor de
berekening van het bijzonder invoer
recht den thans geldenden maatstaf
van heffing met een vierde te ver
hoogen.
De in artikel 21, laatste lid, der wet op
genomen mogelijkheid om aan handelaren,
die bijkomstig fabrikant zijn, vrijstelling
van omzetbelasting te verleenen wegens de
aan particulieren afgeleverde goederen,
heeft in de practijk tot verschillende moei
lijkheden aanleiding gegeven.
De bezwaren wegen zoo zwaar, dat een
voorziening moet worden getroffen in dien
zin, dat de vrijstelling komt te vervallen.
Daarbij komt, dat voor nader aan te
wijzen gToepen kleinfabrikanten een
oplossing zal kunnen worden gevonden
door vaststelling van bijzondere rege
lingen overeenkomstig artikel 22 bis der
wet in dien zin dat zij zullen betalen
een vast, met hun omzet verband hou
dend, bedrag aan belasting per jaar.
Ten slotte zal hier bij voortduring
groote tegemoetkomendheid bij het
vervullen van de formaliteiten moeten
worden betracht.
Nieuwe wijze van heffing.
De minister is te rade geworden om,
met behoud op den bestaanden voet van
heffing van de belasting door middel van
zegeiing van facturen, de aanslagregeling
te vervangen door een andere wijze van
heffing. Deze nieuwe wijze van heffing is
vervat in de onder artikel VI voorgestelde
nieuwe lezing van artikel 11 der wet.
Dit artikel verplicht, voor gevallen
waarin tot dusverre een aanslag werd
opgelegd, den fabrikant de belasting te
voldoen door middel van plakzegels, ter
waarde van de belasting, welke hij
hecht aan een formulier, dat binnen
veertien dagen na afloop van het tijd
vak, waarover de belasting wordt vol
daan in den regel een kalender
kwartaal moet worden ingeleverd bij
den inspecteur der accijnzen binnen
wiens ambtskring hij gevestigd is of bij
een door den minister aangewezen
ambtenaar (b.v. ontvanger der accijn
zen).
Een aanslag behoeft dan aan den fabri
kant niet te worden opgelegd. Uiteraard
is wel noodig, dat de inspecteur controle
uitoefent op de juistheid van het op het
formulier voldane bedrag aan belasting,
waartoe dan ook de fabrikant op het for
mulier de noodige gegevens verstrekt.
Blijkt den inspecteur, dat niet. niet vol
ledig of niet tijdig de verschuldigde belas
ting is voldaan, dan kan hij ingevolge arti
kel 12 (nieuw) den belastingschuldige een
aanslag opleggen.
Bijzondere regelingen.
Ten einde tegemoet te komen aan bij
zondere bezwaren, zijn niet lang na de in
voering van de wet voor sommige takken
van bedrijf als slagers-, bakkers-, café-
en restaurantbedrijven op verzoek van
belanghebbenden bijzondere regelingen ge
troffen, waarbij belasting op een meer
eenvoudige wijze wordt vastgesteld. Bij die
berekeningen zijn veelal de teruggaven,
waarop ingevolge de wet aanspraak zou
kunnen worden gemaakt, reeds dadelijk
verwerkt. Deze bijzondere regelingen blij
ven gehandhaafd en worden zoo noodig
nog uitgebreid, doch het schijnt den mi
nister noodig er een wettelijken grondslag
aan te geven.
Verhaal op consumenten.
Bij herhaling hebben den minister uit
het bedrijfsleven klachten bereikt, dat het
verhaal van omzetbelasting op de verbrui
kers in vele gevallen wordt bemoeilijkt,
doordat bepaalde fabrikanten en handela
ren in hun aankondigingen en aanbiedin-
ge ten verkoop te kennen geven de omzet
belasting niet in rekening te brengen.
Zoodanige handelwijze is in strijd met den
geest van de wet. welker bepalingen erop
zijn gericht te bevorderen, dat de ver
schuldigde belasting wel op den consu
ment zal worden verhaald. Daarbij komt,
dat zoodanige aankondigingen en aanbie
dingen niet zelden misleidend zijn, aange
zien het niet afzonderlijk in rekening
brengen van de omzetbelasting niet uit
sluit, dat zij in den prijs van de goederen
is verwerkt en mitsdien in wezen wel wordt
verhaald.
Onder die omstandigheden is de minis
ter van oordeel, dat er in het kader van
deze wet plaats is voor een bepaling, welke
de strekking heeft te voorkomen, dat al
of niet juiste aankondigingen omtrent het,
in strijd met de strekking van de wet, niet
verhalen van de omzetbelasting worden
gebezigd als een welkom reclamemiddel in
den concurrentiestrijd.
In dien gedachtengang wordt in het
nieuw voorgestelde artikel 31bis met
geldboete strafbaar gesteld de fabri
kant of handelaar, die aan belasting
onderworpen goederen ten verkoop
aankondigt of schriftelijk ten verkoop
aanbiedt op een wijze, geschikt om bij
liet publiek of bij dengene tot wien de
aankondiging of het aanbod is gericht,
den indruk te vestigen, dat ter zake
Zoo eindigt het sprookje en zoo
is ook Grootmoeder en Grootva
ders levensavond: Gelukkig en
tevreden! Dank zij het verstandige
beleid van grootvader, die direct
bij zijn huwelijk met een levens
verzekering bij Amstleven den
grondslag heeft gelegd voor een
onbezorgden ouden dag.
Eersteen klein bedrag per maand,
dat hij later gaandeweg heeft ver
hoogd. De gemakkelijkste en ze
kerste manier om te sparen, die
hem bovendien steeds de heerlijke
geruststelling heeft gegeven, dat
de toekomst van vrouw en kin
deren bij Amstleven in veilige
handen zou zijn. Ook wanneer
hem iets mocht overkomen....
Duizenden zegenen als hij den
dag, waarop zij hun eerste Amst-
leven-polis hebben afgesloten.
Duizende jonge mannen en vrou
wen herdenken in dankbaarheid
de wijze voorzorg van hun ouders#
die bij hun leven de toekomst hun
ner kinderen hebben veilig gesteld
door een verzekering bij Amstle
ven. Zorgt, dat U zich nooit zult
hoeven te verwijten: had ik dat
ook maar gedaan.
N.V. A'DAMSCHE MIJ. VAN LEVENSVERZEKERING AMSTERDAM
ADJ. INSPECTEUR VOOR LEIDEN EN OMGEVING:
M. F. ENGELBERTS, HAZERSWOUDE - RIJNDIJK.
ZENDT DEZE COUPON INGEVULD AAN /i
AMSTLEVEN, N. SPIEGEISTR. 17, AMSTERDAM /J
Gelieve mij geheel vrijblijvend Uw tarieven: UITGESTELDE MÊ
UJFRENTE en WEDUWE-PENSIOEN (6 en 8)" toe te zenden.
ADRES - LD 9
8216
(Ingez. Med.V
Steunuitkeeringen aan kleine
boeren.
Wijziging der bestaande subsidieregeling.
De minister van sociale zaken heeft aan
de gemeentebesturen een circulaire doen
toekomen, waarin hij herinnert aan een
vorige circulaire, waarbij o.m. werd vast
gelegd dat de vergoedingen aan de onder
groep B vallende grondgebruikers die den
leeftijd van 66 jaar nog niet hadden over
schreden geheel ten laste van de betrok
ken gemeenten zouden komen, die daarin
voor zoover zij daarvoor in aanmerking
kwamen, de gebruikelijke subsidie uit het
werkloosheidssubsidiefonds zouden kunnen
ontvangen.
Bij nadere overweging heeft de minister
echter met instemming van zijn ambt-
genooten van binnenlandsche zaken, van
financiën en van economische zaken, be
sloten, hierin wijziging te brengen en met
betrekking tot de subsidieering der steun
uitkeeringen aan bovenbedoelde b-groep
grondgebruikers de navolgende regeling
vast te stellen.
De gemeentebesturen blijven beiast
met en verantwoordelijk voor de uitbe
taling der steungelden aan de onder
groep B vallende grondgebruikers. Van
de steunuitkeeringen, gedaan aan de
b-boeren onder de 67 jaar, wordt echter
nadat zij vanwege het departement van
sociale zaken zijn onderzocht en accoord
bevonden door het dep. van econo
mische zaken 30"/« aan de betrokken
gemeenten vergoed. De overige 70 pet.
vallen onder de gewone gemeentelijke
uitgaven voor werkverschaffing en
steunverleening, waarin onder de be
kende voorwaarden de gebruikelijke
subsidie uit het werkloosheidssubsidie
fonds kan worden ontvangen.
Deze wijziging der bestaande subsidie
regeling brengt dus o.m. mee, dat ook
gemeenten, die ingevolge de daarvoor
vastgestelde bepalingen en berekeningen
niet voor een gewone bijdrage uit het
werkloosheidssubsidiefonds in aanmerking
komen, en dientengevolge op grond van
de aanvankelijk vastgestelde subsidie
regeling inzake steun aan kleine boeren, in
de steunuitkeeringen. uitbetaald aan de
onder groep b vallende grondgebruikers,
die den leeftijd van 66 jaar nog niet heb
ben overschreden, of geenerlei subsidie
zouden kunnen ontvangen, thans een deel
der aan deze grondgebruikers uit te betalen
steungelden vergoed krijgen, n.l. de 30 pet.
welke het dep. van economische zaken
terzake voor zijn rekening neemt.
DE NIEUWE AARDAPPELEN ZIJN ER!
Tengevolge van het buitengewone weer
in de laatste weken, zijn talrijke voorjaars
producten aan de veilingen vroeger dan
gewoonlijk. Gisteren iWoensdag) werden
reeds aan de (Joop. Fruit- en Groentenvei-
ling te Naaldwijk de eerste nieuwe aard
appelen aangevoerd door de kweekers V.
Kuyvenhoven en C. L. Veenman. Er werd
tot 46 ct. per kg. voor betaald.
van levering of invoer van die goede
ren geheven of te heffen omzetbelas
ting of bijzonder invoerrecht niet, of
niet geheel, te zijnen laste zal worden
gebracht.
De minister is overtuigd, dat de nieuwe
voorzieningen voor vele groepen van het
bedrijfsleven, doch in het bijzonder ten
bate van takken van kleinbedrijf, een be
langrijke verbetering bij den bestaanden
toestand beteekenen.
Overweging van de positie van de gas-
en electriciteitsbedrijven met betrekking
tot de heffing van de omzetbelasting heeft
den minister geen aanleiding gegeven op
dit punt eenige wettelijke voorziening voor
te stellen.
De voorgestelde wijzigingen zullen
een gunstige werking op de opbrengst
van de belasting niet missen. De mi
nister is van meening. dat met een
bate voor 's rijks schatkist van eenige
millioenen guldens mag worden reke
ning gehouden.
GEBOREN:
Bernardus, zn. van Th. Maaskant en M. Devi-
lee Sophia Hendrika Wilhelmina, dr. van S.
Springer en H. Steenvoorden Ella, dr. van j.
v. Rhijn en M. Brongers Maria Johanna
Adriana, dr. van C. J. L. Coster en C. A. Reich-
wein Arie Hendrik, zn. van A. P. Langeveld
en A. L. Verhoef Johannes Petrus Christiaan
zn. van J. l'Amie en C. H. M. v. Zeijl Paulus
Cornelis, zn. van P. C. Slootweg en P. Bek
Theo, zn. van Th. H Polman en T. Wesselink
Cornelis. zn. van A. Keijzer en T. Spiering
Margaretha, dr. van H. Fakkel en J. Doove
Jacobus, zn. van J. Sjardijn en G. M. Hansen
Martinus Jacobus Jozef. zn. van J. G. v. a.
Born en J. M. v. Vliet Jozephine Maria Cor
nelia. dr. van J. Brasker en M. Tetteroo Ge-
rardus Jacobus, zn. van G. C. Perreyn en M. j.
v. d. Voort Maria Anna. dr. van Th. C. j.
den Hollander en M. A. Zoet Geertruida
Maria Anna, dr. van Th. C. J. den Hollander
en M. A. Zoet.
ONDERTROUWD
A. Zandvliet. jm.t 24 j. en J. D. M. Teger. Jd.
27 j.
GEHUWD:
D. Bodijn, jm. en M. Serlier, jd. A. Diers-
man, jm. en C. de Roode. jd. W. v. Es. jm.
en W. C. Swanenburg. jd. B. M. v. d. Walle,
jm en M. Tuurenhout, jd.
OVERLEDEN.
B. Bertram, vr.. 82 j. A. v. Wijngaarden, dr.,
12 j. H. E. de Vries, zn., 9 j. J. C. v. Rosse
Meijer, wede.. 74 j. W. C. ZirkzeeDei-
meer, wede. 68 j.
A. O. te L. Protesten over verhooging van
entréegelden kunnen wij niet publiceeren. U
dient zich te wenden tot het bestuur van be
doelde vereeniging.