De schutsluizen te Vreeswijk - VoorNed. elftal-Crystal Palace 79 sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Het Groote Avontuur DE ENGELSCHE MINISTER VAN OORLOG, MR. HORE BELISHA, be zocht dezer dagen een der trainingsruimten van de Londensche vrijwilligers, waar twee avonden per week door hen geoefend wordt. Een foto van den minis ter bij een gemeentchappeiijken dronk met de jongens'" TWEE INDISCHE ANTILOPEN in den Dierentuin van Edinburg. Met enorme sprongen rennen de dieren door hun groote kooi. DE VOETBALWEDSTRIJD tusschen het voorloopig Nederl. elftal en de Engelsche derde divisie-club Crystal Palace te Rot terdam gespeeld. Een der Ned. spelers bekneld" tusschen twee Engelschen. Nederland won met 32. HET BOMBARDEMENT VAN BARCELONA. Onze toto toont de uitwerking van slechts één bom,de grootste tot nog toe in den burgeroorlog gebruikt, welke een dezer dagen uit een vliegtuig van Franco werd geworpen en naast de groote verwoesting, die hij aanrichtte, tientallen menschen doodde. IN VERBAND MET DE PREMIèRE - van de film ,,De stervende Zwaan" vertoeft de danseur Serge Lifar thans in Amsterdam. Bij de zwanen in het Vondelpark. DE NIEUWE SCHUTSLUIZEN TE VREESWIJK VOOR HET SCHEEPVAARTVERKEER OPENGESTELD. DE RESTAURATIE VAN HET OUDE KASTEEL RAD BOUT TE MEDEMBLIK De gedeeltelijke heropbouw van een der groote hoektorens, waarvan de fundamenten nog aanwezig waren DE BEIDE SLUIZEN NA DE OPENSTELLING. Eoman uit de Tropen door FRANS DEMERS. 45) Mijn boy zou me vergezellen. Het is een reus van een kerel. U kent hem trouwens, want hij heeft u verpleegd. Hij bracht ge durende weken en weken alles In gereed heid beneden de eerste groote watervallen. Om dien heeren den lust te benemen na sporingen te doen lieten we een prauw ln den afgrond duiken, en daarna begon de groote zwerftocht om hier te eindigen. Maar hier waren toch menschen, merkte Riefenberg op. U sprak toch van vlsschers? Waar bevinden we ons dan? Helaas, zuchtte Ada Iljen, ik heb er niet het minste vermoeden van, maar in ieder geval zitten we hier nog oneindig ver van de beschaafde wereld. Ik vrees, dat wij beiden op een dwaalspoor zijn geraakt door een zijstroom te volgen. Wat er ook van zij, het is mij vreemd vergaan in dit ge bied. De bevolking, die ik hier heb aange troffen, wist niet wat een blanke was voor mijn komst en toen ik met haar kennis maakte, heb Ik een oogenblik gevaar ge- loopen vermoord te worden, want de man nen schoten met vergiftigde pijlen. Toen heeft mijn boy Fwelce het geweer genomen en een van de strijdlustige kerels neerge schoten. De uitwerking van dit schot was ongeloofelijk. De bende was met ontzetting geslagen en gedurende versoheidene dagen was elke toenadering onmogelijk. Toen is Fweloe gaan onderhandelen. Hij wist nog uit zijn jeugdjaren hoe de blanken uit zijn gebied aanvankelijk werden beschouwd als bovennatuurlijke wezens. In mijn prauw had ik bij de ontvluchting allerlei zaken geborgen, die ik meende noodig te zullen hebben. De vlam van een lucifer bijvoor beeld, was voor die menschen iets wonder baars. Al wat ik kon om hen te overbluf fen, heb ik gedaan, en zij zijn mij gaan be schouwen als een soort godheid. Dus speelt u hier de rol van een regee- rende koningin? vroeg Riefenberg. Zoo Iets, glimlachte Ada, en geloof mij, dat mijn taak soms zeer zwaar is bij die wilden. En uw komst bemoeilijkt ten zeerste den toestand. Op dit oogenblik verscheen in de deur opening een groote neger met een lans ln de hand. De tooneelspeelster stond dadelijk op. Het is bijna volle maan, zei ze, de heeren stamhoofden beraadslagen en zou den me graag in hun midden willen zien. Zij wenschen een dezer dagen over uw lot te beslissen. Ik hoop, dat Hare Majesteit mij zal besehermen, fluisterde de journalist. Hare Majesteit knikte genadevol. Ik zal mijn best doen, maar alle gek heid ter zijde gelaten, moet ik u toch waarschuwen, dat enkele stamhoofden u graag levend zouden wenschen te villen. Ik behoor toch ook tot uw ras? Jawel, maar ik ben hier aangekomen, regeerend over bliksem en donder. Dat begrijp lk minder goed. Miin geweer. Het bliksemde eerst, toen donderde her, en daarop viel een neger -norsdcod. Da' maakt Indruk, waarde heer Riefenber" Terwijl gij bij uw aankomst een hulpeloos ding waart. Dat ook heeft indruk gemaakt, maar in tegenovergestel- den zin. Terwijl Ada afscheid nam en Riefenberg de hand drukte, keek zij hem schalks aan. Ik wacht nog maar alleen op uw vol ledig herstel om u voor den stamraad te doen verschijnen, waar over uw lot zal wor den beslist. Nog lang lag Riefenberg dien nacht wak ker. Hij hoorde in de verte eentonig tam- tam-geroffel en kon maar niet wijs wor den uit de woorden van Ada Iljen. Hij had den indruk, dat zij dit verhaal over de in landers had verzonnen. IN HET GEBIED VAN DE GEESTEN. Nog een paar dagen bleef Riefenberg in de kleine hut liggen en toen voelde hij zich heelemaal hersteld. Ada Iljen had hem ge vraagd voorloopig niet buiten te komen. Hij had er zich dan ook toe bepaald af en toe het hoofd in de deuropening te steken en dan zag hij, dat de hut tegen de flanken van een hoogen bergwand stond en hoe in de verte ontelbare strooien daken getuig den van een belangrijke inlandsche neder zetting. Eens op een avond eindelijk vroeg de tooneelspeelster hem even zijn kleine ge vangenis te verlaten. Hij ontdekte dadelijk den vuurgloed van de vuurspuwende ber gen. De krater scheen op den hoogsten top te liggen. Morgennacht, sprak Ada Iljen. en zij wees naar den krater, heeft de stamverga- derlng plaats in de sohaduw van dien vuurgloed. Daarbij moet u aanwezig zijn. Ieder land heeft zijn trant, lachte Riefenberg, maar mc dunkt, dat een heele klimpartij die vergadering zal voorafgaan. Spot niet, die menschen meenen het doodernstig. De plek. waar het vuur in de kraters loeit, is voor hen geheiligd. Het wordt onderhouden door de geesten van de afgestorvenen en als die het in hun onstoffelijk hoofd willen halen de ver schroeiende lava tot hier te slingeren, kunnen zij dat. Het komt er dus voor alles op aan in goede verstandhouding te leven met de geestenwereld. Wat nu uw geval betreft, het is ingewikkelder dan 'ge kunt veronderstellen. Het toeval wil, dat onge veer op het oogenblik van uw eigenaardige aankomst met de prauw, een kindje van een voornaam inlander is overleden. Een van de priesters werd geraadpleegd en diens onderzoek heeft uitgewezen, dat dit sterfgeval aan u is te wijten. Uitvoerig vertelde zij daarop, welke haar verhouding was tot de inlandsche pries ters. Deze zagen natuurlijk met leede oogen hoe zij haar gezag had weten te vestigen, dank zij de raadgevingen van haar boy. Het stond dan ook vast. dat het eenmaal tot een openlijken strijd zou komen tus schen haar en deze waardlgheidsbeklee- ders. Tot laat in den avond zaten Ada Iljen en Riefenberg hun geval te bespreken. Den volgenden morgen, nog voor zons opgang, gingen zij op weg met enkele sla ven. Niet ver van Riefenberg's hut strek te zich een groote lavavlakte uit. Daar had zich een wonderbare plantengroei ontwik keld tusschen rotsspleten en kloven. Dan ging de weg de hoogte in langs een be- ooschte rotsmassa en spoedig werd het voor Riefenberg een eigenaardige tocht. Het pad slingerde zich steil de hoogte in en zwoegend, zich vasthoudend aan boom wortels en lavablokken, geraakten zij bo ven. Zij glipten op bemoste rotsen, kwa men terecht in ravijnen. Eindelijk bleven zij even liggen uilrus- ten. Zij bevonden zich nu in een wonder wereld: vreemde slingerplanten daalden van de boomtakken, die bedekt waren met een dikke vacht mos. Op den grond was het een warreling van varens en vreemde planten. Tusschen het mos bloeiden de wonderbaarste bloemen. Het zonnelicht bleef gevangen in de dichte kruinen van de boomen en daaronder heerschte een matte, wazige klaarte. Het landschap deed Riefenberg denken aan een onderzeesche dierenwereld. Ada drong tusschen de va rens en tusschen de wieren en mossen wist zij bedwelmende orchideeën te ontdekken. Koel en koninklijk bloeiden zij. verborgen achter het gordijn van dichte slingerplan ten, verankerd in het zachte, doffe mos. Ada kwam naast Riefenberg zitten met haar schoot vol bloemen. Hij lag achter over uit te rusten en keek naar haar, zon der dat zij het vermoedde. Het was hem een raadsel hoe deze mondaine vrouw er in geslaagd was. zich bij het natuurleven van de wildernis aan te passen. Sedert hij haar had leeren kennen, betrapte hij haar nog nooit op iets. dat zou kunnen zwee- men naar gekunsteldheid. Hij had haar in het kleine huisje van de geheime neder zetting gezien als een overbeschaafd we zentje. dat zich ongetwijfeld had bezig ge houden met duizend gevoelentjes en ge waarwordingen en dat leefde voor opschik en visites. Hier vond hij nu een vrouw, zooals hij er nog nooit een had ontmoet in zijn kringen: eenvoudig, zonder pose en moedig als een man. Juist op het oogen blik, dat hij haar dat wilde zeggen, sprong Ada Iljen overeind, zette de hand aan den mond en riep haar negers, die verderop lagen uit te rusten. Haar japon was ge scheurd en op haar bloote been zag Rie- lenberg een bloedige schram. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5