Livingstone, de groote ontdekkingsreiziger LEID5CH DAGBLAD - Vierde Biad Vrijdag IS Maar! (938 D LEED 3 JAAR AAN RHEUMATIEK KLOOSTERBALSEM JÉÉséil-"JÉèsÉtë VRAGENRUBRIEK DAGBLADRECLAME KOK ZICH NIET BEWE6SN AKKERS ORIOINEEL TER INZAQE DICKIE DONS EN DE TOOVERVISCII Morgen is het 135 jaar geleden dat hij in het dorpje Blantyre het levenslicht aanschouwde.... onder zijn wagen: het kind was gevlucht I om niet in handen der slavenhalers te val len. De blanke man troostte het schreiende meisje en stilde haar honger en dorst. Voor hem werd dit kind het zinnebeeld van een Afrika, dat smeekte om verlossing uit zijn slavenketenen Na een kort verblijf te Mabotsa vinden wij hem in 1843 met zijn jonge vrouw te Tsjohoeane. waar Livingstone nieuwe ver kenningsreizen deed. onderricht gaf en werkzaam was als prediker, arts. tapijt wever, schoenmaker, hersteller van buksen en ossewagens. en als natuuronderzoeker. Zoo bestudeerde hij o.a. de giftige tsetse- vlieg en de door den steek van dit insect veroorzaakte ziekte bij menschen, paarden en ossen. Gebrek aan drinkwater noopte Living stone nog zeventig kilometer dieper de wil dernis in te trekken, naar Kolobeng, waar hij voor de derde maal een eigen huls bouwde en dit nog wel ondanks een ern stige verwonding aan den linkerschouder, die reeds dateerde van Mabotsa, waar een leeuw hem had overvallen.Hier te Kolo beng, zou Livingstone met zijn gezin de vijf gelukkigste jaren van zijn leven door brengen. De streek zag er verlaten uit: men leefde hier aan den rand van de groote Kalahari- woestijn en reeds op twee dagreizen afstand begon een gebied, dat nooit tevoren door blanken was betreden. Slechts enkele Boes mans jaagden hier met pijl en boog op struisvogels, rhinocerossen. leeuwen en een eenzamen, verdwaalden olifant Toen echter na enkele jaren ernstige ge schillen rezen tusschen Livingstone en de Transvaalsche Boeren (die zonder grond vreesden, dat hun jonge republiek van Ko lobeng uit zou worden overvallen), besloot Livingstone opnieuw te vertrekken. Zijn plan werd verhaast door de groote droogte van 1849, toen de zwarten vergeefs naar water groeven en geroosterde sprinkhanen hun eenlg voedsel waren. Onbarmhartig brandde de zon over het hongerend en dor stend land. Op zekeren morgen verscheen hier een bode namens den hoofdman Letsjoletebe, „die veel ivoor had" en ver weg ln het Noord-Westen woonde, aan het geheimzin nig groot zoetwatermeer, dat Ngami heette en dat nog nooit door ,,'n wltmens" gezien was. Reeds in Koeroeman had Livingstone den naam van dit meer gehoord en op een zijner tochten was hij het tot op tien dag- raizen genaderd, toen runderpest onder zijn trekossen hem tot den terugkeer had ge dwongen. Ditmaal zou hij het doel bereiken. Den eersten Juni begon de trek naar de onbekende verten door een smachtend dorstland, waar pad noch spoor te vinden was en men slechts hier en daar half uit gedroogde poelen aantrof met voetzool- indrukken van rhinocerossen ln het oever- slljkEindelijk, na meer dan twee maanden aanschouwde Livingstone het Ngami-meer, waar het wemelde van nijl paarden. Nu eenmaal het „verre water" gevonden was, spoedde hij zich terug naar Kolobeng, om ook zijn gezin daar vandaan te halen. Gedurende eenigen tijd genoten de Livingstones in de streek van Lltjantl de gastvrijheid van het Makololo-hoofd Sebi- toeane. die zich tot op zijn sterfbed een goed vriend betoonde. Slechts één grief had Livingstone tegen de Makololo's, zij dreven slavenhandel. Hun afgesloten wereld lag tusschen twee oceanen, den Indlschen en den Atlantlschen, doch zelf hadden zij hier van nooit gehoord. Livingstone beschouwde het nu als zijn plicht, een weg naar deze beide zeeën te vinden. Vrouw en kinderen konden hem hierbij niet vergezellen; zij zouden naar Europa gaan. Livingstone bracht hen tot Kaapstad. Op zijn terugreis naar Makololo-land vond hij van Kolobeng slechts zwartgeblakerde ruïnen; in den strijd tusschen de Trans- valers en de hier wonende grensstammen was het plaatsje in vlammen opgegaan! In 1853 vinden wij Livingstone aan den bovenloop van de Zambesi; door onont dekte gebieden trekt hij Noordwaarts, ver gezeld van Sekeletoe, Sebltoeane's zoon en diens Makololo-krijgers. Tijdens de onder handelingen tusschen zijn zwarten vriend en een naburig stamhoofd werd Livingstone getuige van een verschrikkelijk tafereel. Onder de besprekingen gaf Sekeletoe zijn krijgslieden een teeken en onverhoeds hieuwen dezen den vijandelijken hoofd man en zijn gevolg neer. De lijken werden in stukken gehakt en den krokodillen ln de Zambesi toegewoipen. Verontwaardigd verliet Livingstone het terrein van dit bloe dig verraad en reisde met slechts weinig getrouwe Makololo's verder door koorts- verwekkende oerwouden, moerassen en ge zwollen rivieren. Soms werd het zonlicht door wolken muskieten verduisterd en naar mate men dieper in Angola doordrong stuitten de reizigers steeds vaker op sla- venstoetenNa een half Jaar dcemde Loanda op, aan de Atlantische kust! En nog was Livingstone nauwelijks uitgerust, toen hij besloot, weer op weg te gaan. thans naar den Indischen Oceaan, met het doel de Zambesi (waarvan alleen de be nedenloop bekend was) geheel in kaart te brengen. Op deze reis ontdekte hij, ln 1855, een waterval, machtiger en indrukwekken der dan de Niagara; hij gaf dien den naam van Engeland's koningin Victoria Kerstmis '56 ls hij, na een zestienjarig verblijf ln Afrika, weer in het vaderland hereenlgd met de zijnen. Bij alle loftuitin gen ontbrak ook de crltiek niet; het Zen dingsgenootschap vond, dat hij teveel als geograaf had gearbeid en zich beter tot zijn missietaak had kunnen bepalen. Li vingstone beoogde echter met zijn ontdek kingsreizen den slavenhandel in Afrika te doen verdwijnen De Britsche regeering be sluit thans Livingstone met een offlcleele opdracht naar Afrlktute zenden. Vergezeld van zijn vrouw en een zijner broeders ver- 1 David Livingstone. Niet ver van Glasgow ligt het dorpje Blantyre, waar vóór honderd-vijfentwintig jaar. den 19en Maart 1813, in een nederig arbeidersgezin David Livingstone geboren werd. Op zekeren donkeren winternacht in het jaar 1827, toen alles in de kleine woning sliep, was daar één zwak verlicht venster tje, waarachter een kaars brandde; bij dit flakkerend, goudgeel schijnsel zat een veertienjarige knaap te lezen met bran dende oogen en hoogroode wangen. Het was diep in den nacht; er was niets dat den jeugdigen lezer stoordeVóór hem lag een atlas, opengeslagen bij de kaart van Afrika. Zijn vinger gleed langs de bochten van den Nijl; hier bloeide eenmaal, meer dan vijfduizend jaar geleden, toen in Euro pa's wouden en steppen de holenmensch nog in het steentijdperk leefde, de eerste beschaving van pharaonen en pyramide- bouwers Afrika het donkere wereld deel, waar het dichte groene oerwoud de stille getuige was van huiveringwekkende verschrikkingen, van menschen) acht en slavenstoeten met rinkelende ketens, pols en enkel-ijzers. Zwarte mannen, vrouwen en kinderen werden er uit hun in brand gestoken dorpen gejaagd en als vee bijeen gedreven door de Arabieren met hun nijl- paardleeren zweepen; Arabieren, die straks hun buit voor tienduizenden goede zilver realen zouden verkoopen.Waren zij schuldig, schuldiger nog waren de blanke Christenen aan dezen bloedhandel in zielen, den schandelijksten en wreedsten, waarvan de geschiedenis weet. Hun consciëntie plachten zij te sussen met het bekende beroep op den oud-Testamentischen vloek, over Cham en diens zwarte nakomeling schap uitgesproken En ofschoon in 1808 de Britsche wetgever deze verfoeilijke negotie op straffe des doods had verboden (welk voorbeeld sinds dien door verscheidene andere Europeesche staten werd gevolgd), heimelijk bleef de jacht op „het zwarte ivoor'1 in Afrika's duister binnenland voortgaan. Was dit gru welijk euvel dan onuitroeibaar? Het scheen WPlhftfLSt 7.00 Immers dit Afrika, waar eertijds de an tieke beschaving haar aanvang nam, was ln het begin der negentiende eeuw na Chris tus nog voor meer dan zeven achtsten on bekend gebied, nimmer door een blanke be treden en op de kaart deels wit gelaten, deels gestoffeerd met fantastische rivieren, meren en gebergten „Millioenen", overlegt de jongen, „leven daar in slavernij en heldendom, in geloof aan waarzeggers, toovenaars en regen makers millioenen, die nooit den naam van Jezus hebben gehoord En eensklaps bij dit nachtelijk kaarslicht op zijn zolderkamertje rijpt in den knaap het besluit voor zijn toekomst, zendeling arts zal hij worden en naar Afrika gaan! Morgen moet hij weer naar de spinnerij, waar het zwoegen van acht uur 's ochtends tot tien uur ln den avond duurt, waar hij al sinds zijn tiende jaar werkt om de zor gen van het ouderhuis te helpen verlichten (in die dagen was Engeland nog blind voor zijn eigen onmenschelijke kinderslavernij in mijnen en fabrieken). Van het schrale weekloon had de knaap geld voor boeken weten te sparen; voortaan zou hij werken en sparen, vele jaren lang, voor zijn studie aan de Universiteit te GlasgowEn zoo gebeurt het, dat in 1839 een zesentwintig jarige jongeman, voortgekomen uit een eenvoudig werkmansgezin te Blantyre, door het Londensche Zendingsgenootschap wordt uitgezonden naar Kaap de Goede Hoop en voor altoos afscheid neemt van zijn vader. Sla opnieuw den atlas op. Zuid-Afrika! Diep in Betsjoeanaland vindt geKoe roeman, een stip op de kaart. Zeven weken duurt, wanneer er geen wiel breekt en geen waterschaarschte of ziekte onder het vee heerscht. de reis per ossewagen van Kaap stad naar dezen verren post. Te Koeroeman woonde destijds de zende ling Robert Moffat; een van zijn dochter tjes zou vier jaar later de bruid van den jongen zendeling-arts uit Blantyre worden. In vrij korten tijd leert Livingstone hier de talen der inboorlingen; hij maakt vaak verre tochten om zieken te behandelen en de bevolking te leeren kennen. De medicijn mannen en regenmakers, wier bezweringen vruchteloos waren gebleven, hielden hem voor een machtig toovenaar, bezield door geheime krachten; sommigen fluisterden zelfs, dat hij cioodcr. weer lever.d kon ma ken. Zijn zelfopofferend dienen verbaasde de inboorlingen en deed hun vereering slechts toenemen. Op één van zijn eerste reizen vond Livingstone eens een klein zwart meisje, dat zich angstig schuil hield trekt hij in Mei 1858 naar Quillimane in Portugeesch Oost-Afrika. Gedurende dit tweede verblijf in Afrika ontdekt hij o.a. het groot-Nyassa-meer; uit deze streek werden tot nu toe jaarlijks negentienduizend slaven naar Zanzibar ge voerd: duizendtallen bezweken er onderweg. Een groot verlies voor Livingstone was de dood van zijn vrouw, die een trouwe mede strijdster was geweest. Haar lichaam werd onder "n grooten baobab-boom begTaven... In 1866, na voor het laatst Engeland te hebben weergezien, landde Livingstone op nieuw op Afrikaanschen bodem. Wederom doorkruiste hij Nyassa-land; in April 1867 bereikte hij het tot nu toe onbekende Tan- ganjika-meer, een half jaar later de Loea- laba. die hij voor den bovenloop van den Nijl hield. In 1868 volgde de ontdekking van het Bangweolo-meer, dat in een moe rassig koortsland lag. in een streek rijk aan ivoor en slaven. Uitgeput en daaren boven bestolen door onbetrouwbare gidsen, bereikte hij eindelijk Oedzjidzji, waar hij velschillende maanden uitrustte, alvorens met zijn getrouwe bedienden Soesi en Tsjoema een tweeden tocht naar de Loea- laba te ondernemen, een moeizame trek door dichte, koorts-verwekkende oer- bosschen. Op de slavenmarkt te Njangwe was hij er getuige van, hoe de handelaars in „zwart ivoormet kanonnen op een vreedzame menigte vuurden, waarbij hon derden den dood vonden Terug in Oedzjidzji voelde Livingstone zich diep rampzalig, toen een redder in den nood verscheen. Henry Morton Stanley, die door Gordon Bennet naar Afrika was ge zonden om Livingstone te vinden, van wien de wereld sinds jaren niets meer had ge hoord. zoodat sommigen hem reeds dood waanden. Na een avontuurlijke reis vol gevaren ontmoetten de twee blanken hier elkaar. Stanley zag een oud man, in een versleten consuls-uniform. „Doctor Living stone?'' „Ja", antwoordde de grijze ontdek kingsreiziger. „Goddank, doctor, dat het mij vergund is, U te ontmoeten". „Ook ik dank God", gaf Livingstone ontroerd ten ant woord. Gedurende enkele maanden bereisden zij samen het Tanganjika-gebied, totdat Stan ley op 25 Augustus 1872 afscheid van Li vingstone nam. om naar Engeland terug te gaan en de wereld te doen weten, dat de doodgewaande nog in leven was. Weinig kon hij nochtans vermoeden, dat Livingstone's dagen geteld waren. Door het land van Kazembe was deze opnieuw naar het Bangweolo-meer getrok ken, waar hij het raadsel van de Nijl- bronnen hoopte te ontdekken. Zware re gens stroomden onafgebroken neer en dagenlang marcheerde men door het water van overstroomde landen. Koortsen en dysenterie hadden Livingstone's gestel vol komen gesloopt, toen hij het dorp van Tsji- tambo bereikte Om vier uur in den morgen van 1 Mei 1873 riep de knaap Mai- vara de andere bedienden van Livingstone, om diens hut binnen te gaan. Zij vonden hun meester geknield naast zijn bed, met gevouwen handen. Dit schouwspel was hun niet vreemd, doch toen een der dienaren hem aanraakte bemerkte hij dat Living stone dood was.... Met de dragers van Stanley brachten de trouwe Soesi en Tsjoema het lijk van hun meester naar Zanzibar over en volbrachten hiermede een heldendaad van grootschen eenvoud. Livingstone's graf vindt men ln de Westminster Abbey; zijn epltaaph ver meldt, dat hij dertig jaar van zijn leven offerde in onvermoeiden arbeid aan de verbreiding van het evangelie onder de In boorlingen, aan de navorsching naar niet ontdekte geheimen en aan de uitroeiing van den verderfelijken slavenhandel in Midden-Afrlka". Nog heden leeft ln dit werelddeel de her innering aan „het Witte Hart", „den Helper der Menschen", zooals de zwarten Living stone noemden. Zij zijn dankbaar en ver heugd, dat althans het hart van dezen edelen, zelfverloochenenden mensch ln Afrika's roode aarde rust, onder een boom in het dorp Tsjitambo. VERAX. (Nadruk verboden). E. T. te L. - Dat kunnen wij U niet aan raden. Of alleen vruchtenwijn öf alleen bran dewijn gebruiken. T. H. te L. - Is U voor dag on nacht, dan kunt U of 's avonds of volgenden morgen ver trekken. bij alleen dagdienst na beëindiging daarvan. Halcyon Lyn STAD ARNHEM. 17 Maart van Ergastarla te R'dam ROZENBURG. 16 Maart van Cagliari naar Port Vesme STAD MAASSLUIS. 15 Maart van Narvik naar Rotterdam/Vlaardingen STAD ZAANDAM, 15 Maart van Caglairi te Porto Vesme. Mij Oceaan ALCINOUS, 16 Maart van Amsterdam te Batavia MELAMPUS, 15 Maart van Padang naar A'dam. Ilollund-O. Azië Lijn ZUIDERKERK. uitreis 16 Maart te Hongkong. Holland-Afrika Lijn BOSCHFONTEIN, uit reis. 16 Maart n.m. 8 uur te Kaapstad; ver trekt 18 Maart n.m. 5 uur. Silver-Java-Paclflc Lijn TJ IK AN Dl, 17 Mrt, van New Orleans te Kaapstad. MODJOKERTO, 17 Maart van Macassar naar Pacific Kust SALAWATI, 16 Maart van Pacific Kust te Durban BENGKALIS. 16 Maart van Pacific Kust te Bombay, Java-New York Lijn BRASTAGI, 16 Maart van Batavia naar New York. Kon. Ned. Stoomb. Mij. ACHILLES. 17 Mrt. van Candia naar Malta HERCULES, 17 Maart van Thessaloniki naar Izmir BERE NICE. uitreis, pass. 16 Maart 's nachts 12 u. de Azoren ORION, 17 Maart v. Lissabon naar Alexandrië STELLA. 17 Maart van Middl. Zee te A'dam ORESTES, thuisreis 16 Maart n.m. 10 uur van Liverpool BEN- NEKOM. 15 Maart van Corral naar Val paraiso. Kon. Paketv. Mij. BARENTSZ, 16 Maart van Manilla naar Singapore. MAETSUYCKER. 16 Maart van Singapore naar Sydney. Mü. Nederland SOEMBA. uitreis. 17 Maart van Brest POELAU ROEBIAH. 17 Maart van Hamburg naar Bremen POELAU TELLO, uitreis. 17 Maart te Port Said TAWALI, uitreis, 16 Maart van Sabang. Rott. Lloyd KOTA INTEN, thuisreis, 16 Maart van Belawan. Holland-Amerlka HJn ROTTERDAM, toe- riatenreis, arr. 15 Maart te Santos. Diverse Stoomvaartberichten HOOGLAND. 16 Maart van Kopenhagen te Stettin ST. ANNALAND, 16 Maart van IJmuiden te Blyth ZEELAND, 16 Maart van de Tyne naar Hamburg SCHIE, Antwerpen naar Salisbury, pass. 17 Maart Vlissingen GAN GES, sleepboot, R'dam naar Buena Ventura, 15 Maart te Las Palmas MIJDRECHT, 17 Maart van R'dam te Abadan BERKEL. 16 Maart van Bordeaux naar Raumo JONGE JOHANNA. 17 Maart van Dakar te Marseille ST. PHILIPSLAND, 17 Maart van R'dam op de Tyne WESTLAND. 17 Maart van R'dam te Leith ENA. 15 Maart van Cura cao te Malta RAMBON. 14 Maart van Swansea te La Rochelle GENOTA. 16 Mrt. van Curacao te Gibraltar ARTEMIS. 16 Maart van Curacao te Huil ORANJEPOL DER. 16 Maart van R'dam te Londen PARKLAAN. Antwerpen naar Valencia, pass. 16 Maart Dungeness NAALDWIJK, pass. 15 Maart Gibraltar. Londen naar Istanboul VEERHAVEN, pas. 16 Maart Madeira. Ant werpen naar Montlvldeo. e ruggegtaat van elk goed reclame-plan Dank zij KLOOSTERBALSEM kan bij weer wandelen en fietsen ,Hel kwam in eens, maar 3 jaar lang was het of ik die pijn in mijn rug nooit meer kwijt zou raken. Alles was mg teveel. Men zei mg dat ik rheu- matiek had en daarvan wel nooit meer af zou komen. Toen werd ik opmerk zaam gemaakt op Kloosterbalsem, die heerlgk verzachtende zalf en werkelijk, na een behandeling van nog geen 6 weken zijn mijn pijnen verdwenen. Ik heb van niets meer last en beveel daarom iedereen den Kloosterbalsem aan." S. SI. te ff, „Geen goud zoo goed" Onovertroffen bij brand- en snijwontlen Ook ongeëvenaard als wrijfmfddel bjj Rhenmatiek, spit en pjjnljjke spieren Schroefdoos 35 ch Potten: 62'/a eb en f 1.04 7883 (Ingez. Med.) Professor: „Ook wat moois! Het regent dat het giet en ik heb geen parapluie". 18. Diokie Dans en Okkie Bol gingen ln het bootje zitten en stootten het af van den kant; Diokie nam een roeispaan in iedere hand het roeien was zwaar werk en het viel hem nog lang niet mee. maar hij deed het toch, want hij was de oudste van de twee. Okkie vroeg: „zal i'k eens een keertje?" maar Dickie zei nee, en hij roeide de boot naar het midden van het meertje. „Dat heb je goed gedaan!" zei Okkie, terwijl hij heelemaal voor op ging staan „en nu zal ik dien visch nog eens vragen, of hij nu op wil dagen." En Okkie sprak de tooverspreuk weer uit: „Oele, poele, ketel, tuit". VOOR ZATERDAG 19 MAART. Hilversum I, 1875 en 415.5 M. VARA-Uit- zending 10.00—10.20 v.m. en 7.30—8.00 VPRO 8.00 Gramofoonmuziek 10.00 Morgenwij ding 10.20 Voor Arbeiders in de Continube drijven 12.00 Gramofoonmuziek 12.45— I.45 VARA-Orkest 2.00 Lezing 2.15 So- llstenconcert 2.45 Gramofoonmuziek 3.15 Schaakpraatje 3.30 Resluentie-orkest en solist 4.30 Esperanto-uitzending 4.50 Gra mofoonmuziek 5.00 Vervolg concert 5.40 Literaire causerie 6.00 Orgelspel 6.30 Jubi leum-uitzending van de A.J.C. 7.00 Filmland 7.30 Causerie „Bijbelvertalingen" 8.00 Her haling SOS-Berichten 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia 8.15 VARA-Orkest, Esmeralda- Septet en solist 9.15 „En nuOké" 10.30 Berichten ANP 10.40 Cor Steyn's ac cordeonorkest 11.15 Berichten 11.2012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II, 301.5 M. KRO-Uitzending 8.009.15 Gramofoonmuziek 10.00 Hoogmis 11.15 Gramofoonmuziek 12.00 Berichten 12.15 KRO-Orkest (1.001.20 Gramofoonmu ziek) 2.00 Voor de rijpere Jeugd 2.30 Gra mofoonmuziek 3.00 Kinderuur 4.00 KRO- Melodisten en solist (4.45—5.00 Gramofoonmu ziek) 5.30 Esperantonieuws 5.45 De KRO- Nachtegaaltles 6.15 Gramofoonmuziek 6.20 Journalistiek-Weekoverzicht 6.45 Gra mofoonmuziek 7.00 Berichten 7.15 Cause rie „Huishoudelijke schulden en hoe Meneer, Mevrouw en de Rechter daarover denken" 7.35 Actueele aetherflitsen 8.00 Berichten ANP, Mededeelingen 8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting 8.35 Gramofoonmuziek 9.00 KRO-Orkest en Gramofoonplaten 10.00 KRO-Melodisten en solist 10.30 Berich ten ANP 10.40 Internationale sportrevue 10.5512.00 Gramofoonmuziek. Droitwich 1500 M. 11.20 Gramofoonmuziek 12.10 Orgelspel 12.40 Dansmuziek (gr.pl.) 1.20 Luigl Voselli's Hongaarsch orkest en soliste 2.20 Planovoordracbt 2.50 Gramo foonmuziek 3.15 Sportreportage 4.55 Gra mofoonmuziek 5.20 Geraldo en zijn Orkest 6.20 Berichten 6.50 Sportpraatje 7.05 Gramofoonmuziek 7.20 Gedeelte uit „Car men". opera 7.50 Radiojournaal 8.20 Variété-programma 9.20 Berichten 9.40 Amerikaansch nieuws 9.35 Radiotooneel 10.45 Cello en piano 11.20 Ambrose's Band II.50 Orgelspel 12.1012.20 Berichten. Radio-Paris 1648 M. 7.50, 8.55—10.05 en 10.40 Gramofoonmuziek 12.35 Centrelle- Orkest en Zang 3.20 Cellovoordracht 4.05 Zang 6.20 Vioolvoordracht 8.35 Zang 8.50 Radiotooneel 9.30 Variété-programma 10.25 Symphonieconcert 11.201.20 Jo Bouil lon's dansorkest. Keulen 456 M. 5.50 Ed. Prasch en zijn orkest 7.50 Danziger Landesorkest 8.50 Gramofoonmuziek 11.20 Orkest van de Rijks- arbeidsdienst 12.35 Orkest van het Duitsch Nationaal Theater te Osnabrück 3.20 Vroo- lijk trio. Keulsch accordeonkwartet, Omroep orkest en solisten 5.30 Gevarieerd program ma 6.30 Jack Alban's dansorkest 7.20 Dansorkest van de Rijksarbeidsdienst, Militair orkest en solisten 10.20—12.20 Geo Engel en zijn Orkest. Brussel 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gra mofoonmuziek 12.50 en 1.30 Omroeporkest I.50 en 4.05 Gramofoonmuziek 4.20 Conser vatorium-orkest. koor en solisten 6.20 Gra mofoonmuziek 6.35 Transvaalsch program ma 7.20 Omroepsalonorkest 8.20 Speciale SAROV-Uitzending 9.20 Omroeporkest en solist 11.2012.20 Dansmuziek igr.pl.), 484 M. 12.20 Gramofoonmuziek 12.50 en 1.30 Luc Darcy's orkest 1.50—2.20 Gramofoonmu ziek 4.20 Harmonlcasoll 4.45 Gramofoon muziek 5.35 Selectie „Ciboplette". operette 6.35 Gramofoonmuziek 6.50 en 7.10 Piano voordracht 7.35 Gramofoonmuziek 8.20 Omroepsalonorkest en solisten 9.05 Omrocp- symphonie-orkest en soliste (Om 9.35 Repor tage) 10.30 Omroepdansorkest en zang II.20—12.20 Gramofoonmuziek. Deulsehlandsendcr 1571 M. 6.30 Populair programma 7.20 De Humoresk-Melodio's, Robert Gaden's dansorkest, het Omroep-Amu- sementsorkest en solisten 9.20 Berichten 9.50 Solistenconcert 10.05 Berichten 10.20 —12.15 Ferdy Kauffmann's orkest m.m.v. het pianoduo Schmidt-Neuhaus (opn.). GEM, RADIO-DISTRIBUTIEBEDRIJF EN DE R.O.V. RADIO-CENTRALE. Voor Zaterdag 19 Maart. lslc Programma: lederen dag van 8—24 uur: Avro, Vara, enz. 2de Programma: lederen dag van 8—24 uur: Kro, Ncrv, enz. 3e Programma: 8.00 Keulen 9.20 Parijs Fr. 10.05 Radio P.T.T. Nord 10.35 Parijs R. -- 11.20 Keulen 12.20 Brussel VI. 13.35 Keulen 14.20 Brussel VI. 15.20 Keulen Droitwich 18.20 Keulen 20.20 Brussel 21.35 Parijs R. 22.55 Keulen. 4e Programma: 8.00 Brussel VI. 9-20 £ber" sen 10.35 London Reg. - 12.10 Droltwicn 14.20 London Reg. 16.05 Brussel VI. J»:* Droitwich 18.50 London Reg. 19 05 wich r—r 21.40 Weenen 22.50 London Reg. 23.20 Droitwich. Wijzigingen voorbehouden. 2—4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 14