Prins Bernhardopent „Beatrix-hal"- Hitler op den Heldenplatz te Weenen
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
79sfe Jaargang
FEUILLETON
Het Groote Avontuur
Roman uit de Tropen door
FRANS DEMERS.
58)
Soezerig ging hij op een boomstronk zit
ten en deed zijn doorweekte schoenen en
lousen uit. Toen hij in het zand stond met
üoote voeten, dacht hij er aan, dat men
kun had verteld, hoe Kongo was vergeven
hn zandvlooien, die in het levend vleesch
'an de voeten dringen. Hij wipte met groo
te sprongen naar de prauw en liet zijn voe
ten in het warme water bengelen. Maar
aan schoot het hem weer te binnen, dat
'm krokodil het aldus al te gemakkelijk
Iju 'nebben om hem in den stroom te sleu
tel. Zoo zou zijn leven nu een aaneenscru»-
itllng van gevaren worden. Bij iedere oe-
'eging moest hij voortaan denken aan on-
tead. Hij was er zich van bewust, dat zijn
Itntuigen zich bij het vreemde, nieuwe le-
'n moesten aanpassen, dat hij moest lee-
-n bliksemsnel te reageeren. De kleinste
''gissing, de kleinste nalatigheid kon hem
tet leven kosten.
Riefenberg ontkleedde zich, trok zijn
tenige reservebroek, gelukkig een stevige
•'■Ibroek, aan en herstelde op primitieve
■ijze zijn gescheurd hemd.
Vervolgens gebruikte hij zijn laatste korst
brood met een blikje.
In de toekomst zou hij geen brood meer
eten. Over het voedingsvraagstuk maak
te hij zich evenwel geen zorgen. Zijn voor
raad aan ingelegde eetwaar was tamelijk
uitgebreid en daar hij een goed jager en
een handig visscher was, vreesde hij alles
behalve den hongerdood te zullen sterven.
Zijn kostbaarste bezit was het jacht
geweer en nu de avond ging intreden haal
de hij het te voorschijn en stak er 5 nieuwe
patronen in.
Hoe hij dezen nacht in de wildernis zou
doorbrengen wist hij niet. Voor de toe
komst was zijn plan gemaakt: iederen
avond zou hij zorgen voor een groot hout
vuur in welks veiligen lichtkring hij kon
rusten. Dezen eersten naoht evenwel vond
hij het raadzamer geen vuur aan te leg
gen. Hij bevond zich nog te dicht bij de
watervallen en de gloed zou wellicht zijn
aanwezigheid kunnen verraden. Toch vond
hij het verstandig wat droog gras en enkele
takken hout op elkaar te leggen
De komst van den nacht was allesbehalve
idyllisch want zij ging gepaard met een
overval van muskieten, die Riefenberg op
onbarmhartige wijze martelden. Hij liep
met veel lawaai on den oever heen en weer
om de wilde dieren af te schrikken. Spoe
dig zag hij in, dat hij die wandeling niet
den heelen nacht zou kunnen volhouden
en nam hij zijn toevlucht tot de prauw. Hij
verborg zich helemaal onder de deken.
Het Was zijn bedoeling, maar heel even
uit te rusten in liggende houding, maar
geradbraakt als hij was, sliep hij dade
lijk in.
Hij werd wakker door geloei in het water
en het kraken van takken bij den oever.
Hij bleef even roerloos liggen en voelde zijn
prauw dobberen. Voorzichtig verwijderde
h ijde deken en keek over den rand. Hoe
lang had hij geslapen? Hij had er geen
benul van, maar zag tusschen de boomkrui
nen door de maan aan den hemel staan,
terwijl de temperatuur eerder koel was ge
worden. Niet ver van de prauw ontwaarde
hij in het water een logge massa en ver
der, buiten de kreek, hoorde hij het ge
snuif en geproest van nijlpaarden. Het was
hem of de breede, platte muil van het dier,
dat het dichtst bij hem was, naderde. Hij
greep zijn geweer en loste een schot in de
lucht. Dat vond hij verkieslijker dan zich
de woede van een gewond nijlpaard op den
hals te halen. Het verschrikte dier draaide
echter zijn logge lijf om op zulk een on
stuimige wijze, dat de boot begon te
dobberen als een notedop. Gansch de
oever scheen in rep en roer te staan: de
waterbewoners sprongen in den stroom, de
anderen vluchtten het bosch in. Vogels
waren wakker geschrokken en weggevlo
gen. Krassend en kwakend zochten ze ver
derop naar een andere slaapgelegenheid.
Daarmee moest Riefenberg van zijn
prauw afzien. Hij wist wel, dat nijlpaarden
doorgaans vredelievend van aard zijn,
maar in het kamp van Lebon had men hem
verteld dat ze vaak de kleine negerbooten
deden kantelen, waarbij de inzittenden dan
werden Vertrapt. Dus sprong de journalist
op den oever, "leunde op den loop van zijn
geweer en wachtte af. Hij bevond zich nu
buiten het onmiddellijk bereik van kroko
dillen en nijlpaarden, maar de dreigend-
donkere woudmuur achter hem hinderde
hem geweldig. Daar was onophoudelijk ge
kraak van takken en geritsel van bladeren.
Het werkte tenslotte zoo op zijn zenuwen,
dat hij het niet meer kon uithouden. Hij
streek een lucifertje aan en stak zijn klei
nen houtstapel in brand. In den spook-
aehtigen gloed, die even later den oever
verlichtte, ontdekte hij de flikkering van
twee kleine lichtjes: de oogen van een wild
dier, dat hem aanstaarde. Hij mikte tus
schen twee karbonkels. Bij het afgaan van
het schot gingen ze dadelijk uit. Gebrul
weerklonk, daar ergens diep in het woud.
De vlam van het houtvuur begon te ver
flauwen en Riefenberg ging op zoek naar
nieuw voedsel voor den stapel. In vollen
nacht was dat een moeilijk werk en hij
moest het spoedig opgeven. De dag scheen
nog veraf te zijn en hij besloot in een boom
te klauteren. Hij greep zijn deken, een
koord en even later werkte hij zich bij het
laatste flikkerlicht van het houtvuur langs
den knoestigen stam van een ouden boom
naar boven. Hij trok zich op aan lianen en
stompe takken en vond een plaatsje, waar
hij het zich tamelijk gemakkelijk kon ma
ken. na de deken om zich heen te hebben
gewikkeld en zich met het koord aan een
zwaren zijtak te hebben gebonden. Zoo
slieo hij waarachtig in.
Het oorverdoovend geluid van een bende
kleurige papegaaien deed hem ontwaken
op het oovenblik, dat de nacht week uit bet
woud. Hij boog het hoofd naar beneden. De
prauw lag er nog. maar bij het andere uit
einde van den inham ontwaarde hij twee
olifanten, die met hun voorpooten in het
water stonden en rustig aan het drinken
waren. Hij maakte het koord, waarmede hij
was vastgebonden, los en klom hooger den
boom in. Hoe omzichtig hij ook te werk
ging, toch hadden de dieren het verdachte
geluid gehoord. Zij hielden op met drinken
en keerden den kop naar den woudkant.
Riefenberg zag hoe de zeilooren van de
dikhuiden overeind kwamen te staan. Het
kwam er nu op aan die ongewenschte gas
ten zoo spoedig mogelijk op de vlucht te
drijven. Een geweerschot leverde den ge-
wenschten uitslag op: met opgeheven slur
ven en een trompetgeluid uitstootend, ver
dwenen de logge dieren tusschen de hoo
rnen.
Even later zat Riefenberg op den rand
van zijn prauw eenig voedsel te gebruiken.
Zijn gelaat was gezwollen van de ontelbare
muskietenbeten; geen plekje van zijn
lichaam of het deed hem pijn: hij voelde
zich zwaar in zijn hoofd alsof hij een boe
melpartij, die vier en twintig uur geduurd
had, achter den rug had. En toch was hij
gelukkig en opgeruimd. Van dit oogenblik
af beschouwde hij zich vrij en voor Lebon
verloren. Vermoedelijk zou men er in het
geheime kamp nu maar pas aan denken de
achtervolging in te zetten. En zelfs indien
zij het plan opvatten, ook aan dezen kant
van de watervallen een onderzoek te doen,
zou de uitvoering daarvan wel een paar
dagen duren. Dan zou hij al ver zijn.
Hij schikte de dooreen gewoelde lading
van zijn boot en stak van wal om zijn
avontuurlijken tocht voort te zetten.
i Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).
STRENGE CONTROLE AAN DE OOSTENRIJK-
SCHE GRENS. Jeugdige S.A.-mannen contro
leeren do reizigers, die per trein Oostenrijk verlaten,
naar deviezen.
DE BEëEDIGING VAN DE OOSTENRIJKSCHE TROEPEN. - De
Tiroolsche Jagers in het garnizoen te Innsbruck leggen den eed van
trouw af aan den „Führer". Op den voorgrond de oude vaandels
van de vroegere Kaiserjager.
Z. K. H. PRINS BERNHARD
knipt het lint door bij de opening van de nieuwe hal van het Jaarbeurs
gebouw te Utrecht, welke den naam „Beatrix-hal" kreeg.
DE JIELDENPLATZ TE WEENEN
Een overzicht van het stampvolle plein
tijdens de rede van Hitier (Telegra
fisch overgebracht foto)
DE DIJK VAN DEN N. 0. POLDER
EEN ZELDZAAMHEID IN DE SCHAPENWERELD. - Op de hoeve
„Johanna" aan den Vlietweg te Voorburg werd een dezer dagen
een vlbr'.al lammetjes, geboren. De moeder met haar vierling.
HET INFANTERIE-REGIMENT UIT SALZBURG
bij zijn bezoek aan München. De Oostenrijksche soldaten met bloemen
gelooid na hun aankomst in München.
is thans tot op een half uur gaans Urk genaderd. Links en rechts wordt
een wal van keileem gestort en daartusschen zand opgespoten.