VIM Uit den Leidschen Raad LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Dinsdag 15 Maarl 1938 KERK- EK SCHOOLNIEUWJ Een agenda met slechts enkele ,,praat"-punten RECHTZAKEN reinigt I alles DICKIE DONS EN DE TOOVERVISCH y De heer VAN WELZEN dankt het college voor den spoed, waarmede zijn motie is behandeld, zoomede de minderheid in de Cie voor de Lichtfabrieken voor den ont vangen steun. De door B. en W ter afwijzing aange roerde argumenten zijn naar spr. meening op vele punten aanvechtbaar. Zoo onder schrijft spr. geenszins de uitspraak, dat uitermate moeilijk is om door de vaststel ling ran speciale tarieven tan gas en elec_ triciteit voor de minstbedeelden sociale voorzieningen te treffen en dat dit zoo noodig, op andere wijze dient te geschieden. Dat de gemeente daarvoor f 6000 inkom sten zou derven, mag geen reden zijn om zich alleen op grond daarvan tegen spr.'s voorstel te verzetten. De bezwaren, welke door B. en W. tegen de redactie zijner motie naar voren ge bracht, kunnen evenmin steekhoudend worden genoemd. B. en W wijzen de motie af zonder aan het beginsel tegemoet te willen komen Den heer VAN ECK is de strekking der motie in hooge mate sympathiek. Het eer ste argument van B. en W kan spr niet deelen: z.i. heeft de gemeente hier wel degelijk een taak. doch wel erkent spr de moeilijkheid om over betrouwbare cijfers te beschikken. Op grond van practische overwegingen zal spr.. hoewel sympathiek staande tegen over het denkbeeld van den heer v. Weizen, dus het prae-advies van B. en W. volgen. De VOORZITTER bestrijdt tegenover den heer van Weizen, dat het college zijn motie zonder meer afwijst. Laat de voor steller zijn motie dan scherper omlijnd formuleeren. Van een klaarblijken onwil, zooals de heer v. Weizen zeide, is geen sprake. De heer VAN WELZEN blijft vertrouwen stellen ln de mogelijkheid van een regeling, welke méér gaat in de richting van zijn wenschen dan de tegenwoordige. Z. i. is daarvoor in overleg met den Gem. Dienst voor Sociale Zaken onmiddellijk een basis te vinden. De heer MANDERS acht het wel moge lijk de beschikking te krijgen over een op gave van alle Inkomens beneden f. 1200, zoodat op grond van dit argument afwij zing alleen niet gemotiveerd is. De motie van den heer van Weizen wordt verworpen met 27 tegen 7 stemmen. (Voor de heeren Snel. v. d. Voort, Schül- ler, Dubbeldeman, Manders, Bergers en van Weizen). (Reeds geplaatst ln een deel onzer vorige oplaag). 17o. Praeadvies op het adres van de af- deeling Leiden van den Nederlandschen R_K. Bond voor Groote Gezinnen inzake het verleenen van een korting op de gas- en electriciteitsprijzen ten behoeve van kin derrijke gezinnen. <35' De heer COSTER verdedigt het adres op sociale gronden. Ook in Tilburg hechtte de SD-A.P. haar goedkeuring aan dit adres, dat door den raad met algemeene stemmen werd aangenomen. Administratieve bezwa ren, zooals aan de motie van Weizen, zijn hieraan niet verbonden. De heer BERGERS onderschrijft dit laat ste aan de hand van voorbeelden in andere gemeenten o.a. Bussum. Hij vraagt het college ernstig met de belangen der groote gezinnen in dit opzicht rekening te willen houden. De buitengemeenten moeten voor hun eigen ingezetenen zorgen; de aldaar even tueel te verleenen verlaging moet door de gemeente worden terugbetaald. De heer VAN ECK betoogt, dat een kin derrijk gezin niet altijd in moeilijke finan- cieele omstandigheden behoeft te verkee- ren zoodat hii het afwijzend prae-advies van B. en W. zal volgen. De heer BEEKENKAMP erkent het sociale element in de bediijfspolitiek; het maken van winst mag niet alleen op den ■voorgrond staan. De intensiteit van het gas- en electrici- teitsverbruik wordt z.i. niet zoozeer bepaald door de grootte van het gezin als wel door zijn welstand. Uit economische motieven acht spr. seen termen aanwezig om gezinstarief in te voeren, omdat ook het verbruik daardoor niet wordt gestimuleerd. Gezinsloon acht spr. gerechtvaardigd, gezinstarieven z.i. niet. Wie alleen zijn sociaal gevoel laat spreken, zal stellig ln dit voorstel veel sympathieks vinden; wie daarenboven de remmen van het sociale verstand laat werken, zal er ook de nadeelen van inzien. Bovendien heeft spr. er bezwaar tegen, dat de lichttarieven worden gebruikt als een soort verkapte armenzorg. De heer VAN DER LAAN wijst op de groote administratieve beslommeringen en od de onbillijkheid, dat ook de vermogende groote gezinnen ook van dezen maatregel zullen profiteeren. De heer MANDERS bestrijdt het stand punt van den heer Beekenkamp. Spr. wil de sociale zijde hief laten rusten, doch alleen wijzen op de billijkheid van een gezinstarief. Spr. vleit zich niet met de hoon, dat het voorstel thans wordt aange nomen. doch hij hoopt, dat die tijd toch niet meer verre zal zijn. De VOORZITTER verdedigt het stand punt van het college De Lich.fabrieken moeten een conourreerend bedrijf zijn, waartoe een economisch beheer noodzake lijk is. Het sociale element kan daarbij niet overheerschen. De Lichtfabrieken vervullen echter naar sprekers meening haar sociale taak op voortreffelijke wiize door het op leveren van groote winsten, waarvan de gemeente profiteert. Korting voor kinderrijke gezinnen in het algemeen, is op sociale gronden niet te verdedigen. Er ziin tal van andere fac toren, welke daarbij een rol Sjoelen: het gezinsinkomen, de moeilijkheid om een billijke grens te tfekken. enz. De begroo ing is nauwelijks vastgesteld of men komt met voorstellen waarvan men zelf nog nie' kan overzien welke uitgaven ze zullen vorderen De heer DE REEDE ziet de taak der Lichtfabriken niet anders dan die van elk ander bedrijf, dat zoo economisch mogelijk moet worden beheerd. Het thans aanhan gige voorstel is onlogisch, omdat er in het bedrijf der Lichtfabrieken geen plaats is voor een uitzonderingstarief en zeker niet ten gunste van de kleine gebruikers, waar toe in het algemeen de groote gezinnen moeten worden gerekend. De regeering is bovendien in velerlei opzicht werkzaam ten behoeve der groote gezinnen. Het gaat toch waarllik niet aan om de lasten der gTOote gezinnen te verleggen naar de maatschap pij. Wie kinderen een zegen noemt, moet daarvan ook de consequenties aanvaarden De heer WILMER: verdedigt u het chr. historisch standpunt? De heer WILBRINK meent, dat de voor stellers te ver gaan in hun wenschen. Ook van R K zijde gaf men den voorkeur aan verzwaring van den lndirecten druk. boven verhooging van de directe belastingen, waarvoor nog plaats was. De heer MANDERS houd, vol, dat de groote gezinnen onbillijk worden behandeld. Het prae-advies van B. en W. wordt aan genomen met 277 stemmen (tegen de heeren Manders. Bergers. Tepe. Wilmer. Lombert. Coster en Tobét. 18o. Voorstel tot het wijzigen van de ver ordening op de Straatpolltie met betrek king tot het weren van ontsierende reclame. (40) De VOORZITTER doet in dit verband voorlezing van een schrijven van de Kamer van Koophandel, waarin wordt verzocht aan het bedrijfsleven geen onnoodige be lemmeringen in den weg te leggen. De heer COSTER acht de door de Ver. .Oud Leiden" geopperde bezwaren over dreven. De heer VAN ECK betoogt, dat het moei- iijk is om vast te stellen of het algemeen belang een dergelijk ingrijpen wettigt. Spr bepleit in ieder geval de wenschelijkheid van een beroepsinstantie. Men kan ook eerst het advies van de Monumentencommissie inwinnen, doch spr. zou het liefst den raad als deze beroepsinstantie aan wijzen. B. en W. hebben bijvoorbeeld ook het recht om verkiezingsreclame wanneer deze ont sierend is. te weigeren. Spr. dient een voor. stel in om een beroepsmogelijkheid in te stellen De nadere uitwerking van zijn denkbeeld laat hij over aan de Cie voor de Strafverordeningen. De heer BERGERS is tegen uitbreiding der bestaande verordeningen Zoo erg is het in onze stad niet gesteld met de ont sierende reclame. De heer VAN DER TAS sluit zich daarbij aan. Wat een rompslomp zal dit alles weer geven De heer TOBÉ deelt deze meening. Wenscht men de verordening goed toe te passen, dan kan men gerust een apart bureau in het leven roepen. De heer WILMER acht het stadsschoon van groot belang. Schending van het stads schoon. beteekent schending der cultuur. Toch aarzelt spr. om zijn stem aan deze verordening te geven. In de eerste plaats heeft de tot dusverre bestaande vrijheid geen aanleiding gegeven tot a-sociaal of anti-sociaal optreden. Grove inbreuken op de aesthetiea of den goeden smaak komen niet voor en voorts betwijfelt spr. of de nadeelen eener zoodanige verordening niet grooter zouden zijn dan de voordeelen De reclame aan het voormalig Invalidenhuis is wellicht niet mooi. doch een oud spreek woord zegt. dat wij eerst moeten leven en dan philosopheeren. Zou er wel een reclame bestaan, die de aandacht,trekt en toch het karakter van dit gebouw niet schaadt? Voorts brengt hjj een aantal practische bezwaren naar voren. Moet de verordening, waarvan spr. dus geen bewonderaar is. er tóch komen, dan voelt spr. ook veel voor een beroepsinstantie, mits deze niet de gemeenteraad zij. DE VOORZITTER zegt. dat de raad de por.ée der verordening verkeerd begrijpt. Er is geen sprake van, dat elke reclame aan de goedkeuring van B. en W. tevoren moet worden onderworpen het gaat alleen om de wering van ontsierende reclame. De verordening gaat evenmin tegen de verkiezingsreclame, zooals de heer van Eek vreest, doch tegen werkelijke schending van het stadsschoon. van het cultureel be zit der stad, zooals de heer Wilmer terecht zeide. T.a.v. het voormalig Invalidenhuis merkt spr. op. dat dit gebouw toch bezit der ge meenschap is en uit dien hoofde overleg alleszins gewenscht is. Men moet echter de beteekenis der ver ordening niet overschatten. Wil men een andere instantie inschakelen, dan kan beter het advies der Monumentencommissie wor den ingewonnen. De heer TOBÉ betoogt, dat handel en industrie een nieuw risico gaan loopen. n.l. dat hun reclame zal worden afgekeurd als zijnde „ontsierend". Een Moniumentencom- missie aoht spr niet het aangewezen lichaam ter beoordeeling. Aan reclame worden heel andere eischen gesteld. De heer VAN ECK kan geen genoegen nemen met de persoonlijke toezegging ran den voorzitter inzake verkiezingsreclame. De verordening, maakte er met geen enkel woord melding van. dat zij daarop niet van toepassing is. Spr. handhaaft zijn wensch van een be roepsinstantie; zonder deze kan hij het prae-advies van B. en W. niet volgen. Tegen de aanwijzing der Moraumenbencie als zoodanig heeft spr. in beginsel geen bezwaar. De heer GOSLINGA acht het onjuist, dat er een commissie zal worden ingesteld, welke beslissingen van B. en W. kan ver nietigen Dat mag alleen de raad ziin en dat is practisch onmogelijk. Het voorstel van den heer van Eek wordt vervolgens aangenomen met 21 tegen 11 stemmen. (Voor de SDAP. en de heeren v. d. Reyden. Würtz. v. Weizen. Wilmer. Lombert. v. d Laan en v. d Kwaak). De beraadslagingen over de verordening worden hierna geschorst. 19o. Voorstel tot het vaststellen van een verordening, op het verstrekken van boe ken, enz. aan minderjarigen, beneden den leeftijd van achttien jaar. door openbare leesbibliotheken, tevens praeadvies op het voorstel van den heer Beekenkamp inzake het ontwerpen van een regeling tot het weren van obscene lectuur uit openbare uitleenboekerijen en leesbibliotheken. (41) De vleeschknoeierijen te Poeldijk. Hechtenisstraf opgelegd. Voor het kantongerecht te Delft hebben zich gisteren te verantwoorden gehad drie broeders, resp. commissaris-bedrijfsleiders en directeur van een conservenfabriek te Poeldijk, gemeente Monster, beschuldigd van het knoeien met vleesch. Twee bedrijfsleiders is ten laste gelegd, dat zij in het tijdvak van Maart 1936 tot 1937 rund- en varkensvleesch, onder meer levers, nieren, longen en milten, dat niet was toebereid op verduurzaamd en afge keurd en bedorven was, hebben vervoerd en hebben doen vervoeren naar het slacht huis te Poeldijk. Zij hebben dit vleesch dus1 onttrokken aan de onbruikbaarmaking, terwijl zij verder terecht moesten staan wegens het uitlokken van misdrijf in gezag van minderen tegenover meerderen. De directeur wordt ervan beschuldigd dat liij,"als bestuurder der onderneming, de bo vengenoemde handelingen niet heeft ver hinderd. De getuige deskundige, de heer J. Vel den, keuringsveearts, verklaarde dat het afval in het slachthuis te Monster direct gecreoleerd moest worden; dit is volgens hem niet gebeurd. De veldwachter W. J. Jansen te Monster verklaarde hetzelfde. De heer S. van N., die als boekhouder bij de verdachten werkzaam is geweest, zeide dat hij meermalen gezien heeft dat er slachtproducten uit de vaten werden ge haald en naar de worstmakerij gebracht. Als getuigen werden nog gehoord een koker Z. en een los werkman D. Z., die bij verdachten in dienst geweest zijn en ver klaarden dat zij meermalen afgekeurde producten uit de vaten hebben moeten halen om te verwerken. In de middagaitting werd als getuige ge hoord J. C. v. V., die vroeger bij verdachten werkzaam is geweest. Hij moest het afval, dat uit de vaten werd gehaald, door de worst draaien. Het gebeurde soms, dat er volle gesloten vaten naar de garage werden gebracht en werden geopend. De koppen die er dan uit werden gehaald, waren soms zóó slecht, dat de etter over de messen liep. Getuige verklaarde, dat hij aan de knoeierijen heeft meegedaan, omdat hij onder hypnose stond. De ambtenaar van het O.M., mr. F. Hol lander, ging in zijn requisitoir uitvoerig de feiten na en merkte daarbij op, dat hij het onbegrijpelijk achtte, dat de directeur van het slachthuis een bouwkundige en zijn assistent een gewezen tuindersknecht is, die bovendien zijn plicht verzaakt. Wat ae tenlaste legging betreft, meende spr., dat deze voor alle drie verdachten bewe zen is. Er is ernstig en langdurig geknoeid, Spr. achtte een strenge straf gewenscht en eischte tegen den directeur een principale hechtenis van een week en tegen de beide bedrijfsleiders vier maal drie weken hech tenis. De verdediger, mr. J. H. v. d. Meer uit Rotterdam meende, dat uit de getuigen verklaringen de schuld van zijn cliënten niet voldoende was komen vast te staan. Na re- en dupliek deed de kantonrech ter, mr. H. W. Nieuwhuis, onmiddellijk uit spraak. Hij veroordeelde de bedrijfsleiders lot resp. vier maal twee weken hechtenis en vier maal één week hechtenis, terwijl hij den directeur vrijsprak, wegens de fout in de dagvaarding. KANTONGERECHT TE LEIDEN. Voor het Kantongerecht alhier, stonden twee Leidsche industrieelen terecht. Aan hen was ten laste gelegd: Dat zij te zamen en in vereeniging, althans ieder voor zich te Leiden omstreeks Januari De heer ELKERBOUT heeft geen be zwaar tegen een dergelijke verordening, mits zij uitvoerbaar is. Hoe moet men den leeftijd vaststellen van hen, die boeken komen halen en wat moet men doen, wan neer minderjarigen boeken halen ten be hoeve van hun ouders? Spr. vreest ook hiervan een geweldige administratieve rompslomp. De voorzitter meent, dat controle wel de gelijk mogelijk is. De verordening wordt z.hst. goedgekeurd. SPOEDEISCHEND VOORSTEL. Van den heef W. Bink. alhier, q.q. is een verzoek ingekomen om van de gemeente te mogen koopen een perceel bouwterrein aan de Timorstraat. Met adressant is overeenstemming be reikt over den verkoop van het terrein, groot pl.m. 380 vierk. M„ tegen den prijs van f9 per vierk. M. De heer Bink kan zich bovendien vereenigen met de aan den verkoop te verbinden voorwaarden. Z. h. st. wordt tot verkoop besloten. De heer GOSLINGA stelt vervolgens on derstaande vragen: le. Hoe heeft het bestuur der Vereeni ging voor Schoolkindervoeding en kleeding gereageerd op het op 13 December 1937 door den raad aangenomen voorstel van mevr. BraggaarDe Does om in plaats van klompen, schoenen te verstrekken aan de leerlingen der scholen, die schoolkleeding genieten? 2e. Zijn B. en W. voornemens ten spoe digste een voorstel tot wijziging der be grooting 1938 aanhangig te maken, waarin de meerdere uitgaaf, die de ten uitvoer legging van 'sraads besluit mee zal bren gen wordt geraamd? 3e. Zijn B en W. bereid aan de Vereeni ging voornoemd té kennen te geven, dat geen uitgaaf mag worden gedaan of geen verplichting tot uitgeven mag worden aan gegaan ter genoegdoening aan 's raads be sluit alvorens de sub 2 bedoelde begroo- tingswijziging goedkeuring heeft verkregen? Wethouder TEPE antwoordt namens het college, dat het bestuur van Schoolkinder voeding zich bereid verklaarde het raads besluit van 13 Dec 1937 uit te voeren, hoe wel zeer tegen zijn zin en onder voorbe houd van het recht, bij gebleken misluk king hierop terug te komen. Sub 2 wordt bevestigend beantwoord. Sub 3 wordt betoogd, dat daarvoor geen vrees behoeft te bestaan; het bestuur ls hierop ten overvloede gewezen. Hierna te 5 uur sluiting. 1938 hebben gebouwd, op een betonfundatie van circa 3,2 meter lengte en een breedte van 0,50 meter dikte, welke zich bevond op het per ceel kadastraal bekend gemeente Lelden, sectie M. No. 2164. een plaatijzeren reservoir, van circa 2,50 meter diameter en circa 8 meter hoogte, en op dat reservoir een uit houten stijl en regelwerk samengesteld gebouwtje van circa 3 meter breedte en circa 3.50 meter hoogte". De eerste verdachte ontkende de ten lasto legging, terwijl de tweede verdachte verklaarde dat hij als directeur van een wasscherij een Tymor-toestel had laten plaatsen. Verdachten hadden drie getuigen décharge, die verklaarden dat het ..reservoir" en „ge bouwtje" was een Tymor-toestel. Het ..ge bouwtje" diende om het toestel, waarin zich water voor de wasscherij bevindt te bescher men tegen weersinvloeden en bood geen onder dak aan personen. Het toestel stond ook los op de beton-fundatie en kon door de zwaarte onmogelijk weg. De ambtenaar van het O.M.. mr. E. C. Lan- gemeijer, vorderde wijziging der ten laste leg ging, in dier voege dat daarin werd ingevoegd „zonder vergunning van Burgemeester en Wet. houders". Hij requireerde vrijspraak van den eersten verdachte op grond dat slechts de tweede verdachte, als directeur aansprakelijk voor den bouw was. De ambtenaar betoogde dat hetgeen verdachte een „Tymor-aparaat" noemt, is een gebouw in den zin der Woning wet en dat het niet ter zake doet of het ge bouw al dan niet vast goed is. Hij requireerde een geldboete van f. 20 tegen den directeur. De gemachtigde van de verdachten, ae heer Th. J. v. d. Heijden, onderstreepte in zijn toe lichting. dat vrijspraak van den eersten ver dachte zou moeten volgen. Pleiter voerde aan dat de woningwet noch het bouwen van een reservoir, noch het bouwen van een gebouwtje zonder vergunning van B. en W. strafbaar stelt. Uit de memorie van ant woord ingediend bij de behandeling der wet in de Eerste Kamer, leidde hij af, dat het juist de bedoeling van den wetgever is geweest om ge bouwtjes. getimmerten enz. niet door de wo ningwet te laten bestrijken. Ten slotte verzocht de heer v. d. Heijden den kantonrechter voor het geval deze van oordeel mocht zijn dat verdachte schuldig is aan de ten laste gelegde overtreding, oplegging van een zoodanige boete, die het mogelijk maakt de kwestie in alle instanties uit te vech ten. Een boete van f. 20. zooals door den amb tenaar gerequireerd, achtte pleiter onder de gegeven omstandigheden te hoog. Na deze uiteenzetting vond de ambtenaar van het O.M. aanleiding den eisch tegen den tweeden verdachte te verminderen tot f. 5. De kantonrechter bepaalde het schriftelijk vonnis over veertien dagen. Een studente moest terecht staan, omdat zij aan de Rijksuniversiteit alhier college had ge- loopen, hoewel zij niet als studente stond inge schreven. Verdachte erkende de overtreding; zij had vergeten te betalen. Het O.M. wees er op, dat het in Leiden bij studenten gewoonte geworden schijnt om onwettig college te loopen; men wacht totdat men bij de controle gesnapt wordt. Het O.M. eischte f. 10 boete of vijf dagen hechtenis Uitspraak f5 boete of 3 da gen hechtenis. Een Haagsche chauffeur was in verzet ge komen van een vonnis van den kantonrechter waarbij hij tot f. 25 boete of 10 dagen hechte nis was veroordeeld omdat hij als chauffeur op een autobus van de firma Sommeling op den Rijksstraatweg te Sassenhelm de veiligheid van het verkeer op zeer ernstige wijze in gevaar had gebracht, doordat hij met zijn autobus de file had verlaten en met zeer groote snelheid plotseling naar links was uitgeweken, waardoor een tegenligger, om niet te worden aangereden, op de trambaan moest uitwijken. Na het hoo- ren van ir. H. M. L. van Schalk uit Wasse naar, die verklaarde dat verdachte roekeloos had gereden en de remmen blijkbaar ook niet in orde waren, wees het O.M. er op. dat hier een zeer ernstige verkeersovertreding gepleegd was en eischte f. 40 boete of 20 dagen hech tenis. Uitspraak f. 25 boete of 10 dagen hech tenis. Een andere chauffeur uit Den Haag moest eveneens terecht staan, omdat hij met zijn auto bij de Julianastraat te Sassenheim plot seling uit een file auto's naar links was uit geweken, waardoor een tegenligger, de heer Duiven uit Den Haag. die zich juist bij den vluchtheuvel aldaar bevond, niet meer vol doende kon uitwijken en de beide auto's met elkander in botsing kwamen. De botsing was zóó hevig geweest dat de auto's met geweld van elkander getrokken moesten worden. De raads man van verdachte wees er op dat Duiven de vluchtheuvel links gepasseerd was en de situ atie door de tramrails daar zeer ongelukkig is. De heer Duiven verklaarde dat de vlucht heuvel daar links gepasseerd mag worden; aan de rechterzijde bevonden zich wielrijders, waar door passeeren daar onmogelijk was. Gezien de ongelukkige situatie daar ter plaatse eischte het O.M. f. 5 boete of vüf dagen hechtenis. Over acht dagen zal de kantonrech ter schriftelijk vonnis wijzen. U ontvangt het dubbele en U betaalt minder op elke bus een ron voor geschenken 7692 (Ingez. Med.) PREDIKBEURTEN. VOOR WOENSDAG 16 MAART. Alphen-aan-den-Rijn Gebouw Jonathan: Nam. 8 uur, ds. G. Ph. Scheers. Nieuw-Vennep Geref. Kerk: Nam. half- acht, (Bidstond gewas), ds. Smilde. Chr. Geref. Kerk: Nam. halfacht, ds. E. du Marchie van Voorthuizen van Urk. Ter-Aar Ned. Herv. Kerk: Nam. halfacht, ds. A. K. Straatsma van Den Haag. Valkenburg Ned. Herv. Kerk: Nam. 7 uur (Bidstond gewas), ds. Steenbeek. Zevenhoven Ned. Herv. Kerk: Nam. 7 uur (Bidstond gewas), ds. Van Harten. Zoetermeer Ver. tot verbreiding der Geref. Waarheid. Nam. 7 uur, ds. P. Zandt van Delft. NED. HERV. KERK. Aangenomen: Naar NijegaFlahulzen, J. v, d. Velden, cand. te Utrecht. GEREF. KERKEN. Aangenomen: Naar Dinteloord, dr. W. H. v, Zuylen te Wissekerke. Beroepen: Te Naaldwijk, C. T. Teeuwen te Heerden. CHR. GEREF. KERK. Bedankt: Voor Zwaagwestelnde. N. Brandsma te Wildervank. DOOPSGEZ. SOCIËTEIT. Beroepen: Te Wormerveer, P. v. d. Meulen te Veenwouden. GEREF. GEMEENTEN. Bedankt: Voor Grand-Rapids (N.-Amerika), G. H. Kersten te Rotterdam. VICARIS-GENERAAL BISDOM HAARLEM Regent Ammerlaan benoemd. Mgr. J. P. Huibers, bisschop van Haar lem, heeft tot zijn vicaris-generaal be noemd den hoog eerw. heer N. L. A. Am merlaan. regent van het klein-seminarie Hageveld te Heemstede. Msb. „Ik wou Jullie verslaggever wel eens spre ken, die over mijn boksmatch van gisteren geschreven heeft 10. Okkie Bol vertelde weer: „Toen voer ik naar het midden van het meer en daar heb ik, zooals de kraai mij had gezegd, het bootje stil gelegd. Ik zei: „Oele, poele, ketel, tuit" maar de toover- visch kwam niet boven het water uit; zij heeft mij zeker niet ge hoord. En intusschen raakten de roeispanen los en vielen buiten boord. „Thijs, oom Brom en Dickie hadden het verhaal van Okikie Bol stil aangehoord en Dickie zei: „Ik vind het heelemaal niet aardig van dien toovervisch die weet zeker niet hoe akelig verdwaald-zijn is!" Maar Thijsje sprak: „En toch is het niet dom om aan dien toover visch te vragen om Okkie met zijn tooverkracht naar huis te dragen je hebt nu wel de tooverspreuk gezegd, maar je hebt het misschien niet goed gedaan. Zeg, weet je wat? Dick moest maar vlug met Okkie naar kabouter Paddekwist toe gaan die weet zeker van dien too vervisch alles wat er van te weten is." Dat leek een heel goed plan en Dick en Okkie gingen vlug op stap naar Paddekwist, den vriendelijken kabouterman. 4—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 12