VIM
Uit den Leidschen Raad
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Dinsdag 15 Maarl 1938
KERK- EK SCHOOLNIEUWJ
Een agenda met slechts enkele ,,praat"-punten
RECHTZAKEN
reinigt I
alles
DICKIE DONS EN DE TOOVERVISCH
y
De heer VAN WELZEN dankt het college
voor den spoed, waarmede zijn motie is
behandeld, zoomede de minderheid in de
Cie voor de Lichtfabrieken voor den ont
vangen steun.
De door B. en W ter afwijzing aange
roerde argumenten zijn naar spr. meening
op vele punten aanvechtbaar. Zoo onder
schrijft spr. geenszins de uitspraak, dat
uitermate moeilijk is om door de vaststel
ling ran speciale tarieven tan gas en elec_
triciteit voor de minstbedeelden sociale
voorzieningen te treffen en dat dit zoo
noodig, op andere wijze dient te geschieden.
Dat de gemeente daarvoor f 6000 inkom
sten zou derven, mag geen reden zijn om
zich alleen op grond daarvan tegen spr.'s
voorstel te verzetten.
De bezwaren, welke door B. en W. tegen
de redactie zijner motie naar voren ge
bracht, kunnen evenmin steekhoudend
worden genoemd. B. en W wijzen de motie
af zonder aan het beginsel tegemoet te
willen komen
Den heer VAN ECK is de strekking der
motie in hooge mate sympathiek. Het eer
ste argument van B. en W kan spr niet
deelen: z.i. heeft de gemeente hier wel
degelijk een taak. doch wel erkent spr de
moeilijkheid om over betrouwbare cijfers
te beschikken.
Op grond van practische overwegingen
zal spr.. hoewel sympathiek staande tegen
over het denkbeeld van den heer v. Weizen,
dus het prae-advies van B. en W. volgen.
De VOORZITTER bestrijdt tegenover
den heer van Weizen, dat het college zijn
motie zonder meer afwijst. Laat de voor
steller zijn motie dan scherper omlijnd
formuleeren. Van een klaarblijken onwil,
zooals de heer v. Weizen zeide, is geen
sprake.
De heer VAN WELZEN blijft vertrouwen
stellen ln de mogelijkheid van een regeling,
welke méér gaat in de richting van zijn
wenschen dan de tegenwoordige. Z. i. is
daarvoor in overleg met den Gem. Dienst
voor Sociale Zaken onmiddellijk een basis
te vinden.
De heer MANDERS acht het wel moge
lijk de beschikking te krijgen over een op
gave van alle Inkomens beneden f. 1200,
zoodat op grond van dit argument afwij
zing alleen niet gemotiveerd is.
De motie van den heer van Weizen wordt
verworpen met 27 tegen 7 stemmen.
(Voor de heeren Snel. v. d. Voort, Schül-
ler, Dubbeldeman, Manders, Bergers en van
Weizen).
(Reeds geplaatst ln een deel onzer
vorige oplaag).
17o. Praeadvies op het adres van de af-
deeling Leiden van den Nederlandschen
R_K. Bond voor Groote Gezinnen inzake het
verleenen van een korting op de gas- en
electriciteitsprijzen ten behoeve van kin
derrijke gezinnen. <35'
De heer COSTER verdedigt het adres op
sociale gronden. Ook in Tilburg hechtte de
SD-A.P. haar goedkeuring aan dit adres,
dat door den raad met algemeene stemmen
werd aangenomen. Administratieve bezwa
ren, zooals aan de motie van Weizen, zijn
hieraan niet verbonden.
De heer BERGERS onderschrijft dit laat
ste aan de hand van voorbeelden in andere
gemeenten o.a. Bussum. Hij vraagt het
college ernstig met de belangen der groote
gezinnen in dit opzicht rekening te willen
houden.
De buitengemeenten moeten voor hun
eigen ingezetenen zorgen; de aldaar even
tueel te verleenen verlaging moet door de
gemeente worden terugbetaald.
De heer VAN ECK betoogt, dat een kin
derrijk gezin niet altijd in moeilijke finan-
cieele omstandigheden behoeft te verkee-
ren zoodat hii het afwijzend prae-advies
van B. en W. zal volgen.
De heer BEEKENKAMP erkent het
sociale element in de bediijfspolitiek; het
maken van winst mag niet alleen op den
■voorgrond staan.
De intensiteit van het gas- en electrici-
teitsverbruik wordt z.i. niet zoozeer bepaald
door de grootte van het gezin als wel door
zijn welstand.
Uit economische motieven acht spr. seen
termen aanwezig om gezinstarief in te
voeren, omdat ook het verbruik daardoor
niet wordt gestimuleerd. Gezinsloon acht
spr. gerechtvaardigd, gezinstarieven z.i.
niet. Wie alleen zijn sociaal gevoel laat
spreken, zal stellig ln dit voorstel veel
sympathieks vinden; wie daarenboven de
remmen van het sociale verstand laat
werken, zal er ook de nadeelen van inzien.
Bovendien heeft spr. er bezwaar tegen,
dat de lichttarieven worden gebruikt als
een soort verkapte armenzorg.
De heer VAN DER LAAN wijst op de
groote administratieve beslommeringen en
od de onbillijkheid, dat ook de vermogende
groote gezinnen ook van dezen maatregel
zullen profiteeren.
De heer MANDERS bestrijdt het stand
punt van den heer Beekenkamp. Spr. wil
de sociale zijde hief laten rusten, doch
alleen wijzen op de billijkheid van een
gezinstarief. Spr. vleit zich niet met de
hoon, dat het voorstel thans wordt aange
nomen. doch hij hoopt, dat die tijd toch
niet meer verre zal zijn.
De VOORZITTER verdedigt het stand
punt van het college De Lich.fabrieken
moeten een conourreerend bedrijf zijn,
waartoe een economisch beheer noodzake
lijk is. Het sociale element kan daarbij niet
overheerschen. De Lichtfabrieken vervullen
echter naar sprekers meening haar sociale
taak op voortreffelijke wiize door het op
leveren van groote winsten, waarvan de
gemeente profiteert.
Korting voor kinderrijke gezinnen in
het algemeen, is op sociale gronden niet
te verdedigen. Er ziin tal van andere fac
toren, welke daarbij een rol Sjoelen: het
gezinsinkomen, de moeilijkheid om een
billijke grens te tfekken. enz. De begroo ing
is nauwelijks vastgesteld of men komt met
voorstellen waarvan men zelf nog nie' kan
overzien welke uitgaven ze zullen vorderen
De heer DE REEDE ziet de taak der
Lichtfabriken niet anders dan die van elk
ander bedrijf, dat zoo economisch mogelijk
moet worden beheerd. Het thans aanhan
gige voorstel is onlogisch, omdat er in het
bedrijf der Lichtfabrieken geen plaats is
voor een uitzonderingstarief en zeker niet
ten gunste van de kleine gebruikers, waar
toe in het algemeen de groote gezinnen
moeten worden gerekend. De regeering is
bovendien in velerlei opzicht werkzaam ten
behoeve der groote gezinnen. Het gaat toch
waarllik niet aan om de lasten der gTOote
gezinnen te verleggen naar de maatschap
pij. Wie kinderen een zegen noemt, moet
daarvan ook de consequenties aanvaarden
De heer WILMER: verdedigt u het chr.
historisch standpunt?
De heer WILBRINK meent, dat de voor
stellers te ver gaan in hun wenschen. Ook
van R K zijde gaf men den voorkeur aan
verzwaring van den lndirecten druk. boven
verhooging van de directe belastingen,
waarvoor nog plaats was.
De heer MANDERS houd, vol, dat de
groote gezinnen onbillijk worden behandeld.
Het prae-advies van B. en W. wordt aan
genomen met 277 stemmen (tegen de
heeren Manders. Bergers. Tepe. Wilmer.
Lombert. Coster en Tobét.
18o. Voorstel tot het wijzigen van de ver
ordening op de Straatpolltie met betrek
king tot het weren van ontsierende
reclame. (40)
De VOORZITTER doet in dit verband
voorlezing van een schrijven van de Kamer
van Koophandel, waarin wordt verzocht
aan het bedrijfsleven geen onnoodige be
lemmeringen in den weg te leggen.
De heer COSTER acht de door de Ver.
.Oud Leiden" geopperde bezwaren over
dreven.
De heer VAN ECK betoogt, dat het moei-
iijk is om vast te stellen of het algemeen
belang een dergelijk ingrijpen wettigt. Spr
bepleit in ieder geval de wenschelijkheid
van een beroepsinstantie. Men kan ook eerst
het advies van de Monumentencommissie
inwinnen, doch spr. zou het liefst den raad
als deze beroepsinstantie aan wijzen. B.
en W. hebben bijvoorbeeld ook het recht
om verkiezingsreclame wanneer deze ont
sierend is. te weigeren. Spr. dient een voor.
stel in om een beroepsmogelijkheid in te
stellen De nadere uitwerking van zijn
denkbeeld laat hij over aan de Cie voor de
Strafverordeningen.
De heer BERGERS is tegen uitbreiding
der bestaande verordeningen Zoo erg is
het in onze stad niet gesteld met de ont
sierende reclame.
De heer VAN DER TAS sluit zich daarbij
aan. Wat een rompslomp zal dit alles weer
geven
De heer TOBÉ deelt deze meening.
Wenscht men de verordening goed toe te
passen, dan kan men gerust een apart
bureau in het leven roepen.
De heer WILMER acht het stadsschoon
van groot belang. Schending van het stads
schoon. beteekent schending der cultuur.
Toch aarzelt spr. om zijn stem aan deze
verordening te geven. In de eerste plaats
heeft de tot dusverre bestaande vrijheid
geen aanleiding gegeven tot a-sociaal of
anti-sociaal optreden. Grove inbreuken op
de aesthetiea of den goeden smaak komen
niet voor en voorts betwijfelt spr. of de
nadeelen eener zoodanige verordening niet
grooter zouden zijn dan de voordeelen De
reclame aan het voormalig Invalidenhuis
is wellicht niet mooi. doch een oud spreek
woord zegt. dat wij eerst moeten leven en
dan philosopheeren.
Zou er wel een reclame bestaan, die de
aandacht,trekt en toch het karakter van
dit gebouw niet schaadt?
Voorts brengt hjj een aantal practische
bezwaren naar voren.
Moet de verordening, waarvan spr. dus
geen bewonderaar is. er tóch komen, dan
voelt spr. ook veel voor een beroepsinstantie,
mits deze niet de gemeenteraad zij.
DE VOORZITTER zegt. dat de raad de
por.ée der verordening verkeerd begrijpt.
Er is geen sprake van, dat elke reclame aan
de goedkeuring van B. en W. tevoren moet
worden onderworpen het gaat alleen om
de wering van ontsierende reclame.
De verordening gaat evenmin tegen de
verkiezingsreclame, zooals de heer van Eek
vreest, doch tegen werkelijke schending
van het stadsschoon. van het cultureel be
zit der stad, zooals de heer Wilmer terecht
zeide.
T.a.v. het voormalig Invalidenhuis merkt
spr. op. dat dit gebouw toch bezit der ge
meenschap is en uit dien hoofde overleg
alleszins gewenscht is.
Men moet echter de beteekenis der ver
ordening niet overschatten. Wil men een
andere instantie inschakelen, dan kan beter
het advies der Monumentencommissie wor
den ingewonnen.
De heer TOBÉ betoogt, dat handel en
industrie een nieuw risico gaan loopen. n.l.
dat hun reclame zal worden afgekeurd als
zijnde „ontsierend". Een Moniumentencom-
missie aoht spr niet het aangewezen
lichaam ter beoordeeling. Aan reclame
worden heel andere eischen gesteld.
De heer VAN ECK kan geen genoegen
nemen met de persoonlijke toezegging ran
den voorzitter inzake verkiezingsreclame.
De verordening, maakte er met geen enkel
woord melding van. dat zij daarop niet
van toepassing is.
Spr. handhaaft zijn wensch van een be
roepsinstantie; zonder deze kan hij het
prae-advies van B. en W. niet volgen.
Tegen de aanwijzing der Moraumenbencie
als zoodanig heeft spr. in beginsel geen
bezwaar.
De heer GOSLINGA acht het onjuist, dat
er een commissie zal worden ingesteld,
welke beslissingen van B. en W. kan ver
nietigen Dat mag alleen de raad ziin en
dat is practisch onmogelijk.
Het voorstel van den heer van Eek wordt
vervolgens aangenomen met 21 tegen 11
stemmen. (Voor de SDAP. en de heeren
v. d. Reyden. Würtz. v. Weizen. Wilmer.
Lombert. v. d Laan en v. d Kwaak).
De beraadslagingen over de verordening
worden hierna geschorst.
19o. Voorstel tot het vaststellen van een
verordening, op het verstrekken van boe
ken, enz. aan minderjarigen, beneden den
leeftijd van achttien jaar. door openbare
leesbibliotheken, tevens praeadvies op het
voorstel van den heer Beekenkamp inzake
het ontwerpen van een regeling tot het
weren van obscene lectuur uit openbare
uitleenboekerijen en leesbibliotheken. (41)
De vleeschknoeierijen
te Poeldijk.
Hechtenisstraf opgelegd.
Voor het kantongerecht te Delft hebben
zich gisteren te verantwoorden gehad drie
broeders, resp. commissaris-bedrijfsleiders
en directeur van een conservenfabriek te
Poeldijk, gemeente Monster, beschuldigd
van het knoeien met vleesch.
Twee bedrijfsleiders is ten laste gelegd,
dat zij in het tijdvak van Maart 1936 tot
1937 rund- en varkensvleesch, onder meer
levers, nieren, longen en milten, dat niet
was toebereid op verduurzaamd en afge
keurd en bedorven was, hebben vervoerd
en hebben doen vervoeren naar het slacht
huis te Poeldijk. Zij hebben dit vleesch dus1
onttrokken aan de onbruikbaarmaking,
terwijl zij verder terecht moesten staan
wegens het uitlokken van misdrijf in gezag
van minderen tegenover meerderen.
De directeur wordt ervan beschuldigd dat
liij,"als bestuurder der onderneming, de bo
vengenoemde handelingen niet heeft ver
hinderd.
De getuige deskundige, de heer J. Vel
den, keuringsveearts, verklaarde dat het
afval in het slachthuis te Monster direct
gecreoleerd moest worden; dit is volgens
hem niet gebeurd.
De veldwachter W. J. Jansen te Monster
verklaarde hetzelfde.
De heer S. van N., die als boekhouder
bij de verdachten werkzaam is geweest,
zeide dat hij meermalen gezien heeft dat
er slachtproducten uit de vaten werden ge
haald en naar de worstmakerij gebracht.
Als getuigen werden nog gehoord een
koker Z. en een los werkman D. Z., die bij
verdachten in dienst geweest zijn en ver
klaarden dat zij meermalen afgekeurde
producten uit de vaten hebben moeten
halen om te verwerken.
In de middagaitting werd als getuige ge
hoord J. C. v. V., die vroeger bij verdachten
werkzaam is geweest. Hij moest het afval,
dat uit de vaten werd gehaald, door de
worst draaien. Het gebeurde soms, dat er
volle gesloten vaten naar de garage werden
gebracht en werden geopend. De koppen
die er dan uit werden gehaald, waren soms
zóó slecht, dat de etter over de messen
liep. Getuige verklaarde, dat hij aan de
knoeierijen heeft meegedaan, omdat hij
onder hypnose stond.
De ambtenaar van het O.M., mr. F. Hol
lander, ging in zijn requisitoir uitvoerig de
feiten na en merkte daarbij op, dat hij
het onbegrijpelijk achtte, dat de directeur
van het slachthuis een bouwkundige en
zijn assistent een gewezen tuindersknecht
is, die bovendien zijn plicht verzaakt. Wat
ae tenlaste legging betreft, meende spr.,
dat deze voor alle drie verdachten bewe
zen is. Er is ernstig en langdurig geknoeid,
Spr. achtte een strenge straf gewenscht en
eischte tegen den directeur een principale
hechtenis van een week en tegen de beide
bedrijfsleiders vier maal drie weken hech
tenis.
De verdediger, mr. J. H. v. d. Meer uit
Rotterdam meende, dat uit de getuigen
verklaringen de schuld van zijn cliënten
niet voldoende was komen vast te staan.
Na re- en dupliek deed de kantonrech
ter, mr. H. W. Nieuwhuis, onmiddellijk uit
spraak. Hij veroordeelde de bedrijfsleiders
lot resp. vier maal twee weken hechtenis
en vier maal één week hechtenis, terwijl hij
den directeur vrijsprak, wegens de fout in
de dagvaarding.
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Voor het Kantongerecht alhier, stonden twee
Leidsche industrieelen terecht. Aan hen was
ten laste gelegd:
Dat zij te zamen en in vereeniging, althans
ieder voor zich te Leiden omstreeks Januari
De heer ELKERBOUT heeft geen be
zwaar tegen een dergelijke verordening,
mits zij uitvoerbaar is. Hoe moet men den
leeftijd vaststellen van hen, die boeken
komen halen en wat moet men doen, wan
neer minderjarigen boeken halen ten be
hoeve van hun ouders? Spr. vreest ook
hiervan een geweldige administratieve
rompslomp.
De voorzitter meent, dat controle wel de
gelijk mogelijk is.
De verordening wordt z.hst. goedgekeurd.
SPOEDEISCHEND VOORSTEL.
Van den heef W. Bink. alhier, q.q. is een
verzoek ingekomen om van de gemeente te
mogen koopen een perceel bouwterrein aan
de Timorstraat.
Met adressant is overeenstemming be
reikt over den verkoop van het terrein,
groot pl.m. 380 vierk. M„ tegen den prijs
van f9 per vierk. M. De heer Bink kan
zich bovendien vereenigen met de aan den
verkoop te verbinden voorwaarden.
Z. h. st. wordt tot verkoop besloten.
De heer GOSLINGA stelt vervolgens on
derstaande vragen:
le. Hoe heeft het bestuur der Vereeni
ging voor Schoolkindervoeding en kleeding
gereageerd op het op 13 December 1937
door den raad aangenomen voorstel van
mevr. BraggaarDe Does om in plaats van
klompen, schoenen te verstrekken aan de
leerlingen der scholen, die schoolkleeding
genieten?
2e. Zijn B. en W. voornemens ten spoe
digste een voorstel tot wijziging der be
grooting 1938 aanhangig te maken, waarin
de meerdere uitgaaf, die de ten uitvoer
legging van 'sraads besluit mee zal bren
gen wordt geraamd?
3e. Zijn B en W. bereid aan de Vereeni
ging voornoemd té kennen te geven, dat
geen uitgaaf mag worden gedaan of geen
verplichting tot uitgeven mag worden aan
gegaan ter genoegdoening aan 's raads be
sluit alvorens de sub 2 bedoelde begroo-
tingswijziging goedkeuring heeft verkregen?
Wethouder TEPE antwoordt namens het
college, dat het bestuur van Schoolkinder
voeding zich bereid verklaarde het raads
besluit van 13 Dec 1937 uit te voeren, hoe
wel zeer tegen zijn zin en onder voorbe
houd van het recht, bij gebleken misluk
king hierop terug te komen.
Sub 2 wordt bevestigend beantwoord.
Sub 3 wordt betoogd, dat daarvoor geen
vrees behoeft te bestaan; het bestuur ls
hierop ten overvloede gewezen.
Hierna te 5 uur sluiting.
1938 hebben gebouwd, op een betonfundatie
van circa 3,2 meter lengte en een breedte van
0,50 meter dikte, welke zich bevond op het per
ceel kadastraal bekend gemeente Lelden, sectie
M. No. 2164. een plaatijzeren reservoir, van
circa 2,50 meter diameter en circa 8 meter
hoogte, en op dat reservoir een uit houten stijl
en regelwerk samengesteld gebouwtje van circa
3 meter breedte en circa 3.50 meter hoogte".
De eerste verdachte ontkende de ten lasto
legging, terwijl de tweede verdachte verklaarde
dat hij als directeur van een wasscherij een
Tymor-toestel had laten plaatsen.
Verdachten hadden drie getuigen décharge,
die verklaarden dat het ..reservoir" en „ge
bouwtje" was een Tymor-toestel. Het ..ge
bouwtje" diende om het toestel, waarin zich
water voor de wasscherij bevindt te bescher
men tegen weersinvloeden en bood geen onder
dak aan personen. Het toestel stond ook los
op de beton-fundatie en kon door de zwaarte
onmogelijk weg.
De ambtenaar van het O.M.. mr. E. C. Lan-
gemeijer, vorderde wijziging der ten laste leg
ging, in dier voege dat daarin werd ingevoegd
„zonder vergunning van Burgemeester en Wet.
houders". Hij requireerde vrijspraak van den
eersten verdachte op grond dat slechts de
tweede verdachte, als directeur aansprakelijk
voor den bouw was. De ambtenaar betoogde
dat hetgeen verdachte een „Tymor-aparaat"
noemt, is een gebouw in den zin der Woning
wet en dat het niet ter zake doet of het ge
bouw al dan niet vast goed is. Hij requireerde
een geldboete van f. 20 tegen den directeur.
De gemachtigde van de verdachten, ae heer
Th. J. v. d. Heijden, onderstreepte in zijn toe
lichting. dat vrijspraak van den eersten ver
dachte zou moeten volgen.
Pleiter voerde aan dat de woningwet noch
het bouwen van een reservoir, noch het bouwen
van een gebouwtje zonder vergunning van B.
en W. strafbaar stelt. Uit de memorie van ant
woord ingediend bij de behandeling der wet in
de Eerste Kamer, leidde hij af, dat het juist de
bedoeling van den wetgever is geweest om ge
bouwtjes. getimmerten enz. niet door de wo
ningwet te laten bestrijken.
Ten slotte verzocht de heer v. d. Heijden
den kantonrechter voor het geval deze van
oordeel mocht zijn dat verdachte schuldig is
aan de ten laste gelegde overtreding, oplegging
van een zoodanige boete, die het mogelijk
maakt de kwestie in alle instanties uit te vech
ten. Een boete van f. 20. zooals door den amb
tenaar gerequireerd, achtte pleiter onder de
gegeven omstandigheden te hoog.
Na deze uiteenzetting vond de ambtenaar
van het O.M. aanleiding den eisch tegen den
tweeden verdachte te verminderen tot f. 5.
De kantonrechter bepaalde het schriftelijk
vonnis over veertien dagen.
Een studente moest terecht staan, omdat zij
aan de Rijksuniversiteit alhier college had ge-
loopen, hoewel zij niet als studente stond inge
schreven. Verdachte erkende de overtreding;
zij had vergeten te betalen. Het O.M. wees er
op, dat het in Leiden bij studenten gewoonte
geworden schijnt om onwettig college te loopen;
men wacht totdat men bij de controle gesnapt
wordt. Het O.M. eischte f. 10 boete of vijf
dagen hechtenis Uitspraak f5 boete of 3 da
gen hechtenis.
Een Haagsche chauffeur was in verzet ge
komen van een vonnis van den kantonrechter
waarbij hij tot f. 25 boete of 10 dagen hechte
nis was veroordeeld omdat hij als chauffeur
op een autobus van de firma Sommeling op den
Rijksstraatweg te Sassenhelm de veiligheid van
het verkeer op zeer ernstige wijze in gevaar
had gebracht, doordat hij met zijn autobus de
file had verlaten en met zeer groote snelheid
plotseling naar links was uitgeweken, waardoor
een tegenligger, om niet te worden aangereden,
op de trambaan moest uitwijken. Na het hoo-
ren van ir. H. M. L. van Schalk uit Wasse
naar, die verklaarde dat verdachte roekeloos
had gereden en de remmen blijkbaar ook niet
in orde waren, wees het O.M. er op. dat hier
een zeer ernstige verkeersovertreding gepleegd
was en eischte f. 40 boete of 20 dagen hech
tenis. Uitspraak f. 25 boete of 10 dagen hech
tenis.
Een andere chauffeur uit Den Haag moest
eveneens terecht staan, omdat hij met zijn
auto bij de Julianastraat te Sassenheim plot
seling uit een file auto's naar links was uit
geweken, waardoor een tegenligger, de heer
Duiven uit Den Haag. die zich juist bij den
vluchtheuvel aldaar bevond, niet meer vol
doende kon uitwijken en de beide auto's met
elkander in botsing kwamen. De botsing was
zóó hevig geweest dat de auto's met geweld van
elkander getrokken moesten worden. De raads
man van verdachte wees er op dat Duiven de
vluchtheuvel links gepasseerd was en de situ
atie door de tramrails daar zeer ongelukkig is.
De heer Duiven verklaarde dat de vlucht
heuvel daar links gepasseerd mag worden; aan
de rechterzijde bevonden zich wielrijders, waar
door passeeren daar onmogelijk was.
Gezien de ongelukkige situatie daar ter
plaatse eischte het O.M. f. 5 boete of vüf dagen
hechtenis. Over acht dagen zal de kantonrech
ter schriftelijk vonnis wijzen.
U ontvangt het
dubbele en U
betaalt minder
op elke bus een ron voor geschenken
7692
(Ingez. Med.)
PREDIKBEURTEN.
VOOR WOENSDAG 16 MAART.
Alphen-aan-den-Rijn Gebouw Jonathan:
Nam. 8 uur, ds. G. Ph. Scheers.
Nieuw-Vennep Geref. Kerk: Nam. half-
acht, (Bidstond gewas), ds. Smilde.
Chr. Geref. Kerk: Nam. halfacht, ds. E. du
Marchie van Voorthuizen van Urk.
Ter-Aar Ned. Herv. Kerk: Nam. halfacht,
ds. A. K. Straatsma van Den Haag.
Valkenburg Ned. Herv. Kerk: Nam. 7 uur
(Bidstond gewas), ds. Steenbeek.
Zevenhoven Ned. Herv. Kerk: Nam. 7 uur
(Bidstond gewas), ds. Van Harten.
Zoetermeer Ver. tot verbreiding der Geref.
Waarheid. Nam. 7 uur, ds. P. Zandt van Delft.
NED. HERV. KERK.
Aangenomen: Naar NijegaFlahulzen, J. v,
d. Velden, cand. te Utrecht.
GEREF. KERKEN.
Aangenomen: Naar Dinteloord, dr. W. H. v,
Zuylen te Wissekerke.
Beroepen: Te Naaldwijk, C. T. Teeuwen te
Heerden.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt: Voor Zwaagwestelnde. N. Brandsma
te Wildervank.
DOOPSGEZ. SOCIËTEIT.
Beroepen: Te Wormerveer, P. v. d. Meulen
te Veenwouden.
GEREF. GEMEENTEN.
Bedankt: Voor Grand-Rapids (N.-Amerika),
G. H. Kersten te Rotterdam.
VICARIS-GENERAAL BISDOM HAARLEM
Regent Ammerlaan benoemd.
Mgr. J. P. Huibers, bisschop van Haar
lem, heeft tot zijn vicaris-generaal be
noemd den hoog eerw. heer N. L. A. Am
merlaan. regent van het klein-seminarie
Hageveld te Heemstede. Msb.
„Ik wou Jullie verslaggever wel eens spre
ken, die over mijn boksmatch van gisteren
geschreven heeft
10. Okkie Bol vertelde weer: „Toen voer ik naar het midden
van het meer en daar heb ik, zooals de kraai mij had gezegd, het
bootje stil gelegd. Ik zei: „Oele, poele, ketel, tuit" maar de toover-
visch kwam niet boven het water uit; zij heeft mij zeker niet ge
hoord. En intusschen raakten de roeispanen los en vielen buiten
boord.
„Thijs, oom Brom en Dickie hadden het verhaal van Okikie Bol stil
aangehoord en Dickie zei: „Ik vind het heelemaal niet aardig van
dien toovervisch die weet zeker niet hoe akelig verdwaald-zijn is!"
Maar Thijsje sprak: „En toch is het niet dom om aan dien toover
visch te vragen om Okkie met zijn tooverkracht naar huis te dragen
je hebt nu wel de tooverspreuk gezegd, maar je hebt het misschien
niet goed gedaan. Zeg, weet je wat? Dick moest maar vlug met Okkie
naar kabouter Paddekwist toe gaan die weet zeker van dien too
vervisch alles wat er van te weten is."
Dat leek een heel goed plan en Dick en Okkie gingen vlug op stap
naar Paddekwist, den vriendelijken kabouterman.
4—3