Aandachttrekkende kwestie in de Kalkzandsteenindustrie De pensioenregeling van het Spoorwegpersoneel LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Dinsdag 15 Maart 1938 De meening van den heer C. J. Ph. Zaalberg „Ordening" om economisch-zwakke bedrijven te helpen W&JkkutuihdtA. km yai e* dedZlcUitt VRAGENRUBRIEK GEMENGD NIEUWS Resolutie aanvaard (Van onzen specialen verslaggever). Sinds geruimen tijd is er in de Ne- derlandsche Kalkzandsteenindustrie een kwestie hangende, die in steeds breeder kring de aandacht trekt; de kwestie met de kalkzandsteenfabriek „Arnoud" te Hillegom, waarvan de directeur onlangs door den Haarlemschen kan tonrechter tot 3 X f. 6 boete is ver oordeeld wegens „overtreding van de Arbeidswet", i.e. het werken met twee ploegen (dag en nacht), waarvoor de vergunning na 27 November 1937 niet verlengd was. Het is een goede ge woonte om over een vonnis, althans wanneer de zaak nog sub judice is, in de pers geen oordeel uit te spreken. En ook in dit geval zullen wij ons daar. aan houden. Waar het hier echter om een conflict gaat, dat van véél grooter beteekenis is dan een simpele wetsover treding, meenden wij er goed aan te doen, over de voorgeschiedenis van deze zaak het oordeel te vragen van den oud-directeur-generaal van den arbeid, den lieer C. J. Ph. Zaalberg, die als getuige a decharge voor den Haar lemschen kantonrechter 19 verschenen en wiens visie op deze zaak in het volgende tot uiting komt. „De Arbeidswet 1919 bracht in het alge meen den arbeidstijd terug tot 48 uur per week, doch liet ruimte voor uitzonderingen en zoo werd jarenlang aan de kalkzand steenfabrieken toegestaan 55 uur per week en 10 uur per dag te werken, o.m. omdat dit bedrijf veel last had van buitenland - sche concurrentie. Ook konden de fabrikan ten, evenals in tal van andere bedrijven, desgewenscht 96 uur per week laten werken in twee aansluitende ploegen, elk van 48 uur per week, welke regeling echter technische bezwaren had en daarom niet aan het doel beantwoordde. De arbeiders-vakvereenigingen drongen echter met klem aan op het vervallen van den 1 O-urendag en de 55-urenweek en wa ren daartoe bereid te werken in twee ploe gen in 96-urenweek voor fabrieken, die daaraan behoefte hadden. Onder leiding van mijzelf werden besprekingen gevoerd om daartoe te geraken en dus tot een werktijd voor de arbeiders van 48 uur per week. Een oplossing werd gevonden door den directeur van de „Arnoud" te Hil legom, die een werktijdregeling ont wierp in twee niet-aansluitende ploe gen, welke regeling niet de technische bezwaren opleverde van vroeger, maar wel een grondigen ombouw, aanvulling en reorganisatie vorderde, omdat daar bij ook het meeste werk overdag zou worden verricht cn de nachtploeg slechts zeer beperkt zou zijn. Alle partijen fabrikanten en arbeidersorganisaties vereenigden zich met deze regeling, die ook mijn volledige instemming had, omdat het hier een sociaal zeer gunstige regeling betrof. Daarom was ik bereid deze voor te dragen. Deze regeling werd door den toenmaligen betrokken minister, mr. Verschuur, goedgekeurd en vastgesteld. De minister richtte zich nog in een schrijven tot de betrokken fabrikanten, waarin werd medegedeeld, dat de hun tot dusverre verleende overwerkvergomning voor de 55-urenweek nog voor twee jaren zou worden gegeven, doch dat alleen die fabrikanten in aanmerking zouden komen, die de reorganisatie, welke hun fabriek gehoefde om tot een twee-ploegenstelsel te geraken, met kracht en ook tijdig ter jjand genomen zouden hebben. Later is nier nog een derde jaar aan toegevoegd. Deze besprekingen en deze schriftelijke 'oes temming 'eigenlijk een voorwaarde voor hen, die de vergunning om 10 en 55 jur te werken aanvaardden) dateeren uit net laatst van 1929. Of en in hoeverre de verschillende fabrieken hebben gereorgani- seeid om tot het bedoelde nieuwe twee- Plo-genstelsel te geraken, kan buiten be bouwing blijven .het staat vast. dat de .Arnoud", die toen al verreweg de grootste Kalkzandsteeihabriek in ons land was. zich ijrondig op de nieuwe regeling heeft inge steld en daarvoor in eerste instantie een teer groot bedrag investeerde. En toen de overgangsperiode van drie pren Jn 1933 verstreken was, werd in alle 'alkzandsteenfabrieken door de arbeiders slechts 4J; uur gewe kt, hetzij in 5én ploeg, teij in twee ploegen. Hierbij zij uitdrukkelijk aangeteekend, <£t de vergunning om met twee ploegen te perken indertijd niet gegeven is, omdat er groote vraag naar kalkzandsteenen was de productie daaraan niet beantwoordde, «et ginp u.'telulKnö om verlaging van de Productie*-"'-' teneinde tot ee'; lageren Pnjs te komen. Een goed ingerichte fabriek Js nogal kapitaalintensief. De kalkzand steen heeft tegen zijn verschillende ver vangingsmiddelen te concurreeren, met jame roode Waalsteen, Belgische steen en beton. Huniddels daalde de bouwbedrijvigheid door oorzaken, die hier buiten beschouwing kunnen blijven en met de dalende afzet mogelijkheden, namen de moeilijkheden voor de steen fabrikanten toe. Zoo was het in de baksteenindustrie en zoo was het ook in de kalkzandsteenindustrie. De productie capaciteit was te groot, de prijzen daal den, tal van fabrieken, die in allerlei op zichten ver uiteenliepen, dreigden den strijd te moeten opgeven. Het was deze laatste categorie, die hoopte door „ordening" het economisch veege lijf te kunnen redden, maar het mag bekend worden veronder steld, dat de ordeningspogingen welke geen saneerende werking hadden zoowel voor de baksteen als voor de kalkzandsteen afgewezen zijn. Het pijnlijke maar onver mijdelijke proces der natuurlijke saneering heeft inmiddels in de baksteenindustrie reeds tot eenige verbetering geleid, terwijl het in de kalkzandsteenindustrie nog ge remd is geworden door wat ik zou willen noemen „de sociale variant op de econo mische ordening". De fabrikanten van witte steen toch, die zich realiseeerden, dat de .Arnoud", met het daar algeheel goed doorgevoerde nieuwe twee-ploegenstelsel, een groote productie capaciteit ontwikkelde en dit tegen een kostprijs, die belangrijk lager lag dan de hunne, oefenden aandrang uit om hët twee-ploegenstelsel af te schaffen. De arbeiders-organisaties, die hadden aange drongen op werken in twee ploegen, ten einde aan de „armoedevergunning" van 55 uur een einde te maken, en die in 1929 hadden medegewerkt aan het tot stand ikomen der boven gememoreerde regeling, welke zelfs door dien aandrang was ont staan, beijverden zich thans om deze weer te doen vervallen. Mr. Romme vond bij zijn optreden als minister van sociale zaken ln Juni 1937 deze zaak in een acuut stadium, omdat een, aan de „Arnoud" nog verleende vergunning tot werken in twee ploegen op 27 Novembei 1937 expireerde. Daaraan was voorafgegaan het op advies van den Hoogen Raad van Arbeid bij een herziening van het werk tijden besluit daaruit schrappen van de kalkzandsteenfabrieken als tweeploegen- bedrijf, zulks terwijl de vergunning sedert 1929 een bewust voorultloopen waren op een regeling als de „Arnoud" toegestaan kreeg. Een uitgebreid onderzoek in de geheele kalkzandsteenindustrie werd op last van minister Romme door de Arbeidsinspectie ingesteld. Aan de hand van het rapport over onderzoek, dat geheim gehouden werd, concludeerde de minister, dat de kalkzand steenindustrie in haar geheel, bij arbeiden in één ploeg, voldoende kan produceeren om de markt te voorzien en dat zij in nor male omstandigheden daarbij loonend zou kunnen produceeren. Op grond van deze overwegingen werd de gevraagde verlenging der vergunning om in twee ploegen te werken aam de „Ar noud" geweigerd. In hoeverre de voorop stelling over rentabiliteit, bij werken in één ploeg, juist kan zijn, moge hier blijven rusten. Voor de geheele industrie is zij on juist; de „Arnoud" althans kan, nu zij zich volkomen heeft .ingeschoten" op een twee-ploegenbedrijf, niet meer rendabel werken in één ploeg. Minister Romme weet zulks en schreef terzake: „Nu is er echter met name één fabriek de „Arnoud" te Hillegom die sinds 1929 zoo geheel op twee ploegen is Ingesteld, dat zij, bij het werken in één ploeg, onmogelijk loonend kan produceeren". En toch aldus de minister most de .Arnoud" in één ploeg draaien. Het doet denken aan Barbertje. En waarom dit alles? Is de „Arnoud" een achterlijke fa briek, waarvan de verdwijning geen maat schappelijk verlies zou zijn? Geenszins! Ter terechtzitting werd met gepasten trots voorlezing gedaan van een schrijven van minister Romme aan den directeur van de „Arnoud", waarin stond: „Ik ontken aller minst, dat uw fabriek, dank zij groote fi- nancieele offers, in vele opzichten aan de spits van het kalkzandsteen bedrijf staat". Ook sociale belangen worden door de weigering van de vergunning niet gediend, immers reeds in een eerder stadium der zaak schreef minister Romme, dat „hem niet gebleken was. dat de belangen der bij de „Arnoud" werkzame arbeiders, door het verleenen van de vergunning geschaad worden!" Wat de reden dan kan zijn dat de minister de vergunning weigert? Or dening, om de economisch-zwakke be drijven te helpen. Dat dit geschiedt ten koste van een bedrijf, dat getoond heeft inderdaad tot een lageren prijs te kunnen geraken „komt nicht in Fr age". Evenmin vraagt men zich af, wat het werken met één ploeg voor een bedrijf als de .Arnoud" beteekent, n.l. stillegging van een deel van het bedrijf, dat met groote offers tot den huidigen omvang is opgebouwd! Het gevolg van kwesties, als thans aan de orde zijn, is, dat men de men- schcn huiverig maakt om kapitaal te investeeren. Men durft geen risico meer te nemen. Laatst vroeg mij een siga renfabrikant in wiens bedrijf 3 en 4 cents sigaren gemaakt worden, waar mede hij veel succes had en die daarom een uitbreiding van zijn personeel met plm. 80 man overwoog, of ik hem daarin raad kon geven. Hij was n.l. bevreesd, dat een maatregel af zal komen, dat alleen sigaren tot een bepaalden, nog vast te stellen, minimumprijs gefabri ceerd mogen worden. En dus: géén uitbreiding! Men doodt op deze wijze alle initiatief van ondernemers, die zelfs nu nog den moed hebben om kapitaal te steken in een verbetering en versterking van hun bedrijf. Dat is het resultaat van een 7697 Dooi* een vakman natuurlijk! Raadpleegt Uw erkenden installateur (ïngez. Med.) kwestie, zooals thans in de kalkzand steenindustrie aan de orde is. Stellig een onverkwikkelijke historie, die niet pleit voor het daarbij gevoerde orde ningsbeleid en de industrialisatie, _dje zoo hard noodig is, remt. Deze zaak heeft voor mij twee kanten, de eene al ernstiger dan de andere. Ik ben mij er volkomen van bewust, dat niet alleen een vergunning, doch ook een algemeene maatregel van bestuur en een wet slechts gelden, zoolang de bevoegde overheidsor ganen dat wenschen. In dit geval zie ik echter in het intrekken van de' vergunning een onrecht en wel een met ernstige gevol gen. De eerbied voor het Gezag is er voor mij bij betrokken. Er is gezinspeeld op een schadeloosstel ling. Dat raakt den tweeden kant: den economischen. Naast de preventieve rem op de industrialisatie zou dan komen het put ten van geld uit de openbare kas met het doel onze nijverheid minder rendabel te maken (Nadruk verboden). De vos, die ook zijn slimme streken niet verloor! H, te L. - Borstel de wieg eerst flink uit. Behandel haar daarna met sterken pekel en spoel met schoon water na. A. K. te L. Wij hebben de vliegtuigen niet gezien en kunnen dus over den onderlingen afstand geen antwoord geven. Abonné te L.: Te Rotterdam: Rott. Lloyd N.V. Veerhaven 7; Vereen. Nederl. Scheepvaart-Mijen. West plein 2 b; Vinke en Co., Leuvehaven 52; Nievelt Goudiaan's en Co. Stoomvaart-Mij.. Veerhaven 2; Halcyon Lijn N.V. Veerkade 5; Scheepvaart Mtj. Milllngen N.V.. Willemskade 2a; Scheep vaart Mfj Rotterdam Oceaan. Westplein 2b; Scheepvaart en Steenkolen Mij. Parklaan 22; Scheepvaartvereen. Zuid, P. de Hoogweg 110; N.V, van Ommeren s Scheepvaart Bedrijf N.V., Westerlaan 10; Holland—Amerika Lijn. Wil- helminakade. Te Amsterdam; Stoomvaart Mij. Noordzee, Pr Hendrikkade 48; Stoomvaart Mij. Neder land. Pr. Hendrikkade 108; Nederlandsche Llovd, Heerengracht 210: Holland—Afrika Lijn, Binnenkant 7; Kon. Nederl. Stoomboot Mij., Pr. Hendrikkade 108. en Kon. Paketvaart Mij., Pr. Hendrikkade 108. Kan solliciteeren als lichtmatroos, tremmer. messroombov. kokshulp. M. te L. - Het adres van de rijwiellam penfabriek Bauer Is ons niet bekend. E. de H. te L. - Het boek „De Weten schappelijke Optiekvan prof. Zwikker ls in den handel verkrijgbaar. P. N. te H - Of Buziau op 8 April in Amsterdam speelt ls ons niet bekend. Twee wielrijders door auto gegrepen. Eén doode en een zwaar gewonde. Aanrijding te Kloetinge. Gistermiddag omstreeks half zes zijn op den Patijnweg te Kloetinge de ar beiders P. Rijn en A. Stroosnijder uit Goes, die per fiets van de werkver schaffing te Kapelle huiswaarts keer den. terwijl zij zich bevonden op het rijwielpad aan den rechterkant van den weg, door een hun tegemoetko mende bestelauto van de koekfabriek „Zuid-Nederland" te Tilburg aangere den. R. werd op slag gedood, terwijl zijn metgezel een zware hersenschudding opliep. In levensgevaarlijken toestand is bij in het St. Joannaziekenhuis te Goes opgenomen. Het ongeluk is toe te schrijven aan de omstandigheid dat de chauffeur van de auto, zekere S.. de macht over het stuur verloor, doordat hij met zijn voeten ver ward was geraakt in een reisdeken. Als gevolg hiervan kwam de wagen geheel op het linker gedeelte van den weg terecht. De politie heeft het voertuig, dat licht be schadigd was, in beslag genomen. R. was ongeveer 35 jaar, gehuwd en vader van vier kinderen. MOTORRIJDER REED IN VOLLE VAART OP EEN AUTO. Zwaar gewond naar ziekenhuis vervoerd. Eergisteravond omstreeks negen uur reed op den Rijksweg AmsterdamAmers foort een tweetal auto's in de richting Amsterdam. Nabij de zeepfabriek te Naar- den kreeg een der auto's benzinegebrek, ■waarop de bestuurder den wagen aan den kant van den weg parkeerde. De bestuur der van de tweede auto, de heer B. uit Amsterdam, haalde in de nabijheid ben zine en laadde deze op den weg uit. Toen de heer B. hierna zijn wagen keerde om zijn reis te vervolgen, kwam uit de rich ting Amsterdam met groote snelheid de motorrijder H. uit Almelo. Deze reed met geweld tegen de auto op en werd tegen den grond geworpen. Met een hersen schudding. een schedelbasisfractuur en een ernstige vleeschwonde aan het gelaat werd hij naar de St. Gerardus Majellastichting te Bussum overgebracht. De politie heeft de auto in beslag genomen. (Vad.) MUNTEN UIT DE 15e EN 16e EEUW GEVONDEN. Bij het ploegen van een akker heeft een landbouwer té Venray een steenen kruik gevonden, waarvan de inhoud bestond uit 872 oude munten uit de jaren 1400 en 1500. De gevonden munten zijn van verschil lenden vorm; rond, vierkant, zeskant enz. De kruik werd evenwel stukgeploegd. Adres van den personeel- raad besproken. Destijds is melding gemaakt van een adres, door den personeelraad der Nederlandsche Soorwegen gerioht aan den Raad van Ministers, ln welk adres verzocht wordt ln de wet tot wijziging van de pensioenwet voor de Spoorweg- amtenaren 1925, ook de navolgende veranderingen aan te brengen: le. Opheffing van de sedert 1 April 1936 toegepaste korting od reeds inge gane pensioenen en 2e. Opheffing van de variabiliteit van reeds toegekende en nog toe te kennen pensioenen. Ter behandeling van dit adres hebben de samenwerkende vijf erkende bonden van spoorwegpersoneel, vertegenwoordigd in den personeelraad der Nederlandsche Spoorwegen en onder leiding van dien raad gistermiddag ln den Dierentuin te 'sGra- venhage vergaderd. Als voorzitter fungeerde de heer J. Augus.eyn, voorzitter van den Prot. Chr. Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel. Verlaging der pensioenen een onrecht? Eerste spreker was de heer L. Wigman. voorzitter van St. Raphael, de RK. vak- vereeniging. Spr. betoogde, dat het beginsel van de we, ran 1925 ernstig was benadeeld door het wetsontwerp van 10 Januari 1935, welks strekking en behandeling in de Staten-Generaal hu toelichtte. Nadat dit ontwerp wet was geworden staakte de personeelraad zUn actie niet. Spr. betoogde, dat het overeenkomstige wetsontwerp met betrekking tot het over heidspersoneel werd ingetrokken, na het loslaten van den gouden standaard. Hierin ziet hij een onbillijkheid. De verlaging der pensioenen wordt algemeen beschouwd als een onrecht en het spoorwegpersoneel ge voelt zich bijzonder gegriefd, nu de korting op de Indische pensioenen werd beëindigd en die od de pensioenen van het overheids personeel nie- doorging. Het argument der regeering. dat het pensioenfonds tekorten heeft, raakt het spoorwegpersoneel niet, mede omdat een groot aantal bedrijfs lasten in de crisisjaren op het fonds kwa men te drukken. Wat de .variabiliteit der pensioenen betreft, ook ten deze betoogde spr. dat die gedachte nergens elders is verwerkt. Beschouwingen over het Pensioenfonds. De heer J. Balkensteyn. spekende namens den bond van ambtenaren in dienst der Ned. Spoorwegen (BANS.), hield eenige beschouwingen over het persioenfonds. In 1912 nam de staat op zich. zoo zette spreker uiteen, onder zekere voorwaarden fictieve stortingen in het fonds te doen. Volgens deskundige verklaringen heeft de staat een schuld van f. 125 millioen ta.v. het fonds, welke tusschen 1912 en 1923 is ontstaan. In de wet van 1925 wordt van de verplichtingen van. den staat t.a.v. het fonds niet gesproken en daarmede werd de regeling van 1912 te niet gedaan. .De moreele verantwoordelijkheid van den staat blijft bestaan", zoo betoogde de wiskun dige prof. Muller. Ook deze spreker wees erop. dat de regeering tegenover het spoor wegpersoneel een zwaarderen maatstaf aanlegt dan tegenover andere gepension- neerden. Van 1924 af werden de loonen en pensioenen geregeld verlaagd. Resumeerende stelde spr. vast. dat de toestand, waarin het fonds zich bevindt, hoofdzakelijk te wüten is aan den staat, die zlin verplichtingen van 1912, niet is nagekomen. Wie draagt de verant woordelijkheid? De heer L. Landskxoon, hoofdbestuurs lid van de Ned. Vereeniging van Spoor- en Tramwegen, pleitte voor de noodzakelijk heid van een spoedige hervatting van stor tingen ten bedrage van 9 millioen in het spoorwegfonds, tot welke stortingen de regeering zich verbonden heeft bij over komst van 1930 gesloten, met de beide spoorwegmaatschappijen, welke door de wet is bekrachtigd. Dit bedrag van 9 millioen is nimmer op de balans van het fonds gebracht. Met de meeste stelligheid, meende spr., behoort dit bedrag op de tialans te worden gebracht. Ook zonder die 9 millioen zou er een tekort zijn in het pensioenfonds van meer dan 100 millioen. Wie draagt voor dezen toestand de ver antwoordelijkheid? Vast staat, dat het spoorwegpersoneel er niet de minste ver antwoordelijkheid voor draagt, omdat het sinds 1912 niet de minste zeggenschao heeft ln het l>eheer van het fonds. Alleen de ver schillende directies en regeertngen dragen er. naar sprekers overtuiging, de verant woordelijkheid voor. De heer IH. J. van Braam beek spreekt. Het tweede kamerlid, de heer H. J van Braambeek, namens den personeelraad sprekende, bracht hulde aan de eenheid, die in deze actie tot uitdrukking is ee komen. Hti protesteerde echter tegen uit latingen als voorkomen in een strooibiljet voor de aanvang dezer vergadering ver spreid. In dit bilje, verspreid vanwege den bond van gepensionneerden bij de Ned. Spoorwegen, wordt de intrekking van de verlaging der pensioenen slechts afhanke lijk gesteld van de vraag of de regeering haar stortingen in het fonds zal hervat, en Met een luid applaus gaf de vergadering uiting aan haar instemming met dit pro test. De voorzitter der vergadering las daarna een resolutie voor, welke met al- gemeene stemmen werd aanvaard. In deze resolutie wordt het verzoek ge richt aan de regeering. aan de Staten- Generaal en aan de directie der Neder landsche spoorwegen een spoedige verwe zenlijking van deze rechtvaardige verlan gens te willen bevorderen door overleg tusschen de directie en den personee'raad. De voorzitter van den centralen bond van Spoor- en Tramwegpersoneel, de heer J. Cramer, sprak een slotwoord, waarin hij de vergadering tot steun aan deze actie opwekte. BRAND TE NIJMEGEN. Gistermiddag is de Nijmeegsche brand weer gealarmeerd voor een uitslaanden brand ln de oude stad, tusschen de Waal kade en Steenstraat, waar een der oude huizen vlam had gevat. Het vuur is door onbekende oorzaak ontstaan op de tweede verdieping. De brandweer gaf met een straal water en slaagde er in den brand tot de boven verdieping en den zolder te beperken, welke echter geheel uitbrandden. De be- nedenétages bekwamen veel waterschade. PAARD SLOEG OP HOL. In het ziekenhuis te Oostburg is overle den de landbouwer V., uit IJzendijke, die onder een wagen was geraakt, toen het daarvoor gespannen paard op hol sloeg. V. bekwam ernstige wonden met boven vermelden droeven afloop. PAKHUIS TE ROTTERDAM UITGEBRAND. Tengevolge van het springen van een flesch vloeibare was is gistermorgen brand uitgebroken in een als chemicaliënfabriek- je ingericht pakhuis aan de Schoolstraat 4, te Rotterdam, aldus het „Vad." Het vuur, dat in de brandbare mate rialen gretig voedsel vond, breidde zich snel uit en deelde zich ook mede aan de boven het pakhuis gelegen woonétages. Met zes stralen op de waterleiding had de brandweer den brand spoedig onder de knie. In het pakhuis waren twaalf tot vijftien jongens van omstreeks 12 Jaar bezig met het vullen van potjes was. toen plotseling de flesch vloeibare was sprong en de in houd, daar er een brander in de buurt stond te branden, vlam vatte. De eigenaar van de zaak, de heer L. van der Linden, slaagde er nog ln om zijn vrouw, die in het kantoortje heelemaal achterin de zaak, zat te werken, te waarschuwen en beiden konden nog tijdig naar buiten komen. De brand Het zich in den beginne zeer ernstig aanzien en te meer omdat er zich in het pakhuis een groot vat terpentijn bevond, was zeer snel ingrijpen van de brandweer noodzakelijk. Met zes stralen heeft de brandweer het vuur snel kunnen insluiten, nadat personeel van de afdee- ling brandbluschmiddelen een onderzoek in het brandende perceel had ingesteld. De chemicaliënwerkplaats is totaal uit gebrand; ook het niet bewoonde gedeelte van de eerste verdieping is een prooi der vlammen geworden, terwijl de beide éta ges nogal wat rook- en waterschade heb ben. Noch de eigenaar van de chemicalien- werkplaats noch de beide families, die er boven wonen, waren verzekerd. AAN BEKOMEN VERWONDINGEN OVERLEDEN. De 42-jarige veehouder H. Bakker to Tijnje, viel Vrijdagmiddag bij het voede ren van het vee op geringe hoogte van een blok hooi. Hierbij werd een zijner nekwervels ernstig beschadigd; na hevig lijden is het slachtoffer thans aan de gevolgen van den val overleden. Hij laat een weduwe met 7 kinderen na. 3—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 11