Aandachttrekkende kwestie in
de Kalkzandsteenindustrie
De pensioenregeling van het
Spoorwegpersoneel
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Dinsdag 15 Maart 1938
De meening van den heer C. J. Ph. Zaalberg
„Ordening" om economisch-zwakke bedrijven
te helpen
W&JkkutuihdtA. km yai e* dedZlcUitt
VRAGENRUBRIEK
GEMENGD NIEUWS
Resolutie aanvaard
(Van onzen specialen verslaggever).
Sinds geruimen tijd is er in de Ne-
derlandsche Kalkzandsteenindustrie een
kwestie hangende, die in steeds breeder
kring de aandacht trekt; de kwestie
met de kalkzandsteenfabriek „Arnoud"
te Hillegom, waarvan de directeur
onlangs door den Haarlemschen kan
tonrechter tot 3 X f. 6 boete is ver
oordeeld wegens „overtreding van de
Arbeidswet", i.e. het werken met twee
ploegen (dag en nacht), waarvoor de
vergunning na 27 November 1937 niet
verlengd was. Het is een goede ge
woonte om over een vonnis, althans
wanneer de zaak nog sub judice is, in
de pers geen oordeel uit te spreken.
En ook in dit geval zullen wij ons daar.
aan houden. Waar het hier echter om
een conflict gaat, dat van véél grooter
beteekenis is dan een simpele wetsover
treding, meenden wij er goed aan te
doen, over de voorgeschiedenis van
deze zaak het oordeel te vragen van
den oud-directeur-generaal van den
arbeid, den lieer C. J. Ph. Zaalberg, die
als getuige a decharge voor den Haar
lemschen kantonrechter 19 verschenen
en wiens visie op deze zaak in het
volgende tot uiting komt.
„De Arbeidswet 1919 bracht in het alge
meen den arbeidstijd terug tot 48 uur per
week, doch liet ruimte voor uitzonderingen
en zoo werd jarenlang aan de kalkzand
steenfabrieken toegestaan 55 uur per week
en 10 uur per dag te werken, o.m. omdat
dit bedrijf veel last had van buitenland -
sche concurrentie. Ook konden de fabrikan
ten, evenals in tal van andere bedrijven,
desgewenscht 96 uur per week laten werken
in twee aansluitende ploegen, elk van
48 uur per week, welke regeling echter
technische bezwaren had en daarom niet
aan het doel beantwoordde.
De arbeiders-vakvereenigingen drongen
echter met klem aan op het vervallen van
den 1 O-urendag en de 55-urenweek en wa
ren daartoe bereid te werken in twee ploe
gen in 96-urenweek voor fabrieken, die
daaraan behoefte hadden. Onder leiding
van mijzelf werden besprekingen gevoerd
om daartoe te geraken en dus tot een
werktijd voor de arbeiders van 48 uur per
week.
Een oplossing werd gevonden door
den directeur van de „Arnoud" te Hil
legom, die een werktijdregeling ont
wierp in twee niet-aansluitende ploe
gen, welke regeling niet de technische
bezwaren opleverde van vroeger, maar
wel een grondigen ombouw, aanvulling
en reorganisatie vorderde, omdat daar
bij ook het meeste werk overdag zou
worden verricht cn de nachtploeg
slechts zeer beperkt zou zijn.
Alle partijen fabrikanten en
arbeidersorganisaties vereenigden
zich met deze regeling, die ook mijn
volledige instemming had, omdat het
hier een sociaal zeer gunstige regeling
betrof. Daarom was ik bereid deze voor
te dragen. Deze regeling werd door den
toenmaligen betrokken minister, mr.
Verschuur, goedgekeurd en vastgesteld.
De minister richtte zich nog in een
schrijven tot de betrokken fabrikanten,
waarin werd medegedeeld, dat de hun tot
dusverre verleende overwerkvergomning
voor de 55-urenweek nog voor twee jaren
zou worden gegeven, doch dat alleen die
fabrikanten in aanmerking zouden komen,
die de reorganisatie, welke hun fabriek
gehoefde om tot een twee-ploegenstelsel
te geraken, met kracht en ook tijdig ter
jjand genomen zouden hebben. Later is
nier nog een derde jaar aan toegevoegd.
Deze besprekingen en deze schriftelijke
'oes temming 'eigenlijk een voorwaarde
voor hen, die de vergunning om 10 en 55
jur te werken aanvaardden) dateeren uit
net laatst van 1929. Of en in hoeverre de
verschillende fabrieken hebben gereorgani-
seeid om tot het bedoelde nieuwe twee-
Plo-genstelsel te geraken, kan buiten be
bouwing blijven .het staat vast. dat de
.Arnoud", die toen al verreweg de grootste
Kalkzandsteeihabriek in ons land was. zich
ijrondig op de nieuwe regeling heeft inge
steld en daarvoor in eerste instantie een
teer groot bedrag investeerde.
En toen de overgangsperiode van drie
pren Jn 1933 verstreken was, werd in alle
'alkzandsteenfabrieken door de arbeiders
slechts 4J; uur gewe kt, hetzij in 5én ploeg,
teij in twee ploegen.
Hierbij zij uitdrukkelijk aangeteekend,
<£t de vergunning om met twee ploegen te
perken indertijd niet gegeven is, omdat
er groote vraag naar kalkzandsteenen was
de productie daaraan niet beantwoordde,
«et ginp u.'telulKnö om verlaging van de
Productie*-"'-' teneinde tot ee'; lageren
Pnjs te komen. Een goed ingerichte fabriek
Js nogal kapitaalintensief. De kalkzand
steen heeft tegen zijn verschillende ver
vangingsmiddelen te concurreeren, met
jame roode Waalsteen, Belgische steen en
beton.
Huniddels daalde de bouwbedrijvigheid
door oorzaken, die hier buiten beschouwing
kunnen blijven en met de dalende afzet
mogelijkheden, namen de moeilijkheden
voor de steen fabrikanten toe. Zoo was het
in de baksteenindustrie en zoo was het ook
in de kalkzandsteenindustrie. De productie
capaciteit was te groot, de prijzen daal
den, tal van fabrieken, die in allerlei op
zichten ver uiteenliepen, dreigden den strijd
te moeten opgeven. Het was deze laatste
categorie, die hoopte door „ordening" het
economisch veege lijf te kunnen redden,
maar het mag bekend worden veronder
steld, dat de ordeningspogingen welke
geen saneerende werking hadden zoowel
voor de baksteen als voor de kalkzandsteen
afgewezen zijn. Het pijnlijke maar onver
mijdelijke proces der natuurlijke saneering
heeft inmiddels in de baksteenindustrie
reeds tot eenige verbetering geleid, terwijl
het in de kalkzandsteenindustrie nog ge
remd is geworden door wat ik zou willen
noemen „de sociale variant op de econo
mische ordening".
De fabrikanten van witte steen toch, die
zich realiseeerden, dat de .Arnoud", met
het daar algeheel goed doorgevoerde nieuwe
twee-ploegenstelsel, een groote productie
capaciteit ontwikkelde en dit tegen een
kostprijs, die belangrijk lager lag dan de
hunne, oefenden aandrang uit om hët
twee-ploegenstelsel af te schaffen. De
arbeiders-organisaties, die hadden aange
drongen op werken in twee ploegen, ten
einde aan de „armoedevergunning" van 55
uur een einde te maken, en die in 1929
hadden medegewerkt aan het tot stand
ikomen der boven gememoreerde regeling,
welke zelfs door dien aandrang was ont
staan, beijverden zich thans om deze weer
te doen vervallen.
Mr. Romme vond bij zijn optreden als
minister van sociale zaken ln Juni 1937
deze zaak in een acuut stadium, omdat een,
aan de „Arnoud" nog verleende vergunning
tot werken in twee ploegen op 27 Novembei
1937 expireerde. Daaraan was voorafgegaan
het op advies van den Hoogen Raad van
Arbeid bij een herziening van het werk
tijden besluit daaruit schrappen van de
kalkzandsteenfabrieken als tweeploegen-
bedrijf, zulks terwijl de vergunning sedert
1929 een bewust voorultloopen waren op
een regeling als de „Arnoud" toegestaan
kreeg.
Een uitgebreid onderzoek in de geheele
kalkzandsteenindustrie werd op last van
minister Romme door de Arbeidsinspectie
ingesteld. Aan de hand van het rapport
over onderzoek, dat geheim gehouden werd,
concludeerde de minister, dat de kalkzand
steenindustrie in haar geheel, bij arbeiden
in één ploeg, voldoende kan produceeren
om de markt te voorzien en dat zij in nor
male omstandigheden daarbij loonend zou
kunnen produceeren.
Op grond van deze overwegingen werd
de gevraagde verlenging der vergunning
om in twee ploegen te werken aam de „Ar
noud" geweigerd. In hoeverre de voorop
stelling over rentabiliteit, bij werken in
één ploeg, juist kan zijn, moge hier blijven
rusten. Voor de geheele industrie is zij on
juist; de „Arnoud" althans kan, nu zij zich
volkomen heeft .ingeschoten" op een
twee-ploegenbedrijf, niet meer rendabel
werken in één ploeg. Minister Romme weet
zulks en schreef terzake:
„Nu is er echter met name één fabriek
de „Arnoud" te Hillegom die sinds 1929
zoo geheel op twee ploegen is Ingesteld, dat
zij, bij het werken in één ploeg, onmogelijk
loonend kan produceeren".
En toch aldus de minister most de
.Arnoud" in één ploeg draaien. Het doet
denken aan Barbertje. En waarom dit
alles? Is de „Arnoud" een achterlijke fa
briek, waarvan de verdwijning geen maat
schappelijk verlies zou zijn? Geenszins! Ter
terechtzitting werd met gepasten trots
voorlezing gedaan van een schrijven van
minister Romme aan den directeur van de
„Arnoud", waarin stond: „Ik ontken aller
minst, dat uw fabriek, dank zij groote fi-
nancieele offers, in vele opzichten aan de
spits van het kalkzandsteen bedrijf staat".
Ook sociale belangen worden door de
weigering van de vergunning niet gediend,
immers reeds in een eerder stadium der
zaak schreef minister Romme, dat „hem
niet gebleken was. dat de belangen der bij
de „Arnoud" werkzame arbeiders, door het
verleenen van de vergunning geschaad
worden!"
Wat de reden dan kan zijn dat de
minister de vergunning weigert? Or
dening, om de economisch-zwakke be
drijven te helpen. Dat dit geschiedt
ten koste van een bedrijf, dat getoond
heeft inderdaad tot een lageren prijs
te kunnen geraken „komt nicht in
Fr age". Evenmin vraagt men zich af,
wat het werken met één ploeg voor een
bedrijf als de .Arnoud" beteekent, n.l.
stillegging van een deel van het bedrijf,
dat met groote offers tot den huidigen
omvang is opgebouwd!
Het gevolg van kwesties, als thans
aan de orde zijn, is, dat men de men-
schcn huiverig maakt om kapitaal te
investeeren. Men durft geen risico meer
te nemen. Laatst vroeg mij een siga
renfabrikant in wiens bedrijf 3 en 4
cents sigaren gemaakt worden, waar
mede hij veel succes had en die daarom
een uitbreiding van zijn personeel met
plm. 80 man overwoog, of ik hem daarin
raad kon geven. Hij was n.l. bevreesd,
dat een maatregel af zal komen, dat
alleen sigaren tot een bepaalden, nog
vast te stellen, minimumprijs gefabri
ceerd mogen worden. En dus: géén
uitbreiding!
Men doodt op deze wijze alle initiatief
van ondernemers, die zelfs nu nog den
moed hebben om kapitaal te steken in
een verbetering en versterking van hun
bedrijf. Dat is het resultaat van een
7697
Dooi* een vakman natuurlijk!
Raadpleegt Uw erkenden installateur
(ïngez. Med.)
kwestie, zooals thans in de kalkzand
steenindustrie aan de orde is. Stellig
een onverkwikkelijke historie, die niet
pleit voor het daarbij gevoerde orde
ningsbeleid en de industrialisatie, _dje
zoo hard noodig is, remt.
Deze zaak heeft voor mij twee kanten, de
eene al ernstiger dan de andere. Ik ben mij
er volkomen van bewust, dat niet alleen
een vergunning, doch ook een algemeene
maatregel van bestuur en een wet slechts
gelden, zoolang de bevoegde overheidsor
ganen dat wenschen. In dit geval zie ik
echter in het intrekken van de' vergunning
een onrecht en wel een met ernstige gevol
gen. De eerbied voor het Gezag is er voor
mij bij betrokken.
Er is gezinspeeld op een schadeloosstel
ling. Dat raakt den tweeden kant: den
economischen. Naast de preventieve rem op
de industrialisatie zou dan komen het put
ten van geld uit de openbare kas met het
doel onze nijverheid minder rendabel te
maken
(Nadruk verboden).
De vos, die ook zijn slimme streken niet
verloor!
H, te L. - Borstel de wieg eerst flink uit.
Behandel haar daarna met sterken pekel en
spoel met schoon water na.
A. K. te L. Wij hebben de vliegtuigen
niet gezien en kunnen dus over den onderlingen
afstand geen antwoord geven.
Abonné te L.:
Te Rotterdam: Rott. Lloyd N.V. Veerhaven
7; Vereen. Nederl. Scheepvaart-Mijen. West
plein 2 b; Vinke en Co., Leuvehaven 52; Nievelt
Goudiaan's en Co. Stoomvaart-Mij.. Veerhaven
2; Halcyon Lijn N.V. Veerkade 5; Scheepvaart
Mtj. Milllngen N.V.. Willemskade 2a; Scheep
vaart Mfj Rotterdam Oceaan. Westplein 2b;
Scheepvaart en Steenkolen Mij. Parklaan 22;
Scheepvaartvereen. Zuid, P. de Hoogweg 110;
N.V, van Ommeren s Scheepvaart Bedrijf N.V.,
Westerlaan 10; Holland—Amerika Lijn. Wil-
helminakade.
Te Amsterdam; Stoomvaart Mij. Noordzee,
Pr Hendrikkade 48; Stoomvaart Mij. Neder
land. Pr. Hendrikkade 108; Nederlandsche
Llovd, Heerengracht 210: Holland—Afrika Lijn,
Binnenkant 7; Kon. Nederl. Stoomboot Mij.,
Pr. Hendrikkade 108. en Kon. Paketvaart Mij.,
Pr. Hendrikkade 108.
Kan solliciteeren als lichtmatroos, tremmer.
messroombov. kokshulp.
M. te L. - Het adres van de rijwiellam
penfabriek Bauer Is ons niet bekend.
E. de H. te L. - Het boek „De Weten
schappelijke Optiekvan prof. Zwikker ls in
den handel verkrijgbaar.
P. N. te H - Of Buziau op 8 April in
Amsterdam speelt ls ons niet bekend.
Twee wielrijders door auto
gegrepen.
Eén doode en een zwaar gewonde.
Aanrijding te Kloetinge.
Gistermiddag omstreeks half zes zijn
op den Patijnweg te Kloetinge de ar
beiders P. Rijn en A. Stroosnijder uit
Goes, die per fiets van de werkver
schaffing te Kapelle huiswaarts keer
den. terwijl zij zich bevonden op het
rijwielpad aan den rechterkant van
den weg, door een hun tegemoetko
mende bestelauto van de koekfabriek
„Zuid-Nederland" te Tilburg aangere
den.
R. werd op slag gedood, terwijl zijn
metgezel een zware hersenschudding
opliep. In levensgevaarlijken toestand
is bij in het St. Joannaziekenhuis te
Goes opgenomen.
Het ongeluk is toe te schrijven aan de
omstandigheid dat de chauffeur van de
auto, zekere S.. de macht over het stuur
verloor, doordat hij met zijn voeten ver
ward was geraakt in een reisdeken. Als
gevolg hiervan kwam de wagen geheel op
het linker gedeelte van den weg terecht.
De politie heeft het voertuig, dat licht be
schadigd was, in beslag genomen.
R. was ongeveer 35 jaar, gehuwd en
vader van vier kinderen.
MOTORRIJDER REED IN VOLLE
VAART OP EEN AUTO.
Zwaar gewond naar ziekenhuis
vervoerd.
Eergisteravond omstreeks negen uur
reed op den Rijksweg AmsterdamAmers
foort een tweetal auto's in de richting
Amsterdam. Nabij de zeepfabriek te Naar-
den kreeg een der auto's benzinegebrek,
■waarop de bestuurder den wagen aan den
kant van den weg parkeerde. De bestuur
der van de tweede auto, de heer B. uit
Amsterdam, haalde in de nabijheid ben
zine en laadde deze op den weg uit. Toen
de heer B. hierna zijn wagen keerde om
zijn reis te vervolgen, kwam uit de rich
ting Amsterdam met groote snelheid de
motorrijder H. uit Almelo. Deze reed met
geweld tegen de auto op en werd tegen
den grond geworpen. Met een hersen
schudding. een schedelbasisfractuur en een
ernstige vleeschwonde aan het gelaat werd
hij naar de St. Gerardus Majellastichting
te Bussum overgebracht. De politie heeft
de auto in beslag genomen. (Vad.)
MUNTEN UIT DE 15e EN 16e EEUW
GEVONDEN.
Bij het ploegen van een akker heeft een
landbouwer té Venray een steenen kruik
gevonden, waarvan de inhoud bestond uit
872 oude munten uit de jaren 1400 en 1500.
De gevonden munten zijn van verschil
lenden vorm; rond, vierkant, zeskant enz.
De kruik werd evenwel stukgeploegd.
Adres van den personeel-
raad besproken.
Destijds is melding gemaakt van een
adres, door den personeelraad der
Nederlandsche Soorwegen gerioht aan
den Raad van Ministers, ln welk adres
verzocht wordt ln de wet tot wijziging
van de pensioenwet voor de Spoorweg-
amtenaren 1925, ook de navolgende
veranderingen aan te brengen:
le. Opheffing van de sedert 1 April
1936 toegepaste korting od reeds inge
gane pensioenen en
2e. Opheffing van de variabiliteit van
reeds toegekende en nog toe te kennen
pensioenen.
Ter behandeling van dit adres hebben de
samenwerkende vijf erkende bonden van
spoorwegpersoneel, vertegenwoordigd in
den personeelraad der Nederlandsche
Spoorwegen en onder leiding van dien raad
gistermiddag ln den Dierentuin te 'sGra-
venhage vergaderd.
Als voorzitter fungeerde de heer J.
Augus.eyn, voorzitter van den Prot. Chr.
Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel.
Verlaging der pensioenen
een onrecht?
Eerste spreker was de heer L. Wigman.
voorzitter van St. Raphael, de RK. vak-
vereeniging. Spr. betoogde, dat het beginsel
van de we, ran 1925 ernstig was benadeeld
door het wetsontwerp van 10 Januari 1935,
welks strekking en behandeling in de
Staten-Generaal hu toelichtte.
Nadat dit ontwerp wet was geworden
staakte de personeelraad zUn actie niet.
Spr. betoogde, dat het overeenkomstige
wetsontwerp met betrekking tot het over
heidspersoneel werd ingetrokken, na het
loslaten van den gouden standaard. Hierin
ziet hij een onbillijkheid. De verlaging der
pensioenen wordt algemeen beschouwd als
een onrecht en het spoorwegpersoneel ge
voelt zich bijzonder gegriefd, nu de korting
op de Indische pensioenen werd beëindigd
en die od de pensioenen van het overheids
personeel nie- doorging. Het argument der
regeering. dat het pensioenfonds tekorten
heeft, raakt het spoorwegpersoneel niet,
mede omdat een groot aantal bedrijfs
lasten in de crisisjaren op het fonds kwa
men te drukken. Wat de .variabiliteit der
pensioenen betreft, ook ten deze betoogde
spr. dat die gedachte nergens elders is
verwerkt.
Beschouwingen over het
Pensioenfonds.
De heer J. Balkensteyn. spekende namens
den bond van ambtenaren in dienst der
Ned. Spoorwegen (BANS.), hield eenige
beschouwingen over het persioenfonds.
In 1912 nam de staat op zich. zoo zette
spreker uiteen, onder zekere voorwaarden
fictieve stortingen in het fonds te doen.
Volgens deskundige verklaringen heeft de
staat een schuld van f. 125 millioen ta.v.
het fonds, welke tusschen 1912 en 1923 is
ontstaan. In de wet van 1925 wordt van de
verplichtingen van. den staat t.a.v. het
fonds niet gesproken en daarmede werd
de regeling van 1912 te niet gedaan. .De
moreele verantwoordelijkheid van den staat
blijft bestaan", zoo betoogde de wiskun
dige prof. Muller. Ook deze spreker wees
erop. dat de regeering tegenover het spoor
wegpersoneel een zwaarderen maatstaf
aanlegt dan tegenover andere gepension-
neerden. Van 1924 af werden de loonen en
pensioenen geregeld verlaagd.
Resumeerende stelde spr. vast. dat de
toestand, waarin het fonds zich bevindt,
hoofdzakelijk te wüten is aan den staat,
die zlin verplichtingen van 1912, niet is
nagekomen.
Wie draagt de verant
woordelijkheid?
De heer L. Landskxoon, hoofdbestuurs
lid van de Ned. Vereeniging van Spoor- en
Tramwegen, pleitte voor de noodzakelijk
heid van een spoedige hervatting van stor
tingen ten bedrage van 9 millioen in het
spoorwegfonds, tot welke stortingen de
regeering zich verbonden heeft bij over
komst van 1930 gesloten, met de beide
spoorwegmaatschappijen, welke door de
wet is bekrachtigd.
Dit bedrag van 9 millioen is nimmer op
de balans van het fonds gebracht. Met de
meeste stelligheid, meende spr., behoort dit
bedrag op de tialans te worden gebracht.
Ook zonder die 9 millioen zou er een tekort
zijn in het pensioenfonds van meer dan
100 millioen.
Wie draagt voor dezen toestand de ver
antwoordelijkheid? Vast staat, dat het
spoorwegpersoneel er niet de minste ver
antwoordelijkheid voor draagt, omdat het
sinds 1912 niet de minste zeggenschao heeft
ln het l>eheer van het fonds. Alleen de ver
schillende directies en regeertngen dragen
er. naar sprekers overtuiging, de verant
woordelijkheid voor.
De heer IH. J. van Braam
beek spreekt.
Het tweede kamerlid, de heer H. J van
Braambeek, namens den personeelraad
sprekende, bracht hulde aan de eenheid,
die in deze actie tot uitdrukking is ee
komen. Hti protesteerde echter tegen uit
latingen als voorkomen in een strooibiljet
voor de aanvang dezer vergadering ver
spreid. In dit bilje, verspreid vanwege den
bond van gepensionneerden bij de Ned.
Spoorwegen, wordt de intrekking van de
verlaging der pensioenen slechts afhanke
lijk gesteld van de vraag of de regeering
haar stortingen in het fonds zal hervat, en
Met een luid applaus gaf de vergadering
uiting aan haar instemming met dit pro
test. De voorzitter der vergadering las
daarna een resolutie voor, welke met al-
gemeene stemmen werd aanvaard.
In deze resolutie wordt het verzoek ge
richt aan de regeering. aan de Staten-
Generaal en aan de directie der Neder
landsche spoorwegen een spoedige verwe
zenlijking van deze rechtvaardige verlan
gens te willen bevorderen door overleg
tusschen de directie en den personee'raad.
De voorzitter van den centralen bond
van Spoor- en Tramwegpersoneel, de heer
J. Cramer, sprak een slotwoord, waarin hij
de vergadering tot steun aan deze actie
opwekte.
BRAND TE NIJMEGEN.
Gistermiddag is de Nijmeegsche brand
weer gealarmeerd voor een uitslaanden
brand ln de oude stad, tusschen de Waal
kade en Steenstraat, waar een der oude
huizen vlam had gevat. Het vuur is door
onbekende oorzaak ontstaan op de tweede
verdieping.
De brandweer gaf met een straal water
en slaagde er in den brand tot de boven
verdieping en den zolder te beperken,
welke echter geheel uitbrandden. De be-
nedenétages bekwamen veel waterschade.
PAARD SLOEG OP HOL.
In het ziekenhuis te Oostburg is overle
den de landbouwer V., uit IJzendijke, die
onder een wagen was geraakt, toen het
daarvoor gespannen paard op hol sloeg.
V. bekwam ernstige wonden met boven
vermelden droeven afloop.
PAKHUIS TE ROTTERDAM
UITGEBRAND.
Tengevolge van het springen van een
flesch vloeibare was is gistermorgen brand
uitgebroken in een als chemicaliënfabriek-
je ingericht pakhuis aan de Schoolstraat
4, te Rotterdam, aldus het „Vad."
Het vuur, dat in de brandbare mate
rialen gretig voedsel vond, breidde zich
snel uit en deelde zich ook mede aan de
boven het pakhuis gelegen woonétages.
Met zes stralen op de waterleiding had
de brandweer den brand spoedig onder de
knie.
In het pakhuis waren twaalf tot vijftien
jongens van omstreeks 12 Jaar bezig met
het vullen van potjes was. toen plotseling
de flesch vloeibare was sprong en de in
houd, daar er een brander in de buurt
stond te branden, vlam vatte. De eigenaar
van de zaak, de heer L. van der Linden,
slaagde er nog ln om zijn vrouw, die in
het kantoortje heelemaal achterin de zaak,
zat te werken, te waarschuwen en beiden
konden nog tijdig naar buiten komen.
De brand Het zich in den beginne zeer
ernstig aanzien en te meer omdat er zich
in het pakhuis een groot vat terpentijn
bevond, was zeer snel ingrijpen van de
brandweer noodzakelijk. Met zes stralen
heeft de brandweer het vuur snel kunnen
insluiten, nadat personeel van de afdee-
ling brandbluschmiddelen een onderzoek
in het brandende perceel had ingesteld.
De chemicaliënwerkplaats is totaal uit
gebrand; ook het niet bewoonde gedeelte
van de eerste verdieping is een prooi der
vlammen geworden, terwijl de beide éta
ges nogal wat rook- en waterschade heb
ben.
Noch de eigenaar van de chemicalien-
werkplaats noch de beide families, die er
boven wonen, waren verzekerd.
AAN BEKOMEN VERWONDINGEN
OVERLEDEN.
De 42-jarige veehouder H. Bakker to
Tijnje, viel Vrijdagmiddag bij het voede
ren van het vee op geringe hoogte van
een blok hooi. Hierbij werd een zijner
nekwervels ernstig beschadigd; na hevig
lijden is het slachtoffer thans aan de
gevolgen van den val overleden. Hij laat
een weduwe met 7 kinderen na.
3—3