H. M. PIERROT
LEIDSCH mBLAD - Derde Bfad
Vrijdag 11 Maart 1938
De Nederlandsche havens en de
Nederlandsche economische
politiek
MAARSMAN5STEEG 21
Interessante rede v. minister mr. M. P. L. Steenberghe
Voor de Rotterdamsche
Kamer van Koophandel
OM IN HET OOG TE HOUDEN
Reeds vanaf. f 4.50
IN CYLINDER EN ANKER
De Kamer van Koophandel en Fa
brieken te Rotterdam heeft heden
haar jaardag gevierd met een noen
maal in „De Doelen", gevolgd door een
buitengewone vergadering. In deze bij
eenkomst heeft de Minister van Eco
nomische Zaken, mr. M. P. L. Steen
berghe, een belangrijke rede gehouden
over: „De Nederlandsche havens en de
Nederlandsche economische politiek".
in het verleden ongetwijfeld belangrijke
voordeelen tyeeft gebracht.
I Voorzoover het de crisisomstandigheden
zijn geweest, welke noopten tot een be
perking van de handelsvrijheid, waren de
getroffen maatregelen volstrekt onvermij
delijk. wide men den ondergang van be
langrijke takken van productie en het tot
de zwartste armoede vervallen van groote
bevolkingsgroepen voorkomen.
Doch afgezien van deze min of meer
incidenteele maatregelen zijn er nog an
dere motieven, welke tot een beperking van
de handelsvrijheid hebben geleid. Sommige
hiervan zijn in het buitenland gelegen.
Het belang van het havenbedrijf.
Hieraan is het volgende ontleend:
De minister stond eerst stil bij de plaats,
welke de havens in het Nederlandsche eco
nomische leven innemen, waarbij spr. vast
stelde, dat de internationale handel hier. te
lande een zeer gewichtige functie vervult
en ons land een der staten is. waar de han
del met het buitenland per hoofd der be
volking het grootst in omvang is.
Deze omvangrijke buitenlandsche handel
nu loopt voor een zeer belangrijk deel over
de groote zeehavens, niet alleen wat be
treft den handel, welke den zeeweg volgt,
doch ook in belangrijke mate voor wat den
Import en export, welke door de groote
rivieren worden gedragen, aangaat.
Zoowel bij den invoer als bij den uitvoer
vormt het havenbedrijf een der integree-
rende deelen van het nationale productie
proces en dit- bedrijf is dan ook ten innig
ste vergroeid met het geheele economische
leven van ons vaderland.
Dat Nederland ook in anaere richtingen
zijn economisch bestaan zocht, en hierbij
dacht spr. met name aan de. sterk opwaarts
gerichte lijn der industrialisatie, wordt
door onze traditie als zeevarend volk vaak
overschaduwd, ook wel eens in ons eigen
land.
Hiermede zij niet gezegd, dat handel en
scheepvaart niet tot de voornaamste bron
nen onzer volkswelvaart blijven behooren.
Het Ned. volk heeft zijn grondgebied ge
deeltelijk op de zee veroverd, doch de
voortgezette verovering van de zee zelve is
even belangrijk.
De Nederlandsche economische poli
tiek is gericht op het intact houden
en verder ontwikkelen van de natio
nale welvaartsbronnen en het spreekt
dus vanzelf, dat deze politek ook ge
richt zal zijn op bevordering van
scheepvaart en havenbedrijf en van al
die bedrijfstakken van handels- en
industrieelen aard welke zich om de
havens groepeeren.
Twee doeleinden.
Uitvoerig besprak spr. hierop welke be-
teekenis de economische politiek van de
havens heeft.
Er zijn twee doeleinden: welvaart voor
het achterland en een zoo groot mogelijke
ontplooiing van het goederenverkeer. Doen
deze kunnen niet los van elkaar worden
nagestreefd.
Immers, de op welvaart van het geheele
land gerichte politiek welk het algemeen
belang moet dienen omvat ook de handels-
en verkeerspolitiek en deze laatste kan dus
niet los van de overige economische poli
tiek, afzonderlijk ten voordeele van bepaal
de bedrijfstakken gedreven worden. Inte
gendeel, de handelspolitiek voTmt juist een
zeer belangrijk deel van de algemeene
economische politiek en bij, het nastreven
van het algemeen belang zal soms op net
gebied van de Handelsvrijheid een beper
king noodig zijn, wélke door de algemeene
economische politifek. gericht op het bevor
deren van .de nationale welvaart, wordt
gedicteerd. -
De economische vrijheid mag geen
doel op zichzelf zijn. Wil men haar m
die mate aanvaarden, waarin zij als
middel tot welvaart deugdelijk is, dan
kan men mep komen tot het eenvou
dig verwerpen van bijv. samenwer
king onder bedrijfsgenooten en maat
regelen. welke tot bevordering hiervan
door de regeering worden genomen.
Economische vrijheid niet de
besté politiek.
De vrijheid is een kostelijk goed. doch
slechts binnen de grenzen, door het
algemeen belang getrokken. De kern
der kwestie ligt hierin, dat het geen
axioma is, zeker niet onder de huidige
omstandigheden, dat de ecnomische
vrijheid het beste middel is tot het be
reiken van het hoogst mogelijke wel
vaartspeil en nooit met het algemeen
belang op economisch en sociaal gebied
in botsing zou kunnen komen. Komt
er echter een dergelijke botsing, dan
moet de economische vrijheid zwichten.
Wat waar is voor de economische vrij
heid in het algemeen, is dit uiteraard ook
voor de vrijheid van den handel. Ook deze
zal mcet-en worden ingeperkt als zij met
de algemeene wel vaar t-spolitiek in strijd
blijkt te zijn.
Motieven der Economische Politiek.
Als wij nu nagaan, hoe de ontwikkeling
gedurende de laa'ste <aren is geweest, dan
kunnen wii vaststellen dat de regeering
zich gedwongen heelt •ezien on verschil
lende punten te breken met de Nederland-
®ch traditie van vrijhandel, welke ons land
De vrije prijsmachine faalt.
Na een opsomming van de genomen
beperkende maatregelen gegeven te
hebben, zeide spr. dat ongetwijfeld de
belangrijkste verandering, welke zich
steeds duidelijker afteckent, het steeds
meer falen is van het vrije prijsmecha_
nismc als regulator van het economi
sche leven.
De technische vooruitgang dringt, in de
richting van het grootbedrijf, waarbij de
omvang van hiet bedrijf vaak meer door
technische factoren dan door het opne-
min.gsvermogen van de markt wordt be
paald. Het -productieproces wordt verlengd
en het contact tusschen vele producenten
en den consument wordt zwakker, zoodat
voor hen de markt minder overzichtelijk
wordt.
De kapitaalintensiveermg der pro
ductie leidt in vele gevallen tot een
overheersching der vaste kosten, tot
een toenemende kwetsbaarheid voor
prijsdaling en tot een geringen invloed
van de variaties in den productprijs
op den omvang der productie. Uit de
geschiedenis der achter ons liggende
depressiejaren weten wij, hoe een con
flict ontstaat tusschen de noodzake
lijkheid van inkrimping der productie
eenerzijds en de tendentie, welke een
dergelijke beperking der productie
heeft tot het doen stijgen der kost
prijzen per eenheid product.
Redelijke prijs en stabiliteit.
Door al deze omstandigheden zal het
gedrag van den producent veel minder
dan vroeger rechtstreeks door de markt
situatie worden beheer scht, m.a.w. het
reguleerende karakter der prijsvorming
treedt op den achtergrond en in stede van
een hervinden van een nieuw evenwicht
ontstaat er ernstig" gevaar voor een cumu
latieve ontwrichting van geheele bedrijfs
takken, waarbij zelfs de giraffen met de
langste halzen om een beeld van den
bekenden economist Keynes te gebruiken
in voedselnood geraken.
Wanneer dus in feite niet een sanee-
ringsproees plaats heeft, doch integendeel
een tdfestand van irentabillteit zich over
geheele productietakken en zelfs over een
geheel land kan uitbreiden, dan is het
duidelijk, dat de vrije concurrentie, de vrije
prijsvorming, geen reguleerende kracht
meer heeft en men naar andere middelen
moet omzien.
Een tendentie hiertoe is duidelijk merk
baar. aanvankelijk in den vorm van com
binaties, zooals kartels, concerns enz.,
daarna ook in den vorm, vai> samenwerking
tusschen bedrijfsgénooten. welke streven
naar beheersching zoowel van het aanbod
als van de prijzen.
Twee doeleinden staan hierbij voor
op, tèn eerste het verzekeren van een
redelijken prijs en fen tweede, hetgeen
op zijn minst even belangrijk is, een
bepaalde mate van stabiliteit.
Op dit terrein is het laatste door spr. ge
noemde motief celegen, tot het treffen
van maatregelen, Velke de vrijheid van
het economische verkeer tot op zekere
hoogte aan banden leggen. Een terug
keer tot een situatie, waarin de vrije
prijsvorming een voldoende regulator
is, is uitgesloten en derhalve heeft de
overheid de taak bij haar economisch
beleid de uit het bedrijfsleven zelf op
gekomen krachten tot reguleering en
stabilisatie te bevorderen en in goede
banen te leiden.
Waar deze krachten vooralsnog afwezig
of t<e zwak zijn, zal de regeering zelve
maatregelen moeten nemen, voorzoover een
onvoldoende func tionneeren van het
marktmechanisme dit noodzakelijk maakt.
Resumeerende kon de minister dus
vaststellen, dat tot het nemen van de
economische vrijheid inperkende maat
regelen vier aanleidingen bestaan, n.l.
1. het opvangen van ernstige crisis
verschijnselen.
2. Het reageeren op buitenlandsche
maatregelen met het oog op onzen
export.
3. Het beschermen der binnenland-
sche markt tegen abnormale externe
invloeden.
4. Het corrigeerer van onevenwich
tigheden tengevolge van het falen der
vrije prijsvorming.
1 Accuraat loopend
2 Duurzaam
3 Onbreekbaar glas
4 Volledige garantie
5 Anti-magnetisch
TELEFOON no. 1293
(Ingez. Med.)
Duurzaamheid der maatregelen
Deze vier motleven tot het treffen van
maatregelen verschillen sterk wat betreft
de duurzaamheid der regelingen, waartoe
zij leiden. De specifieke crisismaatregelen
zijn uit hun aard slechts tijdelijk zoolang
men aanneemt, dat ook de crisisverschijn
selen zelve niet meer dan tijdelijk zijn. Het
zal onnoodig zijn te wijzen op verschil
lende crisismaatregelen, welke, r.u de meest
acute phase der depressie voorbij is, weer
tot het verleden zijn gaan behooren.
De maatregelen, welke zijn genomen
om buitenlandsche maatregelen het
hoofd te bieden, hebben een levens
duur, gelijk aan deze buitenlandsche
maatregelen. Op dit gebied is het noo
dig rekening te houden met de reali
teit, een realiteit, welke heeft geleerd,
dat men binnen afzienbaren tijd niet
tot een stelsel van internationalen
vrijhandel zal terugkeeren.
Velen zullen dit betreuren, doch men mag
de oogen niet voor de werkelijkheid sluiten
Gunstig indexcijfer van den
wereldhandel.
Een der meest in het oog loopende symp
tomen der gewijzigde situatie is het stre
ven van vele landen, zich op monetair ge
bied de noodige vrijheid, tot het voeren
eener nationale economische politiek, voor
te behouden.
Trouwens, het schijnt spr. toe, dat
men op dit gebied het pessimisme vaak
te veelen den vrijen teugel laat. Indien
men de cijfers laat spreken, blijkt, de
toestand in feite niet zóó somber als
men hem vaak afschildert. Toegegeven
zij, dat bepaalde productietakken door
het alom waar te nemen streven naar
protectie en zelfs naar autarkie zwaar
zijn getroffen. Beziet men echter bijv.
het door den Volkenbond berekende al
gemeene indexcijfer van den wereld
handel, dan blijkt, dat dit cijfer wat
het quantum betreft, voor 1937 slechts
Z'h'U onder het topjaar 1929 ligt, on
geveer even hoog is als in 1928 en hoo-
ger dan in 1927. Op zichzelf is dit een
verblijdend verschijnsel, hetwelk echtev
nog aan bcteekenis wint, indien men
nagaat, dat de voorafgaande inkrim
ping en wederopleving van den wereld
handel een zeer nauwe correlatie met
het verloop van de wereldcrisis en de
daarop gevolgde depressie vertoont.
Ondanks de toenemende neiging tot
autarkie in verschillende landen, stijgt
het quantum van den wereldhandel
sinds 1932 geregeld en zelfs tot in 1937
in een voortdurend sneller tempo, zoo
dat het streven naar zelfgenoegzaam
heid blijkbaar op den omvang van den
wereldhandel geen zeer nadeeligen in
vloed heeft en de daling tusschen 1929
en 1930 en de stijging daarna vrijwel
geheel aan de golfbeweging der con
junctuur kan worden toegeschreven. In
dit verband moge ook gewezen worden
op de cijfers aangaande den buiten-
landschen handel van Duitschland,
hetwelk eenerzijds een voorbeeld is van
een land, waar het streven naar zelf
voorziening sterk aan den dag treedt,
anderzijds onze belangstelling heeft als
het land, waarmede Nederland de
nauwste economische relaties heeft.
De handel met Duitschland
In Duitschland nu lag het quantum van
den totalen buitenlandschen handel in 1937
slechts 7°/n onder het topjaar 1929, niet
tegenstaande de buitengewoon krachtige
pogingen zich in tal van opzichten van
het buitenland onafhankelijk te maken,
Van 1936 op 1937 is het gewicht van
Duitschland's goederenverkeer met het
buitenland met niet minder dan bijna 22"/n
toegenomen. En wat het transltoverkeer
door Nederland naar en uit het achterland
buiten de grenzen aangaat, zij er aan her
innerd, dat de .doorvoer met overlading"
in 1937 met 36.345.000 ton een record be
reikte, hetwelk het vorige record, staande
op naam van het jaar 1927, met ruim
700,000 ton verbeterde.
Men zie de realiteit.
Wat betreft de derde categorie van maat
regelen, namelijk die, welke de regeering
noodig acht met het oog op de wenschelijk-
'ne.d schadelijke gevolgen van een te groo
te vrijheid te ondervangen, deze maatre-
geicn dienen als permanent te worden be
schouwd, daar zijllggen ln de lijn, langs
welke de structuur van het economische
leven zich ontwikkelt. Ook op dit gebied
moet men de realiteit onder de oogen zien.
Baten en offers.
Het zal soms noodig zijn, dat door een
bepaalden bedrijfstak een offer wordt ge
bracht, waarmede het algemeen belang is
gediend. Spr. wil niet ontkennen, dat ook
van de Nederlandsche havens wel eens een
dengerlijk offer moet worden gevraagd.
Anderzijds echter zal het evenzeer voor
komen, dat de belangen der havens tot op
zekere hoogte praevaleeren boven andere
belangen
Beteekenis der economische
politiek der havens.
Wat de havens aangaat, besprak de Mi
nister in het bijzonder de maatregelen,
welke als verdediging tegen buitenland
sche maatregelen dienen en de maatrege
len, welke regeling van het nationale eco
nomische leven ten doel hebben.
Wat de eerste groep betreft, deze zullen
veelal niet de strekking hebben den om
vang van den Nederlandschen buitenland-
schen handel te verkleinen. Immers, in
zooverre zij als handelspolitiek wapen ge
bruikt worden, dienen zij als hefboom om
handelsbelemmeringen in den vreemde op
te heffen of te verminderen en dragen zij
er dus toe bij een toestand zonder deze be
lemmeringen te benaderen. Zoowel direct
als Indirect zullen deze maatregelen dus
vaak den Nederl. havens ten voordeel
strdkken.
Andere maatregelen, welke onder deze
categorie gerangschikt moeten worden,
dienen tot regeling van situaties, welke door
abnormale toestanden in het buitenland in
het leven zijn geroepen.
In een beschouwing over het transito-
verkeer en de clearing zeide spr. o.a.: dat
men de transito-goederen, goederen van
vreemden oorsprong, niet in de clearing
heeft kunnen opnemen. Dit is een onver
mijdelijk verlies voor den tusschenhandel.
Mede om die reden heeft men het transito-
verkeer zoo min mogelijk willen beperken,
hetgeen met het oog op de toekomstmoge
lijkheden van den tusschenhandel toch ook
van zeer groote beteekenis is.
Indien men een bepaalden maatregel,
bijv. een contlngenteering, alleen beziet uit
het oogpunt van den directen Invloed op
den buitenlandschen handel, kan men
hieruit inderdaad veelal een nadeel voor
het havenbedrijf afleiden. Men dierit echter
verder te zien.
De welvaart van het achterland is
een ten minste even groot belang voor
de havens als het rechtstreeksche be
vorderen van den buitenlandschen
handel. In vele gevallen zal een maat
regel, welke oogenschijnlijk direct na-
deelig is voor de havens in zijn totale
werking, door verhooging van de alge
meene welvaart, ook voor de havens
gunstig zijn.
Nedcrlandsch kostenpeil vrijwel
gelijk met vreemde landen.
Gelukkig zijn er nog verschillende gebie
den van economische politiek, waar van een
belangentegenstelling nauwelijks sprake
kan zijn.
Spr. gaf als voorbeeld het Ncdcrlanl»
schc kostenpeil. Volgens zijn mecning
ligt hier, met het oog op het belang
hetwelk Nederland bij een intensieven
internationalen goederenruil heeft, een
der belangrijkste vraagstukken, waar
voor de economische politiek zich ge
plaatst ziet. Spr. kon de verzekering
geven, dat dit een der punten is, welke
zijn grootste belangstelling hebben. Op
grond van berekeningen, welke hij
heeft doen uitvoeren, had de minister
aanleiding te veronderstellen, dat
heden ten dage het Nederlandsche kos
tenpeil vrijwel met dat in de belang
rijkste vreemde landen is gelijkge
maakt.
Hiermede is een basis gelegd voor een
gunstige ontwikkeling en een herstel uit de
depressie, welke helaas nog niet geheel toö
het verleden behoort.
Slotbeschouwing.
Spr. hoopte te hebben aangetoond, dat de
havens een integreerend deel uitmaken van
het economische leven van ons vaderland
en dat het derhalve niet aangaat een prin-
óipieele belangentegenstelling tusschen het
havenbedrijf en andere bedrijfstakken te
construe eren.
Op één punt wilde spr. nog wijzen.
De economische politiek kan slechts
binnen de grenzen der economische
mogelijkheden haar doeleinden nastre
ven. Voor een land als het onze wor
den deze mogelijkheden echter voor een
zeer groot deel buiten de grenzen be
paald. Het geheele Nederlandsche be
drijfsleven is uitermate gevoelig voor de
invloeden, welke van de wereldcon
junctuur en de algemeene politieke
situatie uitgaan en voor de Nederland
sche havens geldt dit wel in zeer bij
zondere mate.
Dit neemt niet weg, dat de regeering, ge
geven deze situatie en de daaruit voort
vloeiende moeilijkheden, toch de plicht
heeft, alles te doen wat mogelijk is en bin
nen haar bereik ligt, om de welvaart in
Nederland te verhoogen.
De Nederlandsche havens kunnen daarbij
als belangrijk onderdeel van het Neder
landsche economische leven, rekenen op de
belangstelling, zorg en medewerking der
regeering, die niets zal nalaten, wat tot be
vordering van de welvaart en tot vermin
dering van de werkloosheid in ons goede
vaderland zou leiden.
Na afloop heeft het bestuur der Kamer
gerecipieerd.
Keelpijn
Wrijf deze krachtige zalf op dc keel en bedek zt
mei warm flanel. Dit werkt als een pappleister
en bovendien Worden door de ingeademde
dampen de aangedane luchtwegen
7477
(Ingez. Med.)
HollandAmerika LUn BOSCHDIJK, 8 Mrt.
v. New Orleans tê Galveston STATENDAM
toeristenreis, arr, 8 Mrt. te Cristobal LEER
DAM, thuisr.. 10 Mrt. te Antwerpen.
JavaChinaJapan Lyn TJINEGARA. 8
Mrt. van Shanghae te Hongkong TJISA-
LAK, 8 Mrt. v. Shanghae te Batavia.
Kon. Paketv. Mü. MAETSUYCKER, 9 Mrt. V.
Singapore n. Saigon SIPORA, arr. 9 Mrt.
te Belawan NIEUW ZEELAND, 9 Mrt. van
Singapore te Melbourne.
My. Nederland ENGGANO, uitr., 9 Mrt. van
Singapore MAPIA, thuisr., 9 Mrt. te Bela
wan CHR. HUYGENS, thuisr., 10 Mrt, van
Algiers MARNIX VAN ST. ALDEGONDE,
uitr., 10 Mrt. te Southampton.
SilverJavaPacific Lyn MODJOKERTO,
9 Mrt. v. Singapore n. Soerabaya DJAMBI,
7 Mrt. v. Belllngham n. Bombay.
Java—New York Lyn KOTA BAROE, Java
n. New York, 9 Mrt. te Belawan.
Mü. Oceaan HELENUS, 8 Mrt. v. Batavia n.
Amst. POLYDORUS, Java n. Amst.. 9
Mrt. te Londen.
Rott. Lloyd SITOEBONDO, thuisr., 9 Mrt. v.
Liverpool.
Halcyon Lün STAD DORDRECHT, naar
Porto Ferrajo, pass. 9 Mrt. Dungeness
FLENSBURG, 9 Mrt. v. R'dam te Narvik
ROZENBURG, 9 Mrt. v. Vlaardlngen te
Cagliari STAD ZAANDAM, 9 Mrt. van
R'dam te Cagliari.
Holland—O. Azië Lijn SEROOSKERK, thuis
reis 10 Mrt. v. Hongkong.
Kon. Ncd. Stoomb. Mü- MARS. :10 Mrt, van
Kiuluk te Izmir DEUCALION. 9 Mrt. v.
Lixuri n. Lipari JUNQ. 10 Mrt. v. Gibraltar
n. Calais BERENICE, 10 Mrt. v. Amst. n.
W. Indie RHEA, 10 Mrt. v. Amst. n. Gdynia
Diverse Stoomvaartborichten GROENLO,
Onton n. IJmuiden, pass. 10 Mi"t. Ouessant
JEANNETTE. 10 Mrt, v. Newburgh n. Londen
ST. PHILIPSLAND, 10 Mrt. v. Gdynia n.
R'dam ARUNDO, 9 Mrt. v. New Orleans n.
Queenstown v.o. EEM. 9 Mrt. v. Dakar te
Libreville JONGE JOHANNA, Dakar n.
Marseille, pass. 10 Mrt. Las Palmas MAAS.
9 Mrt. v. Susak n. R'dam MIDSLAND. 10
Mrt. v. Amst. te Grangemouth MOOR
DRECHT, 9 Mrt. v. Oslo te Curasao PRINS
MAURITS, Antwerpen n. Bathurst. pass. 9
Mrt. Las Palmas JOBSHAVEN, 6 Mrt. v.
Port. Gentil te Kenje NEDERLAND, 9 Mrr,
v. Port Arthur te Durban PHOBOS, Haifa
n. Pauillac, pass. 9 Mrt. Gibraltar ORAN
JEPOLDER, m.s., 9 Mrt. v. R'dam te Londen
NAALDWIJK. Gravesend n. Istauboul,
pass. 9 Mrt. Dungeness SELENE. La Gou-
lette n. Curasao, pass. 8 Mrt. Gibraltar --
WIERINGEN, Ibicuy n. R'dam, pass. 9 Mrt.
Madeira MERULA. Curasao n. Harburg.
pass. 9 Mrt. Beezier REGINA, naar Lon
den, pass. 9 Mrt. Wight RIJNSTROOM.
Mrt. v. Newport te Swansea DORDRECHL
9 Mrt. v. Manchester n. New York JEAN
NETTE, 8 Mrt. v. Grangemouth te Newburgn
HOOGLAND, 9 Mrt. v. R'dam te Shields
V/ESTLAND, 10 Mrt. v. R'dam te Lelth
VICKENBURGH, 9 Mrt. van R'dam te Bot-
deaux.
2—3