De „Piet Hein" in het dok - Oefeningen van het Regiment Wielrijders
79ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
FEUILLETON
Het Groote Avontuur
HET GitOOTE SILO GEBOUW dat aan do Rijnhaven te Rotterdam wordt
opgetrokken voor het Centraal Bureau uit het Ned. Landbouw Comité. Met
den bouw is men gevorderd tot het dak op 30 meter hoogte, waarop dan nog
de 10 meter hooge elevator-toren moet verrijzen.
DE HEER LENS CUE REUS ROOKT.
De nieuwe betonnen schoorsteen
van de Oranje Nassau-mijn, welke een
hoogte heeft van 130 meter.
HET BIJ TERNEUZEiN OMHOOG GEVAREN FRANSCHE STOOMSCHIP BANGKOK
is gisteren door 14 sleepbooten vlot getrokken. Een foto gemaakt
tijdens het afbrengen.
MEERDAAGSCHE OEFENINGEN
van het Regiment Wielrijders in Oost-Brabant en Limburg. De lichte
mitrailleur ziet den vijand naderen.
GISTEREN WERD HET PRINSELIJKE JACHT „PI ET HEIN" vanuit
de Sixhaven te Amsterdam naar do Amsterdamsche Droogdok Maatschappij
versleept, om daar voor het komende seizoen opgeknapt te worden.
Het jacht in het dok.
DE AMSTERDAMSCHE
ROEIVEREENIGING „DE
HOOP'* is met do trai
ning aangevangen. De coach
geeft zijn aanwijzingen aan
de dames-acht door den
megafoon.
Roman uit de Tropen door
FRANS DEMERS.
31)
Van waar hij stond, had hij een ruim uit
zicht op de oevers. Aan weerszijden van
den stroom strekte zich een vlakte uit met
laag struikgewas. Ook toen het nacht ge
worden was, daverden de machines van het
bootje nog. Op een gegeven oogenblik voe
ren zij voorbij een plaats, waar de wildernis
in brand was geraakt. De vuurlijn was al
een heel eind het binnenland irigeloopen
en In den spookachtlgen gloed ontwaarde
Riefenberg de gedaanten van wilde dieren,
die verschrikt heen en weer renden.
Tenslotte werd halt gehouden in een
kreek. De boot werd vastgelegd en de jour
nalist gebruikte het avondmaal in gezel
schap van Sam. Het gelukte hem evenwel
niet den kerel over te halen onthullingen
te doen over de bestemming van deze zon
derlinge reis.
Toen hij den volger$en morgen ontwaak
te, voelde hij het stampen van de machi
nes, Het beteekende, dat zij al op weg
waren. Door het raampje zag hij trouwens
den voorbijglijdenden oever. De stroom was
nu veel smaller geworden en aan weers
zijden verhieven zich eeuwenoude boomcn.
Bij het naderen van de boot plonsten af en
toe groote krokodillen in het water en nijl
paarden doken onder. De natuur was hier
woest, maar schitterend.
Tegen den middag vertraagde de boot
eindelijk haar vaart, tot ze bijtijds stil lag
tegenover een inham. De journalist stond
op hêt voordek en volgde het manoeuvree
ren van den schipper. De boot draaide rond
en gleed dan langzaam vooruit.
Aan het einde van den inham draaide zij
tenslotte een zijarm in en daar ontwaarde
Riefenberg verscheidene personen en ver
derop de daken van een reeks gebouwen.
De journalist was ten zeerste verbaasd en
wist niet goed welke houding aan te nemen.
Een paar oogenblikken later lag de loop
plank al uit, maar hij bleef staan zonder
te bewegen en staarde strak voor zich uit.
We zijn thuis, riep Sam lachend en
verliet zijn stuurpost.
Wat beteekent dat? vroeg Riefenberg.
Iemand klopte hem op den schouder en
zei op jovlalen toon:
Welkom. Riefenberg.
De journalist keerde het hoofd om. Met
grenzenlooze verwondering staarde hij in
het lachende gelaat van den planter Lebon,
Sander Lebon.
OPHELDERINGEN.
Riefenberg's verbazing was grenzeloos
toen hij, na een aarzeling, het kleine, eel
tige handje drukte, dat hem werd toegesto
ken en tot de overtuiging kwam, dat alle
vergissing was uitgeslotenhet kereltje, dat
voor hem stond, was hetzelfde, dat hij te
Fort Archambault uit het vliegtuig deed
tuimelen: Sander Lebon.
De planter trouwens was hartelijk aan
het lachen en zei al maar door:
Is dat geen goeie zet?
Inderdaad, zuchtte de journalist ein
delijk, die zit. En nu?
Een beetje geduld, proestte Lebon. Hij
keerde zich tot Sam. Ze stonden samen
even te fluisteren. Vervolgens wendde het
plantertje zich opnieuw tot den journalist
en verzocht hem mee aan wal te gaan. Ge
volgd door de aanwezige blanken en negers,
liepen zij langs een weg door het woud en
bereikten spoedig een open ruimte, waar
zich de gebouwen bevonden, die Riefenberg
van verre had gezien. Alles getuigde hier
van een dergelijke, flink onderhouden
nederzetting. Onder een afdak ontwaarde
Riefenberg inlandsche arbeiders, die in
houtblokken aan het kerven waren. Hij
werd geleid tot aan den rand van het
woud.
Daar stond een mooi, klein huisje. Een
neger opende de deur.
Wilt u binnengaan? vroeg Lebon op
komlsch-hoffelijken toon.
Hij volgde den journalist op den voet.
Hier is uw verblijf. Riefenberg. Ik
höop. dat het naar uw zin zal zijn. Ik heb
nu dringende bezigheden. Zoodra die ach
ter den rug zijn, kom ik met u praten.
Toen het plantertje al buiten was, open
de hij nog even op een kier de deur en
stak zijn zwaar hoofd naar binnen:
De deur blijft open, maar ik zou u
willen verzoeken voorloopig niet buiten te
komen. En probeer geen gekke toeren uit
te halen, want de gevolgen zouden zeer na-
dc-clig voor u kunnen zijn.
Riefenberg was in een gemakkelijken
stoel gaan zitten. Gedurende een poosje
bewoog hij niet en keek strak voor zich
uit zonder naar iets bepaalds te zien. Se
dert het oogenblik, dat hij op den weg naar
Mongbwaloe werd overrompeld, was hij
van de eene verbazing in de andere geval
len. Het terugvinden van Lebon in dit af
gezonderde oord was wel het toppunt.
Plotseling hoorde hij gestommel. Het
gerucht scheen uit een aangrenzende ka
mer te komen. Voorzichtig sloop hij tot bij
de deur en opende deze: een inlander was
bezig een tafel feestelijk op te smukken en
kwam beleefd naar den journalist.
Verlangt de blanke iets?
Nee, antwoordde Riefenberg onthutst.
De boy keerde zich om en ging terug aan
zijn werk. De journalist bedacht zich. Hij
wou meteen weten, welke de verhoudingen
waren in dit huis.
Of toch, zei hij„ ik heb dorst.
Wat wenscht de blanke te gebruiken,
vroeg met veel voorkomendheid de inlan
der. een glas bier, water of wijn?
Riefenberg gaf de voorkeur aan bier.
Dat is hier nog zoo mis niet, over
woog hij. Hij hield den neger staande op
het oogenblik, dat deze aanstalten maakte
om de kamer te verlaten en wees naar de
tafel, die naar de regels van de kunst was
gedekt voor twee personen.
Voor wie is dat?
Voor u en bwana Mafoeta.
Na een heele reeks van vragen en ant
woorden begreep Riefenberg eindelijk, dat
„bwana Mafoeta" dikke meneer wilde zeg
gen en de inlandsche naam was van Lebon.
Is dat hier het huis van bwana Ma
foeta? vroeg hij tenslotte.
Nee, zei glimlachend de boy, het is
het uwe.
De journalist hengelde nog naar den
aard van de nederzetting, maar daarover
bleef de inlander gesloten en vroeg ten
slotte of hij zich mocht verwijderen naar
de keuken.
Riefenberg keek om zich heen. Aan de
wanden hingen een paar mooie schilde
rijen en de moderne eetkamer-meubelen
schenen gemaakt van een kostbare inland
sche houtsoort. Een dergelijke weelde ver
baasde hem ten zeerste, en aangezien het
bleek, dat hij zich in een woning bevond,
oie hem was toebedacht, besloot hij op ont
dekkingstocht uit te gaan. Hij opende de
dubbele deur, stapte naar binnen en zijn
biikken vielen dadelijk op den muur waar
aan twee zeer groote foto's hingen: de
eene van Ada Iljen, de andere van Reading
Dat had Riefenberg niet verwacht. Tegen
den wand stonden een boekenrek en een
klein damesbureau. Overal ontdekte hij
foto's van Ada Iljen, die haar lieten zien in
verschillende rollen. Er waren ook een
paar foto's met opdrachten van bekende
Fransche tooneelschrijvers.
Op een tafeltje vond hij een paar mode
bladen. Toen was hij overtuigd dat de ver
dwenen tooneelspeelster zich in deze wo
ning moest bevinden.
Hij liep verder, klopte op een deur. Er
kwam geen antwoord. Hij opende deze en
kwam terecht in een slaapkamer. Over een
stoel lag een vrouwen japon en op een toi
lettafel vond hij allerlei opschikartikelen.
Hij trok een kleerkast open. Benevens da-
meskleeren zag hij er een heerenoverjas
hangen. Uit een der zakken haalde hij een
oigarettenkoker te voorschijn, waarin de
naam stond gegrift van Reading. Deze
laatste ontdekking bevestigde het vermoe
den, dat in hem was ontstaan bij het zien
van Reading's foto: niet alleen kende de
Amerikaan deze schuilplaats, hij scheen
bier ook op bezoek te komen. Aldus kwam
eïeze vreemde geschiedenis in een gansch
ander daglicht te staan. Riefenberg liep
verder en kwam in de badkamer.
Het is werkelijk allemaal perfect in
oide, mompelde hij. Toen hij zich om
keerde, stond Lebon in de deuropening.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).