Heistelling tegen huizen gevallen - De vliegramp bij Chatenay 78sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Het Groote Avontuur een gkoote heistelling viel in den Katendrechtschen Lagedijk te Rotterdam om. In ihaar val langs de huizon werd een aantal ramen, mitsgaders de kozijnen vernield. Persoon lijke ongelukken kwamen niet voor. De aangerichte schade. DE DRIE ZUSTERS VAN DEN KONING VAN ALBANIË, die in April met de Rongaarsche gravin Appony in het huwelijk zal treden, zijn van Napels uit met het Italiaansche stoomschip Conté di Savoia naar Amerika vertrokken. DE RAMP VAN HET DUITSCHE POSTVLIEGTUIG, dat nabij Chatenay (Fr.) neerstortte. De uit drie leden bestaande bemanning kwam om het leven. De resten van het driemotorige Junkers-vliegtuig. Roman uit de Tropen door FRANS DEMERS. 21) Berteau duwde de zware deur dicht. Hij '"P even tot op het secretariaat. Geen nieuws van den journalist? Jawel, antwoordde de secTetaris. Nizi hteft getelefoneerd, dat hij even over ze- wnen is vertrokken. Be kleine wijzer van een klok aan den "and stond op half tien. Zoo, dan had hij al sedert een uur tier kunnen zijn. Enfin, des te beter, be goot de directeur. Zijn er soms stukken te onderteekenen, dan kan ik dat nog vlug ooen. Enkele minuten later stopte de auto van voor het gebouwtje. Het is mij aangenaam, mijnheer Rie- 'enberg, zei Berteau, terwijl hij den jour nalist tegemoet ging, ik dacht al dat een oeleet u ergens ophield. Bonjour, lachte Riefenberg, ik heb on derweg een beetje gedraald. Het land is ®r ook zoo prachtig en wij journalisten •'eilen in alles belang. Ik heb op zijn minst w* bladzijden vol geschreven over de .von- jkrbare natuur hier. Want zoo gaat het nu eenmaal, als ik inspiratie heb moet dadelijk naar pen en papier grijpen of i ocl Saat voorbij en dan ben ik alles kwijt. Sta me bij, dat is een poëet, dacht Berteau, en hij zei hoffelijkshalve: Zoo heeft iedereen zijn beroep. Ja en dat van journalist is moeilijk en zwaar. De toon, waarop dit antwoord klonk, was zoo bespottelijk verwaand, dat de direc teur moeite had een scherpe opmerking te onderdrukken. Hij noodigde zijn bezoeker uit naar binnen te gaan en vroeg waarin deze belang stelde. In alles, zei Riefenberg, ik heb het u al gezegd. Nee, dacht Berteau, zoo speel ik het nooit klaar, terwijl hij zenuwachtig luis terde naar een nieuw betoog over journa listiek. Neem mij niet kwalijk, trachtte hij eindelijk te onderbreken, maar tevergeefs, Riefenberg was niet tegen te houden. Luister nu eens, begon Berteau plot seling op zulk een beslisten toon, dat de andere in het midden van een zin bleef steken. U hebt mij verkeerd begrepen, als ik u vraag in wat u belang stelt, heb ik daarbij het goudmijnbedrijf op het oog. al neb ik alle respect voor wat u mij weet te vertellen over de journalistiek. De hoofd- oirectie heeft mij gevraagd u hier rond te leiden. Is u een flink looper? De luidruchtige journalist kwam over eind. Ik een goed looper? zijn vinger wees naar een spitsen bergtop. Ik geef u vijf minuten voor, als gij het aandurft tegen mij te loopen om het eerst dien beig aaar te bestijgen. Berteau was ontwapend en lachte. Meer hoef ik niet te weten, kom dan maar mee. Een paar oogenblikken later zaten zij in de directoriale auto en reden in de rich ting van de rivier. Riefenberg was gewa pend met een lijvig schrijfboek en een pot lood. Zoo onstuimig als hij daareven bab belde, maakte hij nu aanteekeningen. De auto werd ergens achtergelaten en tneer dan een half uur liepen de mannen langs den oever. Zij bereikten eindelijk een open ruimte, waar het water van de rivier uit de bedding was afgeleid. Honderden negers stonden daar in de modder, die in metalen kruiwagens werd geladen en over planken naar een hooger gelegen plaats gebracht. Daar werd het slijk in een meta len goot geworpen en meegesleurd door stroomend wator. Het kwam terecht op de geribde rangschikkingstafels met trappen. De zware goudschilfers en steenen bleven op den bodem liggen en van tijd tot tijd werden de tafels leeggemaakt, zoodat men het goud er met de handen kon afnemen. Riefenberg stond In bewondering voor dit eenvoudige en toch zoo wonderbare be drijf en de directeur moest hem alles haar fijn vertellen. Als een vlijtige schooljon gen maakte hij aanteekeningen. Daarna mocht hij zelf een pan nemen en deze met modder vullen. Tot over de enkels stond hij In het drabbige water het slijk te was- schen en toen alles was verdwenen, ont dekte hij op den zwarten bodem van de pan de gouden schittering van een paar schilfertjes. Dat is nu de oude, klassieke goudzoe kersmethode, lichtte de directeur toe. Wij. gebruiken haar alleen nog maar om het gehalte aan goud van de bedding te bere kenen. Wat een goud, wat een goud, jubelde Riefenberg met een vreemden glans in de oogen. En heel de vallei Is nog vol, lachte Berteau en wees naar de droge, met kreu pelhout overdekte vlakte tusschen de ber gen, want door de eeuwen heen heeft de rivier haar bedding wie weet hoeveel keeren verplaatst. Toen het middag was, gingen ze be scherming zoeken tegen de heete zonne stralen onder het afdak van den blanken opzichter, die voor brood, ham en koffie had gezorgd. Die negers moeten zich hier rijk ste len. zei Riefenberg. O, maar dat gaat niet zoo gemakke lijk, antwoordde de opzichter. De een houdt den ander te zeer in het oog en als de goudtafels geledigd worden, gaat het kost bare goedje, in aanwezigheid van iedereen, de bussen in. Na even te hebben uitgerust, werd de tocht voortgezet tot in de voornaamste groeve, waar een groote baggerkraan de kruiwagens verving. Het was over vijven, toen de twee mannen, vermoeid en ver schroeid, opnieuw de auto hadden bereikt. Hierbij laten we het'voor den eersten dag, verklaarde Berteau. Morgen kunnen wij dan een bezoek brengen aan de berg- cntglnning. Als u niet te vermoeid is. zou ik u willen vragen mij nog even naar het kan toor te vergezellen. Ik vermoeid, riep Riefenberg uit. dat bestaat niet. In feite was de journalist nog meer mee gevallen dan de directeur had durven ver wachten na dien eersten, ongunstigen in druk. Het leek hem wel een waanwijze snoever te zijn, maar zijn beroepsbelang- stelling was werkelijk merkwaardig. En och, iedereen heeft zijn gebreken, overwoog hij Op het kantoor zat de secretaris nog te wachten. U kunt gerust weggaan, zei Berteau. Ik heb hier maar voor een paar minuten uerk. Is er niets bijzonders gebeurd tij dens mijn afwezigheid? Neen, antwoordde de bediende, die blij was naar huis te mogen gaan. Terwijl hij de deur van zijn kantoor sloot, wendde hij zich tot Riefenberg. Verontschuldig mij. mijnheer, maar uw chauffeur wacht hier nog altijd. U had hem moeten doorsturen naar de garage, bromde Berteau, daar mijnheer vannacht hier blijft. D» journalist scheen even te aarzelen. Buut maar, zei hij tot den secretaris, ik moet nog een en ander uit de auto heb ben. Ik zal den chauffeur wel zelf weg zenden. Hij was den directeur in diens kantoor gevolgd en stond bij het venster, met het gelaat naar buiten gekeerd. Hij keek naar bet eenzame pleintje, dat zich voor het ge bouw uitstrekte en scheen ernstig na te denken. Ziezoo, klonk het achter hem dai is in orde. Beslist keerde journalist zich om. Mag ik u nog een paar vragen stel den? vroeg hij aan den directeur. Zooveel ge maar wilt, werd hem ge antwoord, als gij er maar aan denkt, dat mijn vrouw ons om zeven uur verwacht. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd». het motor-passagiers- en vrachtschip „ruïs", dat voor rekening van de K.P.M. op de werf van de N.V Kon. Mij. ,,De Schelde" te Vlissingen werd gebouwd, zal op 1 Maart a.s. zijn technische proefvaart maken. De ,,Ruys" voor do afbouwkade van ,,De Schelde". TWEE BRUGGEN BOVEN ELKAAR. Deze nieuwigheid voor Neder land is te Abbenes over de Hoofdvaart te zien. De bovenste brug ligt in den nieuwen rijks-snelverkeersweg AmsterdamDen Haag. De onderste verbindt de beide oever wegen. KONING GEORGE BEZOCHT DE BRITSCHE INDUSTRIE TENTOONSTELLING te Londen. De koning ontvangt aan den Zuidafrikaanschen stand een mand met fruit voor de koningin. DE BRITSCHE MARINE heeft haar eigen fotografen en filmopera teurs. Leerlingen van de Royal Naval School of Photography te Portsmouth achter hun camera's.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5