BINNENLAND LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Woensdag 23 Februari 1938 De kwestie Kiès in de S.D.A.P. Knutsel gerust een konijnenhok! Rapport der commissie van onderzoek cumulatieve werking mag men aannemen, Reisplannen van Prins Bernhard. Bezoek aan Londen op het programma De correspondent van de Tel. meldt uit Londen: Naar de „Daily Telegraph Morning Post" verneemt, zou Prins Bernhard voor nemens zijn in het midden van de volgende maand een particulier bezoek aan Londen te brengen Z.K.H. hoopt verscheidene da gen in Engeland door te brengen ,in gezel schap van Zijn broeder Prins Aschwin Vernomen wordt, dat een vooraanstaand lid der Nederlandsche kolonie te Londen zijn woning ter beschikking van de beide Prinsen heeft gesteld, wier bezoek een vol maakt informeel karakter zal dragen. Prins Bernhard hoopt dit aanbod te kunnen aan nemen. De wijziging van de Grondwet. Plechtige afkondiging in dsn Hoogen Raad. De Hooge Raad der Nederlanden heeft gistermiddag een plechtige plenaire zitting gehouden ter afkondiging van de wetten, waarbij wijzigingen in de grondwet zijn aangebracht. Deze zitting werd bijgewoond door den secretaris-generaal van het departement van justitie, mr. J. R. M. van Angeren, den deken van de orde van advocaten bij den Hoogen Raad, jhr. mr. E C. U. van Doorn, tal van advocaten en het personeel van griffie en parket. Te klokslag half drie traden de leden van ons hoogste rechtscollege, getooid met de hun verleende onderscheidingsteekenen, na dat de deurwaarder had aangekondigd, dat de Hooge Raad zitting ging nemen, de zaal binnen en schreden zü plechtstatig naar de voor hen bestemde zetels. Nadat allen hadden plaatsgenomen, open de de president jhr. mr Rh. Felth de zitting en gaf het woord aan den procureur-gene raal. De procureur-generaal mr. W. J. Berger relde hierop het te betreuren, dat de procu reur-generaal mr. Besier wegens ongesteld heid verhinderd was deze bijeenkomst luis ter bij te zetten met zijn persoon en zijn woord. Spr. meende echter te mogen ver wachten, dat mr. Besier spoedig weer aan wezig zou zijn. Namens den procureur-generaal vorderde mr. Berger daarop dat de wetten, houdende veranderingen in de Grondwet, zouden wor den voorgelezen en dat hem akte zou worden verleend van het door hem genomen requi sitoir. De president gaf vervolgens het woord aan den griffier mr. H. J. Kist. die hierop met duidelijke stem de verschillende wetten voorlas. Deze voorlezing duurde ongeveer twintig minuten. Aangezien deze zitting tot geen ander doel dan deze afkondiging was bijeengeroepen, verklaarde de president, na aan den procu reur-generaal akte te hebben verleend van zijn genomen requisitoir, deze buitengewone zitting gesloten. Eenzelfde plechtigheid had op hetzelfde tijdstip eveneens plaats ln de zittingen der verschillende gerechtshoven en arrondisse- ments-rechtbanken. De zeventigste verjaardag van dr. Henri Polak. Een grootsche huldiging te Amsterdam. Ter gelegenheid van zijn 70sten verjaardag is de heer H. Polak gisteren te Amsterdam gehuldigd op een receptie welke in de ko ningszaal van „Artis" is gehouden. Deze bij eenkomst was in het bijzonder bedoeld voor deputaties buiten de arbeidersbeweging en particulieren. Zoo groot was de stroom van bezoekers, dat deze slechts in groepen kon den worden toegelaten. De enorme zaal bood een feestelijken aanblik. Over de volle leng te waren ontelbare bloemstukken en fruit manden opgesteld, terwijl langs de wanden een palmverslerlng was aangebracht. Onder de aanwezigen zag men in de eerste plaats de vertegenwoordigers van de organi saties en instellingen op het gebied van de diamantnijverheid: voorts hen. die kwamen namens vereeniglngen op sociaal en huma nitair terrein en nog vele anderen. Verscheidene personen hebben den jubi laris toegesproken. Allereerst deed dit de heer A. Asscher. die namens de commissie van toezicht der waar borg- en trustmaatschappij, de z.g. combi natie, de gelukwenschen aanbood. Vervolgens spraken de heeren A. S. Dres den (voorz. Alg. Juweliers Ver en dr A. Th. Planten (voorz. Ver. tot behartiging der be langen van tuberculoselijders). Een bondslid overhandigde den jubilaris namens een aantal bewonderaars in New- York een gouden armbandhorloge met in scriptie. De heer S. Bonn. voorzitter van de Ancient Orde of Foresters, deed mededeeling van het besluit dr. Polak te benoemen tot eere-lld. Namens een commissie uit de leden van de beurs voor den diamanthandel overhan digde de heer Jac. van Praag aan den heer Polak een enveloppe met inhoud en een album met de namen der gevers. De heer J. Samuel, voorzitter van het be stuur der Bergstichting te Laren, sprak eveneens woorden van dankbaarheid, speci aal aan het adres van dr Polaks echtge- noote. voor hetgeen zij in het belang der stichting verricht had De bekende koordirigent, Nico van der "Linden schonk dr. Polak een aan hem opge dragen compositie voor groot orkest. Van de vele overige geschenken kan nog genoemd worden een schilderstuk, aange boden door den architect van den Bosch. Gisteravond werd de jarige in dezelfde zaal gehuldigd door den Alg. Ned. diamant- bewerkersbond en door de socialistische arbeidersbeweging. Tegen half negen betrad de jubilaris en zijn familie de feestelijk versierde en stamp volle zaal. Gesproken werd door de heeren B. van Praag en S. Hartogh, nester van de A N D B.) Namens de leden van den bond bood laatstgenoemde den jubilaris Wagenaar's „Geschiedenis van Amsterdam" aan. Ook mevrouw Polak overhandigde hij een ge schenk. Namens de jeugdgroep kreeg dr. Polak eveneens een geschenk Voor den bond vair Belgische diamantbe werkers getuigde de heer A. Daems van zijn bewondering. Spr. bood een symbolisch beeldhouwwerk van den kunstenaar Poels aan. Namens het personeel van den bond sprak de heer Bakker. Hij deed zijn goede wen- schen van een fraai geschenk vergezeld gaan. In de pauze las de voorzitter eenige van de zeer vele telegrammen met gelukwen schen voor, o.a. van den minister-president dr. H. Colijn, den voorzitter van de Eerste Kamer, baron de Vos van Steenwijk. het gemeentebestuur van Amsterdam, de Ame- rikaansche Union, den opperrabbijn van Amsterdam, het N.V.V. en vele anderen. De heer Vorrink was de woordvoerder van de 3.D.A.P. Hij getuigde van de genegenheid en de dankbaarheid, die de S.D.A.P. koestert voor dr. Polak. Voor het N.V.V sprak de heer F. v. d. Walle, die den jubilaris schetste als bouwer van de moderne vakbeweging. Namens de oud-vakgenooten bood de heer Jan van Zutphen een geschenk aan, als secretaris van het huldigingscomité uit oud-vakge- nooten droeg mr. J. Coopman (Henri Mar- chant) een toepasselijk gedicht voor. Als persoonlijke vrienden spraken de hee ren ir. J. W A. Albarda en J. F. Ankersmit. Geroerd dankte de heer Polak voor de hem gebrachte hulde. Nederland heeft de werkloos heid, die het zelf verkiest. Rede van prof. Goudriaan. Voor het departement Maastricht van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijver heid en Handel heeft prof dr. ir. J. Gou driaan. bedrijfsingenieur bij Philips te Eindhoven gisteravond een rede gehouden over: „Nederland heeft de werkloosheid, die het zelf verkiest". Aan deze rede antieenen wij het vol gende: De sociale en politieke onrust van dezen tijd aldus spr. is voor het overgroote deel terug te voeren op één oorzaak: de ellende der werkloosheid en den angst om werkloos te worden, de onzekerheid van bestaan. De opvatting, dat voor bestrijding van de werkloosheid allereerst noodig is herstel van vertrouwen, stabiele monetaire Dagbladreclame verkoopt. Het groote Amerikaansche handels huis Mc. Kesson Robbins is onlangs op de markt verschenen met een Engelsche jenever. 6585 Uitsluitend met dagbladreclame, de kern van alle goede reclame, wordt het nieuwe merk, in de U.S.A., aan den man gebracht. In 45 plaatsen verschijnen de adver tenties, vier maal per week, ln de voornaamste dagbladen. dat elke 50 millioen overheidsuitgaven de particuliere uitgaven nog eens met een ongeveer gelijk bedrag doet stijgen. Een ondraaglijke vermeerdering van de staatsschuld behoeft van deze politiek niet te worden gevreesd. Men moet bovendien bedenken, dat de lasten van aflossing en rentebetaling, welke uit de staatsschuld voortvloeien, geen werkelijke verarming van het Nederlandsche volk beteekenen: zij brengen alleen een zekere wijziging in de verdeeling van het maatschappelijk in komen; door middel van de belastingen haalt men geid uit de zakken van alle bur gers en brengt dit over naar hen, die het leeningsgeld verstrekt hebben. Voor een o root deel zijn dit trouwens dezelfde per- j sonen. Maar de welvaart van het Neder landsche volk in zijn geheel zal er door toenemen, omdat de eenige oorzaak van werkelijke verarming, namelijk de werk loosheid, het niet gebruiken van de be schikbare arbeidskracht, er door ver mindert. verhoudingen, afschaffing der tolmuren en vredelievende Internationale betrekkingen, is historisch en causaal gezien niet houd baar. In de prosperiteltsperiode 19251929 ontwikkelde alles zich in de goede richting. De catastrofale gebeurtenissen der laatste jaren zijn eerst ontstaan nadat en omdat de werkloosheid de nationale en interna tionale evenwichten had verbroken. Er is geen enkele reden om ten aanzien van de oplosbaarheid van het werkloos heidsvraagstuk defaltist te zijn. Maar wel moet men inzien, dat de oplossing alleen verkregen kan worden door bewust, wel overwogen menschelljk ingrijpen. Het voorbeeld van Duitschland. waar in vijf jaar tijds het aantal werkloozen van rond 0 millioen gedaald is tot een geheel onbeteekenend cijfer, toont dat bewuste beheersching van de werkloosheid mogelijk is, indien men slechts over een zekere on gemotiveerde vreesachtigheid durft heen te stappen. Voor een effectieve bestrijding van de werkloosheid zijn twee voorwaarden nood zakelijk: 1. Een constant blijvend, eventueel zeer geleidelijk stijgend prijsniveau, teneinde de particuliere vraag zoo krachtig mogelijk ln stand te houden. 2. Een complementaire vraag van de overheid om een eventueel overblijvende gaping tussdhen de totale particuliere vraag en de volledige activiteit aan te vullen. Ten aanzien van het eerste punt verkeert Nederland met zijn zwevende valuta in een uitermate gunstige positie. Ten aanzien van het tweede punt gaat het er om de thans braak liggende kapi talen door de overheid te doen opzuigen en aan het economische leven als actieve vraag te doen deelnemen, hiermede zijn de belangen van beleggers en van arbeiders op dezelfde wijze gediend. En de maatschappij in haar geheel ver krijgt niet alleen dc publieke werken en bewaperilngsmiddelen. welke met het lee ningsgeld worden betaald, door de sterk DE „JAVA" TE TANGER. Het Tweede Kamerlid, de heer Albarda heeft aan de ministers van buitenlandsche zaken en van defensie de volgende vra gen gesteld: 1. Is het waar, dat naar verluidt, bij een kort geleden door Hr. Ms. „Java" aanTan- ger gebracht bezoek, de Nederlandsche consul aldaar aan de opvarenden van dat schip heeft verboden bepaalde café's te bezoeken „ln verband met het feit, dat de eigenaars van deze taveernen links ge oriënteerd zijn", en dat hun slechts was toegestaan enkele andere café's te betre den, die „meer rechts gericht" werden ge noemd? 2. Is een Nederlandsche consul bevoegd een verbod uit te vaardigen, gelijk ln de eerste vraag is bedoeld, en staat het dus niet ter beslissing van den bevelvoerenden officier van een oorlogsbodem, waar de schepelingen zich aan den wal mogen op houden of vertoonen? Indien dit wel ter beslissing van den bevelvoerenden officier staat, moet dan worden aangenomen, dat deze zich met de aanwijzingen van den consul heeft vereenigd? 3. Achten de ministers het juist, dat een NederlaiVsohe consul van zijn voorkeur voor de z.g. rechtsohe partij in den Spaan- schen burgeroorlog doet blijken, inzonder heid als dit geschiedt tegenover de beman ning van een Nederlandschen oorlogsbo dem, die geroepen is de scheepvaart te helpen beschermen tegen gevarep, waar van door velen wordt aangenomen, dat zij voornamelijk door die rechtsche partij worden veroorzaakt? 4. Achten de ministers het niet beden kelijk en zelfs gevaarlijk voor den geest in de marine, als Nederlandsche autoritei ten tegenover Nederlandsch marineperso neel hun sympathie aan den dag leggen voor de z.g. rechtsche partij in Spanje, welke ontstaan is ln een opstand van of ficieren tegen de wettige Spaansche re geering? 5. Tot welke maatregelen geeft het in vraag 1 vermelde feit, indien het waar is, den ministers aanleiding? Er zit veel prijzenswaardigs in den lust om dingen zélf te doen of ze te laten opknappen door een aardigen kennis die er een beetje slag van heeft. Maar voor behangen mag dat nooit gelden, nóóit! Dat is werk voor den vakman. Dat moet nauwgezet en deskundig gebeuren, an ders slaat het behang door en komen er vuile naden en plakselvlekken of andere ongelukken van. Doe Uzelf geen schade: 6574 (Insez. Med.) DR. J. DE GROOT WEER THUIS. Dr. J. de Groot is gistermiddag van Soestdijk ht Den Haag aangekomen. De dokter van Prinses Juliana was verrast bij zijn thuiskomst vele bloemen ln zijn wo ning te vinden en brieven en telegrammen, voornamelijk van patiënten. VERSPREIDE BERICHTEN. Door de lirma J. A. Zendijk en Zn. te Twelloo zal dezer dagen het honderdjarig bestaan worden herdacht. Deze firma dankt de bekendheid van haar naam grootendeeb aan het feit dat zij reeds gedurende on geveer 25 laar de fijne vleeschwaren lever) aan Simon de Wit's levensmiddelenbedrijf.j Critiek op Kiès en op het partijbestuur. Het Volk oubliceert een rapport. dat een pagina druks inneemt. van de com missie. ingesteld dor den partijraad der S.DAP., (betreffende het conflict in he<t gewest Friesland, voortvloeiende u-lt de be kende kwestie Paul Kiès. Het rapport van de commissie-Van, den Bergh geeft aller eerst uitvoerige inleidende beschouwingen over dit conflict en over de persoon van Kiès als propagandist, organisator en partijgenoot. Het zegt dat het begrijpelijk geacht kan worden, dat een man met gropte propagan distische talenten als Paul Kiès. die ge durende 4 a 5 (aren zijn krachten voor een belangrijk deel aan de Frlesche beweging had gegeven en die zich speciaal in den Zuidoosthoek ln hooge mate populariteit had verworven, door een groot aantal partij zen poten aangezien werd als de toe komstige afgevaardigde van Friesland. Evenzeer wordt het begrijpeltrk geoordeeld, dat zijn aanhangers zich verongelijkt ge voelden en zich met verdubbelde kracht voor hem in het strijdperk wierpen, toen het P. B. zich od schijnbaar weinig sterke motieven verzette tegen de candidatuur van Paul Kiès op een kansrijke plaats. Het is der commissie gebleken, zegt het rapport, dait verschillende Jeden van het P. B. het naar voren komen van Kiès met een zekeren tegenzin hebben gadegeslagen. Allerlei feiten hadden bij hen wantrouwen gewekt ten aanzien van de eerlijkheid der motieven, waarmede Kiès tot de Partij was toegetreden en ten aanzien van de behoor lijkheid van zijn strijdmiddelen. Deze leden hebben gehoord, dat hit ln legerkringen den naam van een onbetrouwbaar persoon had achtergelaten. Zii keurden de wijze, waarop hij in de Partij nu eens oppositie had gevoerd, dan weer bij de leiding ln het gevlei had trachten te komen, ten sterkste af en aj hadden moeilijk controleerbare, maar zeer bezwarende geruchten vernomen aangaande zijn gestie, eerst als secretaris van den Amsterdamschen Sportbond, later, als directeur van de Stichting ..Amstelrust" ten slotte wisten ook enkele leden, dat hljj ln zekere kringen in financieel opzicht een' slechte reputatie genoot. Zonder concrete feiten met stelligheid te weten, koesterden dus verschillende leden van het P B. een zeker wantrouwen tegen den persoon van Paul Kiès. Het P B. was dientengevolge van oordeel, dat hii niet geschikt voor het lidmaatschap van de Staten-Generaal was. Men deinsde er echter voor terug dit motief openlijk mede te deelen. omdat de ln omloop zijnde geruchten niet door een onderzoek waren bevestigd; tevens schrok men er voor terug, zaken, welke althans voor een belangrijk deel, persoonlijke aan gelegenheden betroffen, aan een commis soriaal onderzoek te onderwerpen. Onder den indruk van de candidaatstelling van Kiès door een betrekkelijk groot aantal Friesche af deelingen, besloot het P. B„ mede omdat men vreesde aan den vooravond van de zoo belangrijke verkiezingen door een botte weigering een scherp conflict uit te lokken, hem b» wijze van tegemoetkoming wel op de voorloopige groslijst, doch op een practisch kanslooze plaats te zetten Het P. B gaf. ten einde een conflict te ver mijden. aan deze motieven geen ruchtbaar heid. Het. volstond er mede. als motief voor het weren van Kiès van een hoogere plaats aan te voeren, dat hij wel is waar over oratorische bekwaamheden bescshlkte, maar aan de verdere eischen voor het Kamerlid maatschap niet voldeed. De Friesche aanhangers van Kiè; meen den in hem een geschikten candidaat te hebben gevonden en wenschte van deze opvatting geen afstand te doen, tenzij er bezwaren tegen zijn persoon zouden aijn, welke hun niet bekend waren. Toen dan ook od vragen naar eventueele zoodanige bezwaren het P. B. in overeenstemming met de eenmaal aanvaarde gedragslijn, ontkende, en zelfs met de grootste stellig heid ontkende, dat er andere dan de ge noemde bezwaren ;egen een eventueele af vaardiging van Kiès bestonden, wtaren de bedoelde Friese lie partijgenooten, van oor deel. dat het P. B. hun od democratische wijze tot uiting gebiachten wenschen geen recht deed wedervaren. Zii kregen het on behaaglijke gevoel, door het P. B. op dicta toriale wijze overheerlscht en tot zwijgen gebracht te worden. Hierop is de ontwikkeling van het con flict tot aan de eerste gewestelijke verga dering met noodlottige onafwendbaarheid gevolgd. Paul Kiès zelf heeft in zijn brieven aan de Friesche aïdeelingen het gevoel aangewakkerd, dat de Friesche beweging als zoodanig onrecht werd aangedaan Toen Kiès pertinent beweerde, dat de geruchten ongegrond waren, een bewering, waarvan het P. B. wist. dat zii niet luist kon zijn. en toen Kiès zijnerzijds het P. B. in staat van beschuldiging stelde, voelde dit zich gedwongen tot een nader onder zoek De resultaten van dit onderzoek zijn van dien aaèd, dat de commissie, zoo verklaart zij, eenstemmig van oordeei is, dat Paul Kiès niet slechts onge schikt is als volksvertegenwoordiger, maar ook onwaardig is lid te zijn van de Partü. De Commissie voert o a als gronden van haar uitspraak aan. dat Paul Kiès geheel buiten zijn medewerkers, in casu prof. dr. D. van Embden en prof. dr. C. G. van Riel, om. voor een som van f. 300 aan de N V. Publiciteitsbureau „Delko" verkocht heeft de rechten van uitgave en exploitatie van het blad „Oorlog of Vrede", welke verkoop goedkeuring dei- medewerkers behoefde, volgens bestaande overeenkomst. Vast staat, zegi de commissie, dat Kiès tegen een behoorlijk honorarium 'net uit sluitend recht op den naam en de uitgave van het weekblad „Oorlog of Vredie" heeft verkocht, terwijl hil zich tegenover zijn medewerkers contractueel en natuurlijk nog in sterkere mate moreel had verbonden ln volkomen tegengestelden zin. De commissie deelt in dit verband mede, dat de beide genoemde medewerkers door Kiès' exploltatlewilze eenige honderden guldens hebben moeten aanzuiveren. Voorts wordt verklaard, dat de heer Kiès bij ziin leiding als directeur destijds van de onderneming „Amstelrust" van den Arbei ders Sportbond groote financieele licht vaardigheid heeft getoond en dat hij met de uitgave van ,De Publieke Opinie" velen geldelijk heeft gedupeerd. Uitvoerig schetste de commissie verder Paul Kiès figuur en optreden als partij genoot. Zij verklaart daaromtrent: „De indruk, welken de commissie zich in en door haar onderzoek van Paul Kiès ge vormd heeft, is die van een man. die on getwijfeld groote Idealen van vrede en broederschap heeft doorvoeld en deze mede door ziin buitengewone welsprekendheid voor anderen kan doen leven. Vandaar dat hij telkens weer geloovigen aanhang weet te vulden. Zijn werkkracht en energie ziin groot, al miste hij meermalen de kracht om door te zetten en vol te houden. Het is tragisch, dat zijn slechte eigenschappen hem tot een onsociaal mensch hebben ge maakt". De houding van Kiès na de breuk met de Partij kan dit laatste oordeel slechts bevestigen, zegt de commissie. Zii beschikt over een bijna woordelijk verslag van de vergadering van 20 November 1937 te Am sterdam waar Kiès over het conflict ge sproken heeft, de vergadering werd boven dien door haar secretaris bijgewoond. Op grond van een en ander kan en moet de commissie verklaren, dat zij zich ternau- wfernood een valscher voorstelling van ziken Iran denken dan in deze vergadering door Kfès gegeven. Hii heeft zijn toehoor der.; op een aaneenschakeling van onwaar heden. verdraaiingen en lasterlijke aan- tlteinigen tegen vooraanstaande personen ln de Partit onthaald. Op 15 April 1937 hadden de voorzitter van de Partij en een delegatie van het gewes telijk bestuur te Gorredijk een bespreking met Kiès, ten einde de actie voor voorkeur stemmen te doen staken. Bij die bespreking heeft Kiès zich. in het bijzijn van twee getuigen, veroorloofd Vorrink toe te voe gen: „Jou breek ik Ie pooten, ik heb mets te verliezen en jij alles". Een dergelijke uiting, onder welke om standigheden ook gedaan, oordeelt dé com. missie van ondersoek een bewijs van een niet nader te kwaliflceeren mentaliteit. Nu Kiès een nieuw centrum heeft voor de ontplooiing van zijn activiteit („Het Vrije Woord") ontdekt hij eensklaps, zegt de commissie, tal van zakelijke verschillen en ontziet hij zich niet. den naam van Troelstra te misbruiken om de Partij, waar van de opbouw Troelstra's levenswerk Is gewees,. te benadeelen. Het oordeel van dc commissie over de gestie van het Partijbestuur in de zaak-Kiès, kan naar de commissie zelve verklaart, niet gunstig luiden. Toen eenmaal, zoo wordt verklaard, de Partijleiding Kiès als een door haar aan bevolen candidaat. zij het ook od de tiende blaats had aanvaard, was hy daarmede ten volle haar candidaat geworden en moest hii naar buiten wat zijn integriteit betreft, met de andere candidaten op één lijn wor. den gesteld. Het P. B, kan onmogelijk het standpunt verdedigen, dat een candidaat op grond van ziin minder gewensch e karaktereigenschappen op nummer 10 wordt geplaatst. De Partijvoorzitter heeft in een besturenvergadering te Leeuwarden Od 24 Januari 1937 zelfs verklaard, dat hij persqonltik borg stond voor de integriteit van het karakter van ieder der candidaten. En daarmee was het onoplosbare conflict geboren; indien de candidaat Kiès een Integere figiutur was. had zijn aanzienlijke Friesche aanhang, die hem zoo hoog stelde, ook het recht op grond van democratische overwegingen, te verlangen, dat hij een hoogere plaats op de lilst zou verkrijgen. Tegen dit verlangen zou het P. B. zich slechts hebben kunnen verweren met argu menten. die zijn plaatsing op de lijst ln het algemeen zouden veroordeelen. Zoo moest wel het oogenblik komen, dat de door het P. B. aanvaarde houding niet langer kon worden gehandhaafd en dat de Partijleiding haar ware motieven moest kenbaar maken. De Partijleiding had op dat oogenWik haar schuld, moeten erkennen want haar handelswijze was niet te verdedigen. Het partijbestuur had. volgens de com missie. veel eerder behooren ln te grijpen. Zoodra bleek, dat Kiès, die door de leldin? ais niet integer werd beschouwd, althans met éen wantrouwend oog werd bezien, in de Friesche 'beweging sterken en steed? groelenden aanhang beron te vinden, ban het P. B. naar het oordeel der commissie den plicht om maatregelen te nemen. Het partijbestuur liet de zaak op haar beloop en het gebruikte, zegt de commissie, dankbaar de diensten cn propagandistische talenten van een man. ten aanzien van wiens karakter eigenschappen het op zijn minst ge nomen meende gerechten twijfel te moeten koesteren. Daarbij wekte het naar buiten den waan. dat liet hem vèrtrouwde, terwijl ook bij Kiès zelf de gedachte kon post vatten, dat het P. B- zijn naar voren komen in de Partij bevorderde, althans niet belemmerde. De oommissie acht het van de hoofd redactie van „Het Volk" onjuist, dat deze weigerde eenig verweer tegen het artikel van Ir. Albarda van 2 October 1937 tegen Kiès op te nemen. Afgezien van de vraag of dit artikel overal even gelukkig jeIor" muleerd was. meent de commissie, dat m ieder geval één enkel antwoord van de andere zijde had behooren te worden oo- senomen. De commissie acht het haar plicht den bevoegden instanties in overweg'11! te geven, de thans geroyeerde 1 (met uitzondering van Kies) en geschorste afdeeïingen wederom in S.D.AP op de nemen. Zij acht hri van zelfsprekend, dat dr bevoegde na 'J' instanties daaraan dc door haar nood zakelijk geoordeelde voorwaarden handhaving van de partü-dselpim verbinden. Met name zal het lid"".; schap of het op eer.igerlei andere ff j.^ steunen van de verecniring Kri '.[l1 Woord" met het partijlidmaafseU'P onvereenigbaar mor', en blijven, grootst mogelijke clementie acht commissie gewenseht. 2 3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 10