BINNENLAND
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Woensdag 23 Februari 1938
De kwestie Kiès in de S.D.A.P.
Knutsel
gerust
een
konijnenhok!
Rapport der commissie
van onderzoek
cumulatieve werking mag men aannemen,
Reisplannen van Prins
Bernhard.
Bezoek aan Londen op het
programma
De correspondent van de Tel. meldt uit
Londen:
Naar de „Daily Telegraph Morning
Post" verneemt, zou Prins Bernhard voor
nemens zijn in het midden van de volgende
maand een particulier bezoek aan Londen
te brengen Z.K.H. hoopt verscheidene da
gen in Engeland door te brengen ,in gezel
schap van Zijn broeder Prins Aschwin
Vernomen wordt, dat een vooraanstaand
lid der Nederlandsche kolonie te Londen
zijn woning ter beschikking van de beide
Prinsen heeft gesteld, wier bezoek een vol
maakt informeel karakter zal dragen. Prins
Bernhard hoopt dit aanbod te kunnen aan
nemen.
De wijziging van de
Grondwet.
Plechtige afkondiging in dsn
Hoogen Raad.
De Hooge Raad der Nederlanden heeft
gistermiddag een plechtige plenaire zitting
gehouden ter afkondiging van de wetten,
waarbij wijzigingen in de grondwet zijn
aangebracht.
Deze zitting werd bijgewoond door den
secretaris-generaal van het departement van
justitie, mr. J. R. M. van Angeren, den
deken van de orde van advocaten bij den
Hoogen Raad, jhr. mr. E C. U. van Doorn,
tal van advocaten en het personeel van
griffie en parket.
Te klokslag half drie traden de leden van
ons hoogste rechtscollege, getooid met de
hun verleende onderscheidingsteekenen, na
dat de deurwaarder had aangekondigd, dat
de Hooge Raad zitting ging nemen, de zaal
binnen en schreden zü plechtstatig naar de
voor hen bestemde zetels.
Nadat allen hadden plaatsgenomen, open
de de president jhr. mr Rh. Felth de zitting
en gaf het woord aan den procureur-gene
raal.
De procureur-generaal mr. W. J. Berger
relde hierop het te betreuren, dat de procu
reur-generaal mr. Besier wegens ongesteld
heid verhinderd was deze bijeenkomst luis
ter bij te zetten met zijn persoon en zijn
woord. Spr. meende echter te mogen ver
wachten, dat mr. Besier spoedig weer aan
wezig zou zijn.
Namens den procureur-generaal vorderde
mr. Berger daarop dat de wetten, houdende
veranderingen in de Grondwet, zouden wor
den voorgelezen en dat hem akte zou worden
verleend van het door hem genomen requi
sitoir.
De president gaf vervolgens het woord aan
den griffier mr. H. J. Kist. die hierop met
duidelijke stem de verschillende wetten
voorlas.
Deze voorlezing duurde ongeveer twintig
minuten.
Aangezien deze zitting tot geen ander doel
dan deze afkondiging was bijeengeroepen,
verklaarde de president, na aan den procu
reur-generaal akte te hebben verleend van
zijn genomen requisitoir, deze buitengewone
zitting gesloten.
Eenzelfde plechtigheid had op hetzelfde
tijdstip eveneens plaats ln de zittingen der
verschillende gerechtshoven en arrondisse-
ments-rechtbanken.
De zeventigste verjaardag
van dr. Henri Polak.
Een grootsche huldiging
te Amsterdam.
Ter gelegenheid van zijn 70sten verjaardag
is de heer H. Polak gisteren te Amsterdam
gehuldigd op een receptie welke in de ko
ningszaal van „Artis" is gehouden. Deze bij
eenkomst was in het bijzonder bedoeld voor
deputaties buiten de arbeidersbeweging en
particulieren. Zoo groot was de stroom van
bezoekers, dat deze slechts in groepen kon
den worden toegelaten. De enorme zaal bood
een feestelijken aanblik. Over de volle leng
te waren ontelbare bloemstukken en fruit
manden opgesteld, terwijl langs de wanden
een palmverslerlng was aangebracht.
Onder de aanwezigen zag men in de eerste
plaats de vertegenwoordigers van de organi
saties en instellingen op het gebied van de
diamantnijverheid: voorts hen. die kwamen
namens vereeniglngen op sociaal en huma
nitair terrein en nog vele anderen.
Verscheidene personen hebben den jubi
laris toegesproken.
Allereerst deed dit de heer A. Asscher. die
namens de commissie van toezicht der waar
borg- en trustmaatschappij, de z.g. combi
natie, de gelukwenschen aanbood.
Vervolgens spraken de heeren A. S. Dres
den (voorz. Alg. Juweliers Ver en dr A. Th.
Planten (voorz. Ver. tot behartiging der be
langen van tuberculoselijders).
Een bondslid overhandigde den jubilaris
namens een aantal bewonderaars in New-
York een gouden armbandhorloge met in
scriptie.
De heer S. Bonn. voorzitter van de Ancient
Orde of Foresters, deed mededeeling van het
besluit dr. Polak te benoemen tot eere-lld.
Namens een commissie uit de leden van
de beurs voor den diamanthandel overhan
digde de heer Jac. van Praag aan den heer
Polak een enveloppe met inhoud en een
album met de namen der gevers.
De heer J. Samuel, voorzitter van het be
stuur der Bergstichting te Laren, sprak
eveneens woorden van dankbaarheid, speci
aal aan het adres van dr Polaks echtge-
noote. voor hetgeen zij in het belang der
stichting verricht had
De bekende koordirigent, Nico van der
"Linden schonk dr. Polak een aan hem opge
dragen compositie voor groot orkest.
Van de vele overige geschenken kan nog
genoemd worden een schilderstuk, aange
boden door den architect van den Bosch.
Gisteravond werd de jarige in dezelfde
zaal gehuldigd door den Alg. Ned. diamant-
bewerkersbond en door de socialistische
arbeidersbeweging.
Tegen half negen betrad de jubilaris en
zijn familie de feestelijk versierde en stamp
volle zaal.
Gesproken werd door de heeren B. van
Praag en S. Hartogh, nester van de A N D B.)
Namens de leden van den bond bood
laatstgenoemde den jubilaris Wagenaar's
„Geschiedenis van Amsterdam" aan. Ook
mevrouw Polak overhandigde hij een ge
schenk. Namens de jeugdgroep kreeg dr.
Polak eveneens een geschenk
Voor den bond vair Belgische diamantbe
werkers getuigde de heer A. Daems van zijn
bewondering.
Spr. bood een symbolisch beeldhouwwerk
van den kunstenaar Poels aan.
Namens het personeel van den bond sprak
de heer Bakker. Hij deed zijn goede wen-
schen van een fraai geschenk vergezeld gaan.
In de pauze las de voorzitter eenige van
de zeer vele telegrammen met gelukwen
schen voor, o.a. van den minister-president
dr. H. Colijn, den voorzitter van de Eerste
Kamer, baron de Vos van Steenwijk. het
gemeentebestuur van Amsterdam, de Ame-
rikaansche Union, den opperrabbijn van
Amsterdam, het N.V.V. en vele anderen.
De heer Vorrink was de woordvoerder van
de 3.D.A.P. Hij getuigde van de genegenheid
en de dankbaarheid, die de S.D.A.P. koestert
voor dr. Polak.
Voor het N.V.V sprak de heer F. v. d.
Walle, die den jubilaris schetste als bouwer
van de moderne vakbeweging. Namens de
oud-vakgenooten bood de heer Jan van
Zutphen een geschenk aan, als secretaris
van het huldigingscomité uit oud-vakge-
nooten droeg mr. J. Coopman (Henri Mar-
chant) een toepasselijk gedicht voor.
Als persoonlijke vrienden spraken de hee
ren ir. J. W A. Albarda en J. F. Ankersmit.
Geroerd dankte de heer Polak voor de hem
gebrachte hulde.
Nederland heeft de werkloos
heid, die het zelf verkiest.
Rede van prof. Goudriaan.
Voor het departement Maastricht van de
Nederlandsche Maatschappij voor Nijver
heid en Handel heeft prof dr. ir. J. Gou
driaan. bedrijfsingenieur bij Philips te
Eindhoven gisteravond een rede gehouden
over: „Nederland heeft de werkloosheid,
die het zelf verkiest".
Aan deze rede antieenen wij het vol
gende:
De sociale en politieke onrust van dezen
tijd aldus spr. is voor het overgroote
deel terug te voeren op één oorzaak: de
ellende der werkloosheid en den angst om
werkloos te worden, de onzekerheid van
bestaan. De opvatting, dat voor bestrijding
van de werkloosheid allereerst noodig is
herstel van vertrouwen, stabiele monetaire
Dagbladreclame
verkoopt.
Het groote Amerikaansche handels
huis Mc. Kesson Robbins is onlangs
op de markt verschenen met een
Engelsche jenever. 6585
Uitsluitend met dagbladreclame, de
kern van alle goede reclame, wordt
het nieuwe merk, in de U.S.A., aan
den man gebracht.
In 45 plaatsen verschijnen de adver
tenties, vier maal per week, ln de
voornaamste dagbladen.
dat elke 50 millioen overheidsuitgaven de
particuliere uitgaven nog eens met een
ongeveer gelijk bedrag doet stijgen.
Een ondraaglijke vermeerdering van de
staatsschuld behoeft van deze politiek niet
te worden gevreesd. Men moet bovendien
bedenken, dat de lasten van aflossing en
rentebetaling, welke uit de staatsschuld
voortvloeien, geen werkelijke verarming
van het Nederlandsche volk beteekenen:
zij brengen alleen een zekere wijziging in
de verdeeling van het maatschappelijk in
komen; door middel van de belastingen
haalt men geid uit de zakken van alle bur
gers en brengt dit over naar hen, die het
leeningsgeld verstrekt hebben. Voor een
o root deel zijn dit trouwens dezelfde per-
j sonen. Maar de welvaart van het Neder
landsche volk in zijn geheel zal er door
toenemen, omdat de eenige oorzaak van
werkelijke verarming, namelijk de werk
loosheid, het niet gebruiken van de be
schikbare arbeidskracht, er door ver
mindert.
verhoudingen, afschaffing der tolmuren en
vredelievende Internationale betrekkingen,
is historisch en causaal gezien niet houd
baar.
In de prosperiteltsperiode 19251929
ontwikkelde alles zich in de goede richting.
De catastrofale gebeurtenissen der laatste
jaren zijn eerst ontstaan nadat en omdat
de werkloosheid de nationale en interna
tionale evenwichten had verbroken.
Er is geen enkele reden om ten aanzien
van de oplosbaarheid van het werkloos
heidsvraagstuk defaltist te zijn. Maar wel
moet men inzien, dat de oplossing alleen
verkregen kan worden door bewust, wel
overwogen menschelljk ingrijpen.
Het voorbeeld van Duitschland. waar in
vijf jaar tijds het aantal werkloozen van
rond 0 millioen gedaald is tot een geheel
onbeteekenend cijfer, toont dat bewuste
beheersching van de werkloosheid mogelijk
is, indien men slechts over een zekere on
gemotiveerde vreesachtigheid durft heen te
stappen.
Voor een effectieve bestrijding van de
werkloosheid zijn twee voorwaarden nood
zakelijk:
1. Een constant blijvend, eventueel zeer
geleidelijk stijgend prijsniveau, teneinde de
particuliere vraag zoo krachtig mogelijk ln
stand te houden.
2. Een complementaire vraag van de
overheid om een eventueel overblijvende
gaping tussdhen de totale particuliere
vraag en de volledige activiteit aan te
vullen.
Ten aanzien van het eerste punt verkeert
Nederland met zijn zwevende valuta in een
uitermate gunstige positie.
Ten aanzien van het tweede punt gaat
het er om de thans braak liggende kapi
talen door de overheid te doen opzuigen
en aan het economische leven als actieve
vraag te doen deelnemen, hiermede zijn de
belangen van beleggers en van arbeiders
op dezelfde wijze gediend.
En de maatschappij in haar geheel ver
krijgt niet alleen dc publieke werken en
bewaperilngsmiddelen. welke met het lee
ningsgeld worden betaald, door de sterk
DE „JAVA" TE TANGER.
Het Tweede Kamerlid, de heer Albarda
heeft aan de ministers van buitenlandsche
zaken en van defensie de volgende vra
gen gesteld:
1. Is het waar, dat naar verluidt, bij een
kort geleden door Hr. Ms. „Java" aanTan-
ger gebracht bezoek, de Nederlandsche
consul aldaar aan de opvarenden van dat
schip heeft verboden bepaalde café's te
bezoeken „ln verband met het feit, dat de
eigenaars van deze taveernen links ge
oriënteerd zijn", en dat hun slechts was
toegestaan enkele andere café's te betre
den, die „meer rechts gericht" werden ge
noemd?
2. Is een Nederlandsche consul bevoegd
een verbod uit te vaardigen, gelijk ln de
eerste vraag is bedoeld, en staat het dus
niet ter beslissing van den bevelvoerenden
officier van een oorlogsbodem, waar de
schepelingen zich aan den wal mogen op
houden of vertoonen? Indien dit wel ter
beslissing van den bevelvoerenden officier
staat, moet dan worden aangenomen, dat
deze zich met de aanwijzingen van den
consul heeft vereenigd?
3. Achten de ministers het juist, dat een
NederlaiVsohe consul van zijn voorkeur
voor de z.g. rechtsohe partij in den Spaan-
schen burgeroorlog doet blijken, inzonder
heid als dit geschiedt tegenover de beman
ning van een Nederlandschen oorlogsbo
dem, die geroepen is de scheepvaart te
helpen beschermen tegen gevarep, waar
van door velen wordt aangenomen, dat zij
voornamelijk door die rechtsche partij
worden veroorzaakt?
4. Achten de ministers het niet beden
kelijk en zelfs gevaarlijk voor den geest
in de marine, als Nederlandsche autoritei
ten tegenover Nederlandsch marineperso
neel hun sympathie aan den dag leggen
voor de z.g. rechtsche partij in Spanje,
welke ontstaan is ln een opstand van of
ficieren tegen de wettige Spaansche re
geering?
5. Tot welke maatregelen geeft het in
vraag 1 vermelde feit, indien het waar is,
den ministers aanleiding?
Er zit veel prijzenswaardigs in den lust
om dingen zélf te doen of ze te laten
opknappen door een aardigen kennis die
er een beetje slag van heeft. Maar voor
behangen mag dat nooit gelden, nóóit!
Dat is werk voor den vakman. Dat moet
nauwgezet en deskundig gebeuren, an
ders slaat het behang door en komen er
vuile naden en plakselvlekken of andere
ongelukken van. Doe Uzelf geen schade:
6574
(Insez. Med.)
DR. J. DE GROOT WEER THUIS.
Dr. J. de Groot is gistermiddag van
Soestdijk ht Den Haag aangekomen. De
dokter van Prinses Juliana was verrast bij
zijn thuiskomst vele bloemen ln zijn wo
ning te vinden en brieven en telegrammen,
voornamelijk van patiënten.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Door de lirma J. A. Zendijk en Zn. te
Twelloo zal dezer dagen het honderdjarig
bestaan worden herdacht. Deze firma dankt
de bekendheid van haar naam grootendeeb
aan het feit dat zij reeds gedurende on
geveer 25 laar de fijne vleeschwaren lever)
aan Simon de Wit's levensmiddelenbedrijf.j
Critiek op Kiès en op het
partijbestuur.
Het Volk oubliceert een rapport. dat
een pagina druks inneemt. van de com
missie. ingesteld dor den partijraad der
S.DAP., (betreffende het conflict in he<t
gewest Friesland, voortvloeiende u-lt de be
kende kwestie Paul Kiès. Het rapport van
de commissie-Van, den Bergh geeft aller
eerst uitvoerige inleidende beschouwingen
over dit conflict en over de persoon van
Kiès als propagandist, organisator en
partijgenoot.
Het zegt dat het begrijpelijk geacht kan
worden, dat een man met gropte propagan
distische talenten als Paul Kiès. die ge
durende 4 a 5 (aren zijn krachten voor een
belangrijk deel aan de Frlesche beweging
had gegeven en die zich speciaal in den
Zuidoosthoek ln hooge mate populariteit
had verworven, door een groot aantal
partij zen poten aangezien werd als de toe
komstige afgevaardigde van Friesland.
Evenzeer wordt het begrijpeltrk geoordeeld,
dat zijn aanhangers zich verongelijkt ge
voelden en zich met verdubbelde kracht
voor hem in het strijdperk wierpen, toen
het P. B. zich od schijnbaar weinig sterke
motieven verzette tegen de candidatuur
van Paul Kiès op een kansrijke plaats.
Het is der commissie gebleken, zegt het
rapport, dait verschillende Jeden van het
P. B. het naar voren komen van Kiès met
een zekeren tegenzin hebben gadegeslagen.
Allerlei feiten hadden bij hen wantrouwen
gewekt ten aanzien van de eerlijkheid der
motieven, waarmede Kiès tot de Partij was
toegetreden en ten aanzien van de behoor
lijkheid van zijn strijdmiddelen. Deze leden
hebben gehoord, dat hit ln legerkringen
den naam van een onbetrouwbaar persoon
had achtergelaten. Zii keurden de wijze,
waarop hij in de Partij nu eens oppositie
had gevoerd, dan weer bij de leiding ln het
gevlei had trachten te komen, ten sterkste
af en aj hadden moeilijk controleerbare,
maar zeer bezwarende geruchten vernomen
aangaande zijn gestie, eerst als secretaris
van den Amsterdamschen Sportbond, later,
als directeur van de Stichting ..Amstelrust"
ten slotte wisten ook enkele leden, dat hljj
ln zekere kringen in financieel opzicht een'
slechte reputatie genoot.
Zonder concrete feiten met stelligheid te
weten, koesterden dus verschillende leden
van het P B. een zeker wantrouwen tegen
den persoon van Paul Kiès. Het P B. was
dientengevolge van oordeel, dat hii niet
geschikt voor het lidmaatschap van de
Staten-Generaal was.
Men deinsde er echter voor terug dit
motief openlijk mede te deelen. omdat de
ln omloop zijnde geruchten niet door een
onderzoek waren bevestigd; tevens schrok
men er voor terug, zaken, welke althans
voor een belangrijk deel, persoonlijke aan
gelegenheden betroffen, aan een commis
soriaal onderzoek te onderwerpen. Onder
den indruk van de candidaatstelling van
Kiès door een betrekkelijk groot aantal
Friesche af deelingen, besloot het P. B„ mede
omdat men vreesde aan den vooravond van
de zoo belangrijke verkiezingen door een
botte weigering een scherp conflict uit te
lokken, hem b» wijze van tegemoetkoming
wel op de voorloopige groslijst, doch op een
practisch kanslooze plaats te zetten Het
P. B gaf. ten einde een conflict te ver
mijden. aan deze motieven geen ruchtbaar
heid. Het. volstond er mede. als motief voor
het weren van Kiès van een hoogere plaats
aan te voeren, dat hij wel is waar over
oratorische bekwaamheden bescshlkte, maar
aan de verdere eischen voor het Kamerlid
maatschap niet voldeed.
De Friesche aanhangers van Kiè; meen
den in hem een geschikten candidaat te
hebben gevonden en wenschte van deze
opvatting geen afstand te doen, tenzij er
bezwaren tegen zijn persoon zouden aijn,
welke hun niet bekend waren. Toen dan
ook od vragen naar eventueele zoodanige
bezwaren het P. B. in overeenstemming
met de eenmaal aanvaarde gedragslijn,
ontkende, en zelfs met de grootste stellig
heid ontkende, dat er andere dan de ge
noemde bezwaren ;egen een eventueele af
vaardiging van Kiès bestonden, wtaren de
bedoelde Friese lie partijgenooten, van oor
deel. dat het P. B. hun od democratische
wijze tot uiting gebiachten wenschen geen
recht deed wedervaren. Zii kregen het on
behaaglijke gevoel, door het P. B. op dicta
toriale wijze overheerlscht en tot zwijgen
gebracht te worden.
Hierop is de ontwikkeling van het con
flict tot aan de eerste gewestelijke verga
dering met noodlottige onafwendbaarheid
gevolgd. Paul Kiès zelf heeft in zijn brieven
aan de Friesche aïdeelingen het gevoel
aangewakkerd, dat de Friesche beweging
als zoodanig onrecht werd aangedaan
Toen Kiès pertinent beweerde, dat de
geruchten ongegrond waren, een bewering,
waarvan het P. B. wist. dat zii niet luist
kon zijn. en toen Kiès zijnerzijds het P. B.
in staat van beschuldiging stelde, voelde
dit zich gedwongen tot een nader onder
zoek
De resultaten van dit onderzoek zijn
van dien aaèd, dat de commissie, zoo
verklaart zij, eenstemmig van oordeei
is, dat Paul Kiès niet slechts onge
schikt is als volksvertegenwoordiger,
maar ook onwaardig is lid te zijn van
de Partü.
De Commissie voert o a als gronden van
haar uitspraak aan. dat Paul Kiès geheel
buiten zijn medewerkers, in casu prof. dr.
D. van Embden en prof. dr. C. G. van Riel,
om. voor een som van f. 300 aan de N V.
Publiciteitsbureau „Delko" verkocht heeft
de rechten van uitgave en exploitatie van
het blad „Oorlog of Vrede", welke verkoop
goedkeuring dei- medewerkers behoefde,
volgens bestaande overeenkomst.
Vast staat, zegi de commissie, dat Kiès
tegen een behoorlijk honorarium 'net uit
sluitend recht op den naam en de uitgave
van het weekblad „Oorlog of Vredie" heeft
verkocht, terwijl hil zich tegenover zijn
medewerkers contractueel en natuurlijk nog
in sterkere mate moreel had verbonden ln
volkomen tegengestelden zin.
De commissie deelt in dit verband mede,
dat de beide genoemde medewerkers door
Kiès' exploltatlewilze eenige honderden
guldens hebben moeten aanzuiveren.
Voorts wordt verklaard, dat de heer Kiès
bij ziin leiding als directeur destijds van de
onderneming „Amstelrust" van den Arbei
ders Sportbond groote financieele licht
vaardigheid heeft getoond en dat hij met
de uitgave van ,De Publieke Opinie" velen
geldelijk heeft gedupeerd.
Uitvoerig schetste de commissie verder
Paul Kiès figuur en optreden als partij
genoot. Zij verklaart daaromtrent:
„De indruk, welken de commissie zich in
en door haar onderzoek van Paul Kiès ge
vormd heeft, is die van een man. die on
getwijfeld groote Idealen van vrede en
broederschap heeft doorvoeld en deze mede
door ziin buitengewone welsprekendheid
voor anderen kan doen leven. Vandaar dat
hij telkens weer geloovigen aanhang weet
te vulden. Zijn werkkracht en energie ziin
groot, al miste hij meermalen de kracht
om door te zetten en vol te houden. Het
is tragisch, dat zijn slechte eigenschappen
hem tot een onsociaal mensch hebben ge
maakt".
De houding van Kiès na de breuk met
de Partij kan dit laatste oordeel slechts
bevestigen, zegt de commissie. Zii beschikt
over een bijna woordelijk verslag van de
vergadering van 20 November 1937 te Am
sterdam waar Kiès over het conflict ge
sproken heeft, de vergadering werd boven
dien door haar secretaris bijgewoond. Op
grond van een en ander kan en moet de
commissie verklaren, dat zij zich ternau-
wfernood een valscher voorstelling van
ziken Iran denken dan in deze vergadering
door Kfès gegeven. Hii heeft zijn toehoor
der.; op een aaneenschakeling van onwaar
heden. verdraaiingen en lasterlijke aan-
tlteinigen tegen vooraanstaande personen ln
de Partit onthaald.
Op 15 April 1937 hadden de voorzitter van
de Partij en een delegatie van het gewes
telijk bestuur te Gorredijk een bespreking
met Kiès, ten einde de actie voor voorkeur
stemmen te doen staken. Bij die bespreking
heeft Kiès zich. in het bijzijn van twee
getuigen, veroorloofd Vorrink toe te voe
gen: „Jou breek ik Ie pooten, ik heb mets
te verliezen en jij alles".
Een dergelijke uiting, onder welke om
standigheden ook gedaan, oordeelt dé com.
missie van ondersoek een bewijs van een
niet nader te kwaliflceeren mentaliteit.
Nu Kiès een nieuw centrum heeft voor
de ontplooiing van zijn activiteit („Het
Vrije Woord") ontdekt hij eensklaps, zegt
de commissie, tal van zakelijke verschillen
en ontziet hij zich niet. den naam van
Troelstra te misbruiken om de Partij, waar
van de opbouw Troelstra's levenswerk Is
gewees,. te benadeelen.
Het oordeel van dc commissie over
de gestie van het Partijbestuur in de
zaak-Kiès, kan naar de commissie zelve
verklaart, niet gunstig luiden.
Toen eenmaal, zoo wordt verklaard, de
Partijleiding Kiès als een door haar aan
bevolen candidaat. zij het ook od de tiende
blaats had aanvaard, was hy daarmede
ten volle haar candidaat geworden en moest
hii naar buiten wat zijn integriteit betreft,
met de andere candidaten op één lijn wor.
den gesteld. Het P. B, kan onmogelijk het
standpunt verdedigen, dat een candidaat
op grond van ziin minder gewensch e
karaktereigenschappen op nummer 10
wordt geplaatst. De Partijvoorzitter heeft
in een besturenvergadering te Leeuwarden
Od 24 Januari 1937 zelfs verklaard, dat hij
persqonltik borg stond voor de integriteit
van het karakter van ieder der candidaten.
En daarmee was het onoplosbare conflict
geboren; indien de candidaat Kiès een
Integere figiutur was. had zijn aanzienlijke
Friesche aanhang, die hem zoo hoog stelde,
ook het recht op grond van democratische
overwegingen, te verlangen, dat hij een
hoogere plaats op de lilst zou verkrijgen.
Tegen dit verlangen zou het P. B. zich
slechts hebben kunnen verweren met argu
menten. die zijn plaatsing op de lijst ln
het algemeen zouden veroordeelen. Zoo
moest wel het oogenblik komen, dat de
door het P. B. aanvaarde houding niet
langer kon worden gehandhaafd en dat de
Partijleiding haar ware motieven moest
kenbaar maken.
De Partijleiding had op dat oogenWik
haar schuld, moeten erkennen want haar
handelswijze was niet te verdedigen.
Het partijbestuur had. volgens de com
missie. veel eerder behooren ln te grijpen.
Zoodra bleek, dat Kiès, die door de leldin?
ais niet integer werd beschouwd, althans
met éen wantrouwend oog werd bezien, in
de Friesche 'beweging sterken en steed?
groelenden aanhang beron te vinden, ban
het P. B. naar het oordeel der commissie
den plicht om maatregelen te nemen.
Het partijbestuur liet de zaak op
haar beloop en het gebruikte, zegt de
commissie, dankbaar de diensten cn
propagandistische talenten van een
man. ten aanzien van wiens karakter
eigenschappen het op zijn minst ge
nomen meende gerechten twijfel te
moeten koesteren. Daarbij wekte het
naar buiten den waan. dat liet hem
vèrtrouwde, terwijl ook bij Kiès zelf de
gedachte kon post vatten, dat het P. B-
zijn naar voren komen in de Partij
bevorderde, althans niet belemmerde.
De oommissie acht het van de hoofd
redactie van „Het Volk" onjuist, dat deze
weigerde eenig verweer tegen het artikel
van Ir. Albarda van 2 October 1937 tegen
Kiès op te nemen. Afgezien van de vraag
of dit artikel overal even gelukkig jeIor"
muleerd was. meent de commissie, dat m
ieder geval één enkel antwoord van de
andere zijde had behooren te worden oo-
senomen.
De commissie acht het haar plicht
den bevoegden instanties in overweg'11!
te geven, de thans geroyeerde 1
(met uitzondering van Kies) en
geschorste afdeeïingen wederom in
S.D.AP op de nemen. Zij acht hri van
zelfsprekend, dat dr bevoegde na 'J'
instanties daaraan dc door haar nood
zakelijk geoordeelde voorwaarden
handhaving van de partü-dselpim
verbinden. Met name zal het lid"".;
schap of het op eer.igerlei andere ff j.^
steunen van de verecniring Kri '.[l1
Woord" met het partijlidmaafseU'P
onvereenigbaar mor', en blijven,
grootst mogelijke clementie acht
commissie gewenseht.
2 3