De Rijksdagzitting - Zoon van den Koning van Yemen te Parijs
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
78sfe Jaargang
FEUILLETON
Het Groote Avontuur
MORGEN ZAL TE DEN BOSCH de le tentoonstelling op militair gebied
in Nederland worden geopend. Een foto van diverse modellen gasmaskers,
zoowel voor militairen, als voor burgers, (ook vrouwen en kinderen).
HET MODERNSTE FRANSCHE VLIEGTUIG.
Dit vier-motorige Potez-toestel is geEouwd te Caudebec en Caux en kan een snelheid bereiken van 310 k.m. per uur. Het toe
stel heeft een keuken en een werkplaats. Het kan 8 h 12 personen vervoeren.
Roman uit de Tropen door
FRANS DEMERS.
18)
Die stelling gaat dus niet op, besloot
Reading.
U hebt hier geen persoonlijke vijan
den? vroeg Riefenberg.
Niet dat ik weet, maar als u wist hoe
Pijnlijk het voor mij is nog verder
De journalist was opgestaan. Hij boog
t'ch naar zijn gastheer, keek hem in de
oegen en zei langaam:
Ik weet nochtans heel goed, dat Ada
l'ien werd vermoord.
De Amerikaan staarde hem met groote
angst-oogen aan en zat daar een oogen-
Mik als door ontzetting verlamd.
Het kan niet, fluisterde hij dan af
ttrend.
En toch is het zoo, klonk het vast
beraden antwoord.
Rij greep Riefenberg bij den arm.
Zeg dan toch wat u weet, hijgde hij.
En dan vertelde de journalist zijn er
vingen van het oogenblik af dat hij den
'acht vóór zijn vertrek in de hoofdstad
'an zijn vrienden afscheid had genomen.
U ziet dus, zei Riefenberg. ten slotte,
Jat hier gevaarlijke kerels de handen in
spel hebben en zeker geen primitieve
«aioto's. Als die rampzalige Demet den
■Poed had gehad u dadelijk te schrijven
zou het misschien nooit zoover zijn ge
komen.
Reading keek naar den grond.
Maar waarom moest mijn vrouw, als
er gevaar was, zich wenden tot een vreem
deling en niet tot mij, haar echtgenoot?
Dat was een pijnlijke vraag. Voor Rie
fenberg stond het van meet af aan vast
dat in deze zaak, hoe geheimzinnig ze er
ook uitzag, een gewezen minnaar van de
looneelspeelster de hoofdTol speelde.
Iets of iemand uit het verleden is
haar, mijns inziens, naar hier gevolgd, ant
woordde hij.
Nog meer dan een uur zaten de twee
mannen in den nacht plannen te smeden,
Riefenberg zou zich aan de afspraak met
den directeur van de goudmijnen houden en
den volgenden morgen vertrekken. Dade
lijk na zijn bezoek zou hij evenwel terug-
keeren naar Wahenia om samen met Rea
ding aan het werk te gaan. Ondertusschen
zou deze beginnen met den gouverneur op
de hoogte te brengen.
Licht moet er komen, zei hij op drei
genden toon, al moest ik gansch mijn for
tuin er voor opofferen.
Daarop nam Riefenberg afscheid. Een
negerchauffeur bracht hem terug naar het
hotel.
De Amerikaan was gedurende een poosje
in den tuin blijven staan. Daarna liep hij
heen en weer in de galerij. Het was lang
na middernacht toen hij zich naar binnen
begaf. Hij liep door de hall naar de eerste
verdieping en opende aan het einde van
een gang een deurtje. In de kamer zat een
blanke in een boek te lezen.
Het is tijd, zei Reading. Laat me u
nog eens goed bekijken.
De man kwam overeind en draaide als
een modepop op zijn hielen rond. Het was
ren groote, breedgeschouderde kerel met
blond haar. Samen liepen ze naar bene
den, deden leeren overjassen aan en be
gaven zich dan naar de garage. Zij ver
wijderden het groote zeil waaronder een
eigenaardige, moderne auto stond, laag en
breed uitgebouwd met overdekte wielen.
Voorzichtig duwden zij den wagen naar
tuiten en sloten de poort.
Even later snorde de auto met de twee
mannen door de slapende stad en reed de
richting uit van het goudland. Reading zat
aan het stuur en spoedig stond de snel
heidsmeter op 80 kilometer, hetgeen een
ontzettende vaart is op de Afrikaansche
zandwegen. Na een uur stopte de auto voor
den eersten breeden stroom. Bruggen wa
ren er niet. Om over het water te komen
moest men een beroep doen op de veer
pont en 's nachts dus eerst de inlandsche
overzetters wakker maken. Reading's met
gezel was uit den wagen gestapt en tot
aan den oever van den stroom geloopen.
Daar gaf hij een teeken. De auto naderde
en bleef een oogenblik met de voorwielen
in het water staan. Toen gleed ze lang
zaam vooruit en dreef als een motorboot.
Dof knalden de ontploffingen van den
motor. Veilig bereikten zij den anderen
oever.
Het gaat schitterend, juichte Reading
Zijn metgezel nam nu plaats achter het
stuur en de tocht werd voortgezet.
Er kwamen nog twee stroomen, waar
werd doorgevaren en tenslotte verliet de
wagen den openbaren weg op het kruis
punt waar een wegwijzer stond met als op
schrift: „Avakoebihoeve: 10 kilometer".
EEN VREESELIJKE WENDING.
Om negen uur, zooals Benoit had afge
sproken, stopte voor het „Hotel des Chu
tes" te Wahenia een personenauto, bestuurd
door een inlander. De directeur-generaal
was zelf even meegekomen om Riefenberg
nog een paar wenken te geven.
Deze chauffeur, zei hij, staat onder uw
bevel. Hij spreekt tamelijk goed Fransch,
zoodat gij geen moeite zult hebben u ver
staanbaar te maken. Ik heb hem opdracht
gegeven vandaag halt te houden te Nia-
Nia. Het zal wel ongeveer avond zijn, als
gij daar aankomt.
U is wel vriendelijk, antwoordde de
journalist terwijl hij naast den autobe
stuurder ging zitten.
Benoit schudde lachend de hand. die
hem tot afscheid werd toegestoken en grin
nikte:
Voor personen zonder koloniale erva
ring zijn wij verplicht alles zoo te regelen
of het loopt verkeerd. Goede reisen
hij groette nog met de hand den journa
list, die uit de wegrijdende auto wuifde.
De wagen snorde langs het kamp van de
soldaten, waar een indrukwekkende olifant
een belachelijk klein karretje voorttrok.
Een beetje verder stonden aan weerszij
den van den weg langwerpige negerhuis
jes, maar die werden schaarscher en
schaarscher en na een poosje bevond Rie
fenberg zich in de eenzame wildernis. Uren
en uren reed de auto over den zandweg
zonder dat een spoor van menschelijk le
ven werd waargenomen. Het zacht golven
de land, met struikgewas en schaarsche
hoornen, lag te blakeren in de heete zon
nestralen. Riefenberg had het warm, maar
genoot van dien tocht, al had hij zich het
Afrikaansche binnenland anders voorge
steld. Waar bleven de wilde dieren? Hoe
nij ook uitkeek, er was niets te zien be
halve een soort eekhoorntjes, die met tus-
schenpoozen over den weg huppelden met
opgeheven pluimstaart. Toen de auto een
breeden stroom naderde, liep de weg door
een groot dorp, waar kakelende kippen en
zwarte geiten wanhopige pogingen deden
om niet onder de wielen terecht te komen.
Kleine kinderen en vrouwen kwamen met
de armen in de lucht aangeloopen en een
stokoud negertje vroeg met uitgestrekte
hand „tombaco".
Dat beteekent „tabak", lichtte de
chauffeur toe.
De oude man kreeg tabak.
Toen de wagen, op de veerpont werd ge
reden. liep de journalist door het dorp en
de bewoners vonden dat zoo plezierig, dat
ze met handgeklap en druk babbelend het
geval onder elkaar bespraken. Toen Rie
fenberg de hand uitstak naar een kindje,
stootte het een indianenkreet uit en sloeg
op de vlucht. Bij een hut lag een jonge
negerin op een gevlochten matje te sla
pen. Een mager, gerimpeld mannetje, wiens
kroeshaar wit was geworden van ouder
dom. zat een inlandsche pijp te rooken,
die hij. na een zware rookwolk te hebben
ingeademd, broederlijk overhandigde aan
een bejaarde „dame", die bezig was met
vlugge apenmanieren aardnootjes te pel
len. Wat verderop stonden vrouwen ge
droogde maniokbloem te stampen in hou
ten kroezen en heele zwermen bijen zoem
den rond het kwalijk-riekende meel, dat
op den grond in de zon lag te drogen. Hier
en daar liep een vreeselijk magere hond
langs de zwart-berookte hutten.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).
TE GRONINGEN liep Zaterdag riet eerste schip, dat naar Pnnsta
Beatrix genoemd is, van stapel. Tijdens de toespraak van den heer
Mellema, oud-inspecteur van de scheepvaart.
INTERNATIONALE RUGBY-WED STRIJD NEDERLAND—BELGIE -
gistermiddag op Houtrust in den Haag gespeeld. Een moment uit den strijd
MODE OP DE BRITSCHE IN-
U STRIE-TENTOON STELLIS G IN
LONDEN. Een bruid met een klein
zeilschip op het hoofd.
PRINS SEIF UL ISLAM AL HUSSEIN,
zoon van den koning van Yemen, bij een bezoek aan het graf van den
Onbekenden Soldaat te Parijs.
HITLER'S REDE IN DEN RIJKSDAG.
Tijdens de herdenking door den voorzitter van den Rijksdag, veldmaarschalk
Goring, van de afgevaardigden, die sedert de vorige zitting zijn overleden.
n iT/rt* vu,L#«,/£.u/