Hitler over verleden, heden en toekomst Mandsjoekwo erkend jgsie Jaargang LEiDSCH DAGBLAD, Maandag 21 Februari 1938 Vierde Blad No. 23898 Felle veroordeeling van Pers-Hetze tClrirr.r»!^ HOEST. KEELPUM GRIEP. RHEUMATIEK STEKER IR DE Z!W PUNSTILLENDE WATTEN GISTERMIDDAG opende generaal-veldmaarschalk Goering om één uur precies de zitting van den Rijksdag in de Kroll- Opera. Er waren meer dan 100 vertegenwoordigers van buiten- landsche bladen aanwezig. In de middenloge had het bijna voltallige corps diplomatique plaats genomen. Generaal-veld maarschalk Goering gai direct het woord aan den Fuehrer tot het afleggen van de verklaring der Rijksregeering, welke als eenig punt op de agenda stond. Rijkskanselier Adolf Hitler gaf allereerst een verklaring van het feit, dat de Rijksdcg op 20 Februari was bijeengeroepen. „Dit is," aldus Hitier, „te verklaren uit twee redenen: ten eerste heb ik het juist geacht eenige persoonlijke mutaties niet vóór, doch na den 30sten Januari uit te vaardigen en ten tweede leek het mij noodig op een bepaald gebied van onze buitenlandsche betrekkingen tevoren nog een dringend noodzakelijke ophelde ring teweeg te brengen." Het nationaal-socialisme kon niet slechts ais hechte organisatie het be wind overnemen, doch ook als een rijk reservoir van bekwame en geschikte personen. Wat den tegenstanders ge heel verborgen bleef is het feit, dat in geen enkel tijdvak van onze geschiede nis een zoo groot aantal zeer bekwame en vooral krachtige personen op poli tiek gebied aanwezig was als in den tijd, dat de nationaal-socialisten het Duitsche Rijk veroverden. Wij weten dat de afslachtingen van de 'ijewistische revolutie en de bloedbaden het marxistische gepeupel ln Spanje brave democratische gemoederen van pacifisten op onze wereld tot nu toe r in het minst niet hebben opgewonden, aneer wij ln deze vijf jaren op onge- i dezelfde wijze zouden hebben huis raden als deze brave democratische reldburgers van Sovjet-Russische en »jet-Spaansche afkomst, dan zou het niet gelukt zijn uit het Duitschland on het diepste materieele laagtepunt een jnd te maken van materieele orde en emeenen herbloei. Alleen reeds juist om it dat zoo is en zoo moest zijn. eischten voor ons het recht op onzen arbeid te ringen met die bescherming, die het ■dadige naturen of gekken onmogelijk toet maken om het te kunnen vernieti- [ra (levendige bijval). In kn Hitier. Prestaties op economisch gebied. Toen ik als kanselier de leiding en daar- nede de verantwoording van het Duitsche p overnam, was het ten aanzien van 1hergelijken rampspoedlgen toestand noodzakelijkl. met heele maatregelen te linnen, en 2. oogenblikkelijk te han en. Wie zich verplicht gevoelt tot de taak ',,fen dergelijk uur de leiding van een °P zich te nemen, is niet aan de wet- ïa,n. Parlementaire gewoonte verant- "wrdelijk, of verplicht tot een bepaalde ^misehe opvatting, doch uitsluitend j' de hem opgelegde zending. En wie deze volt16 dan stoort, Is een vijand van het ken, ?m het cven o£ deze verstoring b|?i nis bolsjewist, als democraat, als rap naire terrorist of als reaction- JSt 'dAtast, In zoo'n tijd van nood han- 11 ook in Gods naam hij, die zijn gebed "oogsten vorm verleent, welke een asch met zijn God verbindt: de vorm den arbeid. Ook het geloof ontslaat 'llitïa.n de verplichting zich bij het werk in» schakelen met hen, die de red- 4'an een natie voltrekken, t besprak vervolgens zeer uitvoerig economische resultaten van het natio- iii.I^C'dhsme, waarbij hij gedetailleerde ini 8af. Zonder dat wij hebben deelge- aan economische wereldconferen- iij„pdder dat wij in het bezit zijn van 1!,™% economische mogelijkheden ndere wereldmogendheden, is het ons gelukt, den buitenlandschen handel wat Invoer betreft van 4.2 tot 5.5 milliard en wat den uitvoer betreft van 4.9 tot 5.9 milliard te brengen. De ontvangsten van het Rijk namen toe van 6.6 milliard in 1932 tot 14 milliard ln 1937, terwijl zij in 1938 meer dan 17 milliard zullen bedragen. Bij deze resultaten zullen binnen enkele jaren de geweldige extra-resultaten komen op grond van het vierjarenplan. Partij en weermacht. In heftige bewoordingen liet Hitier zich vervolgens uit over een deel der wereld pers. Gij zult in de laatste weken van het voor ons eenvoudig onbegrijpelijke gepraat van zekere buitenlandsche journalisten hebben vernomen, die er ln 1938 van spre ken, dat de Invloed van het nationaal- socialisme zoojuist het Ministerie van Bui tenlandsche Zaken in het bezit heeft ge nomen of dat op het oogenblik een strijd wordt gestreden tusschen de Rijksweer dat er een Duitsche weermacht bestaat hebben deze onnoozele bloedjes tijdens hun slaap vernomen en de Partij, of dat de nationaal-sociallstlsche „vleugel" zoojuist op het punt staat het economische leven binnen zijn band te trekken, en dergelijke onzin meer. Het nationaal-socialisme heeft niet, zoo als een kleine Internationale scribent mis schien meent, op 4 Februari het Ministe rie van Buitenlandsche Zaken veroverd, doch het bezit geheel Duitschland sinds den dag, dat ik vijf jaar geleden als Rijks kanselier het huls op de Wilhelmplatz ver liet, en wel volkomen en uitsluitend. Er is geen instelling in dezen staat, die niet nationaal-socialistlsch is. De grootste beveiliging van deze nationaal-soclalisti- sche revolutie ligt op grond van de leiding, daarbinnen en daarbuiten in de volkomen omvatting van het Rijk en al zijn instel lingen en Instituten door de nationaal- socialistische partij. Zijn bescherming te genover de wereld ligt evenwel ln de nieu we nationaal-sociallstlsche weermacht. Het Duitsche vredesleger is opgesteld, een ge weldig Duitsch luchtwapen beschermt ons vaderland, een nieuwe macht ter zee onze kusten. Temidden van de geweldige opvoe ring van onze algemeene productie werd het mogelijk een herwapening zonder weerga ten uitvoer te leggen. Er bestaat in Duitschland geen pro bleem van nationaal-socialistischen staat en nationaal-socialistische partij, en geen probleem van nationaal-socia listische party en nationaal-socialisti sche weermacht. In dit Ryk is ieder nationaal-socialist, die op een of an dere verantwoordelijke plaats staat. Elke instelling van dit ryk staat on der bevel van de hoogste politieke lei ding en alle instellingen zUn één in haar vastbeslotenheid, het nat.-soc. Duitschland te verdedigen tot den iaatsten ademtocht. Er is in dezen staat niemand op een verantwoorde- lijke plaats, die betwyfelt, dat i k de daartoe gemachtigde leider van dit Ryk ben en dat de natie my opdracht heeft gegeven, haar overal en altijd te vertegenwoordigen. Hitler bracht dank namens zichzelf en namens het Duitsche volk aan generaal- veldmaarschalk Von Blomberg en generaal Von Frltsch voor hun trouw en loyalen arbeid voor het nieuwe Rijk en zijn weer macht, en aan al degenen, die bij de ver jonging van het politieke en militaire lei derscorps hun plaatsen ter beschikking stelden van jonge politieke en militaire krachten. Wy weten, aldus zeide de Fuehrer in dit verband met nadruk, dat de taken voor de toekomst een sterkere concentratie van de politieke en militaire macht vereischen dan vroeger misschien noodig was. Wan neer ik derhalve besloot na het vertrek van generaal-veldmaarschalk Von Blom berg zelf direct het bevel op my te nemen over de drie deelen van de weermacht en de functie van opper-commandant van de weermacht aan my persooniyk onderge schikt te maken, hoop ik, dat wy daar door binnen zeer korten tyd zullen komen tot die versterking van onze militaire machtsmiddelen, die de algemeene tijds omstandigheden noodzakelijk doen zyn. Ik zou het Duitsche volk als zijn ge kozen leider op dezen dag één verzeke ring willen geven: hoezeer wy ook ge steld zijn op den vrede, hoezeer wij ook gesteld zijn op onze eer, en op de on vervreemdbare rechten van ons volk, hoezeer ik opkom voor den vrede, zoo zal Ik er ook voor zorgen, dat ons volk nimmermeer zijn instrument zal zien verzwakken of zelfs ontnemen, dat naar mijn overtuiging alleen ln staat is in onrustige tijden den vrede op de veiligste en meest succesrijke wijze te bewaren. En hoezeer Ik der wereld ook de ver zekering kan geven van de oprechte en innige vredesllefde van het Duit sche volk, zoomin zou ik er twijfel over willen laten bestaan, dat deze vredes- liefde noch met zwakte noch zelfs met eerlooze lafheid iets uitstaande heeft. Mocht ooit de internationale ophitsing en bronnenvergiftiging den vrede van ons rijk probeeren te schenden, dan zullen staal en ijzer het Duitsche volk en het Duitsche vaderland onder hun bescher ming nemen en dan zou de wereld blik semsnel zien hoezeer dit ryk volk, party en weermacht door één geest zyn be zield en van één wil doordrongen zijn. Voor het overige is het niet mijn bedoe ling het eerbare Duitsche officierencorps in bescherming te nemen tegenover den laster van de Internationale journalistiek. Dat ls ook niet noodig. Want er zijn onder de journalisten nu eenmaal twee soorten menschen: waarheldsllevenden en leugen achtige. minderwaardige zwendelaars, volksbedriegers en ophitsers tot oorlog. Er is evenwel slechts één soort Duitsche offi- eieren Het koloniale vraagstuk. Na gewezen te hebben op de nood- zakelykheid de productie nog verder op te voeren, zeide de Fuehrer: Wat wy ook met een dergelijke vergrooting der Duitsche productie bereiken, dit zal het vraagstuk der woonruimte van het Duitsche volk niet terz'ude kunnen stellen. Daarom zal van jaar tot jaar de eisch om koloniaal bezit sterker naar voren komen, dat Duitschland niet eens aan andere mogendheden heeft ontnomen en voor die mogendheden thans zakeiyk zoo goed als waardeloos is, doch voor ons eigen volk onont beerlijk blijkt te zyn. De Volkenbond Aan den Volkenbond wijdde Hitler een uitvoerige beschouwing, waarin hij o. m. zeide er tegen te moeten opkomen, dat Duitschland's niet terugkeeren naar Ge neve de conclusie wettigt, dat het niet be reid zou zyn op te komen voor de principes van het recht. Integendeel vervolgde hy wy z«n niet in den Volkenbond, omdat wij niet gelooven, dat hij een instituut van het recht, doch eer een instelling voor de ver dediging van het onrecht van Versa lies is. Daarbij komen evenwel ook nog eenige za kelijke overwegingen: 1 Wij zijn uit den Volkenbond getreden, omdat hy ons, getrouw aan zijn geheele geboorte en verplichting, het recht weiger de op geiykheid van bewapening en aaar- mee op gelyke veiligheid. 2 Wij zullen er nimmer in terugkeeren, omdat wy niet het voornemen hebben ons op eenige plaats ter wereld by meerder heidsbesluit van den Volkenbond te laten spannen voor de verdediging van het on- 3. Wy gelooven daarmede al die volken een genoegen te bewijzen, die het ongeluk hebben op den Volkenbond te vertrouwen als factor van werkeiyke hulp. 4 Wij denken er geenszins aan de Duit sche natie te laten verwikkelen in conflic ten waarbij zy zelf geen belang heelt. Duitschland is vast besloten zich by zyn belangen en aanspraken een wijze beper king op te leggen. Mochten evenwel Duit sche belangen ernstig op het spel staan, dan zullen wij niet verwachten van een Volkenbond steun te krijgen, doch nemen wij by voorbaat aan. dat wij zelf die taak op ons moeten nemen. 5. Wij hebben niet het voornemen ons in de toekomst door eenige internationale Instelling een houding te laten voorschrij ven. die, doordat zij de officieele erken ning van onbetwistbare feiten uitsluit, minder overeenstemming bezit met de handelingen van weloverleggende men schen daji wel met de gewoonten van een bekenden grooten vogel. Duitschland heeft eens door zyn lid maatschap van den Volkenbond moe ten deelnemen aan zoo'n onverstandi ge handeling. Ik heb t.hans besloten ook in dit geval de noodzakelyke his torisch vereischte wijziging aan te brengen. Duitsehland zal Mandsjoekwo erkennen. Ik wil concludeerend dus nog eens verklaren, dat Duitschland, en pas recht na het uittreden van Italië uit den Volkenbond, er in het geheel niet aan denkt ooit meer in dit instituut terug te keeren. Dit beteekent niet de weigering van samenwerking met an dere mogendheden. Integendeel, dit be teekent slechts de weigering verplich tingen aan te gaan, die niet te overzien zijn en in de meeste gevallen ook niet te vervullen zyn. Voor de samenwer king met andere mogendheden, heeft Duitschland vele, en naar wy gelooven, kostbare bijdragen geleverd. Het bolsjewistisch gevaar Het rijk ls ook thans economisch noch politiek als geïsoleerd te beschouwen. Te genover één enkelen staat hebben wy niet geprobeerd een verhouding te zoeken en wenschen wy ook niet in nauwer verhou ding te komen: Sovjet-Rusland. Wij zien in het bolsjewisme, meer nog dan vroeger, de incarnatie van de menschelijke verniel zucht. Wanneer nu Groot-Brittannië zeer vaag by monde van zyn verantwoordeiyke staatslieden laat verzekeren, dat het ge ïnteresseerd is by de handhaving van den status quo in de wereld, dan zou dat ook hier moeten gelden: iedere bolsjewiseerlng van een Europeesch land beteekent ech ter een verschuiving van dezen toestand. Want deze gebolsjewiseerde gebieden zyn dan niet meer souverelne staten met een eigen nationaal leger, doch secties van de Moskousche revolutie-centrale. My ls bekend, dat de heer Eden deze opvatting niet deelt. De heer Stalin deelt haar en geeft haar openUjk toe. En in mijn oogen is op het oogenblik nog steeds de heer Stalin persoonlijk een geloofwaardiger kenner en tolk van de bolsjewistische opvattingen en be doelingen dan een Britsch minister. Wij staan derhalve tegenover iedere poging tot uitbreiding van het bolsjewisme, om het even, waar deze wordt onder nomen, met afschuw en daar, waar zij ons zelf bedreigt, met vijandschap. Het Chineesch-Japansch conflict Daaruit blijkt ook onze verhouding met Japan. Ik vrees, dat eert Japansche ne derlaag in Oost Azië Europa of Amerika nooit ten goede kan komen, doch uitslui tend het bolsjewistische Sovjet-Rusland Kan baten. Ik acht China moreel of ma terieel niet sterk genoeg om in eigen kracht s*and te kunnen houden tegen een bolsje- wistischen stormloop. Ik behoef niet te verzekeren, dat wij allen den wensch had den en hebben, dat tusschen de beide groo- te Oost Aziatische volken weer een toe stand van rust en uiteindelijk van vrede moge intreden. Wy gelooven evenwel, dat het misschien reeds lang tot een vrede zou zijn gekomen, indien niet zekere krachten, juist zooals in het geval met Abessynië. ook in Oost-Azië hun raad en misschien de belofte van mo- reele hulpverleening. te zeer op de ééne zyde van de schaal hebben gelegd. Geheel om het even in welken tijd en hoe de ge beurtenissen ln Oost-Azië hun definitieve oplossing zullen vinden: Duitschland zal in ziln afweerstelling tegen het communis me Japan steeds beschouwen en waardee- ren als een element van veiligheid, van de verzekering der menschelyke cultuur. Ik moet hierby ernstig opkomen tegen die geestlooze aanvallen, waarbij Duitsch land het verwijt wordt gemaakt, dal wy door onze houding in het Oost Aziatische conflict, tegen de belangen van het blanke ras zouden handelen Dat juist die we gens zyn rassenstandpunt zoo hevig be streden nationaal-socialistische staat nu nlotseling de eer moet ontvangen voor ras- senidealen beter zou zyn rasbelangen van leer te mogen trekken, is een grap der wereldgeschiedenis. Overigens heeft Duitschland eens zelf in Oost Azië bezit tingen gehad. Dit verhinderde zekeren mogendheden niet door een coalitie van volken van het blanke en gele ras het Duit sche Rijk vandaar te verdrijven. Wy wenschen thans werkelyk niet meer een uitnoodiging te krijgen even tueel naar Oost-Azië terug te keeren. De strijd in Spanje. Evenmin heeft Duitschland territoriale belangen, die op een of andere wyze be trekking zouden kunnen hebben op den verschrïkkeiyken burgeroorlog, die thans in Spanje woedt. De Duitsche regeering zou in een bolsjewiseering van Spanje niet alleen een element van verontrusting van Europa zien, doch ook een verstoring van het Europeesch evenwicht. Wij zyn daar om gelukkig, aldus Hitier. dat ons anti- bolsjewistisch standpunt gedeeld wordt door een derden staat. De Duitsch-Itali- aansche verhouding is gebaseerd op het be staan van gemeenschappelyke opvattingen op het gebied van het leven en den staat, zoomede op een gemeenschappelyke afweer van de ons bedreigende internationale ge varen. Indien Mussolini in 1922 niet door de overwinning van de fascistische beweging Italië zou hebben veroverd, dan zou dit land vermoedelijk aan het bolsjewisme ten prooi zyn gevallen. De gevolgen van een aergeiyke ineenstorting zouden voor de cultuur van West-Europa niet te overzien zijn geweest. De Duitsch-Italiaansche vriendschap heeft zich uit bepaalde oorzaken geleide lijk ontwikkeld tot een stabiliseerend ele ment van den Europeeschen vrede. De be trekkingen van belde staten met Japan vormen de geweldigste hinderpaal voor een verder doordringen van de Russisch- bolsjewistische macht. In de laatste jaren werd heel vaak gesproken over tegenstellingen tus schen Frankrijk en Engeland eener- zyds en Duitschland anderzyds. Het is mij niet duidelyk, waarin deze tegen- op de pijnlijke plekbestrijdt doozen 6 35 en 55 d. 9708 (Ingez. Med.) stellingen wel moeten liggen. Naar wij hopen is met de teruggave van het Saargebied de periode van Fransch- Duitsch territoriale geschillen defini tief gesloten. Duitschland heeft ook met Engeland geen geschillen, daarge laten dan onze koloniale eischen. Het eenige wat het samenleven met deze staten vergiftigt, is een onduld bare pershetze, die onder de leuze: vrijheid van persoonlijke meenings- uiting gevoerd wordt. Ik begrijp niet, dat er in die landen geen wettelijke mogelijkheden bestaan om aan leugen en laster een einde te maken. Wij kun nen hiervoor de oogen niet sluiten, want door die hetze kan haat tegen ons ontstaan en een vijandige stem ming. waartegen wij niets zouden kun nen doen. Dat is een gevaar voor den I vrede. Ik ben niet geneigd deze me thoden te accepteeren zonder er iets tegen te doen. Van nu af aan zullen wij antwoorden en wel met nationaal- socialistische grondigheid. Dwaze geruchten. Hitler somde daarop een reeks geruch ten op. die begin Februari in Engeland en Frankrijk waren verbreid. Bijzonder ge vaarlijk kan zulk een berichtgeving wor den. als het doel is, een volk in oorlog te drijven. Het bericht, dat Duitschland 30.000 man troepen geland had in Spaansch- Marokko, kon gelukkig snel worden weer legd, evenals het gerucht, dat Japan en Duitschland een overeenkomst zouden hebben getroffen, zich gemeenschappelijk het Nederlandsche koloniale bezit toe te eigenen. Doch kan er nog van vrijheid worden gesproken, als men de wereld op zulk een manier in onrust brengt? De Brit- sche regeering wenscht bewapeningsbeper king. Daarop stel ik voor de pers-exccssen te verhinderen. Ook moet er een eind aan komen, dat aanmatigende brieven aan vreemde staats hoofden worden geschreven. Ik zou den Britschen afgevaardigden willen verzoeken, mij niet meer over de vonnissen van Duit sche* volksrechtbanken te schrijven. Wij kunnen de belangstelling voor Duitsche landverraders eventueel begrijpen, maar zij verbetert de betrekkingen met Engeland niet. Ik voor mij zal niet dulden, dat afge vaardigden van den Duitschen Rijksdag zich bemoeien met Engelsche rechtbanken. Maar over de belangen van de Duitsche rechtspraak beslis ,ik en niet een delegatie van Engelsche oorlogshitsers. Daar de ophitsing van zekere bladen een element van gevaar beteekent voor den vrede, heb ik besloten een versterking van de Duitsche weermacht door te voeren, die ons de zekerheid geeft, dat die oorlogsdrij vers Duitschland niet in gevaar kunnen brengen. Die maatregelen zijn sedert 4 Februari aan den gang en zij worden snel en vastberaden uitgevoerd. Duitschland wil gaarne vol vertrouwen samenwerken met alle groote mogendheden van Europa. Als het niet lukt, ligt het niet aan ons. Ook in verband met de houding der pers, gelooven wij, dat conferenties en andere besprekingen voorshands geen zin hebben. De perscampagne tegen den vrede zal elke bespreking verkeerd uitleggen en elk accoord vervalschen. Het normale diplomatieke verkeer is dus thans de eenige doeltreffende me thode van verstandhouding. Wij zijn verheugd over onze goede be trekkingen met een aantal aangrenzende staten. Het streven naar neutraliteit van die staten vervult ons met diepe bevredi ging. Wij zien daar een element in van toenemende kalmeering en veiligheid. Maar wij zien ook gevallen van het omgekeerde. Duitschers buiten de grens. Aan twee onzer grenzen liggen staten, die in totaal 10 millioen Duitschers omvatten, die tot 1866 nog staatsrech telijk in één bond vereenigd waren en in 1914 nog naast de Duitsche soldaten streden. Tegen hun wil werd door de vredesverdragen hun éénwording met het rijk verhinderd. Het recht op zelf beschikking, dat een van Wilson's veer tien punten vormde, kan echter niet genegeerd worden, omdat het liier om Duitschers gaat. Het is op den duur voor ons zelfbewust zijn ondraaglijk, naast ons volksgenooten te weten, wien wegens hun sympathie voor en hun verbondenheid met het volk-in-zijn- geheel, voortdurend het zwaarste leed wordt aangedaan. Wii weten, dat een al len bevredieende eren sr? reling in Europa vrijwel niet bestaat. Bewezen is. dat er bij goeden wil een evenwicht of een ont spanning bereikt, kan worden. Wie dat ech ter met geweld wil verhinderen, roept se- weld op. Zoolang Duitschland onmachtig en weerloos was, heeft het deze vervol ging moeten aanvaarden. Doch zooals Engeland zijn belangen over heel de wereld handhaaft, zoo zal Duitschland zijn, zij het ook beperkter, belangen weten te verdedigen en te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 13