Uit den Leidschen Raad
Utrechtenaar in Duitschland
gearresteerd
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Donderdag 17 Februari 1938
Zware hoofdpijn,
GEMEENTEZAKEN
B. en W. zijn aan het antwoord begonnen
Hij vertrok op 31 Januari
om werk te zoeken
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
VRAGENRUBRIEK
FAILLISSEMENTEN
HOUTLAAN EN ANN A-KLINIEK.
Reeds geruimen tijd geleden vingen onder
handelingen aan tusschen de N.V. Bouwmaat
schappij ..Castor" en de N.V. Noordhollandsche
Hypotheekbank eenerzljds en de gemeente an
derzijds over een te sluiten transactie inzake
de aan en nabij de Houtlaan gelegen gronden
van beide partijen. De grenzen van deze terrei
nen hebben een zeer onregelmatig beloop, waar
door een behoorlijke, economiscne verkaveling
niet mogelijk is. De eigenaren hebben derhalve
wederzijds belang bij een zoodanige wijziging
van de grenzen, aat een doelmatige indeeiing in
bouwblokken is te maken. Zulks kan op ver
schillende wijzen plaats hebben, t.w. door ruiling
van strooken grond; door verkoop van grona
door de gemeente of door verkoop aan de ge
meente. Al deze mogelijkheden werden onder
oogen gezien en over en weer in voorstellen be-
licnaamd, totdat eindelijk, na langdurige be
sprekingen, partyen zich vereenigden op een
transactie in den laatstvermelden zin. De ge
meente deed n.l. uiteindelijk een voorstel tot
aankoop van perceelen grond van de maat
schappij ..Castor" de Noordhollandsche Hypo
theekbank is hierbij belanghebbende tegen
een bepaalden prijs voor bouwrijpen grond op
deze basis, dat de verkoopster voor haar reke
ning zou nemen de kosten, die voor het bouw
rijp maken ten laste van den eigenaar plegen te
komen.
Het voorstel beoogde het volgende:
a. de gemeente koopt perceelen bouwgrond,
groot 1800 M2„ tegen den prijs van 1.8.30 per
M2., waardoor de gemeente aan de Houtlaan
en aan de geprojecteerde zijstraat een bouwter
rein verkrijgt, dat met den reeds aan de ge
meente behoorenden grond een goed geheel
vormt.
b. de N.V. ..Castor" draagt den grond, groot
pl.m. 80 M2.. die nabij den Rijnsburgerweg een
versmalling van de Houtlaan veroorzaakt en
welke grond derhalve voor straat is bestemd,
kosteloos en vrij van alle lasten aan de ge
meente in eigendom en onderhoud over; de
Houtlaan zal dan ter plaatse op de vereischte
breedte kunnen worden gebracht;
c. genoemde vennootschap zal in de gemeente
kas storten de volgende bedragen:
lo. wegens kosten van straataanleg en daar
mede verband houdende werken voor voltooiing
van de Houtlaan. berekend over halve straat
breedte. ter oppervlakte van 230 M2., een be
drag van f. 1.450.
2o. wegens bijdrage in de kosten van reeds
uilgevoerden straataanleg op de Houtlaan, be
rekend over een oppervlakte van pl.m. 2125 M2.
en naar een bedrag van f. 1.80 per M2. bouw
rijpen grond (de kosten van den straataanleg
voor het bouwrijp maken van de gronden tot
een diepte van 37 M. kunnen worden gesteld op
f. 1.80 per M2. bouwrijpen grond) een bedrag
van f. 3.825
3o. wegens algemeene bijdrage ad f. 1.50 per
M2. aan te koopen bouwrijpen grond (pl.m. 1800
M2.f. 2.700.—Samen f. 7.975.—
met dien verstande, dat de sub lo. en 3o. ge
noemde bedragen ter nadere verrekening worden
gestort en dat het bedrag sub 2 een vaste som is.
De N.V. ..Castor", alsook de Noordhollandsche
Hypotheekbank, konden met dit voorstel accoord
gaan. doch aan de aanvaarding daarvan
wenschte laatstgenoemde nog een andere trans
actie te verbinden en wel den verkoop aan de
gemeente van perceelen grond, gelegen vóór de
Anna-kliniek aan de Meezenstraat, groot 3500
M2.. toebehoorende aan de Hypotheekbank en
een perceel, groot 846 M2., toebehoorende aan
den heer C. J. A. Bredius te Aerdenhout. De
tusschen de aangeboden terreinen en de Anna-
kliniek gelegen grond is eigendom van de Ver-
eeniging voor Misvormden. Blijkens het uitbrei
dingsplan van de gemeente, zijn deze grond en
het'te koop aangeboden voorterrein geheel be
stemd voor straat en plantsoen.
Het is uiteraard gewenscht, de bij het uitbrei
dingsplan aangewezen bestemming zij het
cok. zooals nader zal blijken, in eehigszins gewlj-
zigden vorm te verwezenlijken, indien daartoe
op aannemelijke wijze de gelegenheid bestaat.
Het is echter ook in het bijzonder voor een in
richting als de Anna-kliniek van groot belang,
dat dit voorterrein definitief onbebouwd blijft,
zoodat in de onderhandelingen, die thans weder
moesten worden gevoerd, natuurlijk ook de Ver
eeniging voor Misvormden werd betrokken. Ook
overigens bestond daartoe aanleiding, omdat
vóór de stichting van het bestaande gebouw der
Anna-kliniek de vereeniging zich schriftelijk
had verbonden. ..om zoodra de gemeente over
gaat tot het aanleggen van het plein voor de
kliniek der vereeniging aan de Lijsterstraat als
bijdrage in de kosten van aanleg van genoemd
plein in de gemeentekas te storten een bedrag,
gelijk aan de aanlegkosten over een oppervlakte
van 1250 M2. tot ten hoogste f. 9.000.—."
Als waarborg ter nakoming van deze verplich
ting deponeerde de vereeniging geldswaardige
papleren bij de gemeente.
De besprekingen met de Noordhollandsche
Hypotheekbank hebben er ten slotte toe geleid,
dat zij bereid is het terrein inbegrepen den
grond van den heer Bredius te verkoopen
voor den prijs van f. 17.500.in totaal, een
prijs, die met het oog op de regeling, welke met
de Vereeniging voor Misvormden kon worden
getroffen, aannemelijk is te achten. Wat deze
regeling aangaat, zij opgemerkt, dat uitvoering
van het uitbreidingsplan, zooals dat nu luidt,
zoowel voor de gemeente als voor de vereeniging
te kostbaar en trouwens ook niet gewenscht
zou zijn. Een bepaald nadeel voor de Anna-
kliniek zou zijn de aanleg van de geprojec
teerde straat vóór het gebouw, omdat de kliniek
dan onmiddellijk aan de openbare straat kwam
te liggen, hetgeen voor ziekeninrichting hoogst
ongewenscht moet worden geacht. Met behoud
van de gedachte van het uitbreidingsplan van
plein en plantsoen vóór de kliniek, werd naar
een oplossing gezocht, die uit technisch oog
punt voldeed en tevens financieel niet te be
zwarend voor partijen tfas. Deze oplossing mee-
nen B. en W. te hebben gevonden en de ver
eeniging gaat daarmede accoord door defini
tief af te zien van het aanleggen van een open
bare straat vóór de kliniek en door de vereeni
ging de helft van den aangeboden grond. Voor
dezen aankoop besteedt de vereeniging het vrij
komende bedrag van f.9000.—. dat anders voor
den straataanleg moest worden uitgegeven. Dit
deel der gronden met den thans voor straat be
stemden grond zal. volgens de gedachte wijziging
van het uitbreidingsplan, den particulieren
voortuin met opritten van de kliniek kunnen
uitmaken «waartoe door haar t.z.t. alsdan de
scheiaingssloot moet worden gedempt», terwijl
de gemeente op den aan haar verblijvenden
grond een tweetal openbare straatplantsoenen
met eenigen straataanleg daaromheen dient aan
te brengen. Tot een en ander behoeft evenwel
vooralsnog niet te worden overgegaan. Voor-
looplg kan worden volstaan met een eenvoudiger
en goedkooper plan. Volgens dat plan zal het
geheele aan te koopen terrein voorshands als
open plantsoen worden aangelegd met heester-,
beplanting, gepaard gaande met voltooiing van
den trottoiraanleg langs de reeds aanwezige
straten en het plaatsen van een eenvoudig
plantsoenhek. Het door de gemeente aan te koo
pen deel zal daartoe aan de vereeniging voor
den tijd van 25 jaren tegen een geringe ver
goeding in gebruik worden gegeven, onder de
verplichting het geheele terrein, dus met inbe
grip van het lngebruik gegeven gedeélte. als
eenvoudig open plantsoen aan te leggen en te
onderhouden. Alsdan wordt tevens opgeheven
het bezwaar, dat het terrein thans wordt gebe
zigd voor opslagplaats van afbraak en afval,
waaromtrent door bewoners uit de omgeving
een adres werd gericht. In de kosten van ophoo
ging ven den grond en aanleg van het plant
soen 'o'. de gem-ent- een bijdrage verleenen ten
bedra- e ven de helft, doch tot een maximum
van 1'. 3.309.Volgens c'rze regeling zullen de
kosten voor de gemeente bedragen;
aankoop nl.rn. 2173 M2. grond f8.500.kos
ten trottoiraanleg en plantsoenafscheiding
fi.1.500.bijdrage in aanlegkosten plantsoen
DE LAATSTE SPREKER.
De heer TOBË verdedigt het met den heer
v. d Tas ingediende voorstel om voor den
middenstand goedkoopere electrische tarie
ven in te voeren. Niet voor den midden
stand als particulieren, doch voor hun be
drijven, dus hun winkels. Anders betaalt de
middenstander een dubbele indirecte belas
ting in den vorm van een bedrijfsbelasting,
die vrijwel niemand meer zal verdedigen.
Waarom zijn de etalages voor 8 u. slechts
gedeeltelijk, na 8 uur voor een groot deel
heelemaal niet verlicht? Omdat de kosten
te hoog zijn. Bij verlaging zal het gebruik
ongetwijfeld groeien. Hij vraagt praeadvies
over het voorstel EikerboutWürtz betref
fende het Ongevallen-fonds.
Spr. dringt aan op bezuiniging bij het
Slachthuis, waar de Inkomsten dalen ten
gevolge van minder debiet.
Dat hier het hart soms meer spreekt dan
het verstand, tracht spr. aan te toonen met
te wijzen op tal van kleine voorstellen, die
telkens worden aangenomen, terwijl vele
kleintjes toch een groote maken. Zelf heeft
spr. echter ook wel daaraan medegeholpen,
erkeut spr.
De gemeente moet zich wat intoomen
en zich niet met alles bemoeien, het
geen zoo al niet direct, toch indirect geld
kost, zie de ijsfabriek, de radio-distributie
(die nu nog iets oplevert doch spoedig uit
den tijd zal zijn), het gem. waschbureau. de
toonzaal, zuivering etc. Laat men deze din
gen van de hand doen.
ANTW OORD VAN B. EN W.
Wethouder Tepe.
Wethouder TEPE wijst op het groote ver
schil tusschen theorie en utopie, tusschen
theorie en praetijk inzake het vraagstuk
der medezeggenschap. Wat is er feitelijk na
jaren op dit terrein bereikt? Vrijwel niets,
behalve dan aan de voet. Wanneer nu voor
stellen van B. en W. worden gevraagd in
deze materie, ook voor den top. dan moet
toch eerst een vaste meening bestaan over
hetgeen wel en hetgeen niet mogelijk is.
Doch die vaste meening bestaat niet, Inte
gendeel. Spr. voelt zelf voor de Idee. maar
ziet nog geen kans op verwezenlijken. Om
dat spr. er voor voelt, heeft hij rapport van
de centrale gevraagd. Aanvankelijk was
het bestuur bereid de vraag in studie te
nemen, maar later werd een zoo afzijdige
houding aangenomen, dat spr. wel de
eenige voorstander leek. Daarbij waren 2
soc. wethouders van groote gemeenten, die
het vraagstuk zelfs voor studie niet rijp
oordeelden. Spr. betreurt dit. doch het be
wijst, hoe moeilijk de materie ls.
Zooals het voorstel v. Eek luidt ls het voor
de meerderheid van B. en W. niet te aan
vaarden doch hij vraagt den heer v. Eek
zelf eens te pogen zijn Idee ln een practlsch
voorstel om te zetten. Spr. ziet daartoe nog
geen kans.
Wat het voorstel Eikerbout Inzake de
wachtgelders betreft sluit spr zich aan bij
de bestrijders. Hij betwist den heer v.
Voort dat het wachtgeld van karakter ver
anderd zou zijn.
Het voorstel zou een voorsprong geven
aan hen, die reeds een voorsprong hebben.
Ook de minister staat op dit standpunt,
naar spr. nader uiteenzet en deze zou niet
accoord gaan.
Natuurlijk zal het college wachtgelders
weer aanstellen, als er plaats ls, voor hen
geschikt.
Den heer Schüller stelt spr. voor een
anderen gang van zaken: zich te wenden
tot den wethouder, had meer nut kunnen
afwerpen! met hem de kwestie van het
hoofd van de dienstcommissie te komen be
praten. dan gelooft hij wel, dat een oplos
sing zal worden gevonden.
De heer SCHÜLLER: dat ls geen ant
woord.
De WETHOUDER: dat is het wel. Komt u
nu de zaak eens uitleggen, want spr. heeft
den heer Schüller niet kunnen volgen. Hij
herinnert aan een verhaal over het bezoek
van Spartanen aan de Thebanen toen de
Spartanen bij het tweede deel van een be-
groetingnsrede het eerste deel al vergeten
waren door de lengte en daardoor het 2e
gedeelte niet meer konden volgen.
Inzake vroegere vaste aanstelling van
losse krachten wordt in het O. O. thans ge
sproken.
Dan het onderwijs Hoe staat men tegen
over de taak van het Oem.bestuur ten aan
zien van het openb. onderwijs? De heeren
v. d. Laan en Groeneveld meenen blijkbaar,
dat B. en W. daarvoor propaganda moeten
maken. De meerderheid van B. en W. ont
kent echter die taak, meent integendeel,
dat het Gem.bestuur neutraal moet zijn ln
deze materie. Het openb. en het bijz. onder
wijs diene gelijkelijk behartigd te worden,
waarbij de zorg voor goede scholen, leer
krachten enz. ligt bij het gem.bestuur, voor
het bijz. onderwijs bij de schoolbesturen.
Anders zou men komen tot het geval, dat
in een rechtsche gemeente B. en W. recla
me zouden moeten maken voor het openb.
onderwijs, hetgeen tot gewetensconflicten
zou voeren.
Te kust en te keur zijn er bovendien
middelen genoeg voor de voorstanders van
het openb. onderwijs reclame te maken voor
hun zaak, daarvoor ls een circulaire van B.
en W. niet noodig. De schoolbesturen zijn
geen openbaar lichaam en daarom is voor
hen het zenden van circulaires vrij, het
geen niet vrij is aan openb. lichamen.
Spr. komt dan op de beschuldiging, dat
B. en W. vijandig zouden staan tegenover
het bijz. onderwijs. Hij oordeelt deze van
emstigen aard, want was deze juist, dan
zou het college zich schuldig maken aan
plichtsverzuim. Een drietal gevallen wordt
voor deze beschuldiging aangevoerd door
den heer Goslinga.
f. 1.300.—, kosten op den aan- en verkoop val
lende f. 700.—. Totaal f. 12.000.—.
Vermits deze uitgaaf geschiedt ten behoeve
van z.g. ruimeren stadsaanleg, welke aan een
grooter gebied dan de omringende gronden ten
goede komt, kan zij worden gebracht ten laste
van het fonds, gevormd uit de algemeene 1)1! -
dragen Ingevolge de verordening op den aanleg
van straten en wegen-
Tijdens het wethouderschap van den heer
Goslinga is reeds een beroep gedaan op de
bijz. schoolbesturen van bewaarscholen niet
het volle pond te vragen met het oog op de
gemeentefinancien en eenparig ls daaraan
voldaan. De tijden noopten tot verdere be
zuinigingen en daarom is gezocht of op het
bewaarschool-onderwijs nog viel te beknib
belen, doch dit bleek onmogelijk. Ook onder
dit college is weer een beroep gedaan op
de bijz. schoolbesturen en opnieuw was
men bereid, doch er was verschil over de
wijze. Wel voelde men voor bezuiniging
doch mede op voorstel van de commissie
voor liet onderwijs is deze afgewezen, daar
er allerlei moeilijkheden van waren te vree
zen.
Wat betreft de vergoeding voor boven
tallige leerkrachten geeft spr. een uitvoerige
uiteenzetting van den gang van zaken, alle
schuld van het college van B. en W. afwij
zend. De schoolbesturen zijn in hooger be
roep gegaan en wonnen bij Ged. Staten. De
heer Goslinga was toen tegen beroep op de
Kroon. Als schoolbestuurder te begrijpen
(hoewel geen bewijs van sterk-staan!docii
niet voor een gemeenteraadslid dat prijs
moet stellen op een beslissing in hoogste
ressort. Hoe daaruit echter een vijandige
houding ls te distilleeren van B. en W. te
gen het bijz. onderwijs ontgaat spr. ten
eenenmale. Het college steunt slechts geheel
op de wet.
Tenslotte de afkoop-kwestie van school
gebouwen van het bijz onderwijs, waarbij
de heer Goslinga destijds felle crltiek op
B. en W. oefende. Het dilemma daarbij was:
of een JaarlIJksche billijke rente-vergoeding
of een billijke ultkeering ln eens ten afkoop.
Belde doen alle recht aan het bijz. onder
wijs wedervaren. Dat B. en W. meenden, dat
te veel risico's verbonden waren aan afkoop,
was toch met het oog op het gemeentebe
lang al zeer eenvoudig te verdedigen, doch
het college moest wijken voor nadere wets-
uitleggingen. Maar hoe het zij, zelfs de wei
gering van afkoop zou volkomen rechtvaar
dig zijn geweest en geeft niemand het recht
voor de geuite beschuldiging, laat staan
iemand, zoo goed Ingelicht als de heer
Goslinga.
Het constateeren, dat een gedeelte der
leerlingen van chr. scholen daar princi
pieel niet thuis hoort, is toch geen afbreuk
doen aan die school, daar de ouders im
mers alleen beslissen, waarheen zij hun
kinderen willen jaenden? Doch voor de ge
meente ligt in deze constateering een soort
risico en slechts daarop is gewezen. Ismen
het er niet mee eens, men bestrijde dan
deze opvatting doch beschuldigde het col
lege niet van vijandigheid tegen het bijz.
onderwijs.
Spr. citeert de rede van den heer Gos
linga van 17 Jan. en teekent bij verschil
lende punten daarin protest aan tegen
dergelijke uitingen. Geenszins oordeelt spr.
de schoolbesturen geen fatsoenlijke men-
schen, Integendeel, doch waarom dan die
Insinuatie aan B. en W.. die zich bij de
wet in goed gezelschap bevinden?
Tenslotte wijst spr. de beschuldiging als
grievend vooral voor een R.-K. wethouder
met een goed geweten af.
Uit daden en beleid moge het voorts
blijken. Dit voor spr. persoonlijk. Maar ook
het college, zelfs niet een minderheid, heeft
ooit getracht te tornen aan de gelijkstel
ling of aan billijke wenschen van het on
derwijs. Spr. troost zich er mede. dat het
beter is onrechtvaardig te worden beschul
digd, dan lichtvaardig te beschuldigen.
(Applaus). fni
Wethouder Verwey.
Wethouder VERWEY zal trachten in een
algemeen betoog te antwoorden op alle ge
maakte opmerkingen. Spr. dankt de raads
leden. die het college gelukwenschen met
een sluitende begrooting.
Wij zijn ln belangrijk opzicht voor nieu
we toestanden geplaatst daar na een tijd
van aanpassing de devaluatie volgde. De
uitwerking daarvan heeft men thans kun
nen vastleggen. Voor de financiën is vast
te stellen: le. dat de devaluatie een gun-
stigen invloed heeft gehad op de werk
loosheid ln het land; 2e. dat een langzame
prijsstijging is waar te nemen; 3e. dat er
een verruiming van de geldmarkt ls In
getreden met ais gevolg lagere rente.
Voor rijk en gemeente onderling zijn de
gevolgen niet gelijk. De eene gemeente is
gevoeliger voor conjunctuur-invloeden dan
de andere.
Het rijk heeft geprofiteerd, de gemeen
ten wachten nog en hopen weldra ook een
korreltje mee te pikken.
Voor Leiden kan men nog niet enthou
siast zijn, al bleef het aantal werkloozen
in 1937 beneden dat van 1936. Het steun
bedrag bleef zelfs gelijk en voor M. H. zijn
steeds grooter sommen noodig, die geheel
voor rekening der gemeente komen. Deze
begrooting draagt de gevolgen van deze
geringe daling der werkloosheid in zich.
Van sub 2 ondervindt de gemeente
slechts nadeelen.
Van sub 3 heeft de gemeente mede ge
profiteerd. In l'/i jaar ls f. 18'/i mlllloen
geoonverteerd, hetgeen rond 1 ton bespa
ring geeft. Alleen voordeel is het niet, denk
aan de belastingen enz.
Met die ton waren al de nadeelen niet
op te vangen en gemakkelijk is het het
college niet gevallen de eindjes aan elkaar
te knoopen. De uitlating dat het heel een
voudig was, gelet op de tariefsverhooging
der electriclteit en het teren uit de potjes,
is een miskenning van het werk, aan deze
begrooting verricht, f. 390.060 moest wor
den gevonden en dat gaat nu eenmaal niet
zoo vlug.
De begrooting sluit en houdt zoo goed
mogelijk rekening met de belangen der ge
meente. De sociale belangen zijn niet aan
getast en belasting verhooging is nog ver
meden.
Belastingverhooging zou spr. geenszins
willen uitsluiten, het kan op zeker moment
de ijzeren dwang zijn, doch dit brengt het
Ingrijpen van hooger hand naderbij. Al
leen rest feitelijk nog een verhooging der 1
opcenten op de personeele belasting tot
200 daar de andere mogelijkheden
zoo zwaar zouden drukken op de minst
draagkrachtigen, dat spr. daaraan niet zou
denken. De opbrengst zou op 2 ton zijn te
schatten, maximaal, doch het brengt ons
voor de deur van controle!
Nietszeggende brieven uit de
gevangenis te Coblenz.
(Van onzen specialen verslaggever).
Op 31 Januari j.l. vertrok de heer A. van
Alphen, een te Utrecht, In dc J S. Bach-
straat wonende, gepensionneerde marine
officier-vlieger, naar Dusseldorf om. naar
hij zijn vrouw vertelde, te probeeren ln
Duitschland werk te vinden. Zijn plan was
enkele dagen in Duitschland te blijven en
omstreeks 2 Februari weer naar huls terug
te keeren.
Mevr. van Alphen ontving op 1 Fe
bruari een briefkaart van haar man
uit Wuppertal, waarin hij zijn vreugde
over de geboorte van prinses Beatrix
uitsprak. Daarna hoorde zij niets meer
tot Woensdag 9 Februari, toen zij een
brief ontving uit Coblenz, waarin dc
heer Van Alphen zijn vrouw verzocht
het huis te ontruimen, den hond te ver
koopen en haar intrek bij haar familie
te nemen. Dit zonderlinge schrijven
verwekte groote ongerustheid ook al
omdat het papier, waarop de brief ge
schreven was, merkwaardig veel over
eenkomst vertoonde met het brief
papier, zooals het ln de Dultschc
gevangenissen verstrekt wordt. Boven
dien stond ais afzender een adres in
de Carmelietenstrasse te Coblenz
vermeld en in deze straat bevinden
zich twee gevangenissen.
De gedachte, dat de heer Van Alphen
gearresteerd was, bleek inderdaad juist
te zijn geweest. Gistermorgen ontving
mevr. Van Alphen van haar man een
tweeden brief uit Coblenz, met precies
hetzelfde adres en briefhoofd, waarin
deze mededeelde, in arrest genomen te
zijn. De reden?
Daarover stond ln dezen brief niets ver
meld. Het eenlg belangrijke was dat de
heer Van Alphen mededeelde, dat het on
derzoek. tegen hem aanhangig gemaakt
vermoedelijk drie weken zal duren. Maar
over de oorzaak van deze arrestatie zwijgt
de brief. De schrijver deelt wel mede, hoe
zijn dagindeeling is, deelt ook mede nog
geen brieven van zijn vrouw ontvangen te
hebben zij heeft er twee geschreven
en maakt er melding van, dat men hem
zijn pijp weer heeft teruggegeven.
Mevrouw Van Alphen. die thans bij haar
zwager inwoont, heeft, toen zij ongerust
begon te worden over het uitblijven van
haar man, rechtskundigen bijstand inge.
roepen van mej. C. Enthoven, advocate te
Utrecht, die thans deze zaak in handen
heeft genomen.
Voorts heeft mevrouw Van Alphen een
request gericht aan den minister van bui-
landsche zaken van ons land, waarin ver
zocht wordt na te gaan wat de reden is
van hert: onverwachte en, naar men aan
nemen moest, onvrijwillige oponthoud van
haar man. Ook aan den Nederlandschen
consul te Dusseldorf heeft zij een brief ge
schreven, waarin om inlichtingen gevraagd
is. Tot nu toe heeft men echter nog niets
vernomen.
Ondanks den tweeden brief van den ge-
arresteerde blijft deze zaak in een myste
rieus waas gehuld, omdat er nergens een
aanwijzing te vinden Is, waarom dete
arrestatie door de Duitsche autoriteiten
noodig geoordeeld werd.
Wel weet men, dat de heer Van Alphen
zloh op politiek terrein niet actief bewoog
Voorts mag men aannemen dat hij eerder
sympathie voor Duitschland koesterde dan
antipathie.
De heer Van Alphen, die in 1903 te
Utrecht geboren werd, kwam 28 November
1924 als buitengewoon adelborst bij de Ne-
derlandsche Marine. Een jaar later volgde
zijn, benoeming tot officier-waarnemer 3de
klasse, als hoedanig hij op 6 October 1925
eervol ontslagen werd met gelijktijdige be
noeming tot offlcler-vlleger 3de klasse. In
1927 vertrok hij als offlcler-vlleger 2de
klasse naar Indlë, teneinde het dienstver
band, dat 6 jaar duurt, te vervullen.
Op 1 Augustus 1930 werd hij, bij herkeu
ring, ongeschikt bevonden zoodat hij met
een, in verband met het gering aantal
dienstjaren, klein pensioen den dienst
verliet.
Met zijn vrouw keerde de heer Van Al
phen vervolgens naar Nederland terug. HIJ
vestigde zich te Eindhoven waar hij ah
tijdelijk ambtenaar bij een crisis-instelling
werkzaam was. Toen zijn werkzaamheden
aldaar beëindigd waren, vestigde hij zich
eerst in 's-Gravenhage om vervolger.) naar
Utrecht, waar zijn familie woonde, te ver
hulzen.
Gezien het zeer kleine pensioen keek de
heer Van Alphen naar een betrekking uit
HIJ hoopte deze thans in Duitschland te
vinden Het is niet zeker hoe hij op deze
gedachte ls gekomen. Ook zijn vrouw weet
alleen, dat hij vertrok om eens poolshoogte
te nemen. Bij een reisbureau ln Utrecht
heeft hij een reis in orde laten maken en
zooals dit bureau aan een Utreohtschen
inspecteur van politie verzekerde ook be
taald. Deze reis ging via de plaatsen Dus
seldorf, Wuppertal. Barmen, Keulen. Duren
Keulen, Lindz, Keulen, Barmen, Dussel
dorf en grens.
Tijdens deze reis nu is de heer Van Al
phen door de Duitschers gearresteerd.
(Nadruk verboden).
migraine, kiespijn, zenuwpijnen Een
„Mljnhardtje" helpt hierbij terstond. (Het
zijn hartvormige cachets) 12 stuks 50 ct.,
proef doosje 2 st. 10 ct. Bij Aipoth. en Drog.
8262 (Ingez. Med.)
Bovendien staat tegenover de prijsstij
ging geen of weinig loon-stijging, waar
door de koopkracht al reeds daalt. Als daar
nog belastingverhooging bijkwam
De electrlclteltstarieven-verhooging is ge
wettigd geweest. Sinds jaar en dag waren
de lichtfabrieken de kurk waarop de stad
dreef. Dit college mag men daarvoor toch
geen verwijt maken en te veranderen is
daaraan thans niets. Nu brokkelen van die
kurk stukken af door gebeurtenissen, bui
ten onze schuld, als zeer hooge kolenprij-
zen. Is het dan niet verstandig ln te grij
pen? Het peil der tarieven is van zoo'n
aard dat we blijven behooren tot de laagste
van het land. Daarom prefereerde spr. de
tariefsverhooging boven belastingverhoo
ging. Beide tegelijk zou een belemmering
zijn voor de werkelijke belangen der inge
zetenen.
8pr. wijst een klacht geen klaren wijn
te hebben geschonken inzake de reserve-
politiek der lichtfabrieken af. verwijzend
naar den geleidebrief.
Vraagstukken als te groote winsten,
draagkracht der bevolkingsgroepen etc. zijn
zaken van beteekenls, doch bij een begroo
ting als deze komt er een moment, dat
men deze alle afwijst, staande voor de har
de realiteit. Vandaar de rechtsgrond voor
de tariefsverhooging en bovendien is er
het belang der fabrieken die straks ver
sterking der reserve zullen vragen. Vandaar
kan hij niet medewerken aan aantasting
van deze winsten, hij is geen goochelaar.
Alle verbetering voor onderwijs, loon
schalen. ouden van dagen enz. zijn door de
regeering afgewezen. Denkt men nu ern
stig, dat de gemeente hier alleen de won
den kan heelen? Dat is ondoenlijk.
Wat betreft de verhouding tusschen rijk
en gemeente de Ver. van Nederi. Gemeen
ten heeft een enquête gehouden en de be
vindingen aan de regeering medegedeeld.
Dit nog voor bekend was de inmiddels ge
kozen verbetering van rijkswege. Een com
missie zal de kwestie nog nader bezien. Het
voorstel van Weizen is daarom geheel over
bodig de vereeniging is diligent.
Om zich rechtstreeks tot de regeering te
wenden, daartegen heeft spr. practische
bezwaren. Voor Leiden is daarvoor nog geen
reden, waar hier immers belastingverhoo
ging nog mogelijk is. Het voorstel van Wei
zen is onpractisch en ontactisch en daar
om vraagt hij intrekking, hoewel hij de be
doeling wel kan waardeeren. Het rijk zal
den gemeenten wel tegemoet moeten ko
men, gezien den nood van tientallen ge
meenten als gevolg van de permanente
werkloosheid. Thouwens, er zijn reeds aan
kondigingen in die richting gepubliceerd.
Hier onderbreekt spr. zijn betoog en
wordt de zitting geschorst tot heden
middag.
GEBOREN:
Clazina Maria Theresia, D. van Th. N. Kerk
vliet en J. M. Tuithof Jacobus Johannes. Z,
van J. J. Regeer en E. J. Schouten Willem
Frederlk, Z. van W. F. Arbouw en C. M. de
Water Aaltje, D. van A. v. d. Gugten en O
Rekers Johannes Fredericus, Z. van E. Beeloo
en C. Mullens Anna Petronella, D. van P
van Rootzelaar en A. v. Egmond Cornells
Gerardus, Z. van P. v, d. Kamp en R. J. Hart
man Henricus. Johannes, Z. van J. v. d. Zwet
en M. A. Kortekaas Johannes Gerardus. Z
van A. v. d. Voort en A. C. Hekker Johannes
Petrus, Z. van M. J. Lammers en M. A. v. d.
MeiJ Gerardus Jacob Nanning, Z. van G. v
d. Mark en C. J. Nanning Catharina Maria
Theresia, D. van P. J. G. Kasteelen en C
Verhoog Adrianus Gerardus Antonlus, Z. van
J. J. Staats en C. M. A. Kohlbeck.
ONDERTROUWD
^A^Bergman Jm. 27 J. en A. S. Burgerjon Jd>
GEHUWD:
C. B. van Ark Jm. en J. Mulder Jd. 0.
Blansjaar gesch. M. en C. M. v. Brakel jd.
I. de Bruyn Jm. en C. W. Colpa jd. P. W.
Doove jm. en M. F. v. d. Steen Jd. 'A. J. van
Exter Jm. en H. A. Natzijl Jd. M. J. Glesbert
jm. en M. C. Verstraaten jd. J. Seriier Jm. en
A. C. Leupe jd. D. J. Stol Jm. en W. v. <L
Waals jd. J. C. Stolwijk Jm. en M. G. v. d.
Poel Jd. C. G. Sandberg jm. en G. H. Duym
Jonged.
OVERLEDEN:
C. H. WagemansStafleu, Vr. 73 J.
J. A. te L. Uw vraag is onvolledig. In
dien ongehuwd en in gezinsverband samenwo
nende met andere belastingschuldigen, is in
beide gevallen Gemeentefondsbelasting ver
schuldigd. De belasting bedraagt resp. f. 1
en f7.20.
F. J. B. te L. Leiden, Utrecht, Wouden
berg, Scherpenzeel, Renswoude, Barneveld.
Kootwijkerbroek, Stroe, Milllgen. Hoogbuurlo,
Hoenderlo, Otterlo, Ede, Bennekom. Wagenln-
gen, Rhenen. Eist, Amerongen. Doorn. Drie
bergen. Zeist. De Bildt, Utrecht, Leiden. Totaal
239 K.M.
Kampeervergunnlngen moeten worden aange
vraagd ter secretarie van de gemeenten, waar
u denkt te overnachten. Inlichtingen over stan
daarduitrustingen kunt u het beste verkrijg60
in winkels voor kampeerbenoodlgdheden.
H. E. alhier. U wende zich hiertoe tot
den burgemeester van Voorschoten, den
M. F. Berkhout, die eere-voorzitter van P?
comité is of tot den organisator den heer Gu^
Weitzel, omroeper van de A.V.R.O. te Hilver
sum.
Uitgesproken:
Hendrik van der Woude, tuinder, Haane10'
mermeer, Spieringweg 319. R.-c.: mr. E.
Tóp; cur.: mr. M. A. van Eek. Haarlem.
2-3