Uit den Leidschen Raad Utrechtenaar in Duitschland gearresteerd LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Donderdag 17 Februari 1938 Zware hoofdpijn, GEMEENTEZAKEN B. en W. zijn aan het antwoord begonnen Hij vertrok op 31 Januari om werk te zoeken BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN VRAGENRUBRIEK FAILLISSEMENTEN HOUTLAAN EN ANN A-KLINIEK. Reeds geruimen tijd geleden vingen onder handelingen aan tusschen de N.V. Bouwmaat schappij ..Castor" en de N.V. Noordhollandsche Hypotheekbank eenerzljds en de gemeente an derzijds over een te sluiten transactie inzake de aan en nabij de Houtlaan gelegen gronden van beide partijen. De grenzen van deze terrei nen hebben een zeer onregelmatig beloop, waar door een behoorlijke, economiscne verkaveling niet mogelijk is. De eigenaren hebben derhalve wederzijds belang bij een zoodanige wijziging van de grenzen, aat een doelmatige indeeiing in bouwblokken is te maken. Zulks kan op ver schillende wijzen plaats hebben, t.w. door ruiling van strooken grond; door verkoop van grona door de gemeente of door verkoop aan de ge meente. Al deze mogelijkheden werden onder oogen gezien en over en weer in voorstellen be- licnaamd, totdat eindelijk, na langdurige be sprekingen, partyen zich vereenigden op een transactie in den laatstvermelden zin. De ge meente deed n.l. uiteindelijk een voorstel tot aankoop van perceelen grond van de maat schappij ..Castor" de Noordhollandsche Hypo theekbank is hierbij belanghebbende tegen een bepaalden prijs voor bouwrijpen grond op deze basis, dat de verkoopster voor haar reke ning zou nemen de kosten, die voor het bouw rijp maken ten laste van den eigenaar plegen te komen. Het voorstel beoogde het volgende: a. de gemeente koopt perceelen bouwgrond, groot 1800 M2„ tegen den prijs van 1.8.30 per M2., waardoor de gemeente aan de Houtlaan en aan de geprojecteerde zijstraat een bouwter rein verkrijgt, dat met den reeds aan de ge meente behoorenden grond een goed geheel vormt. b. de N.V. ..Castor" draagt den grond, groot pl.m. 80 M2.. die nabij den Rijnsburgerweg een versmalling van de Houtlaan veroorzaakt en welke grond derhalve voor straat is bestemd, kosteloos en vrij van alle lasten aan de ge meente in eigendom en onderhoud over; de Houtlaan zal dan ter plaatse op de vereischte breedte kunnen worden gebracht; c. genoemde vennootschap zal in de gemeente kas storten de volgende bedragen: lo. wegens kosten van straataanleg en daar mede verband houdende werken voor voltooiing van de Houtlaan. berekend over halve straat breedte. ter oppervlakte van 230 M2., een be drag van f. 1.450. 2o. wegens bijdrage in de kosten van reeds uilgevoerden straataanleg op de Houtlaan, be rekend over een oppervlakte van pl.m. 2125 M2. en naar een bedrag van f. 1.80 per M2. bouw rijpen grond (de kosten van den straataanleg voor het bouwrijp maken van de gronden tot een diepte van 37 M. kunnen worden gesteld op f. 1.80 per M2. bouwrijpen grond) een bedrag van f. 3.825 3o. wegens algemeene bijdrage ad f. 1.50 per M2. aan te koopen bouwrijpen grond (pl.m. 1800 M2.f. 2.700.—Samen f. 7.975.— met dien verstande, dat de sub lo. en 3o. ge noemde bedragen ter nadere verrekening worden gestort en dat het bedrag sub 2 een vaste som is. De N.V. ..Castor", alsook de Noordhollandsche Hypotheekbank, konden met dit voorstel accoord gaan. doch aan de aanvaarding daarvan wenschte laatstgenoemde nog een andere trans actie te verbinden en wel den verkoop aan de gemeente van perceelen grond, gelegen vóór de Anna-kliniek aan de Meezenstraat, groot 3500 M2.. toebehoorende aan de Hypotheekbank en een perceel, groot 846 M2., toebehoorende aan den heer C. J. A. Bredius te Aerdenhout. De tusschen de aangeboden terreinen en de Anna- kliniek gelegen grond is eigendom van de Ver- eeniging voor Misvormden. Blijkens het uitbrei dingsplan van de gemeente, zijn deze grond en het'te koop aangeboden voorterrein geheel be stemd voor straat en plantsoen. Het is uiteraard gewenscht, de bij het uitbrei dingsplan aangewezen bestemming zij het cok. zooals nader zal blijken, in eehigszins gewlj- zigden vorm te verwezenlijken, indien daartoe op aannemelijke wijze de gelegenheid bestaat. Het is echter ook in het bijzonder voor een in richting als de Anna-kliniek van groot belang, dat dit voorterrein definitief onbebouwd blijft, zoodat in de onderhandelingen, die thans weder moesten worden gevoerd, natuurlijk ook de Ver eeniging voor Misvormden werd betrokken. Ook overigens bestond daartoe aanleiding, omdat vóór de stichting van het bestaande gebouw der Anna-kliniek de vereeniging zich schriftelijk had verbonden. ..om zoodra de gemeente over gaat tot het aanleggen van het plein voor de kliniek der vereeniging aan de Lijsterstraat als bijdrage in de kosten van aanleg van genoemd plein in de gemeentekas te storten een bedrag, gelijk aan de aanlegkosten over een oppervlakte van 1250 M2. tot ten hoogste f. 9.000.—." Als waarborg ter nakoming van deze verplich ting deponeerde de vereeniging geldswaardige papleren bij de gemeente. De besprekingen met de Noordhollandsche Hypotheekbank hebben er ten slotte toe geleid, dat zij bereid is het terrein inbegrepen den grond van den heer Bredius te verkoopen voor den prijs van f. 17.500.in totaal, een prijs, die met het oog op de regeling, welke met de Vereeniging voor Misvormden kon worden getroffen, aannemelijk is te achten. Wat deze regeling aangaat, zij opgemerkt, dat uitvoering van het uitbreidingsplan, zooals dat nu luidt, zoowel voor de gemeente als voor de vereeniging te kostbaar en trouwens ook niet gewenscht zou zijn. Een bepaald nadeel voor de Anna- kliniek zou zijn de aanleg van de geprojec teerde straat vóór het gebouw, omdat de kliniek dan onmiddellijk aan de openbare straat kwam te liggen, hetgeen voor ziekeninrichting hoogst ongewenscht moet worden geacht. Met behoud van de gedachte van het uitbreidingsplan van plein en plantsoen vóór de kliniek, werd naar een oplossing gezocht, die uit technisch oog punt voldeed en tevens financieel niet te be zwarend voor partijen tfas. Deze oplossing mee- nen B. en W. te hebben gevonden en de ver eeniging gaat daarmede accoord door defini tief af te zien van het aanleggen van een open bare straat vóór de kliniek en door de vereeni ging de helft van den aangeboden grond. Voor dezen aankoop besteedt de vereeniging het vrij komende bedrag van f.9000.—. dat anders voor den straataanleg moest worden uitgegeven. Dit deel der gronden met den thans voor straat be stemden grond zal. volgens de gedachte wijziging van het uitbreidingsplan, den particulieren voortuin met opritten van de kliniek kunnen uitmaken «waartoe door haar t.z.t. alsdan de scheiaingssloot moet worden gedempt», terwijl de gemeente op den aan haar verblijvenden grond een tweetal openbare straatplantsoenen met eenigen straataanleg daaromheen dient aan te brengen. Tot een en ander behoeft evenwel vooralsnog niet te worden overgegaan. Voor- looplg kan worden volstaan met een eenvoudiger en goedkooper plan. Volgens dat plan zal het geheele aan te koopen terrein voorshands als open plantsoen worden aangelegd met heester-, beplanting, gepaard gaande met voltooiing van den trottoiraanleg langs de reeds aanwezige straten en het plaatsen van een eenvoudig plantsoenhek. Het door de gemeente aan te koo pen deel zal daartoe aan de vereeniging voor den tijd van 25 jaren tegen een geringe ver goeding in gebruik worden gegeven, onder de verplichting het geheele terrein, dus met inbe grip van het lngebruik gegeven gedeélte. als eenvoudig open plantsoen aan te leggen en te onderhouden. Alsdan wordt tevens opgeheven het bezwaar, dat het terrein thans wordt gebe zigd voor opslagplaats van afbraak en afval, waaromtrent door bewoners uit de omgeving een adres werd gericht. In de kosten van ophoo ging ven den grond en aanleg van het plant soen 'o'. de gem-ent- een bijdrage verleenen ten bedra- e ven de helft, doch tot een maximum van 1'. 3.309.Volgens c'rze regeling zullen de kosten voor de gemeente bedragen; aankoop nl.rn. 2173 M2. grond f8.500.kos ten trottoiraanleg en plantsoenafscheiding fi.1.500.bijdrage in aanlegkosten plantsoen DE LAATSTE SPREKER. De heer TOBË verdedigt het met den heer v. d Tas ingediende voorstel om voor den middenstand goedkoopere electrische tarie ven in te voeren. Niet voor den midden stand als particulieren, doch voor hun be drijven, dus hun winkels. Anders betaalt de middenstander een dubbele indirecte belas ting in den vorm van een bedrijfsbelasting, die vrijwel niemand meer zal verdedigen. Waarom zijn de etalages voor 8 u. slechts gedeeltelijk, na 8 uur voor een groot deel heelemaal niet verlicht? Omdat de kosten te hoog zijn. Bij verlaging zal het gebruik ongetwijfeld groeien. Hij vraagt praeadvies over het voorstel EikerboutWürtz betref fende het Ongevallen-fonds. Spr. dringt aan op bezuiniging bij het Slachthuis, waar de Inkomsten dalen ten gevolge van minder debiet. Dat hier het hart soms meer spreekt dan het verstand, tracht spr. aan te toonen met te wijzen op tal van kleine voorstellen, die telkens worden aangenomen, terwijl vele kleintjes toch een groote maken. Zelf heeft spr. echter ook wel daaraan medegeholpen, erkeut spr. De gemeente moet zich wat intoomen en zich niet met alles bemoeien, het geen zoo al niet direct, toch indirect geld kost, zie de ijsfabriek, de radio-distributie (die nu nog iets oplevert doch spoedig uit den tijd zal zijn), het gem. waschbureau. de toonzaal, zuivering etc. Laat men deze din gen van de hand doen. ANTW OORD VAN B. EN W. Wethouder Tepe. Wethouder TEPE wijst op het groote ver schil tusschen theorie en utopie, tusschen theorie en praetijk inzake het vraagstuk der medezeggenschap. Wat is er feitelijk na jaren op dit terrein bereikt? Vrijwel niets, behalve dan aan de voet. Wanneer nu voor stellen van B. en W. worden gevraagd in deze materie, ook voor den top. dan moet toch eerst een vaste meening bestaan over hetgeen wel en hetgeen niet mogelijk is. Doch die vaste meening bestaat niet, Inte gendeel. Spr. voelt zelf voor de Idee. maar ziet nog geen kans op verwezenlijken. Om dat spr. er voor voelt, heeft hij rapport van de centrale gevraagd. Aanvankelijk was het bestuur bereid de vraag in studie te nemen, maar later werd een zoo afzijdige houding aangenomen, dat spr. wel de eenige voorstander leek. Daarbij waren 2 soc. wethouders van groote gemeenten, die het vraagstuk zelfs voor studie niet rijp oordeelden. Spr. betreurt dit. doch het be wijst, hoe moeilijk de materie ls. Zooals het voorstel v. Eek luidt ls het voor de meerderheid van B. en W. niet te aan vaarden doch hij vraagt den heer v. Eek zelf eens te pogen zijn Idee ln een practlsch voorstel om te zetten. Spr. ziet daartoe nog geen kans. Wat het voorstel Eikerbout Inzake de wachtgelders betreft sluit spr zich aan bij de bestrijders. Hij betwist den heer v. Voort dat het wachtgeld van karakter ver anderd zou zijn. Het voorstel zou een voorsprong geven aan hen, die reeds een voorsprong hebben. Ook de minister staat op dit standpunt, naar spr. nader uiteenzet en deze zou niet accoord gaan. Natuurlijk zal het college wachtgelders weer aanstellen, als er plaats ls, voor hen geschikt. Den heer Schüller stelt spr. voor een anderen gang van zaken: zich te wenden tot den wethouder, had meer nut kunnen afwerpen! met hem de kwestie van het hoofd van de dienstcommissie te komen be praten. dan gelooft hij wel, dat een oplos sing zal worden gevonden. De heer SCHÜLLER: dat ls geen ant woord. De WETHOUDER: dat is het wel. Komt u nu de zaak eens uitleggen, want spr. heeft den heer Schüller niet kunnen volgen. Hij herinnert aan een verhaal over het bezoek van Spartanen aan de Thebanen toen de Spartanen bij het tweede deel van een be- groetingnsrede het eerste deel al vergeten waren door de lengte en daardoor het 2e gedeelte niet meer konden volgen. Inzake vroegere vaste aanstelling van losse krachten wordt in het O. O. thans ge sproken. Dan het onderwijs Hoe staat men tegen over de taak van het Oem.bestuur ten aan zien van het openb. onderwijs? De heeren v. d. Laan en Groeneveld meenen blijkbaar, dat B. en W. daarvoor propaganda moeten maken. De meerderheid van B. en W. ont kent echter die taak, meent integendeel, dat het Gem.bestuur neutraal moet zijn ln deze materie. Het openb. en het bijz. onder wijs diene gelijkelijk behartigd te worden, waarbij de zorg voor goede scholen, leer krachten enz. ligt bij het gem.bestuur, voor het bijz. onderwijs bij de schoolbesturen. Anders zou men komen tot het geval, dat in een rechtsche gemeente B. en W. recla me zouden moeten maken voor het openb. onderwijs, hetgeen tot gewetensconflicten zou voeren. Te kust en te keur zijn er bovendien middelen genoeg voor de voorstanders van het openb. onderwijs reclame te maken voor hun zaak, daarvoor ls een circulaire van B. en W. niet noodig. De schoolbesturen zijn geen openbaar lichaam en daarom is voor hen het zenden van circulaires vrij, het geen niet vrij is aan openb. lichamen. Spr. komt dan op de beschuldiging, dat B. en W. vijandig zouden staan tegenover het bijz. onderwijs. Hij oordeelt deze van emstigen aard, want was deze juist, dan zou het college zich schuldig maken aan plichtsverzuim. Een drietal gevallen wordt voor deze beschuldiging aangevoerd door den heer Goslinga. f. 1.300.—, kosten op den aan- en verkoop val lende f. 700.—. Totaal f. 12.000.—. Vermits deze uitgaaf geschiedt ten behoeve van z.g. ruimeren stadsaanleg, welke aan een grooter gebied dan de omringende gronden ten goede komt, kan zij worden gebracht ten laste van het fonds, gevormd uit de algemeene 1)1! - dragen Ingevolge de verordening op den aanleg van straten en wegen- Tijdens het wethouderschap van den heer Goslinga is reeds een beroep gedaan op de bijz. schoolbesturen van bewaarscholen niet het volle pond te vragen met het oog op de gemeentefinancien en eenparig ls daaraan voldaan. De tijden noopten tot verdere be zuinigingen en daarom is gezocht of op het bewaarschool-onderwijs nog viel te beknib belen, doch dit bleek onmogelijk. Ook onder dit college is weer een beroep gedaan op de bijz. schoolbesturen en opnieuw was men bereid, doch er was verschil over de wijze. Wel voelde men voor bezuiniging doch mede op voorstel van de commissie voor liet onderwijs is deze afgewezen, daar er allerlei moeilijkheden van waren te vree zen. Wat betreft de vergoeding voor boven tallige leerkrachten geeft spr. een uitvoerige uiteenzetting van den gang van zaken, alle schuld van het college van B. en W. afwij zend. De schoolbesturen zijn in hooger be roep gegaan en wonnen bij Ged. Staten. De heer Goslinga was toen tegen beroep op de Kroon. Als schoolbestuurder te begrijpen (hoewel geen bewijs van sterk-staan!docii niet voor een gemeenteraadslid dat prijs moet stellen op een beslissing in hoogste ressort. Hoe daaruit echter een vijandige houding ls te distilleeren van B. en W. te gen het bijz. onderwijs ontgaat spr. ten eenenmale. Het college steunt slechts geheel op de wet. Tenslotte de afkoop-kwestie van school gebouwen van het bijz onderwijs, waarbij de heer Goslinga destijds felle crltiek op B. en W. oefende. Het dilemma daarbij was: of een JaarlIJksche billijke rente-vergoeding of een billijke ultkeering ln eens ten afkoop. Belde doen alle recht aan het bijz. onder wijs wedervaren. Dat B. en W. meenden, dat te veel risico's verbonden waren aan afkoop, was toch met het oog op het gemeentebe lang al zeer eenvoudig te verdedigen, doch het college moest wijken voor nadere wets- uitleggingen. Maar hoe het zij, zelfs de wei gering van afkoop zou volkomen rechtvaar dig zijn geweest en geeft niemand het recht voor de geuite beschuldiging, laat staan iemand, zoo goed Ingelicht als de heer Goslinga. Het constateeren, dat een gedeelte der leerlingen van chr. scholen daar princi pieel niet thuis hoort, is toch geen afbreuk doen aan die school, daar de ouders im mers alleen beslissen, waarheen zij hun kinderen willen jaenden? Doch voor de ge meente ligt in deze constateering een soort risico en slechts daarop is gewezen. Ismen het er niet mee eens, men bestrijde dan deze opvatting doch beschuldigde het col lege niet van vijandigheid tegen het bijz. onderwijs. Spr. citeert de rede van den heer Gos linga van 17 Jan. en teekent bij verschil lende punten daarin protest aan tegen dergelijke uitingen. Geenszins oordeelt spr. de schoolbesturen geen fatsoenlijke men- schen, Integendeel, doch waarom dan die Insinuatie aan B. en W.. die zich bij de wet in goed gezelschap bevinden? Tenslotte wijst spr. de beschuldiging als grievend vooral voor een R.-K. wethouder met een goed geweten af. Uit daden en beleid moge het voorts blijken. Dit voor spr. persoonlijk. Maar ook het college, zelfs niet een minderheid, heeft ooit getracht te tornen aan de gelijkstel ling of aan billijke wenschen van het on derwijs. Spr. troost zich er mede. dat het beter is onrechtvaardig te worden beschul digd, dan lichtvaardig te beschuldigen. (Applaus). fni Wethouder Verwey. Wethouder VERWEY zal trachten in een algemeen betoog te antwoorden op alle ge maakte opmerkingen. Spr. dankt de raads leden. die het college gelukwenschen met een sluitende begrooting. Wij zijn ln belangrijk opzicht voor nieu we toestanden geplaatst daar na een tijd van aanpassing de devaluatie volgde. De uitwerking daarvan heeft men thans kun nen vastleggen. Voor de financiën is vast te stellen: le. dat de devaluatie een gun- stigen invloed heeft gehad op de werk loosheid ln het land; 2e. dat een langzame prijsstijging is waar te nemen; 3e. dat er een verruiming van de geldmarkt ls In getreden met ais gevolg lagere rente. Voor rijk en gemeente onderling zijn de gevolgen niet gelijk. De eene gemeente is gevoeliger voor conjunctuur-invloeden dan de andere. Het rijk heeft geprofiteerd, de gemeen ten wachten nog en hopen weldra ook een korreltje mee te pikken. Voor Leiden kan men nog niet enthou siast zijn, al bleef het aantal werkloozen in 1937 beneden dat van 1936. Het steun bedrag bleef zelfs gelijk en voor M. H. zijn steeds grooter sommen noodig, die geheel voor rekening der gemeente komen. Deze begrooting draagt de gevolgen van deze geringe daling der werkloosheid in zich. Van sub 2 ondervindt de gemeente slechts nadeelen. Van sub 3 heeft de gemeente mede ge profiteerd. In l'/i jaar ls f. 18'/i mlllloen geoonverteerd, hetgeen rond 1 ton bespa ring geeft. Alleen voordeel is het niet, denk aan de belastingen enz. Met die ton waren al de nadeelen niet op te vangen en gemakkelijk is het het college niet gevallen de eindjes aan elkaar te knoopen. De uitlating dat het heel een voudig was, gelet op de tariefsverhooging der electriclteit en het teren uit de potjes, is een miskenning van het werk, aan deze begrooting verricht, f. 390.060 moest wor den gevonden en dat gaat nu eenmaal niet zoo vlug. De begrooting sluit en houdt zoo goed mogelijk rekening met de belangen der ge meente. De sociale belangen zijn niet aan getast en belasting verhooging is nog ver meden. Belastingverhooging zou spr. geenszins willen uitsluiten, het kan op zeker moment de ijzeren dwang zijn, doch dit brengt het Ingrijpen van hooger hand naderbij. Al leen rest feitelijk nog een verhooging der 1 opcenten op de personeele belasting tot 200 daar de andere mogelijkheden zoo zwaar zouden drukken op de minst draagkrachtigen, dat spr. daaraan niet zou denken. De opbrengst zou op 2 ton zijn te schatten, maximaal, doch het brengt ons voor de deur van controle! Nietszeggende brieven uit de gevangenis te Coblenz. (Van onzen specialen verslaggever). Op 31 Januari j.l. vertrok de heer A. van Alphen, een te Utrecht, In dc J S. Bach- straat wonende, gepensionneerde marine officier-vlieger, naar Dusseldorf om. naar hij zijn vrouw vertelde, te probeeren ln Duitschland werk te vinden. Zijn plan was enkele dagen in Duitschland te blijven en omstreeks 2 Februari weer naar huls terug te keeren. Mevr. van Alphen ontving op 1 Fe bruari een briefkaart van haar man uit Wuppertal, waarin hij zijn vreugde over de geboorte van prinses Beatrix uitsprak. Daarna hoorde zij niets meer tot Woensdag 9 Februari, toen zij een brief ontving uit Coblenz, waarin dc heer Van Alphen zijn vrouw verzocht het huis te ontruimen, den hond te ver koopen en haar intrek bij haar familie te nemen. Dit zonderlinge schrijven verwekte groote ongerustheid ook al omdat het papier, waarop de brief ge schreven was, merkwaardig veel over eenkomst vertoonde met het brief papier, zooals het ln de Dultschc gevangenissen verstrekt wordt. Boven dien stond ais afzender een adres in de Carmelietenstrasse te Coblenz vermeld en in deze straat bevinden zich twee gevangenissen. De gedachte, dat de heer Van Alphen gearresteerd was, bleek inderdaad juist te zijn geweest. Gistermorgen ontving mevr. Van Alphen van haar man een tweeden brief uit Coblenz, met precies hetzelfde adres en briefhoofd, waarin deze mededeelde, in arrest genomen te zijn. De reden? Daarover stond ln dezen brief niets ver meld. Het eenlg belangrijke was dat de heer Van Alphen mededeelde, dat het on derzoek. tegen hem aanhangig gemaakt vermoedelijk drie weken zal duren. Maar over de oorzaak van deze arrestatie zwijgt de brief. De schrijver deelt wel mede, hoe zijn dagindeeling is, deelt ook mede nog geen brieven van zijn vrouw ontvangen te hebben zij heeft er twee geschreven en maakt er melding van, dat men hem zijn pijp weer heeft teruggegeven. Mevrouw Van Alphen. die thans bij haar zwager inwoont, heeft, toen zij ongerust begon te worden over het uitblijven van haar man, rechtskundigen bijstand inge. roepen van mej. C. Enthoven, advocate te Utrecht, die thans deze zaak in handen heeft genomen. Voorts heeft mevrouw Van Alphen een request gericht aan den minister van bui- landsche zaken van ons land, waarin ver zocht wordt na te gaan wat de reden is van hert: onverwachte en, naar men aan nemen moest, onvrijwillige oponthoud van haar man. Ook aan den Nederlandschen consul te Dusseldorf heeft zij een brief ge schreven, waarin om inlichtingen gevraagd is. Tot nu toe heeft men echter nog niets vernomen. Ondanks den tweeden brief van den ge- arresteerde blijft deze zaak in een myste rieus waas gehuld, omdat er nergens een aanwijzing te vinden Is, waarom dete arrestatie door de Duitsche autoriteiten noodig geoordeeld werd. Wel weet men, dat de heer Van Alphen zloh op politiek terrein niet actief bewoog Voorts mag men aannemen dat hij eerder sympathie voor Duitschland koesterde dan antipathie. De heer Van Alphen, die in 1903 te Utrecht geboren werd, kwam 28 November 1924 als buitengewoon adelborst bij de Ne- derlandsche Marine. Een jaar later volgde zijn, benoeming tot officier-waarnemer 3de klasse, als hoedanig hij op 6 October 1925 eervol ontslagen werd met gelijktijdige be noeming tot offlcler-vlleger 3de klasse. In 1927 vertrok hij als offlcler-vlleger 2de klasse naar Indlë, teneinde het dienstver band, dat 6 jaar duurt, te vervullen. Op 1 Augustus 1930 werd hij, bij herkeu ring, ongeschikt bevonden zoodat hij met een, in verband met het gering aantal dienstjaren, klein pensioen den dienst verliet. Met zijn vrouw keerde de heer Van Al phen vervolgens naar Nederland terug. HIJ vestigde zich te Eindhoven waar hij ah tijdelijk ambtenaar bij een crisis-instelling werkzaam was. Toen zijn werkzaamheden aldaar beëindigd waren, vestigde hij zich eerst in 's-Gravenhage om vervolger.) naar Utrecht, waar zijn familie woonde, te ver hulzen. Gezien het zeer kleine pensioen keek de heer Van Alphen naar een betrekking uit HIJ hoopte deze thans in Duitschland te vinden Het is niet zeker hoe hij op deze gedachte ls gekomen. Ook zijn vrouw weet alleen, dat hij vertrok om eens poolshoogte te nemen. Bij een reisbureau ln Utrecht heeft hij een reis in orde laten maken en zooals dit bureau aan een Utreohtschen inspecteur van politie verzekerde ook be taald. Deze reis ging via de plaatsen Dus seldorf, Wuppertal. Barmen, Keulen. Duren Keulen, Lindz, Keulen, Barmen, Dussel dorf en grens. Tijdens deze reis nu is de heer Van Al phen door de Duitschers gearresteerd. (Nadruk verboden). migraine, kiespijn, zenuwpijnen Een „Mljnhardtje" helpt hierbij terstond. (Het zijn hartvormige cachets) 12 stuks 50 ct., proef doosje 2 st. 10 ct. Bij Aipoth. en Drog. 8262 (Ingez. Med.) Bovendien staat tegenover de prijsstij ging geen of weinig loon-stijging, waar door de koopkracht al reeds daalt. Als daar nog belastingverhooging bijkwam De electrlclteltstarieven-verhooging is ge wettigd geweest. Sinds jaar en dag waren de lichtfabrieken de kurk waarop de stad dreef. Dit college mag men daarvoor toch geen verwijt maken en te veranderen is daaraan thans niets. Nu brokkelen van die kurk stukken af door gebeurtenissen, bui ten onze schuld, als zeer hooge kolenprij- zen. Is het dan niet verstandig ln te grij pen? Het peil der tarieven is van zoo'n aard dat we blijven behooren tot de laagste van het land. Daarom prefereerde spr. de tariefsverhooging boven belastingverhoo ging. Beide tegelijk zou een belemmering zijn voor de werkelijke belangen der inge zetenen. 8pr. wijst een klacht geen klaren wijn te hebben geschonken inzake de reserve- politiek der lichtfabrieken af. verwijzend naar den geleidebrief. Vraagstukken als te groote winsten, draagkracht der bevolkingsgroepen etc. zijn zaken van beteekenls, doch bij een begroo ting als deze komt er een moment, dat men deze alle afwijst, staande voor de har de realiteit. Vandaar de rechtsgrond voor de tariefsverhooging en bovendien is er het belang der fabrieken die straks ver sterking der reserve zullen vragen. Vandaar kan hij niet medewerken aan aantasting van deze winsten, hij is geen goochelaar. Alle verbetering voor onderwijs, loon schalen. ouden van dagen enz. zijn door de regeering afgewezen. Denkt men nu ern stig, dat de gemeente hier alleen de won den kan heelen? Dat is ondoenlijk. Wat betreft de verhouding tusschen rijk en gemeente de Ver. van Nederi. Gemeen ten heeft een enquête gehouden en de be vindingen aan de regeering medegedeeld. Dit nog voor bekend was de inmiddels ge kozen verbetering van rijkswege. Een com missie zal de kwestie nog nader bezien. Het voorstel van Weizen is daarom geheel over bodig de vereeniging is diligent. Om zich rechtstreeks tot de regeering te wenden, daartegen heeft spr. practische bezwaren. Voor Leiden is daarvoor nog geen reden, waar hier immers belastingverhoo ging nog mogelijk is. Het voorstel van Wei zen is onpractisch en ontactisch en daar om vraagt hij intrekking, hoewel hij de be doeling wel kan waardeeren. Het rijk zal den gemeenten wel tegemoet moeten ko men, gezien den nood van tientallen ge meenten als gevolg van de permanente werkloosheid. Thouwens, er zijn reeds aan kondigingen in die richting gepubliceerd. Hier onderbreekt spr. zijn betoog en wordt de zitting geschorst tot heden middag. GEBOREN: Clazina Maria Theresia, D. van Th. N. Kerk vliet en J. M. Tuithof Jacobus Johannes. Z, van J. J. Regeer en E. J. Schouten Willem Frederlk, Z. van W. F. Arbouw en C. M. de Water Aaltje, D. van A. v. d. Gugten en O Rekers Johannes Fredericus, Z. van E. Beeloo en C. Mullens Anna Petronella, D. van P van Rootzelaar en A. v. Egmond Cornells Gerardus, Z. van P. v, d. Kamp en R. J. Hart man Henricus. Johannes, Z. van J. v. d. Zwet en M. A. Kortekaas Johannes Gerardus. Z van A. v. d. Voort en A. C. Hekker Johannes Petrus, Z. van M. J. Lammers en M. A. v. d. MeiJ Gerardus Jacob Nanning, Z. van G. v d. Mark en C. J. Nanning Catharina Maria Theresia, D. van P. J. G. Kasteelen en C Verhoog Adrianus Gerardus Antonlus, Z. van J. J. Staats en C. M. A. Kohlbeck. ONDERTROUWD ^A^Bergman Jm. 27 J. en A. S. Burgerjon Jd> GEHUWD: C. B. van Ark Jm. en J. Mulder Jd. 0. Blansjaar gesch. M. en C. M. v. Brakel jd. I. de Bruyn Jm. en C. W. Colpa jd. P. W. Doove jm. en M. F. v. d. Steen Jd. 'A. J. van Exter Jm. en H. A. Natzijl Jd. M. J. Glesbert jm. en M. C. Verstraaten jd. J. Seriier Jm. en A. C. Leupe jd. D. J. Stol Jm. en W. v. <L Waals jd. J. C. Stolwijk Jm. en M. G. v. d. Poel Jd. C. G. Sandberg jm. en G. H. Duym Jonged. OVERLEDEN: C. H. WagemansStafleu, Vr. 73 J. J. A. te L. Uw vraag is onvolledig. In dien ongehuwd en in gezinsverband samenwo nende met andere belastingschuldigen, is in beide gevallen Gemeentefondsbelasting ver schuldigd. De belasting bedraagt resp. f. 1 en f7.20. F. J. B. te L. Leiden, Utrecht, Wouden berg, Scherpenzeel, Renswoude, Barneveld. Kootwijkerbroek, Stroe, Milllgen. Hoogbuurlo, Hoenderlo, Otterlo, Ede, Bennekom. Wagenln- gen, Rhenen. Eist, Amerongen. Doorn. Drie bergen. Zeist. De Bildt, Utrecht, Leiden. Totaal 239 K.M. Kampeervergunnlngen moeten worden aange vraagd ter secretarie van de gemeenten, waar u denkt te overnachten. Inlichtingen over stan daarduitrustingen kunt u het beste verkrijg60 in winkels voor kampeerbenoodlgdheden. H. E. alhier. U wende zich hiertoe tot den burgemeester van Voorschoten, den M. F. Berkhout, die eere-voorzitter van P? comité is of tot den organisator den heer Gu^ Weitzel, omroeper van de A.V.R.O. te Hilver sum. Uitgesproken: Hendrik van der Woude, tuinder, Haane10' mermeer, Spieringweg 319. R.-c.: mr. E. Tóp; cur.: mr. M. A. van Eek. Haarlem. 2-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 10