Uit den Leidschen Raad [EID5CH DAGBLAD - Derde Blad Dinsdag 15 Februari 1938 De algemeene beschouwingen begonnen der begrooting Nadat de benoemingen normaal waren afgedaan werden de punten 4 t/m 11 be houdens enkele kleine opmerkingen z. h. st. aangenomen. BEPLANTING L. D. M. 12o. Voorstel tot het bij wijze van werk- ïerschafllng doen uitvoeren van de beplan ting langs het nieuw gegraven kanaal der NV. Leidsche Duinwater Maatschappij onder Wassenaar en tot het vaststellen van den desbetreffenden begrootingsstaat. 28 Hierbij is het voorstel SNEL om zich te richten tot de regeering met het verzoek het uurloon voor de beplanting van de frond-depots van het gegraven kanaal te Wassenaar, vast te stellen op f. 0.40 in- plaats van f. 0.38. Spr. betreurt dat dit werk weer in werk- Terschaffing plaats vindt voor een lichaam, dat nog tonnen winst maakt en best het werk zou kunnen doen uitvoeren als nor maal werk. Spr. somt diverse nadeelen van werkverschaffing voor de arbeiders op. Wat men aan de eene zijde bespaart moet aan de andere zijde weer worden uit gegeven, daar deze werkdagen niet mee tellen voor werkloozen kassen etc. Hoewel de uitvoering in werkverschaf fing betreurend, wil hij zich daarbij neer leggen. doch hij wil de vroegere 40 cent terug in plaats van 38 ct„ waarvoor toch alle reden is gezien de prijsstijgingen. Sinds de devaluatie ls niet zoo'n verzoek aan de regeering gedaan en bovendien is er een nieuwe minister. Daarom dringt hij san alsnog pogingen in het werk te stellen. D? heer BEEKENKAMP betreurt, dat de partij van den heer Snel nog steeds tegen werkverschaffing blijft en tracht aan te toonen, dat er omstandigheden zijn die het bon niet zoo slecht maken als de heer Snel het voorstelt. Z. 1. valt er niet ln het minst te rekenen op eenlg gevolg van aandrang op de re- ceering, en er zou maar ijdele hoop wor den gewekt. De heer WILMER gelooft niet, dat een adres van Leiden de landspolitlek zal ver anderen en ontraadt daarom dit voorstel. Spr. wil niet meehelpen aan het lekker- raken met een doode musch. De neer v. WELZEN steunt het voorstel Snel. Z.i. mag geen middel onbeproefd «orden gelaten om verbetering te verkrij- gen en daaronder rekent hij ook dit worstel. Wethouder v. STRALEN, erkennend, dat tr nadeelen zijn bij werkverschaffing stent toch, dat er ook voordeelen zijn als It. een loon dat vrijwel zeker hooger ls un de steunultkeering. Dit voorstel is een cderdeel van het groote voorstel het gra- •n van het kanaal, dat toch in werkver- naffing is besloten uit te voeren. Maar fee vraag zal spr. verder laten rusten. Namens de meerderheid van B. en W.. makt spr. bezwaar tegen het ingediende worstel Snel, van oordeel, dat de aandrang S»n resultaat zou opleveren en bovendien leent de meerderheid dat het loon van !8 ct. nog niet zoo slecht Ls in verhoudlhg tot het loon van ongeschoolden. De minderheid van B. en W. meent ech ter. dat een poging bij den minister moet «orden gedaan, ook gelet op den korten duur van werken in werkverschaffing. De minderheid verwacht echter ook zelve geen resultaat, maar er dient h. i. gedaan wat tan om volledig verantwoord te zijn en de verantwoordelijkheid aan den minister te hten. Wethouder WILBRINK verdedigt nader het standpunt der meerderheid van B. en W. In werkverschaffing zal alles bijeen meer worden verdiend, dan ongeschoolden In het vrije bedrijf. Dat alleen heeft de meerderheid bezien, niet de vraag of 38 ct. voldoende is. Daarom Ls van den minister ook niets te verwachten, meent de mee- derheid. De heer SNEL oordeelt het loon der on geschoolden liggend beneden het bestaans minimum en daaronder gaat nog het loon der werkverschaffing! Dat zegt al genoeg voor zijn voorstel. Het voorstel-Snel wordt verworpen met 18—14 stemmen. Voor de S.D.A.P. en de heer van Weizen. Het voorstel van B. en W. wordt z. h. st. ingenomen. HAMERPUNTEN. ,13o. Voorstel inzake het overnemen ln eigendom bij de gemeente van den paar denstal ln het woonwagenkamp aan den Lagen Morschweg en tot het beschikbaar stellen van gelden ten behoeve van het trelfen van eenlge voorzieningen aan dien stal en ln dat kamp. (291 Conform besloten. 14o. Voorstel inzake het aan een drietal «oningbouwvereenigingen en aan de Ge meentelijke Woning-Stichting beschikbaar stellen van gelden ten behoeve van het verlagen van de huurprijzen van woningen dier vereenigingen en dier stichting. (30) Conform besloten. a. Voorstel tot het aankoopen van de perceelen Weverstraat Nis 21 en 23, kadas traal bekend gemeente Lelden, Sectie C ii 774 en 1773 en tot het vaststellen DE BEGROOTING. 15o. Begrooting van de Inkomsten en uit gaven der gemeente voor het Jaar 1938. (189 van 1937) Hierbij ook de punten b. Praeadvies op de motie van den heer van Weizen Inzake het voor de gas- en electrlciteitstarieven ontwerpen van een regeling, waarbij de minimum Inkomens van f.1200 'sjaars van elke verhoogin worden vrijgesteld. (34) c. Praeadvies op het adres van de afdee- ling Leiden van den Nederlandschen R.K. Bond voor Groote Gezinnen inzake het verleenen van een korting op de gas- en electriclteitsprijzen ten behoeve van kin derrijke gezinnen. (35) De heer BERGERS vraagt uitstel van deze twee laatste voorstellen daar de raad voldoende tijd vond om zich in te werken. De heer v. WELZEN steunt het voorstel Bergers. B. en W. nemen het over, zoodat tot uit stel is besloten. Met opzet heeft hij zijn voorstel alge meen gehouden om de voorzichtigheid te betrachten. Vorig jaar sprak spr. zich uit, betere verhoudingen te verwachten. Daar in is hij teleurgesteld Er is onzekerheid, zelfs kans op een wereldoorlog, maar daar om dienen liefde en rechtvaardigheid en naastenliefde meer dan ooit te worden toe gepast. Spr. betreurt, dat van Chr. zijde zoo weinig wordt gedaan daaraan, zie deze regeering. Spr. hoopt in de toekomst op verbeterend inzicht in die kringen, zoodat de S. D. A. P. met hen zal kunnen samen werken. DE LEIDER DER R.K. FRACTIE. DE ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. De heer van Eek weer dc eerste. Ni tan den desbetreffenden begrootingsstaat. (33) Conform besloten. <L Voorstel tot het vaststellen van een verordening, regelende de heffing en de "'ordering van rechten voor diensten door Nen Gemeentelijken Reinigtngs- en Ont- amettingsdienst bewezen. (36' Conform vastgesteld. foorstel tot het beecbikbaarstellen van p'den ten behoeve van de vernieuwing van ïce verwarmingsketels in de Stadsge hoorzaal met bijkomende werkzaamheden (38) heer HESSING vraagt of bij de ketel- "Fi'oeving niets van gebreken Ls gebleken? wethouder WILBRINK, neen, daarvan ls "ets gebleken. De ketels zijn heel vlug '-'en tengevolge van onvoorziene om- Migheden. Bij de nieuwe zullen voor- "pmaatregelen worden getroffen. "e heer HESSING spreekt zijn leedwezen 'dat deze niet verder zijn genomen, "e WETHOUDER oordeelt dit in dit ge- rÜH1 moselijk. n'°rm wordt dan besloten. De heer VAN ECK meent, dat in de om standigheden, waaronder wij thans leven het geweld heerscht! en wordt gepropa geerd het zaak is voor personen en lichamen zich zoo krachtig mogelijk daar tegen te verzetten. Overal. Plaatselijk is de toestand bijzonder som ber. Een werkloosheid, die zelfs grooter was dan vorig jaar en dus: blijvende ellende voor velen. Zij veroorzaakt een ver mindering van inkomsten voor gruote groepen vooral voor den middenstand. Al gemeen is het verlangen naar méér werk, grooter koopkracht en vermindering van lasten. Helaas, kan de gemeente daaraan niet voldoen, moet zij zelfs bij stijgende kosten en dalende inkomsten de begrootlng sluitend houden! Dat doet vragen: heeft het wel zin begrootingsvergaderingen te houden? Kan een ambtenaar deze begroo ting niet eenvoudig vastleggen? Dat zou z.i. afbreuk doen aan de politieke zaak. De waarde van een vergadering ligt niet alleen in de getroffen besluiten. Spr. staat er vierkant tegenover dat het praten vermor sen ls van den nationalen tijd. In vergade ren zit ook opvoedend werk. er kunnen toch gedachten worden geuit, die later tot iets goeds kunnen leiden. Wij bevruchten toch ook hier de algemeene meening en al zal waarschijnlijk deze begrooting niet worden gewijzigd, de behandeling kan toch van belang zijn, opdat men wete, hoe in de toekomst een beteren toestand te schep pen. De taak van een publiek lichaam is het publiek op te voeden op ieder gebied en spr. zet uiteen hoe de S.D.A.P. dat ziet. Arbeid en kapitaal moeten samen zoo nat tig mogelijk worden aangewend. Spr. be pleit hiermede dus de ordening en hij be treurt dat de regeering des lands zoo nega tief werkt in deze. Geestelijk dient de mensch weerbaar te worden gemaakt en vandaar de eisch van kosteloos onderwijs. Spr. betreurt de groote klassen, die de ontwikkeling zoozeer schaden Het is niet te verantwoorden dat er zoo- velen niets hebben tegen anderen alles en vandaar het verzet tegen hoogere salaris sen, al ontbreekt de waardeering niet. Spr. behandelt daarop principieel de vraag, waarom de SDAP. is tegen werken ln werkverschaffing op economische, sociale en moreele gronden. Hoe sterk staat daar tegenover de werkverruiming, met zijn groote opvoedende kracht. Spr verwijst in dit opzicht naar Zweden. Wij zijn niet ontevreden op het ge meentebestuur, wel op de regeering met haar theorie van aanpassen en bezuinigen, waardoor zij alles remt. Men moet zien naar hetgeen de groote inkomsten nog overhouden, niet wat zij betalen. Anders doet men ook aan klasse-politiek, die der rijken. Spr. dringt echter op voortvarendheid aan bij het gemeentebestuur in het uit voeren van werken. Moge dat ook zijn bij den Stadhuisbouw en het overwegvraag- stuk! Spr. verdedigt vervolgens de aparte hulde aan de wethouders van financiën en soci ale zaken, gelet op de huidige tljdsomstan dlgheden, nu de gemeente bovendien zoo weinig armslag is gelaten van hoogerhand Wij zijn in een dwangpositie. De huidige politiek van opmaken van reserves is op den duur niet vol te houden, doch het te doen zoolang het kan. is z.i. volkomen ge rechtvaardigd. Srp. komt dan tot de kwestie van con tactcommissies. Spr. lijkt het voorbeeld van Nijmegen beter dan het afwachten op medewerking der betrokkenen hier. Zeker, de laatsten hebben belangen doch tevens det gemeenschap in haar geheel, die goed inzicht van deskundigen noodig heeft, mede ter oriëntatie der politiek en haar organen. Waarom niet de kwestie Ln raam gereed te maken zooals in Nijmegen door een be roep te doen op medewerking, gelet hoe loom de menschen thans zijn in doorsnee. Met het oog op rechtsgelijkheid en ver draagzaamheid doet spr. nog eens het voor stel optochten met muziek op Zondag middag toe te laten, voor de zestiende maal meent spr. Hij verdedigt dit op de welbe kende gronden. Op uitzetting der gemeente-grenzen heeft spr. altijd aangedrongen en dat doet hij nu weer. Laat B. en W. nog eens probeeren een einde te maken aan de wanverhoudingen met Oegstgeest. Een eisch der democratie is z.i. zooveel mogelijk vrijheid voor de gemeentebestu ren en de roep daarom kan niet krachtig genoeg weerklinken. Deze situatie van af hankelijkheid der regeering is fnuikend voor leder plaatselijk initiatief. Dan de medezeggenschap. Spr. verwijst naar hetgeen te Amsterdam is besloten, zoowel aan den voet als aan den top. Spr. schetst nog eens de beteekenis der mede zeggenschap zooals spr. die ziet in het al gemeen belang. Spr. citeert prof. Romme daarbij. De heer WILMER wijst op één zinsnede in den begeleidingsbrief die ieders aan dacht moet hebben: Leiden deelt niet of niet geheel in de verbetering, die zich toont, hetgeen in de M. v. T. wordt her haald. Daarom de vraag: waarom dit hier zoo is en hoe de situatie zoo ls geworden. Daarop hehben B. en W. geantwoord, spr. citeert, doch dit antwoord geeft niet de oorzaak en doet vragen waarom ls hier zoo weinig industrie etc Spr. zag daarom met genoegen, dat B. en W. de commissie- Manders nog eens zullen bestudeeren. Op contact-commissies is uit den raad al meermalen aangedrongen en de raad is toch de boezem der burgerij? Spr. herin nert aan zijn voorstellen van 1935 en van anderen. Bedoeling van contact-commis sies is: deskundigen, niet belanghebben den. Spr. hoopt op een spoedig uitwerken van deze idee door B. en W., anders wil hij zelve wel een uitgewerkt plan over leggen. Inzake Werkverruiming heeft het col lege zich z. i. niets te verwijten, doch toch behoort hij tot degenen, die zeiden den ■ndruk te hebben dat dit college minder doet dan het vorige. Wellicht al te ver klaren uit de hooge verwachtingen, ge wekt bij de samenstelling van dit college, toen van rechts door de S.D.A.P. zoo bij zonder krachtig medewerking was ge vraagd. B. en W. vragen dezen indruk te motiveeren. Welnu: Thans zijn in uitvoe ring werken voor f. 428.900, tegen ln 1935 f. 574.750 onder het vroegere college. Be sloten is tot werken ad f. 447.100 tegen in 1.935 f. 846.375. Wat. gelijk gezegd, niet wil zeggen, dat spr. ontevreden is, maar er is toch eer van minder in plaats van meer werkverruiming sprake. Voor de activiteit van den wethouder van sociale zaken heeft spr. waardeering, al gaat hij niet mee met alle uitingen daar- an. Maar spr. komt op tegen de suggestie, dat de wethouder veel meer zou kunnen doen als hij geen tegenwerking had van de meerderheid van B. en W. en uit den raad, zooals wel verklaard werd. bijv. nog in een vorige vergadering door den heer Snel. Spr. vraagt den wethouder zich hier over duidelijk te uiten. Z. i. heeft de wet houder alles kunnen bereiken, wat hij wilde en mogelijk was. Ook voor den wethouder van financiën heeft spb. waardeering doch het is den wet houder betrekkelijk gemakkelijk gemaakt door zijn voorganger en het beleid van vo rige colleges. Als bot raadslid Verwey in veel zijn zin had gekregen, zou wethouder Verwey voor veel moeilijker taak hebben gestaan. Spr. juicht diverse aangekondigde plan nen van B. en W. goed als de restauratie van Gravensteen, maar maakt bezwaar te gen de reclame aan lantaarnpalen. Spr. verklaart daarop zijn houding in zake diverse voorstellen. Hij blijft tegen optochten op Zondag. Voor medezeggen schap is spr. geporteerd, doch het voorstel- van Eek blijft te vaag, vooral wat betreft de vraag advies of mede beslissen. Laat de heer van Eek zelf een uitgewerkt plan in dienen, dan weet men concreet, wat er bedoeld wordt. Waarom geen verhooging van den steun gevraagd, waarom geen volledige betaling aan onderwijzers als kweekeling met acte, etc.? Omdat het niet op den weg van een raad ligt., doch daarom past hier ook niet het voorstel-Snel of het voorstel-van Wei zen. hoezeer hij dat laatste op zichzelve ondersteunt. Het voorstel-Elkerbout-Wurtz (Gem. On gevallenfonds) «vijst spr. af (zie de reserve die de gemeente zich heeft gevormd) even als het voorstel Elkerbout-v. d. Voort (wachtgelders). Het voorstel v. d. Laan-Groeneveld In- zake onderwijs wijst spr. als overbodig en ongewenscht af. De gemeente heeft niet het recht van propaganda voor het Open baar onderwijs, evenmin als voor het bijz. onderwijs en spr. begrijpt niet, hoe Rot terdam zoo'n circulaire heeft durven uit geven spr. citeert zuiver een aanbe veling van het openb. onderwijs (tal van ontkenningen). De R.K. fractie zal haar houding voortaan bepalen zooals zij dat in het verleden deed: ieder voorstel te beoordeelen naar zijn waarde, niet naar de indieners of derge lijke. Hierna schorsing. AVONDZITTING. Een A.R. betoog. De heer BEEKENKAMP begrijpt, dit naar aanleiding van het voorstel v. d. Laan- Groeneveld. dat de voorstanders van het Openb Onderwijs alle zeilen bijzetten, gelet op den achteruitgang en den vooruitgang van het biiz. onderwijs. De liberalen heb ben zich rou eenmaal op sleeptouw laten nemen door „Volksondenvijs"! De gansche rechterzijde stemt unaniem natuurlijk te gen dit voorstel, want deze Rotterdamsche circulaire is funest en misleidend, naar hij nader uiteenzet. De medezeggenschap. Daaro\rer bestaat nog groot misverstand, zelfs bii de S D.AP. onderling, zie b.v. de toepassing bii de Ar beiderspers. waarvan nog niets is terecht gekomen Spr. citeert prof Bonger (een partijgenoot, van den heer v. Eek) die de medezeggenschap als een utopie beschouwt. Is het wel nuttig ieder jaar dit begroo- tingssteekspel te houden? Tegen velen in gelooft spr. van wel. De begrooting biedt de gelegenheid beginsel tegenover beginsel te zetten en diepev op de kern der dingen in te gaan Mits die diepere levenswaarden aan normen van Hoogeren Rang, niet ge baseerd op menschelijk inzicht Iedere daad van het college zal zijn frac. tie beoordeelen naar eigen merites, echter in overeenstemming met het beginsel van Hoogere Orde en van de vier hoofdpunten zijner partijprogram w o. gezagshandhaving, handhaving van de Chr. volkszeden en zui nig conservatief beheer. Vandaar het verzet tegen verhuren van gemeente-bezit aan revolutionnairen en optochten op Zondag Sew vraagt het col lege de verordening op het zwemmen zoo letterlijk mogelijk toe te passen, spr. zal het debet over gemengd zwemmen niet heropenen en vraagt scherp toezicht od de leeszalen. Zoolang de wethouder zich laat leiden door een zuinig conservatief beheer, kan hij op den steun zijner fractie rekenen en spr. wenscht hem kracht toe. vooral tegën zijn vrienden. Geen critiek. slechts een waarschuwing is zijn aanmerking op het teren uit diverse gevonden potjes Hoe lang zal dat nog mogelijk zijn? Anders zal men tot belastingverhooging moeten ko men noodzakelijk, zoo er geen verbetering intreedt. Spr. beveelt in dit verband het voorstel EikerboutWürtz aan. Dankbaar is spr. voor de erkenning dat het college zoo weinig kan doen aan de be strijding der werkloosheid: vroeger toen er geen soc. wethouders waren was het an ders! Ook de heer v. Eek bleef zelfs vaag in dit opzicht. Spr. waarschuwt tegen een mentaliteit als door geemployeerden van M.H blijkbaar wordt gepropageerd: waarom in plaats van gedeeltelijk werken met steun niet geheel tot dien steun over te gaan. Een bevredigend antwoord op de vraag waarom Leiden niet meer Drofiteerde van de opleving, is niet gegeven. Zijn er hier niet te veel beroepswerkloozen en «vordt hier wei voldoende onderscheid gemaakt tusschen deze en bona-fide werkloozen? Is werkverschaffing niet beter dan stempelen zonder meer? Werken voor den steun is z.i. zeer gewenscht en dit beveelt hij ook aan inzake den spoorweg-overweg aan den Riinsburgerweg. Spr. eindigt met een citaat uit Hendrik de Man en van ds. Banning. De communist aan het woord. De heer VAN WELZEN hoopt, dat B. en W. spoedig met voorstellen zullen komen tot overneming van Julianastraat, Marnix- straat en omgeving, de toestand is zeer ernstig. Voorts verdient het aanbeveling de Boom. markt te verbeteren, opdat de weg Gan getjePrinsessekade tot zijn recht kan komen en het monument van „De Een dracht" over te nemen in gemeente-bezit waartoe hij met den heer Schüller een voorstel indiende Het niet meer verhuren van gem. ge- bouiven aan communisten oordeelt spr. kleinzielig en een gevaarlijke aantasting der democratische rechten. Spr. dringt op de grootste soepelheid in deze materie aan. Dan zijn voorstel inzake de financieele verhoudingen tusschen rijk en gemeente. Spr. geeft een korte uiteenzetting van den gang van zaken in dezen en laakt de hou ding der regieering de lasten van de crisis af te wenden od de gemeenten, die daar onder dreigen te bezwijken. Momenteel is de positie van Leiden nog niet noodlijdend, dooh zij is toch op weg daarheen. Zoo geen ommekeer plaats vindt in de regeerings- politiek. Het zijn voornamelijk de uitkee- ringen voor de werkloosheid en MH. die de situatie beheerschen en daarom dienen deze op het rijk te worden overgeheveld. In lederen raad dienen stemmen op te gaan voor een betere verhouding tusschen rijk en gemeenten Het college is niet erg op timistisch en z.i. terecht, gelet op de de batten in de Eerste Kamer Maar moeten wii daarom niets doen? Spr. meent, dat zoo groot mogelijke druk op het rijk geoefend dient te worden. Spr. verbindt hieraan een communistisch betoog; het communisme «rerzet uit noodzaak de bakens, zooais zoo vele anderen deden en doen. De VOORZITTER: vertelt u nu eens. is het bii uw partli eb of vloed? De heer VAN WELZEN verklaart, dat de belangen der werkende massa op den voor grond staan en deze tactiek maakt het communisme tot een reëele partij. Het stelsel der productie in deze kapita listische maatschappij veroorzaakte de hui dige crisis, maar een actieve welvaarts- politiek kan zelfs in dat systeem veel ten goede doen keeren en daaraan geeft spr. gaarne zijn steun, al «'erlaat hij eigen principes niet Spr. waarschuwt met klem tegen den weg van den heer Beekenkamp in dezen, die slechts beteekent het ronddraaien in den vicieuzen cirkel der werkloozen-eHende. Alleen door verhoog ine der koopkracht is iets te bereiken. Medezeggenschap wekt bij de arbeiders illusies, die niet in vervulling kunnen gaan, althans in den vorm. dien men er aan geven wil Wil men medezeggenschap in een vorm van mede-beslissen, dan is spr. daarvoor. Evenzeer als de heer Beekenkamp erken ning vraagt voor de Chr. beginselen doet hij het voor de zijne en daarom steunt hij het voorstel van Eek betreffende optoch ten op Zondagmiddag. De Zondagswet van 1815 is niet te handhaven, wordt het fei telijk ook niet.. De kwestie der volkssouve- reiniteit is beslissend met. eerbiediging van alle richtingen. dat het rapport niet weer terugvalle in de vergetelheid. Een contact-commissie voor handel en industrie zou zeer nuttig werk kunnen doen. zie naar elders. Weer wordt f. 10.000 genomen uit het Gem. Ongevallenfonds. Spr. herinnert aan het debat hierover bij vorige begrooting. Dit moet leiden tot vernietiging der re serves en vandaar zijn voorstel (met den heer Eikerbout) dit fonds op te heffen en over te gaan tot aansluiting bij de Rijks verzekeringsbank of andere vereeniging of vennootschap. Spr. onderwerpt de cijfers van den wethouder daarbij aan critiek. zij vormen z.i. geen betrouwbare basis. Met voorbeelden tracht spr. dit nader aan te toonen. Spoedig zullen zoo de voordeelige saldi veranderen ln nadeelige bij voort zetting der halveering der premie. Aan een dergelijke reserve mag nimmer geraakt worden. Over den luchtbeschermingsdienst heeft spr. geen bevredigend antwoord gekregen. Spr. dringt met kiem aan spoedig maat regelen in dezen te treffen, te meer, waar Leiden in de gevaar-zone 2e klasse is ge legen. Elders werkt men hard. hier merkt men niets. Spr. vraagt, wat is hier ge schied? Tenslotte geeft spr. een persoonlijke ver klaring. Deze luidde: Het heeft mijn aandacht getrokken, dat 2 raadsleden zich de vrijheid hebben ver oorloofd om eenige opmerkingen te plaat sen ten aanzien van mijn positie als ge meenteraadslid in verband met mijn ver houding tot het Verbond voor Nationaal Herstel. Zij zijn blijkbaar uitgegaan van de ver keerde praemisse ais zoude een vertegen woordiger in den Raad eener Gemeente te beschouwen zijn als uitvoerder van een op dracht. hem gegeven door een bepaalde groep of partij. Nóch de Grondwet, nóch de Gemeente wet kent het begrip partij. Een gemeente raadslid heeft dus alleen te behartigen de belangen der gemeente in haar geheel, zelfstandig en onafhankelijk. Of een raadslid al of niet meer behoort tot een partij of organisatie waartoe hij behoorde ten tijde van zijn verkiezing, al of niet dezelfde grondbeginselen nog on derschrijft, kan alleen en uitsluitend van belang zijn voor degenen die hem gekozen hebben. En wanneer in zijn houding of gevoelens verandering gekomen is. dan brengt het goede fatsoen mede dat hij. als vertrouwensman, hen uitlegging van zaken geeft. Doch aangezien ik vermoed dat de raadsleden die hun opmerkingen maakten, wel niet zullen behooren tot de genen die mij gekozen heb' en, ben ik vol komen gerechtigd hun opmerkingen onbe antwoord te laten, daar zij zich op ver boden terrein bevinden. Ik wil mij evenwel niet ln nevelen hul len, waarvoor geen enkele reden zou be staan. Zonder op de détails van de zaak in te gaan wil ik er daarom op wijzen dat het te eenen male onjuist ls dat ik door de partij zou zijn geroyeerd. Dat royement ls, om een meeningsver- schil over de interpretatie van een besluit dat met de grondbeginselen in geenerlei verband staat, willekeurig en eigenmach tig geschied door het hoofdbestuur, dat demissionnair was, en werd, alleen reeds uit dien hoofde, door de afdeeling Leiden niet erkend, blijkens een motie welke werd aangenomen in een algemeene ledenverga dering. Teneinde echter aan dien zwevenden toestand een einde te maken ben ik op 1 December 1937 uitgetreden. Inmiddels zijn van de zijde van het hoofdbestuur bij herhaling pogingen aan gewend mij weder terug te doen keeren. van welke aanbieding ik geen gebruik wensch te maken. De grondbeginselen en het programma waarop ik werd gekozen blijf ik ton volle getrouw. En daar de afdeeling Leiden van het Verbond voor Nationaal Herstel op mijn aanblijven als Raadslid bepaaldelijk heeft aangedrongen, meen ik geen «Tij heid te hebben mij aan dien aandrang te onttrekken. In de overtuiging dat dit het eenig juiste standpunt is en volkomen vereenigbaar met de beginselen waarop ik werd geko zen, zal ik mijn taak als Raadslid blijven vervullen en daarbij alleen verantwoor ding verschuldigd zijn aan God en mijn geweten. Vrijz.-Democraat. DE EENLINGEN. Nationaal Herstel. De heer WÜRTZ wijst er op. hoe ook deze begrooting weer op kunstmatige wijze slui tend is gemaakt. Door het opteren van potjes, «-ooral van de lichtfabrieken. De situatie is ernstig en eelukkig zien B. en W het ook zoo De begrooting «vijst een tekort aan van plm f.170 000. doch dit zal z.i. te laag blijken en hoe dit te dekken? Leiden loopt de kans te gaan behooren tot de noodlijdende gemeenten. Reeds lang wordt er bezuinigd en krach tig moet zoo worden voortgegaan. Dch er is meer noodig, Dat de wethouder geen belastingverhooging wil is van zijn stand punt uit te begrijpen, doch z.i. was dit toch slechts het afdoende middel om een leege kas te voorkomen. Leiden is een universiteitsstad en een industriestad. Van het eerste is weinig meer te verwachten, van het tweede wel. Daarom dient de industrie warm te wor- niet dienen als vlag om de lading te dek- den gesteund. Of dat wel altijd begrepen ken. is ten stadhuize. betwijfelt spr. Er moet Spr's fractie bestaat niet uit marionetten meer overleg worden gepleegd, spr. wijst en vandaar dat de eenheid niet altijd blijft op het rapport Manders, dat al is het van gehandhaafd bii practische aangelegen- 1930, nog zeer actueel is. Het verheugt spr., heden. In beginsel is de A.R fractie echter dat het college het opnieuw is studie één en deze zal zij handhaven, vasthoudend I neemt, doch hij dringt op spoed aan, op De heer KEY geeft een uiteenzetting van zijn richtlijnen, nu hij voor de eerste maal aan een begrooting-behandeling deel neemt. Hij zet de beginselen zijner partij kortelings uiteen. Het streven naar sociale rechtvaardigheid door een vooruitstreven de politiek is daarbij het „leitmotief". Belasting naar draagkracht en niet meer uitgeven dan wordt ontvangen, zijn wel de twee eerste principes van zijn gemeente politiek en spr. verbaast zich, dat de soc.- dem. stemden voor indirecte belastingen als verhooging der tarieven voor electrici- teit. hetgeen de kleinen juist extra, belast. Spr. dringt aan op een geleidelijke ta riefsverlaging bij de Lichtfabrieken. Met de Leidsche Duinwater Mij. staat het echter anders en met de daar gevoerde politiek gaat spr. accoord. Voorts keert spr. zich tegen de vestl- gingselschen. die alle gezonde initiatief docden en hij «'erdedlgt propaganda voor de vaccinatie. Kan er van gemeentewege nog iets geschieden voor de stichting van een open zwembad? Dc Vrijheidsbond. De heer v. d. LAAN zet uiteen, hoe hij en de heer Groeneveld samen het voorstel deden inzake een onderwijs-circulaire als in Rotterdam, welk voorstel hij nader ver dedigt Op de uitlatingen van den heer Beekenkamp zal spr. niet ingaan, al is het verleidelijk om het wel te doen. Spr. geeft den hoofdinhoud der Rotterdamsche cir culaire. die z.i. geheel onschuldig is, doch bij de voorstanders van het bijz. onder wijs groot verzet heeft gevonden. Zelfs de minister van Onderwijs werd er in ge moeid. doch erkende het goed recht van B en W„ oordeelde den maatregel zelfs practisch. Deed het bestuur der Chr. scho len hier te Leiden niet hetzelfde? Waar het openb. onderwijs onder B. en W. ressorteert, moeten deze de taak over nemen van het schoolbestuur. Dat de verdeeldheid in het onderwijs hierdoor zou worden toegespitst, is z.i. stel lig overdreven, gelet op de gelijkstelling, waardoor de oude strijdbijl is begraven. Terugkeer tot één school behoort z.i. tot de vrome wenschen. Van misleiding is geen sprake. Hierna elf uur schorsing tot he denmiddag. 3—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 11