78sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Het Groote Avontuur CISTEREN IS IN DE NIEUWE MANEGE VAN IIET PALEIS TE 60ESTDIJK een viertal rijpaarden voor Z.K.H. Prins Bernhard gear riveerd. De fraaie Engelsche volbloed „Trixie" wordt uitgeladen. DE STRIJD IN NOORD-CHINA. Een Japanscbe patrouille met plecle:iop een toegevroren rivier. DE MINISTER-PRESIDENT DR. H. COLIJN brengt zijn vacantie door te Arosa. Z. Exc. bij de slede, waarmede hij een tocht door de prachtige omgeving gaat maken. Roman uit de Tropen door FRANS DEMERS. 9) Toen hij de gang was ingegaan wou hij Jiog iets zeggen. Hij keerde op zijn stappen w'u?, kwam aan den hoek van de gelag- taal. Lebon zat met den rug naar hem gekeerd. Hij wou spreken, maar met zijn benevelde oogen zag hij hoe de planter met een vlugge, gluiperige beweging bezig was net glas, dat hij leeg op de tafel had laten staan boordevol met onversneden whisky te vullen. Riefenberg trok zich voorzichtig terug en sing dan naar zijn kamer. Meteen was de beneveling van den drank geweken. Allerlei .'«dachten bestormden hem. Lebon wou ,„m du5 heelemaal dronken maken! Waarom? De journalist nam uit zijn valies een ziln i met ether- RO°t enkele druppels op JJy takdoek en wreef ermee over zijn ooriioofd Een oogenblik sloot hij de oogen de ?,W1- 2i'n besluit genomen. Hii haalde toto van Ada Uien te voorschijn en liep - naar de gelagzaal beidtD|v h'tt€ naar he' hoofd, brab- Dt planter schoof het boordevol gevulde s naar hem toe en bekeek ondcrtusschen Portret van de tooneelspeelster. Riefenoerg nam het glos en zing achter Lebon staan. Hii wees naar Ada Iljen en vertelde droirkemanspraat. terwijl hij het gevaarlijke brouwsel voorzichtig uitgoot in een van de bloempotten, die op een rek langs den niuur stonden Vervolgens bracht hii het glas aan de lippen en deed alsof hij het in éen teurg leegdronk. Met een woest gebaar en een leelijken grijns smeet hii het daarna tegen den vloer aan scher ven. Even later gaf hij voor stom-dronken te zijn en zich zelfs niet meer te herinneren wie Ada Hjen was. Toen kwam geleidelijk de waarachtige Lebon te voorschijn. Van het dwaasdoend püantertje bleef niets meer over. In zijn oogen herkende Riefenberg den vorschen- den, feouden blik. die hem den vorigen dag één oogenblik was opgevallen. Geen beter masker, overwoog hij, dan dat van een gek. Lebon liep er in. Denkende dat de lour- nalist alle zelfcontrole had verloren, achtte hij het niet meer noodzakelijk omwegen te gebruiken en stelde vragen waaruit duide lijk bleek, dat hij op de hcog'e was van de Ada lij en-zaak en herhaaldelijk drong hij aan. dat Riefenberg zijn plannen zou ont hullen. Toen deze het hoofd zwaar op de tafel liet vallen als een dronkaard, die aans'alten maakt zijn roes uit te slapen, hoorde hii zijn me gezel vloeken en voelde zich even later ruw bil den schouder ge grepen Vooruit, siste Lebon, naar bed Maar ia. wat wil men beginnen met Iemand die niet meer op zijn beenen kan staan! De planter was verplicht de hulp van den neger-bediende in te roepen om zijn reismakker naar zijn kamer te brengen Riefenberg maakte kabaal in de gang en werd door Lebon op zulk een onvriendelijke wijze in de lenden gepord, dat hil lust had den kerel tegen den grond te slaan. Hij was evenwel verstandiger en liet zich zwaar op bed neervallen, waar hij dadelijk begon te ronken en deed of hij in diepen slaap was gedompeld. Het is goed, bromde Lebon tot den bediende, u kunt gaan. Hii sloot de deur. kwam bij het bed staan en keek met een spottenden glimlach naar den ronkenden journalist, die tusschen de oogspleten doorkeek. Na enkele oogenblikken haalde Lebon Riefenibeng's portefeuille te voorschijn en keek aandachtig alle documenten na. Toen hii het jongste dreigbriefje in handen krees, glimlachte hij even en stak het terug samen met de foto van de tooneelspeelster. Hij wierp nog een blik op het bed en ver. wijderde zich dan op de teenen Riefenberg wachtte nog een tijdje en ging dan overeind zitten. Zoo, dacht hij, zoo. nu weet ik ten minste toch met wien le beginnen. Hij sloot met omzichtigheid de deur, legde zijn revolver onder het hoofdkussen en draaide het licht uit. In den heeten nacht lag hij koorts achtig plannen te smeden en luisterde naar het droevige lied. dat de woestijnwind aan venster, en deurspieten zong De aanvang van de vijandelijkheden. In plaats van te Reg.gan een flink ont bijt te gebruiken, stonden dien morgen passagiers en piloten van het vliegtuig, nog vóór zonsopgang tegen de schenkbank van het hotel geleund en dronken een laatste glas iiswater Met uitzondering van Lebon was niemand spraakzaam, want de heete nacht had allesbehalve verkwikking ge bracht. De geheimzinnige planter gek scheerde en beweerde te hebben geslapen als een roos. Riefenberg stond daar strak en suf voor zich uit te staren. Vooruit, zei de eerste piloot, hoe vlug ger wij uit deze hel verlost worden, hoe beter. Zij liepen over het binnenplein, waar op dit vroege morgenuur een tamme struis vogel al naar lucht stond te happen met zijn lompen snavel. De planter scheen zich zeer om het uiterlijk van Riefenberg te bekommeren. Gaat het niet, mijn vriend, vroeg hij bezorgd. Nee, klaagde deze, ik ben met een ontzettende hoofdpijn opgestaan. Ik geloof waarachtig dat ik gisteravond dronken was. Lebon grinnikte en keek een anderen kant uit. Dat ging nogal, antwoordde hij. Ik bevond mij trouwens in denzelfden toe stand. De journalist bleef staan. Al slaat u me dood. dan kan ik niet begrijpen hoe ik in mijn kamer ben ge raakt. Van het oogenblik af dat wij alleen zijn gebleven, ben ik heelemaal de kluts kwijt geraakt. Ik weet waarachtig geen gebenedijd woord meer van hetgeen ik allemaal heb verteld. Terwijl hij dat zei. keek hij tersluiks naar zijn reisgezel en bemerkte hoe diens gezicht opklaarde, terwijl hij antwoordde: Wij hebben dronkemanspraat verteld en dat gaat niemand aan. Niemand heeft er trouwens naar geluisterd dan de zwar te barman, en die verstond ons niet. Basta dus. Wij zijn dikke vrienden geworden en dat is de hoofdzaak. Zonder te aarzelen drukte Riefenberg het eeltige handje, dat hem ter bezegeling van deze vriendschap, werd aangeboden. In het vliegtuig veranderde de journalist evenwel dadelijk van plaats en ging ln een zetel aan de zijde van den planter plaats nemen. Zoo hebben we aan weerszijden uit zicht op de aarde, lichtte hij toe. Dat was zoo maar bij wijze van spre ken natuurlijk. In den grond vreesde hij Lebon, en hij achtte het verstandig hem geen oogenblik uit het oog te verliezen. Daarenboven was nu een eentonige tocht aangevangen boven de gevreesde Tanez- rouft, de woestijn van de verschrikking: 1150 kilometer vlakke zandzee te overvlie gen zonder tusschenlanding. Links van het vliegtuig en rechts: altijd en eeuwig de zandvlakte, zonder deining schier. De renige afleiding was het vage spoor met gekleurde, metalen herkenningsteekens voor vliegtuigen en auto's, dat door het toestel werd gevolgd, omdat het de eenige betrouwbare gids is, die naar het doel, Gao, leidt. iNadruk verboden). (Wordt vervolgd). BLOEMENHULDE VAN DE JEUGD UIT HULST aan hel Prinselijke paar. De kinderen arriveeren met hun bloemstuk aan het Paleis Soestdijk. NA DE GEBOORTE VAN PRINSES BEATRIX. Links: Prins Aschwin wordt op het feest van de Hollandsche kolonie te Berlijn bij zijn aankomst begroet door den gezant Rid der van Rappard. Rechts: Indië en de blijde gebeurtenis. Défilé voor den Landvoogd. De infanterie trekt voorbij. NEDERLAND S BESTE SCHAATSENRIJDER JAN LANGEDIJK is gisteren weer te ruggekeerd te Oudkarspel, waar hij werd gehuldigd in verband met zijn mooie prestaties te Davos. Jan Langedijk met zijn trotsche ouders in de bloemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5