ltsie Jaargang
Vreugde alom om de geboorte van een Prinses Vreugdevuur op duintop
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON
Het Groote Avontuur
OP EEN DUINTOP NABIJ KAMP WAALSDORP is door soldaten van de Grenadiers en
Jagers een vreugdevuur opgtericht, ter gelegenheid van de blijde gebeurtenis in het
Prinselijk gezin. Gisteravond werd het vuur ontstoken.
HERAUTEN brengen het
blijde nieuws van de geboorte
van een Prinses bij het stand
beeld voor 't Paleis Noordeinde
DE BOKSMATCH SCHMELING—BEN
FOORD te Hamburg door Schmeling op
punten gewonnen. Foord feliciteert Schmeling
(links) na den strijd.
VREUGDE IN BAARN OOK, over de geboorte van een Prinses. Door de
kinderen werd een fleurige optocht gehouden.
HET KONINKLIJK PALEIS OP DEN DAM
feestelijk versierd en verlicht, ter eere van de geboorte
van een Prinses.
TERREIN-VERSCHUIVING
in het rnijngebied van Courcelles (België). Vijf en twintig
woonhuizen stortten in. Eén der vernielde perceelen.
DE FINISH VAN DE 17DE RALLYE DE MONTE CARLO.
K. Olsen en T. Kindseth, met Ford, arriveeren
als eerste aan de finish.
Roman uit de Tropen door
FRANS DEMERS.
EEN AFSCHEIDSFEESTJE.
De journalist Paul Rlefenberg stond op
net punt naar Afrika te vertrekken. Enkele
vrienden hadden hem een afscheidsfeestje
aangeboden in een Brusselsch hotel. In een
I stemmig zaaltje zaten ze geschaard rond
een gezellige tafel.
Het was reeds de vierde maal, dat Riefen-
nerg een groote reis voor zijn blad. „Het
wereldnieuws", ondernam en die afscheids
feestjes waren om zoo te zeggen een tradi-
ne geworden.
Zij vingen steeds op dezelfde wijze aan:
"„kjbrnalist liet minstens een uur op 'zich
cn kwam dan eindelijk blnnenge-
vo,Tm Zldlc een vergevorderden staat
vd opwinding, dat de ober-kellner er door
he™ j w^s werd iebracht. Terwijl Riefen-
3 oo Jbanden van zijn vrienden drukte.
1, bij hoog en bij laag, dat het de
o«te reis was, die hij zou doen.
ïas nu eenmaal niet opgewassen te-
I Li voorbereidende beslommeringen, die
On !?°te reizeu zijn verbonden.
I da oogenblikken van opwinding volg-
I liat .Hlte een inzinking. De journalist
ken m een Semakkelijken clubzetel zin-
k'kagde over zenuwen en dronk met
welbehagen een whisky-soda. waarna hij
een sigaret opstak. Dan ging men aan tafel
en zie, al naarmate de gerechten, rijkelijk
met wijn besproeid, van den disch ver
dwenen, sloeg de stemming van Riefenberg
heelemaal om en bij het einde van het
feestje waren al de beslommeringen ver
geten en voelde hij zich blij en opgeruimd
als een kind dat met vacantie gaat.
En zoo gebeurde het ook nu weer. Na het
nagerecht werd koffie geschonken en kwa
men geurige sigaren te voorschijn. Tijdens
het maal werden vooral jeugdherinneringen
opgehaald en nu vroeg men den journalist
of hij niet een en ander wilde vertellen over
zijn aanstaanden tocht.
Och, antwoordde Rlefenberg, het aan
trekkelijke van mijn reis is, dat ik er zelf
niet veel van afweet. Ik denk Ongeveer een
jaar weg te blijven.
Hij haalde een wereldkaartje te voor
schijn en legde het open op een rooktafeltje.
Hij plaatste zijn duim op het stippeltje, dat
Brussel voorstelt en zijn pink in het hart
van Kongo.
Wat ik hier aanduid, mijne heeren, be-
teekent een afstand van ongeveer 8000 K.M.
Die hoop ik in zes dagen af te leggen met
een vliegtuig, dat morgenvroeg te 10 uur
vertrekt. De tocht gaat over Frankrijk, de
Middellandsche Zee. Algerië en de Sahara.
In Kongo heb ik één zending te volbrengen:
een reeks van bijdragen over de rijke goud
mijnen van Loepoeta. Voor de rest doe ik
wat Ik wil en aangezien Kongo tachtig maal
grooter is dan ons landje en er nog tame
lijk onbeschaafd uitziet, denk ik dat een
jaar er wel voorbij zal vliegen. Ik hoop er
talrijke avonturen te beleven. Meer heb ik
niet te vertellen.
De vrienden van Riefenberg waren beza
digde. eerzame burgers. Dat iemand van
reizen houdt konden ze wel begrijpen, maar
dat iemand het in zijn hoofd haalde om in
de donkere wildernis van Afrika te gaan
rondzwerven, neen. daar konden ze niet bij.
Of ze iets van Kongo afwisten? Natuur
lijk niet veel, maar wel was het hun bekend
dat het leven er niet van gevaren ontbloot
was.
Welke gevaren? vroeg de journalist
uitdagend.
Ze babbelden door elkaar: acclimatisatie-
koorts, wilde volksstammen, malaria, slan
genbeten, leeuwen, buffels, olifanten
Ja, zuchtte Riefenberg tenslotte, en
nu hebt ge nog een van de grootste gevaren
vergeten.
Men keek hem achterdochtig aan.
De slaapziekte, die u allemaal te pak
ken heeft gehad van uw geboorte af. Beseft
ge dan niet. dat het Juist het onbekende is,
dat mij aantrekt; hoe ik pas voel dat ik leef
als er gevaar is? Neen, zooiets kunt gij na
tuurlijk niet begrijpen, maar ik wil vechten
in het leven. Ik vind het heerlijk als al mijn
zenuwen gespannen zijn, de oogen ver open,
de ooren gespitst, beducht op gevaar.
Hi-hi, lachte iemand, ik geloof waar
achtig dat onze vriend detectivebloed in de
aderen heeft.
Dat denk ik soms ook, antwoordde Rie
fenberg zonder aarzelen en moest ik niet
doen wat ik thans doe, dan zou ik speurder
zijn.
Nee, maar alle gekheid op een stokje,
zei een van de vrienden plotseling, daar
denk ik aan iets. dat voor u belangrijk kan
zijn, omdat gij de zaken gaarne zoo inge
wikkeld mogelijk wenscht. Ik heb een ken
nis, die lid is van den Raad van Beheer der
goudmijnen van Loepoeta en enkele dagen
geleden vertelde hij mij, hoe tijdens de
jongste vergadering de kwestie van de
gouddiefstallen werd besproken.
Iedereen omringde den spreker en luister
de met belangstelling.
Gij zult even goed weten als ik, ging
deze voort, dat de mijnen van Loepoeta de
rijkste van de wereld zijn. Sedert jaren
reeds was men de overtuiging toegedaan,
dat geregeld goud werd gestolen door de in-
landsche arbeiders. Men beschouwde dezen
toestand zoo'n beetje als van onvermijdelijk
kwaad. Welnu, na een grondig onderzoek is
men tot de overtuiging gekomen dat de
diefstallen worden geleid en dat al het ge
stolen goud in de handen van één en den
zelfden persoon terechtkomt. Het onderzoek
wordt ten zeerste bemoeilijkt door het feit,
dat het rnijngebied zeer uitgestrekt is en
doordat het bij de grenzen van de Britsche
koloniën is gelegen, waarlangs het kostbare
metaal gemakkelijk verdwijnen kan. Dat is
alles wat men mij verteld heeft.
En dan? vroeg de journalist.
Ja, antwoordde de andere glimlachend,
wellicht vindt gij in het Loepoeta-gebied de
gelegenheid uw speurdersbloed te laten
spreken. Het zal misschien de spanning in
uw reisverhaal ten goede komen.
Riefenberg dacht na. Hij blies een groote
rookwolk van zijn sigaar de lucht in en zei
eindelijk:
Ik vind het zeer belangwekkend wat gij
mij daar hebt verteld, en wie weeteen
maal ter plaatse
Op dit oogenblik liet een groote West-
minsterklok twaalf slagen door de zaal rin-
Een aanwezige pantoffelheld schrok.
Mijne heeren. het is middernacht, zei
hij, ik ben al een half uur over mijn tijd.
Als een veer wipte hij uit zijn zetel en
nam afscheid.
Dat was het sein tot opbreken. Iedereen
drukte Riefenberg de hand en wenschte
hem een voorspoedige reis. Even later was
het zaaltje leeggeloopen.
EEN ONVERWACHT BEZOEK.
Riefenberg had het voorstel van een
vriend, nog een paar bars te bezoeken afge
slagen. Hij was vermoeid en verlangde naar
rust. Hij had den kraag van zijn overjas op
gezet en slenterde door de stille straten van
de nachtelijke hoofdstad. Hij voelde zich
een beetje duizelig na dien drukken dag en
den rumoerigen avond. De vochtige, koude
nachtlucht deed hem goed. Daarom ver
koos hij ook te loopen.
In gewone omstandigheden kon hij uren
en uren door de nachtstad slenteren en zich
laten boeien door het zwoele, geheimzinnige
leven dat dan opbloeide m donkere steegjes
en verdachte gelegenheden. Nu was hij met
zichzelf bezig. Hij dacht aan zijn vrienden,
die hij weer eens had teruggezien en aan
de jeugdjaren, die ze samen hadden door
gemaakt. Droomden ze er toen niet allen
van eens de wereld te veroveren, de maat
schappij te wijzigen, het leven op andere
grondslagen in te richten? Al hun strijdleu
zen en idealen vervaagden geleidelijk. Zij
werden allen eerbare burgers. Ze huwden en
gesteund door vrouw en kinderen gingen ze
vooruit in de wereld. Telkens als Riefenberg
ze terugzag, na een lange afwezigheid, vond
hij ze wat burgerlijker en zwaarlijviger ge
worden.
(Nadruk verboden).
(Wordt vervolgd).