Parade te Cairo - Claudette Colbert in Napels - Vrij-worstelen Het Rad der Fortuin 78sie Jaargang LE1DSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON IN 11ÈT KADER VAN DE HUWELIJKSFEESTEN TE CAIRO vond op het groote plein voor het Koninklijk Abdin Paleis een troepenparade plaats. Koning Faroek sloeg van het halcon van zijn paleis af het défilé gade. De troepen op het plein opgesteld.. Uit het Engetsch van LOUIS TRACY. Vertaald door MR. M. A. KWITSER. 44) =ev'ol? van zijn verhaal had Royson h» .F. ee' niet kunnen vermoeden. Maar iri 1. nu dat het onvermijdelijk waa. oje haar grootvader nog nooit zoo tegen" Dick^ haCl gez'en' duisterde ernstig a-nTt Als erootpapa wil, dat je von Kerber m°et je zeggen dat je te ziek bent voor zoo Iets. K1,,„ Dan ^1 ik hier alleen moeten achter- „.jybn, zei hij glimlachend. Als lk mij niet heel erE vergis zullen we allemaal zijn volgen voor we een paar uur ver ter zijn. kad gelijk. Toen de shelk kwam, ont- vÏÏS v bevel om alles gereed te maken oor een onmiddellijk vertrek langs den nüst nycg naar de kust. Toen echter naervond de brandende ijver van den ouden heer tegenstand, rii-h i 1 's ontnogelijk, dat de kafila ln die uLt 'rekt vóór morgenochtend, eer- knmLaa:ge' zei Abdur Kader beslist. We 2oo 4ifiuVail?aag naar het zuiden trekken, iet,.. jvll' omdat we weten, dat we daar voedsel en water zullen vinden bin nen vijftien kilometer. Doch het is heel Iets anders om de Bron van Mozes te bereiken. Ik heb de plaats in geen dertig jaar gezien. We moeten steeds voorttrekken en een wa tervoorraad meenemen, die niet alleen vol doende ls voor den tocht, maar ook bere kend is op de mogelijkheid, dat de bron, als we daar aankomen uitgedroogd blijkt. Hoe weten wij, Effendi, dat ze niet met zand ls gevuld? Fenshawe kende het woestijnleven te goed om de juistheid van de redeneering van den shelk niet in te zien, maar hij ge loofde, dat von Kerber geheime inlichtin gen had over de begaanbaarheid van die route. Het zij zoo. sprak hij kort. Maak alle toebereidselen. We hoeven voor die honden van Hadendowas niet bang te zijn. Ik neem de zorg voor het kamp op mij voor zoover het hèn betreft. Zorg ervoor, Abdur Kader, dat we vóór zonsopgang kunnen vertrek ken. Juist toen de Arabier de tent uitging, kwam Irene weer binnen. Dick, zei ze, blozende, toen zij hem bij zijn voornaam aansprak, je moet dade lijk gaan rusten. U wilt toch zeker niet, grootDapa, dat mijnheer Royson voor den tweeden keer ln elkaar zakt, wel? En lk wil u ook nog even vertellen, dat von Kerber veen houweelen heeft meegenomen. Kapi tein Stump en ik hebben juist onzen voor raad uageto'd. Dat spreekt in zijn voordeel, vind ik. Als lk var. "a-vicr onrecht heb gedaan, zal ik de eerst -"n hem excuus te vragén, zei Fenshawe. Op het oogenblik heb ik alle reden om aan hem te twijfelen en ik verlang méér dan een negatief bewijs van zijn eerlijkheid. Tusschen haakjes, Irene, heb je Royson al van zijn geluk verteld? Ik heb nog geen twee woorden met hem gesproken, sedert hij teruggekomen is. zei ze onschuldig. Lieve deugd! Dat lijkt op een dulde- iijken wenk. En Fenshawe Het het tweetal met een ge- amuseerden trek op zijn gezicht alleen. Hoe vermoeid Dick ook was, het duurde toch bijna een half uur voor Irene hem volledig aan het verstand had gebracht, dat hij nu een baronet was met een aller aardigst inkomen en hij haar precies had uitgelegd, waarom hij een ietwat have- looze werklooze was geweest, toen zij elkaar in Londen voor het eerst ont moetten. Maar er waren pauzes en onderbrekingen geweest in hun discours; af en toe vond hij de vochtige diepte van haar bruine oogen aantrekkelijker dan het treurige ver haal van den wrok van een dwazen man en het lijden van een knaap. Maar ten slotte dreigde Irene, dat. zij nooit meer een woord tegen hem zou spreken, als hij niet ging rusten. Dick behoefde niet in slaap gewiegd te worden, toen hij na een verfrisschende af spoeling zijn lange ledematen uitstrekte. Hij sliep zonder droomen en werd pas wak ker toen de zon onderging. Stump en hij deelden de tent en Dick's onzekere blik viel het eerst op zijn schip ver. die voer de deur zat te rooken. Stump nam zün pijp uit den mond. Goeien avond, Sir Richard, zei hij plechtig. Daar ligt een brief voor u. Dick opende de enveloppe. Een krabbel op een vel briefpapier bevatte de korte mededeeling, dat von Kerber „bij vergis sing" de inltggende brieven en telegram men had achtergehouden. De stukken, die van mr. Forbes afkomstig waren, bevestig den de Juistheid van mrs. Haxton's ont hullingen. Irene, die het heel druk had met de werkzaamheden die von Kerber tot dusver verricht had die kleine maar lastige dingen, die ln het dagelijksch leven van een groot kamp broodnoodig zijn stond al naar hem uit te kijken. Ze riep hem ver heugd aan. Groot nieuws! De vijand kondigt een wapenstilstand aan. Alfierl heeft Hussein cn Abdullah terug gezonden en de ..ge leende" kameel erbijEn een van zijn eigen mannen heeft een briefje voor grootvader gebracht, om een spoedig onderhoud te verzoeken. Eerst was Royson oprecht verheugd over deze onverwachte wending. Hij had mr. Fenshawe's optimisme, ten opzichte van een nachtelijken aanval van de Haden dowas niet gedeeld, omdat Irene er was en niemand de zekerheid had haar te kun nen beveiligen tegen elke kans van gevaar, wanneer geweren met groote draagkracht het kamp beschoten. Alfierl's brief was beleefd en veront schuldigend. Hij verklaarde, dat hij geen twist had met den Engelschen leider der expeditie zijn veete gold den Oosten rijker en de vrouw, die geholpen had om hem (Alfierl) van zijn rechten te beroo- ven. Hij was er zeker van, schreef hij, dat signor Fenshawe, wiens faam als Egypto loog hem wel bekend was het bedrog niet goed zou keuren, en hij wenschte daarom voor den volgenden dag een ont moeting vast te stellen, waarbij hij zijn geval geheel zou ophelderen. Het verzoek was in bijna onbegrijpelijk Engelsch geschreven, maar er was een Ita- liaansche vertaling bij en die laatste kon Irene woord voor woord vertalen. Natuurlijk heeft grootpapa toege stemd, zei Irene. Hij heeft de samenkomst op zeven uur morgenochtend gesteld. Ik ben er benieuwd naar Alfieri terug te zien. Ik herinner me hem precies. Kapitein Stump en ik hebben hem goed opgenomen in Massoea, weet je. Is de bode al weer vertrokken? O ja. Hij verliet het kamp twee uur geleden alweer. Heeft hij met een van onze mannen gesproken? Dat kan wel. Dat weet ik niet zeker. We waren zoo verdiept in Alfieri's mede deeling, dat we niet op den Arabier gelet hebben. Maar grootpapa vond het juist heel goed, dat hij onze sterkte zag, en dat hij nu weet, dat we een dozijn gewapende matrozen hier hebben. Je maakt je zeker ongerust over mij? Veroorloof me dan je mee te deelen, dat ik als stafofficier den opperbevelhebber heb geholpen om onze strijdmacht voor den nacht ln twee sterke wachten te verdeelen. Grootvader heeft het bevel over de eene, kapitein Stump over de andere, terwijl gij. Koning Richard, rustig moet slapen tot den dageraad. Maar ik heb pas acht uur geslapen. Goed, dan zullen wij samen tot elf uur wacht houden. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). MET KEPAALH ZACHTZINNIG. Moment uit den wedstrijd -vrij-worstelen, tus schen den Franscliman Deglane en den Ameri kaan Joe Savoldi tfe Parijs. DE FILMSTER CLAUDETTE COLBERT JKVR. G. SCHIM MELPENNINCK v. d. OYE die na haar verblijf in het buitenland, in den Haag vertoeft zal volgende week naar Arosa vertrekken voor de wedstrijden om het Ned. Skikampioenschap. Bij de training op de kunst-skibaan té Scheveningen. BREIENDE MATROZEN Na een oproep vaneen liefdadigheidsvereeniging te Plymouth voor wollen kleeding voor de armen, zijn ook de matrozen aldaar aan het breien geslagen. Een recht, een averecht. OOK VOLEN'DAM WIL MET ACHTERBLIJVEN - om de a s. hhjde gebeurtenis feestelijk te vieren. De meisjes van dc fröbelklas doen haar best de Oranje-wieg in papier zoo goed mogelijk na te maken. maakt een rondreis door Italië. De aankomst van de hoogst betaalde filmster in Amerika, te Napels. KONING FAROEK MET KONINGIN FARIDA EN KONINGIN MOEDER NAZLI (LINKS), lijdens het huwelijksdiner in het Koubbeh-paleis te Cairo.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5