Kijkje in het Paleis Soestdijk - grootste vliegtuig
Hef Rad der Fortuin
78iie Jaargang LEIDSCH DAGBLADTweede Blad
In het Paleis
te Soestdijk.
FEUILLETON
TIJDENS DEN MORGENRIT GISTEREN VAN Z.E.H. PRINS
BERNHARD op de Leusderheide bij Amersfoort, filmde
Z.K.H. de schietbanen, gezeten in de Cord-auto.
DE KAMPIOENSCHAPPEN KUNST
SCHAATSENRIJDEN TE ST. MORITZ. -
De winnaars K asp ar uit Weenen en de En-
geische Cecilia Colledge.
Links interieur van de kinderkamer. Boven de wieg de wereldkaart,
die den wand versiert. Rechtstrap in den Prinselijken vleugel
van het Paleis.
DE VOORBEREIDING VAN DE VIERING DER A.S.
BLIJDE GEBEURTENIS. De soldaten van het „zevende"
(bijna allen Amsterdammers), ondergebracht in de Oranje
kazerne te Harderwijk, hebben een stukje „Mokum" gemaakt.
Het Rembrandt-plein op de versierde binnenplaats.
DE AANKOMST IN DE RESIDEN
TIE van den dirigent Furtwangler,
die voor het eerst sinds eenige jaren,
weer naar Holland gekomen is.
ENGELAND'S GROOTSTE VLIEGTUIG maakt proefvluchten. Dit toestel weegt 20 ton en heeft een kruissnelheid van
160 mijl. Het is liet eerste van een serie van 14 machines, die voor de Imperial Airways gebouwd wordt.
Het vliegtuig te Hamble.
Uit het Engelsch van
LOUIS TRACY.
Vertaald door MR. M. A. KWITSER.
43)
En hij vergiste zich niet. Met Stump
kwamen Abdur Kader, zes matrozen van de
Aphrodite en een aantal goed gewapende
Arabieren en negers. Nog voor zij elkaar
ontmoetten, zag Royson, dat twee Arabie
ren terugrenden naar het kamp en na de
eerste hartelijke gelukwenschen verklaarde
atumpde haast van deze boden.
't Is hoofdzakelijk vanwege juf-
F°uw, Fenshawe, zei hij. Ze schrok mera-
keis, toen de sheik binnen viel!
HOOFDSTUK XVI.
Hoe drie wegen samenkwamen.
.De ontmoeting van Irene en Dick had
mets méér dan het hartelijk karakter, dat
onder deze dramatische omstandigheden
de, hand lag. In de algemeene opwin-
omg scheen het tot niemand door te drin-
u Eoyson wel uitgeput moest zijn.
vil 111 twee nachten en drie dagen
tanvos seen dicht gedaan. Hij had
Jrr, "S mijlen door de woestijn afgelegd
h»iH schaarsch voedsel en had een korten,
J ,®1. doch dood-vermoeienden strijd
gestreden tegen een dozijn tegenstanders.
De oude heer vroeg hem te gaan zitten
en zijn avonturen te vertellen, terwijl hij
den maaltijd gebruikte, welke voor hem en
Stump gereed gemaakt was, zoodra hun
kameelen in de verte gezien waren.
Nog steeds omklemde Dick half onbe
wust het gebroken, bebloede geweer. Er
waren bloedvlekken op zijn kleeren, die ge
scheurd waren door de kogels, welke hem
gewond hadden of zijn huid geschramd.
Fenshawe's scherpe oogen trokken een
snelle conclusie uit deze onmiskenbare tee
kenen en hij vergat in zijn bezorgdheid, dat
Irene er bij was.
Goede genade, man! riep hij, je ziet
er uit alsof je in den oorlog geweest bent.
Hebben die schurken je toch aangevallen!
Ben 1e gewond?
Neen. zei Dick, In een stoel zinkend,
en moeite doend om op gewonen toon te
spreken. Ik ben niet bezeerd alleen
een heel klein beetje moe dat is alles.
Irene vloog naar hem toe. Ze nam den
bebloeder) geweerloop uit zijn verslappen
den greep en begon zijn uniformkraag los
te maken.
Ziet u niet dat hij bijna flauw valt?
vroeg ze verwijtend. Breng wat brande
wijn en kouel water, vlug! O Dlck, liefste,
weet je zeker dat je niet gewond bent?
Dick glimlachte flauwtjes.
Ik ben heelemaal ongedeerd, fluisterde
hij. Ik geloof dat ik een hartkwaal heb,
Irene. Heb je In twee nachten en een dag
niet gezien, snap je!
Hij moest wel een beetje ijl in zijn hoofd
zijn. dat hij zoo tegen haar sprak, waar
haar grootvader bij stond. Mr. Fenshawe,
die zich de verlegenheid van het meisje den
vorigen dag herinnerde, dacht er waar
schijnlijk het zijne van, maar hij zei niets.
Een tamelijk plotselinge ongesteld
heid, zei Fenshawe tegen Stump, met een
plagenden glimlach naar Irene.
De verbazing van de beide mannen over
de manier, waarop de beide jongelui elkaar
behandelden, was niets, vergeleken bij de
sensatie, die Royson veroorzaakte, toen hij
wat soep had gegeten, en in staat en be
reid was eer te bewijzen aan wat steviger
voedsel en wat meer los te laten.
Ik had een tamelijk levendig verschil
van meening met een aantal Hadendowas,
verklaarde hij, in antwoord op een vraag
van Fenshawe, het was kort maar krach
tig, en het is een wonder, dat ik er feitelijk
zonder een schram ben afgekomen. In
leder geval loont het nu niet de moeite
van een uitvoerige beschrijving, omdat ik u
iets van oneindig grooter belang te vertel
len heb. Mag ik vragen, mijnheer, of u fo-
tographleën van den papyrus hier hebt?
Ja. Ze zijn in irjjn tent. Zal ik ze
halen?
Alstublieft. Ik geloof, dat lk nieuws
heb, dat u zal Interesseeren.
Een vraag voor ik ga. Abdur Kader
zeide, dat de Italianen de Bron van Sulei
man weer hebben verlaten. Hebben ze den
schat gevonden, denk je?
Neen, sir. Integendeel. Ik geloof, dat
lk dien zelf gevonden heb, en als lk me
niet vergis, zijn mevrouw Haxton en de ba
ron, te oordeelen naar wat kapitein Stump
me verteld heeft, nu al een goed eind op
weg naar de juiste plaats, als ze die niet
bereikt hebben.
Wat heb ik u gezegd, miss Irene? viel
Stump woedend uit. O, hij is slim, die
baron. Ik had hem in de gaten, toen hij
zich gisteren uit de voeten maakte. En mrs.
Haxton ook! Een fijn stel!
De oude heer Fenshawe kwam spoedig
terug. Hij spreidde tien photografleën voor
Royson op tafel uit. Er was een in tien
deelen verdeeld getypt stuk bU.
Dat Is de Engelsche vertaling, legde hU
uit. Elk genummerd gedeelte correspon
deert met hetzelfde cijfer op een photo.
Het vergemakkelijkt de vergelijking.
Dick bekeek gretig de vertaling. Het eer
ste stukje papyrus luidde:
„In het zevende j aar van de regeering van
den beroemden Keizer Caius Julius Caesar
Octavianus, heb lk, Demetriades, de zoon
van Pelopidos, koopman te Syracuse, in
dien tqd handelaar in ivoor en huiden te
Alexandrië, dwazelUk mU'n waren in die
stad verlaten, en nuj aangesloten bij het
legioen, dat uit Egypte gezonden werd om
het volk van Saba te onderwerpen".
HU zag dat de letters van het woord
„zeven" ln den Griekschen tekst niets bU-
zonders vertoonden en denzelfden regel-
matigen afstand tot elkaar hadden als
alle letters in de schriftuur. HU las zorg
vuldig verder, tot hü kwam aan de eerste
plaats in den papyrus, waarin de „Vijf
Heuvels", genoemd werden en hU merkte
onmiddellUk dat de letters van het woord
„Pente" (Vijf) dicht opeengedrongen ston
den. Dit telwoord wordt in het Grieksch
met vUf letters geschreven; het woord
„Hepta" (zeven) echter maar met vier,
daar de „H" wordt aangegeven door een
teekentje boven den eersten klinker.
Dit ln-elkaar-schrUven van „Pente"
kwam regelmatig voor overal waar het
woord in verband met het aantal heuvels
voorkwam! Deze eigenaardigheid was te
opvallend om zonder beteekenls te zyn. De
voor-de-hand-liggende verklaring was, dat
overal „Hepta" was uitgewischt en „Pente"
er voor in de plaats gezet, om zoo van de
Zeven Heuvelen er Vijf te maken! Het be
drog was niet gemerkt, omdat de Grieksche
tekst overigens volkomen onbedorven was.
De hiëroglyphen in cartouches, waarvan
von Kerber erkend had, dat hU er in had
geknoeid, gingen Royson boven zyn pet!
Hij was verdiept in deze eigenaardige be
vestiging van zU'n vermoedens en zoo vol
vuur toen hij van het vreemde toeval ver
telde, dat Abdur Kader er toe had gebracht
om den naam van de Bron van Mozes te ver
melden en te verklaren, dat hU den klim-
menden toorn op mr. Fenshawe's gezicht
niet merkte, dat hU toevallig den ver-
ontwaardigenden klank in de stem van den
ouden man hoorde, toen deze een bediende
beval den sheik te roepen. Toen zei één
blik op het gezicht van den heer hem, welk
onheil hU had aangericht! De beleedigde
millionnair en oudheidkenner zou zich door
een nauwkeurig persoonlyk onderzoek van
de oase bU de Bron van Mozes willen over
tuigen, of von Kerber hem inderdaad op
het laatst nog bedrogen had.
Ofschoon de expeditie zich op Italiaansch
grondgebied bevond, ofschoon hU wist dat
een stam vU'andige Arabieren reeds rond
zwierf aan den rand van het kamp, of
schoon Irene's aanwezigheid het noodzake-
lUk maakte, geen aanval te riskeeren, die
waarschUnlUk dien avond ondernomen zou
worden; de waanzinnig makende verden
king, dat de falsaris, die hem bedrogen
had, de kroon had gezet op zün handige
schelmenstreken door de plaatsaanduiding
van den schat ten eigen behoeve te verval-
schen woog nog zwaarder dan al deze over
wegingen.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).