Van drie witte bokken De duif, die muziek maakt in Den Haag te logeeren voor haar, nu alles er zoo feestelijk uitziet in de winkels. Ja, sjoelbakken blijft altijd een leuk spel. Hartelijke groeten aan allen. Nellie en Ella Meinema. Beiden hartelijk welkom. Ja, als jullie toch de raadsels op losten is het ook leuker, deze in te sturen. Ik ben ook benieuwd, of je me in je vol genden brief vertellen kunt over het smul len vanje begrijpt me wel. Leendert Ravensbergen. Je gaf me weer heel wat te lezen. Nu, dat doe ik graag hoor. Je anekdoten kan ik op een na, (van ae vechtpartij), gebruiken. Nellie Kramp. Ja, op prijsraadsels zijn alle kinderen „dol". Geen wonder. Dit is een aardig raadsel, wel bedankt. Rietje de Nobel. Het spijt me, dat het nu zoo'n duur raadsel voor je werd. Stuur maar zooveel mogelijk in met je vriendin samen, in één enveloppe. Annie Klos. Van mijn feestdag raad je goed. Speel je met Johan vaak tafeltennis, en spelen jullie dan ongeveer gelijk? Annie van der Vos. Voor prijsraadsels heb je natuurlijk graag wat moeite over. Maar, voor de gewone raadsels ook; dat heb ik al meermalen kunnen merken. Alida van der Holst. Het was juist zoo leuk met het kringraadsel, dat je met elk vol gend woord het vorige kon controleeren. Anny Bekooy. Wat moet jij veel goede familie, kennissen en vriendinnen om je heen hebben, dat je zooveel hebt gekre gen. Ik wist niet, wat ik las. Lectuur heb je genoeg tot je volgenden verjaardag! Het is al weer een heerlijke dag voor je ge weest- - j Ali Verschoor. Ik begreep al met, dat je er vorigen keer niet bij was. daar je vrien din Trijntje ook nog over jou schreef. Nu heb je dit raadsel voor me opgelost! Corrie van Weizen. Zoo. klein vrouwtje; al ben je nog klein, je brief was fijn! Je mapr ook geregeld, alleen de raadsels rn- sturen, als je een brief nog wat moeilijk vindt. Rie Smittenaar. Dus- de prijsraadsels zijn je goed bevallen. Wat beteekent toch altijd dat streepje door de 2 t's in je naam? Wil je ook dit raadsel voor me oplossen? Annie van Strien. Hartelijk welkom in onzen kring. En bij een raadselnichtje past een Tante, hoor. Je bent dus bij de groo teren. Zet je steeds je leeftijd onder de raadsels? Jo Drabbe. Het lijkt me voor jou even ver, naar Bur. L. D., of naar de Wasstr. En nu is je raadsel er, zooals je ziet! Schiet je op met den nieuwen zwemslag? Janny van Groeningen. Goed geraden van mijn verjaardag. Van Tinl heb ik de raadsels ook ontvangen. Alida Stikkelorum. Wat een knapperd, om alles op te lassen. En ik denk, dat het overal zoo goed gaat, ook op school en Zondagsschool; dat heb ik wel uit je brief jes kunnen merken. Jan Bronsgeest. Ja, de krantenman zal het wel weer aan de kinderen merken Za terdag, dat er prijsraadsels zijn! Cobi Lindhout. Ik hoop dan een gezelli- gen „gym"-brief van je te ontvangen vol genden keer. Drietal van Akker. Natuurlijk hoop ik hetzelfde als jullie voor een prijs. Maar het lot kan nu eenmaal niet allen aan wijzen! En volgenden keer weer een lan- geren brief graag. Greetje Brussee. Welkom, nieuw raadsel nichtje. En ik ben dan je „Tante" he! Elke week trouw insturen is mij het liefste, dat begrijp je. Riete Scheer. Dank voor je aardige raadsels; ik hoop er gauw eens een van je te plaatsen. Jannie van Blezen. Jammer van verleden week; gelukkig geen ernstige reden. Ja, ik miste je dadelijk; dat gaat zoo met trouwe nichtjes. Weer mijn beste wenschen. Sary Akkerman. Wat heb jij veel op gelost; het gaat je goed af. En nu niet ziek worden, nu het groote feest op til is! Elly Hartman. Jij ook hartelijk welkom. Dat was een goed begin, net met prijs raadsels. Je mag met je broer in één en veloppe insturen, als je het makkelijker Vindt. Jannie Kop. Wat een schrik ineens met Prijna. Ik hoop, dat zij gauw opknapt. Je kunt allicht een leesboek voor haar lee- nen van school of van vriendinnetjes. Met loten blijft het altijd maar een kans. Houd je me nog eens op de hoogte? Prijna Kop. Hierbij een afzonderlijk woordje aan jou met mijn beste wenschen voor een spoedig herstel, en hartelijke groeten. Tini Rotteveel. Dat was een prettig be richt, en nu hoop ik, dat het goed vooruit zal gaan. Matthy van Leeuwen. Wat vertel je me daar, je bent gelijk met mij jarig? Dat zal ik goed onthouden, hoor. En je hebt met je oplossingen laten zien, dat je „bekwaam" genoeg bent voor de grooteren. Piet Eradus. Jammer, dat je maar 1 raadsel hebt, nu kan ik je naam niet on der „Goede oplossingen" plaatsen. Je ver gat zeker het tweede op te schrijven. De keeren, die je meedoet, ben je welkom; ik begrijp, dat je het erg druk hebt. Marianne Immink. Ja mag weer raad sels insturen, na Nieuwjaar mocht het al weer. Dan zul jij goed thuis raken in spreekwoorden. Willy Corbijn van Willenswaard. Ook hartelijk welkom in onzen raadselkring. Ik moest even studeeren op je naam; ik zal hem goed onthouden, enhoop hem vaak aan te treffen. Bep en Wim Nieboer. Helaas fouten in jullie oplossingen, je ziet het wel. Dan maar weer gehoopt op een volgenden keer. Arie Samsom. Nu komen mijn gelukwen- sehen voor je verjaardag wel erg achter aan; ik wist het niet. Nu kun je dus lee- ïen, lezen, spelen en smullen! Truusje van Weizen. Natuurlijk mag je meedoen; je bent hartelijk welkom. Prettig, dat er weer meerdere nieuwe lingen bij zijn; ik hoop. dat nog velen dit voorbeeld zullen volgen. Alle kinderen tus- schen 7 en 16 jaar, bij wie thuis het Leidsch Dagblad gelezen wordt, zijn wel kom. Nu weer gewoon insturen tot Dinsdag morgen 9 uur, aan Bur. Leidsch Dagblad, of aan mijn adres: Wasstraat 5. Tot de volgende week. Allen hartelijk gegroet door jullie Raad seltante. Mevr. M. J. BOTERENBROOD. Eens woonden er in Sprookjesland drie spierwitte bokken, die alle drie Sik heetten. De eerste was een heel klein bokje, de tweede was een middelsoort bokje en de derde was een heel groote en dikke bok. Eens op een dag besloten de drie bok ken, naar de wei te gaan om te grazen, want ze wilden graag rond en dik worden, vooral de twee kleinsten. Maar om de wei te bereiken, moesten ze over een hooge brug en vlak naast die brug woonde een booze, booze dwerg. Zijn oogen waren zoo groot als ontbijtbordjes en zijn neus was zoo lang als een bezemsteel. Daarom waren alle bewoners van Sprookjesland doods bang voor hem! „Maar ik ben niet bbang", bibberde het kleinste bokje, dat Sik heette. „Ik b....ben ook niet b....bang!" klapper tandde het middelste bokje, dat Sik heette. „En ik heelemaal niet!" blufte de groote, dikke bok, die Sik heette. Toen gingen ze, een uurtje na elkaar, op weg naar de brug. Het kleinste bokje ging eerst en de plan ken van de brug kraakten een beetje, toen het er over liep: trippel, trippel, trappel! Daar kwam de booze dwerg uit zijn huisje gestoven en hij riep „Wie loopt daar zoo vreeselijk brutaal over mijn brug?" „Ik ben het, het kleinste spierwitte bokje, dat Sik heet! Ik ga naar de wel om te grazen". Grapje van de Chineezen. m m „Wacht even", zei de dwerg, „dan eet ik je op!" „Wacht even, dan eet ik je op". „O nee, nee, lieve dwerg! Ik ben heusch niet de moeite van het opeten waard. Wacht liever, tot ik groot en dik geworden ben!" De dwerg was een beetje dom en daarom zei hij: „Nu goed, dan zal ik een uurtje wachten, maar langer niet hoor, want ik China is hét land van de grapjes, zoo als je misschien wel weet. Allerlei dingen, waar wij nooit aan zouden denken, worden daar uit pure aardigheid gedaan. En daar om is er steeds iets bijzonders aan de hand. Heel bekend zijn ook de vele klok kenspelen in China en de verschillende soorten van muziekdoozen, die door de wind in beweging worden gezet. Maar het allerleukste is wel de Chinee- sche gewoonte, om een troepje duiven ieder een verschillend afgestemd fluitje aan den staart te binden. En je moet de kinderen zien lachen, als een heele vlucht over de daken scheert en ze dus gratis concert hebben! Hierbij zie je een duif met zijn fluitje. Leuk hè? heb een verschrikkelijken honger. Kom je gauw terug?" „Ja, ja, heel gauw!" riep het kleinste bokje en het holde weg, zoo hard het kon. Na een uurtje kwam liet middelsoort bokje, dat Sik heette. Het rende over de brug, zoodat de planken hard begonnen te kraken: bom, bom, bomberdebom! Daar kwam de booze dwerg uit zijn huisje ge- stoven en hij riep: „Wie loopt daar zoo vreeselijk brutaal over mijn brug?" „Ik ben het, het middelsoort spierwitte bokje, dat Sik heet. Ik ga naar de wei om te grazen". „Zoo, zoo", zei de dwerg, die een beetje dom was, „ga je nu alweer grazen? Ik vind anders, dat je al aardig dik begint te worden!" Hij dacht dat het kleinste bokje zoo hard gegroeid was, verbeeld je! „O. maar ik wil nóg dikker worden", zei het middelsoort bokje. „Wacht even, want ik wil je opeten", riep de booze dwerg. „O, nee, nee! Dat zou heusch de moeite 1 niet waard zij-n! Laat me eerst nóg een uurtje grazen, dan ben ik veel grooter en dikker", riep het bokje, „je ziet toch wel, hoe hard ik in dit eene uurtje gegroeid j ben?" „Ja, dat is waar", zei de dwerg, „nu. ga I dan nog maar wat grazen, maar denk er f aan, dat je gauw terugkomt, want ik heb een verschriikkelijken honger!" „Ja, ja", riep het middelsoort bokje en het holde weg zoo hard het kon! Na een uurtje kwam de grootste bok, I die Sik heette. Hij rende over de brug, I zoodat ze bijna instortte, zoo vreeselijk kraakten de planken: boem. boem, boem! Daar kwam de booze dwerg 'uit zijn huisje I gestoven en hij riep: „Wie loopt daar zoo] vreeselijk brutaal over mijn brug?" „Ik ben het, de grootste spierwitte bok, I die Sik heet. Ik ga naar de wei om te grazen". „Zoo, zoo", zei de dwerg, die meende dat] het middelsoort bokje zoo hard gegroeid] was, „maar ik vind anders, dat je nu meer] dan groot genoeg bent! Kom maar gauw| hier, dan zal ik je Opeten!" „Daar ben ik al", zei de bok. En hij viel] met zijn vreeselijke wapens den dwerg aan en gooide hem pardoes over zijn eigen] brug heen in het water. De booze dwerg I verdronk jammerlijk en voortaan kon| iedereen veilig over de brug gaan!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 18