Prins Bemhard te Amersfoort - Averij door den storm - De R.A.I. LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Het Rad der Fortuin 78sfe Jaargang FEUILLETON DE ITALIA AN SCHE KROONPRINS nam deel aan een wilde zwijnen jacht in de buurt van Napels. Het jachtgezelschap, met in het midden kroonprins Umberto, bij den buit. HET ENGELSCHE MARINE TANKSCHIP „War Bahadur", heeft het bij den laatsten storm op den Atlantischen Oceaan zwaar te verduren gehad. De torpedojager „Wolverine" heeft het schip ge- escorteerdi naar Plymouth. Een vernielde reddingboot van het schip. DE OPENING VAN DE 26e INTERNATIONALE AUTOMOBIEL TENTOONSTELLING in het R.A.I.-gebouw te Amsterdam. Een glazen auto, welke den bezoekers op duidelijke wijze het interieur laat zien. Uit het Engelsch van LOUIS TRACY. Vertaald door MR. M. A. KWITSER. 40) Ze zagen over een smalle vallei In een breede en diepe laagte, waar een boschje van palmboomen en dichte plekken sayall- ■struiken onmiddellijk de aanwezigheid van een oase verrieden. Ze konden duidelijk de sporen zien van pas overhoop gehaald puin en zand, waarin de onderzoekers blijkbaar hadden gegraven. Maar de plaats was verlaten. Man noch paard, kameel noch tent stond op de plaats, waar de luchtspiegeling er zes-en-twintlg uur gele den talrijken had verraden. Royson was zoo verbluft over de ontdek king, dat hij geen blik afwendde van het verlaten kamp. Abdur Kader, die vlugger was dan hij in het lezen der teekens van de woestijn, wees op een stofwolk, die ln de stille lucht hing, ver in het Noorden. !?e Italianen zijn vertrokken, Effendi, sei hy. Misschien zochten ook zij naar een oase met vijf heuvels. Zie, ze hebben er een v»Mncien met stom geluk, want dit is de rtl'de heuvel op ongeveer twee kilo- an v5. a'stand van de Bron van Suleiman. we«en z«d onnaspeurlijk. Kan het )n, dat zij ontdekt hebben, wat gij zoekt? "oyson voelde een scherpen steek van te leurstelling. Hij stond op het punt Abdur Kader te zeggen, dat ze nu hun kameelen weer moesten opzoeken en naar de oase gaan, nu er nog voldoende licht was om de uitgravingen te onderzoeken, toen de sheik hem plotseling neertrok, want Dick had rechtop op een rotsblok gestaan om onbelemmerd te kunnen uitzien. Kijk, gromde hij. Er zijn er vier. En, bij de Heilige Kaaba, ze hebben kwaad in den zin! Royson's oogen waren goed, beter waar schijnlijk dan die van den Arabier, maar ze waren niet geoefend om met zoo nauwkeu rige juistheid bewegende voorwerpen te ontdekken. Toch bespeurde hij binnen en kele seconden de kappen van vier man nen. die over den kam loerden die het smalle dal van het breedere scheidde. Zij verdwenen, en terwijl Royson en Abdur Kader zich verdiepten in gissingen over de reden van deze spionnage, werden de kap pen weer zichtbaar, maar ditmaal hadden ze de regelmatige beweging, die kemeel- rijders kenmerkt. De vier hielden op den heuvelkam stil en wisselden teekens met anderen, die achter hen waren. Toen zet ten ze hun nadering voort. Ze waren vol ledig gewapend, ze droegen hun geweren over den zadelknop; en Dick zag dat hun mantels heel anders waren dan die, welke hij tot dusver had gezien. Hadendowas! mompelde Abdur Kader. Het zijn goede strijders, Effendi, maar ge boren dieven. En hoevelen rijden er ach ter? In geen twintig jaar heb ik Haden dowas ontmoet op dezen weg. De scherpe oogen van den Arabier waren onafgewend op den heuvelkam gericht. Weldra fluisterde hij weer: Misschien hebben ze ons niet gezien, Effendi. maar we moeten op hen voorbe reid zijn. Ga gij, en leid onze kameelen in die laagte daar. en hij duidde met zijn kin naar den voet van den heuvel aan de zee zijde. Ik zal er spoedig achter zijn, of wij het wild zijn, dat zij zoeken. Onze kamee len zijn van Bisharisch ras, terwijl de hunne Perzische zijn. dus kunnen we het altijd van ze winnen, als het tot een wed loop komt. Gij begrijpt, Effendi, zij komen van de Bron van Suleiman. Misschien is Hussein onheil wedervaren. Abdur Kader's raad was zoo ontegenzeg gelijk verstandig, dat Dick, hoewel met tegenzin, gehoorzaamde. Hij bracht de ka meelen naai- de door zijn metgezel aange wezen plaats, en vond zonder moeite een kloof, waarin ze verborgen waren voor de oogen van ieder, die den hoofdweg volgde. Weldra hoorde hij, dat de sheik hem snel achterna kwam. Hadden we nog een half langer op Hussein gewacht, dan zouden we nu reeds dood of gevangen zijn. Effendi, luidde zijn verrassend nieuws. Een blanke en bijna zeventig Hadendowas, geheel gewapend en met bagage kameelen aan den teugel, vol gen vlak achter de verspieders. Hussein en een ander, zijn bij hen, maar hun armen zijn geboeid, en ze zijn vastgebonden aan hun dieren. De giaour moge hij ver schrompelen berijdt mijn Bisharisch kameel. Toen begreep Royson bij intuïtie, wat er gebeurd was. Alfieri's onderzoek had niets opgeleverd. De Italiaansche commandant van het escorte, had geweigerd nog langer bij nutteloozen arbeid te helpen en was met zijn mannen Noordwaarts vertrokken. Alfieri, die zich nog steeds wanhopig aan een hersenschim vastklampte, had besloten te blijven en de wostijn af te zoeken tot zijn voorraden uitgeput raakten. En, op het keerpunt ln zijn onderneming, kwam Hus sein, de onbewuste bode van zijn mededin gers. Het feit, dat de Arabier gevangen was, sprak boekdeelen. Hij had gepoogd zich met Abdullah in verbinding te stellen, en de waakzame Italiaan had het doel van zijn komst gegist. De man was misschien gemarteld tot hij de verblijfplaats had be kend, niet alleen van Royson en Abdur Kader, maar van de heele expeditie. Er bleef slechts een ding over om te doen, en dat moest snel gebeuren. Op, schreeuwde hij, de kameelen voortsleurend naar een open ruimte. Rijd jij voorop en geef den pas aan. Wat wilt gij doen, Effendi? riep de sheik ontsteld. Ze zullen ons zien voor we vijfhonderd meter hebben afgelegd. Laten we den nacht afwachten! Op, zeg ik je, brulde Royson, den schouder van den Arabier grijpend met een stalen greep. Over tien minuten zullen ze merken, dat we ontvlucht zijn en zoo snel ze kunnen naar het zuiden gaan. Wat voor kans hebben wij om ze in deze streek, bij nacht voorbij te rijden? Onze eenige hoop is hen vóór te zijn. De Arabier begreep, dat hij zijn meester gevonden had. Hij klom in den zadel, sprak woorden, die niet in den Koran stonden, en zette zijn kameel tot een wil den galop aan. Royson, die zijn eigen lang- beenig rijdier nooit tot zulk een vaart zou hebben kunnen brengen kon het dier er gemakkeliijk toe brengen zijn makker te volgen. Zoo, rijdend als bezetenen, staken ze de hoogvlakte over, en hadde^i bijna de helling naar de wadi, waar zij den dag hadden doorgebracht, bereikt, toen een verre kreet tot hen doordrong. Het was onnoodig om te kijken, zelfs als dat bij hun dolle vaart mogelijk was geweest! Zij waren ontdekt, maar ze waren vóór! Zij vlogen den heu vel af, strompelden door de uitgedroogde bedding van eer. lang verdwenen rivier, en joegen de helling aan de andere zijde op. Toen ze den top naderden klonken vier ge weerschoten, en Dick zag drie kleine wolkjes stof en steenen opvliegen rechts voor hen, terwijl een witte spat plotseling zichtbaar werd op een donkere rots links. Vlugger, brulde hij tegen Abdur Ka der. Ze kunnen niet tegelijk rijden en schieten. In de volgende wadi zullen we veilig zijn. Span je in, vriend. Je belooning zal groot zijn! HOOFDSTUK XV. Een vlucht en een gevecht. Mrs. Haxton was den dag na Royson's vertrek uit het kamp voor dag en dauw op, maar ook Irene was geheel gekleed, toen de oudere dame naar haar tent kwam om te vragen, of ze haar even mocht spre ken. Irene had zich den vorigen avond heelemaal niet uitgekleed. Toen ze zich uit Dick's armen had losgemaakt was ze weliswaar terstond naar de oase terugge keerd, maar. ze had een stoel buiten gezet en zoete en angstige droomen gedroomd onder de sterren. Mrs. Haxton ging recht op haar doel af. Na eenige minuten wist Irene dat haar be zoekster geheel en al op de hoogte was van haar liefde voor Royson. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). DE PLECHTIGE INSTALLATIE VAN DEN NIEUWBENOEMDEN BURGEMEESTER VAN 's-GRAVENZANDE - mr. F. N. A. Schok king, zoon van Staatsraad Schokking. Do loco-burgemeester, de heer L. Schellevis, hangt den burgemeester den ambtsketen om Z.K.U. PRINS BERNn.VRD heeft gisteren een onverwacht bezoek gebracht aan de Rijschool te Amersfoort. Bij zijn vertrek neemt de Prins afscheid van de militaire autoriteiten.. ALLGRWEGE BLOEIT TE BATAVIA DE VLAGGENHANDEL. Een Inlandsche koopman vervoert zijn kleurige waar op de fiets, welk voor beeld aldra door tientallen anderen werd nagevolgd. ÓE EX-KONINGIN VAN SPANJE en haar dochter, de Infanta Christina, bij het vertrok uit Londen naar Rome,- waar zij de doop plechtigheid van den zoon van den Hertog en de Hertogin van Asturië zullen bijwonen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5