Een luchtsluis - Duitsch schip aan den grond geloopen en weer vlot gebracht LEiDSCH DAGBLAD Tweede Blad Hel Rad der Forluin 78sfe Jaargang FEUILLETON Uit het Engelsch van LOUIS TRACY. Vertaald door MR. M. A. KWITSER. 33) Irene schreef het briefje voor haar groot vader over. Ze maakte geen aanmerking. Misschien kookte haar eigen Engelsche bloed over den snorkenden toon van de be dreiging van den gouverneur. Stump's brief was pittoresk. Hij luidde: .A Y. Aphrodite, Breedte 15 gr. 10' N. Lengte 41 gr. 15' O. Mijnheer uw brief ontvangen. Zal handelen, zooals ik wenschelijk acht. Hoogachtend, JOHN STUMP. Kapitein. Toen het onaangename deel van zijn taak was afgeloopen, bracht de Italiaan- sche officier de beleefde groeten over van den commandant van de Cygno en invi teerde uit diens naam Mr. Fenshawe en de twee dames voor de lunch. Mr. Fenshawe bedankte beleefd onder het voorwendsel dat hij zijn reis niet wenschte te onderbre ken en de zeeofficier keerde naar zijn «chip terug. De Aphrodite keerde haar neus weer naar den wind, haalde haar vlag neer en zeilde weldra met haar gewone vaart ver der. De Cygno hield op de kust aan. maar naarmate de dag voortging werd het steeds duidelijker, dat zij niet van plan was. het jacht los te laten, vóór de straat van Bab el- Mandeb was gepasseerd. Omstreeks vier uur ging de wind liggen en werden de machines aangezet. Tegen den avond stak de wind weer op, maar sloeg om naar het Zuiden. De lichten van de Cygno waren duidelijk zichtbaar op ongeveer drie mijl afstand. Irene slaagde erin Royson enkele minu ten alleen te spreken. Von Kerber had, naar het scheen, haar grootvader over tuigd, dat Alfieri de betaalde handlanger was van mededingers-oudheidkundigen, die lont hadden geroken van den Sabaeïschen schat en erin geslaagd waren den steun van de Italiaansche Regeering te krijgen. Irene was overtuigd, dat de slechte behan deling die zij in Massoea hadden onder vonden, het besluit van den ouden heer om zijn tegenstanders tot eiken prijs te ver slaan, slechts had versterkt. Het vasthou den van zijn telegrammen, waarvan de ba ron hem verteld had, was de druppel, die den emmer had doen overloopen. Het jacht was op weg naar Aden, om hem in staat te stellen bij de Brltsche autori teiten een klacht in te dienen, maar het zou onmiddellijk daarna naar Somali- land vertrekken, waar een karavaan zou worden verzameld, waarmee de Italiaan sche grens zou worden overschreden. Dick merkte op, dat Irene geneigd was, de zaken hun loop te laten. Hij was het (alleszins begrijpelijk) met haar eens, want hij was vijfentwintig en verliefa! Hij pijnigde zijn hersens af om een voorwendsel te vinden om over ringen te beginnen, maar zijn ver nuft liet hem in den steek, Irene op het dek van haar grootvader's jacht verschilde in vele belangrijke opzichten van het sidde rende meisje, dat zich aan hem vastge klemd had tijdens dien gelukzaligen tocht den vorigen avond. Royson had de morgenwacht van vier uur voormiddag tot acht. Stump voegde zich kort na zonsopgang bij hem en scheen bezorgd over de juiste plaats van het jacht. Voor zoover Diek op de kaart kon nagaan, waren ze in veilige wateren; niettemin was de dikke schipper niet tevreden voor de hoogere piek van Dzjebel Aduali in zicht kwam. duidelijk gescheiden van Dzjebel Ash-Ali met het eiland Sanabor in het Westen. Een vuurtoren op het vasteland wierp hun telkens een helderen straal toe, tot de opgaande zon die waarschuwing overbodig maakte. De Cygno achtervolgde hen nog steeds, varend met halve kracht, maar Stump had geen oog voor het oorlogsschip. Een lage heuvel met twee toppen schoof zich tusschen de hooge Dzjebel Aduali en het schip. Toen zijn kam den top van den verderaf liggenden berg sneed, veranderde Stump scherp van koers. Tot Royson's verbazing wendde het jacht zich recht naar het Westen en zette koers naar de punt, waar een half uur tevoren de vuurtoren had geschitterd. En nu hield Stump in plaats van voor zich uit te kijken zijn kijker onafgewend op de Cygno gericht. Een rookwolk uit de pij pen van de kanonneerboot deed zien. dat ze de nieuwe richting van de Aphrodite had opgemerkt en van plan was die meer van nabij te beschouwen. Ze had een paar mijlen in te halen en haar neus zwaaide naar het Zuid-Westen; ze zette koers naar de baai, waarheen het jacht stoomde. Beide vaartuigen voeren bijna een uur langs con- vergeerepde lijnen voort. Toen waren ze nauwelijks een mijl van elkaar verwijderd. Plotseling wendde Stump de Aphrodite om, tot ze weer in haar ouden koers lag. Kort om, na op de meest duidelijke wijze koers naar het land gezet te hebben, hield hij nu weer op Straat aan. Deze navigatie verbaasde blijkbaar het Italiaansche vaartuig, maar Royson en de man aan het roer en de wacht, die bezig was het dek te zwabberen, waren niet min der verwonderd over de zonderlinge afdwa lingen van hun schip. Plotseling' klonk zwak het geloei van een sirene over de golven. Stump grinnikte triomfantelijk. Hij heeft 'em gevonden, brulde hij, terwijl zijn stem in heeschheid wedijverde met den verwijderden misthoorn. Ik laat me hangen als die Dago niet zoo verdiept was met mijn fratsen na te bootsen, dat hij het gedaan heeft! Wat gedaan. Sir? vroeg Dick, die merkte, dat zijn hooggeachte chef in een vrooüjke stemming was. Zijn verduivelde Cygno op de Scylla Bank laten loopen. Verdraaid, ik dacht wel, dat hij het doen zou. Hoor hem eens, want een nieuwe jammertoon van het wanhopige oorlogsschip drong tot hen door. Hij zit zoo vast. alsof 'hij d'r aan vastgelijmd zat. Hij zal zijn heele bunker en een kanon of wat overboord moeten gooien, vóór hij eraf komt. Ze hebben mij verteld, dat Cygno „zwaan" beteekent. Ik ben benieuwd, wat „eend" in het Italiaansch is. Ga het Tagg vertellen. Zeg dat-ie direct boven komt, al was het alleen maar terwille van de ouwe tijden. Royson wekte den eersten stuurman en bracht hem de boodschap van den schipper over. Tagg kwam, zijn oogen uitwrijvend aan dek. Hij keek naar de Cygno, hoorde haar droef getoeter en nam langzaam de omgeving op. Wel, de hemel sta me bij! grinnikte hij; ik wil geen ouwe koeien uit de sloot halen, kapitein, maar is dat niet, waar u de „Ocean Queen" op hebt laten loopen?.. Allemachtig, gromde Stump. Een heele maand zaten we daar vast, hé, Tagg? Gooi den twee duizend ton beste Cardiff over boord en moesten er toen nog door een voorbijkomend schip af worden gesleept. Wel, atjuus. zwaan! Ik zal je in Perim rap porteeren. En denk erom, pas goed op onze brieven! Het zou Jammer zijn, als de gou verneur ze niet op tijd kreeg. Jandorie, ik heb nooit gedacht, dat de „Ocean Queen" me nog zoo'n dienst zou bewijzen! Ze kostte me mijn baantje en bijna mijn diploma, maar ze heeft het vandaag goedgemaakt. Ga mee. Tagg, we zullen een oorlam nemen en drinken op de ouwe, rotte kast, die ons het heeft doen winnen van die bretale Ital- jaan. Bij mijn ziel. wat zal Becky een pret hebben, als ze het hoort! En het tweetal daalde naar beneden af om te genieten van het edele vocht, dat de grondstof levert voor de bereiding van een oorlam, terwijl de Cygno haar jammer uit- blaatte tegen doovemans ooren. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). HET iS IN DEN WINTER NOODZAKELIJK dat op de landerijen in de Beemster en andere polders de afwatcringsgreppels, welke ïn den zomer dichtgroeien, open gemaakt worden. Dit geschiedde vroeger met de hand. Thans gebruikt men een greppelploeg. NIET BANG. STANDBEELD VAN WIJLEN KONING GEORGE V, Dit meisje, op de golfbaan te Cannes, moet wel groot vertrouwen ge naakt door den beeldhouwer William Mac Millan, dat hebben in Maurice Chevalier's golf-c'apaciteiten. geplaatst zal worden in Calcutta. DE TELEFONISTE die gestation- neerd is in het Paleis Soestdijk cn het eerste de blijde gebeurtenis „wereld kundig" zal maken, is mej. Greetje Schrijvers. OP DE FUNDEERING van het ventilatiegebouw voor de Maas tunnel is een soort luchtsluis geplaatst, waardoor de arbeiders, die onder het betonnen blok moeten werken, moeten passeeren. In de luchtsluis worden zij aan den ondergrondschen luchtdruk gewend. HET DUITSCHE STOOMSCHIP HET PLAATSEN van GNEISENAU", - gistermorgen na- borden v00r „enriehtingver- bij Hansweert aan den grond geloo- pen. Sleepbooten hebben het schip keer op den Rijksweg langs vlot gesleept. het Paleis Soestdijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5