Prins Bernhard maakt auto-tocht - Brug bij Waddinxüeen LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Hef Rad der Fortuin 78sfe Jaargang HU*** f £21 FEUILLETON DE BATTERIJ TE BAARN, welke de schoten zal lossen bij het vernemen van het bericht van de blijde gebeurtenis. Onder leiding van ie-luitenant van der Enne worden de kanonnen schoon gemaakt. IN AFWACHTING. Jeugdig medeleven met de komende blijde gebeurtenis in het Paleis Soestdijk. IN DE BAAI VAN AMBON stortte de Dornier 10 bij de daling bij het maken van een bocht op ongeveer 50 meter van het strand neer. De vier inzittenden, een officier en 3 onderofficieren, werden gewond. Vele Inheemschen snellen toe om de D 10 naar den wal te sleepen. PRINS BERNHARD maakte gistermiddag voor het eerst na zijn herstel een autotocht in de omgeving van Soestdijk. Z.K.H. Prins Bernhard bij het verlaten van het Paleis. ALS VOORBODEN VAN DE LENTE plegen lammeren al vroeg ten tooneele te verschijnen. Dat er echter in begin Januari al een welgescha pen drieling is geboren, mag wel een unicum genoemd worden. Ma en haar kroost bij een landbouwer te Haastrecht. DE-NIEUWE BASCULE-BRUG over de Gouwe nabij Waddinxvccn, in den nieuwen verkeersweg den Haag- Utrecht nadert de voltooiing. HEVIGE KOUDE IN ITALIË zooals sinds lamg daar niet is voorgekomen. Een bevroren fontein in Home. Uit het Engelsch van LOUIS TRACY. Vertaald door MR. M. A. KWITSER 31) Hij wees naar de deur. Moeizaam adem halend zonk mevrouw Haxton in een stoel Alfieri vouwde zijn armen en staarde naar den gouverneur met oogen, die fonkelden onder de zware wenkbrauwen. U bent de vertegenwoordiger van Italië, zei hij, zich hevig inspannend om bedaard te spreken. Ik doe een beroep op u om die vrouw gevangen te nemen, opdat ze met haren medeplichtige berecht kan worden. Als je niet onmiddellijk en zonder een woord naar de gang gaat. zal ik de wacht roepen om je er met geweld heen te bren gen, riep Marchetti. Alfieri ging met een woest gebaar naar buiten. Zijn Excellentie boog voor zijn be zoekster. Twee minuten, mompelde hij. De wijn op tafel Is Capri. Die zal u goeddoen na dit wat opgewonden onderhoud. Maar mevrouw Haxton dronk geen wijn, toen de gouverneur Alfieri gevolgd was. Ze beet op haar lippen en balde de handen, in een wanhopige poging om kalm te blijven. De twee minuten van den gouverneur werden er tien. Toen kwam hij haastig al leen terug. Hij scheen niet op zijn gemak, hoewel hij vlot genoeg sprak. Ik doe een ernstigen stap. signora, zei hij. maar ik voel, dat de bijzondere omstan digheden dien rechtvaardigen. Ik heb ba ron von Kerber in vrijheid gesteld. Hij wacht nu op u, en het zal me een groote eer zijn u naar uw rijtuig te geleiden. Toch verzoek ik u, ernstig naar mij te luiste- ren.-Ik heb hem gezegd, wat ik u nu zeg deze onderneming moet u opgeven. Niet al leen is het mijn plicht ze tot eiken prijs te verhinderen, maar dezen nacht nog ver trekt een expeditie naar de Vijf Heuvels. Dus, u ziet, u zult in ieder geval falen. De juiste plaats is bekend en signor Alfieri heeft een gewapend geleide. Ik herhaal het. u heeft gefaald. Mijn raad is: keer naar Engeland terug en help mij morgen om signor Fenshawe te overreden om de zaken te laten, zooals ze zijn. Als in een droom ging mrs. Haxton met Marchetti naar de binnenplaats. Daar vond ze von Kerber, die haar tegemoet snelde. U bent het dus, riep hij in het Engelsch. Ik dacht het al, ofschoon zij mij niets wil den vertellen. Vanavond heb ik als vriend gesproken, zei de gouverneur tot afscheid; morgen zal ik weer ambtenaar zijn. De alabeeyah ratelde over het plaveisel van het plein naar de poort. De koetsier wendde zijn paarden naar den zeekant. Neen, neen, riep mrs. Haxton. Rijd door den bazaar. Rijd langzaam. En in een adem legde ze von Kerber uit: We moeten Abdullah zoeken. Hij is ergens in de hoofd straat. Voor alles moeten we Abdullah zoe ken. Alfieri verlaat vannacht Massoea en hij gaat naar de Vijf Heuvels. Abdullah is onze eenige hoop. HOOFDSTUK XII. Stump gaat af op wat hij ziet. Na acht uur van droomeloozen slaap ontwaakte Irene tot een vage maar zalige overtuiging, dat je bed de behagelijkste plaats is, wanneer je lichaam pijn doet en de minste beweging hinderlijk wordt ge maakt door een geschaafde huid. En aan de beweging van het schip bemerkte zij, dat de Aphrodite in volle zee was, Zij druk te op een electrtsche bel. Ja, juffrouw, zei de kamenier op de tot haar gerichte vraag, we zijn al sinds middernacht op weg. Zoodra mrs. Haxton en baron von Kerber aan boord kwamen. Baron v. Kerber? onderbrak Irene haar ademloos. Ja, juffrouw. Hij kwam met mevrouw Haxton mee. Ik heb hem niet gezien, maar een van de hofmeesters vertelde me, dat de baron rechtstreeks naar mr. Fenshawe's kajuit ging en onmiddellijk werd het bevel gegeven om het anker te lichten. Ondanks haar pijnlijk lichaam kleedde Irene zich snel. Ze brandde van verlangen om te hooren, hoe von Kerber zijn vrijheid had terug gekregen en op welke nieuwe verwikkeling het onverwachte vertrek van het schip wees. Toen ze zich naar de brug haastte, was de eerste, dien ze ontmoette, Royson, en misschien zou een van de oude godheden van Memphis geheimzinnig ge glimlacht hebben, als hij het voorrecht had gehad den verraderlijken blos te zien. die op beider gezicht kwam Goeie genade, mr. Royson, zei ze, wat heeft dit te beduiden? Ik weet het niet, zei hij. Kapitein Stump en meneer Tagg hebben samen gezworen om me in bed te houden. Ik ben nog geen vijf minuten aan dek. Hebt u gehoord, dat de baron terug is? Ja, miss Fenshawe, dat wist ik gister avond al. Ik hoorde zijn boot de wacht aanroepen. Het is allemaal heel vreemd en ge heimzinnig, zei Irene, starend naar de pur peren bergen, die den Zuid-Westelijken ho rizon omzoomden. Het spijt me, dat we El Jaridiah niet hebben kunnen beloonen en ik had er mijn hart opgezet om Moti te koopen. Ik brand van verlangen om te hoo ren, wat er gebeurd is en waar we naar toe gaan. Van branden gesproken, mi'. Royson, kijk mijn polsen eens! Ze stak beide handen naast elkaar uit, de palm naar beneden. Royson merkte on middellijk op, dat ze een prachtigen mar- quisering droeg aan den middenvinger van haar linkerhand. Hij wist'niets van de be- teekenis van juweelen. Een gladde gouden ring aan den zoogenaamden ringvinger van een dame, kon hij thuisbrengen, maar hij had er geen flauw idee van, waar een ver lovingsring gedragen behoort te worden en hij trok de conclusie, dat het meisje er een aan had. Waarom had hij^ het nooit eerder opgemerkt, vroeg hij zichzelf af? Was het een wenk? Waarschijnlijk zou Irene zelf verbaasd zijn geweest te hooren, dat het vroeger de gewoonte was van ver loofde jongedames om hun geluk te toonen door een ring aan den middelvinger, terwijl zij, die vrij waren, maar bereid te huwen, het feit schuchter mochten aankondigen door een ring aan den wijsvinger Maar hoe het ook zij, Royson stond versteld op het gezicht van de schitterende diamanten. Ze knipoogden hem boosaardig toe, en hij stamelde: Ik kan u niet zeggen ,hoe het mij spijt! Irene liet haar handen zakken. Tenzij u scheel kimt zien, hebt u hee- lemaal niet naar mijn polsen gekeken, riep ze uit. Een bel luidde in de kajuit en ze snelde weg. Dick ging naar de kaart- kamer, waarvoor Tagg over de verschan sing voor zich uit hing te kijken. Dat heb je vlug gedaan, zei de eerste stuurman. Houd haar recht veertig graden Zuid bij Oost, tot de Oude boven komt. Als de wind gaat liggen, moet je hem roepen. Toen herinnerde Dick zich, dat Tagg hem had opgedragen te ontbijten vóór hij zijn dienst aanving. Hij zei niets, maar nam zijn plaats op de brug in. Tagg, die mank was. verkoos zich op het hoofddek te laten zakken, vanwaar hij naar de kleine kajuit hinkte, waar de officieren hun maaltijden gebruikten. Hij kwam onmid dellijk terug. Wat mankeert er aan? vroeg hij be langstellend. Je hebt niks gegeten. Voel je je ziek? Nee, o nee! Royson lachte en werd rood. Wat is er dan? Had je geen trek in koffie en spek na den fijnen kost aan land? De zaak is, dat ik miss Fenshawe ont moette en die hield me een paar minu ten op. Is dat een reden om niet te eten? Heelemaal niet. Ik e heb het werkelijk vergeten. Je ontbijt vergetenb Kom d'r af! Tagg klom als een aap naar boven. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5