STADSNIEUWS
Uit de geschiedenis
van het Leidsche Gymnasium
Prins Bernhard is weer thuis
WOENSDAG 5 JANUARI 1938
No. 23858
HET VOORNAAMSTE NIEUWS
VAN HEDEN
De Bilt
7 8 sie Jaargang
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
De voortzeiiïng der vroegere Laainscke School
Haar historie gaat terug tot
het begin der 14de eeuw.
Zijn ioesiand geeft in elk opzicht reden
tot groote tevredenheid
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
EERSTE BLAD
verwacht
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES:
50 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling
"Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijnj
per 3 maanden f. 2.35
per week ....ft: f.0.18
Franco per post f. 2:35 per 3 maanden portokosten.
(voor binnenland f. 0.83 per 3 mnd.>
Foto's Van Vliet.
Het Gymnasium aan de Douzastraat, dat een eeuw als
zoodanig dienst deed.
De heer A. J. van Rossum du Chattel,
ambtenaar aan het Gemeente-Archief
schrijft ons:
Eerstdaags zal het Gymnasium de
Doczastraat gaan verlaten ten einde
in een prachtig gebouw aan de Fruin-
laan zijn intrek te nemen.
Een schooner en doelmatiger geschenk
bij een honderdjarig jubileum is niet denk
baar, want op 11 Juli 1938 zal het een
eeuw geleden zijn, dat de Raad van Leiden
„gezien de voordracht van Curatoren der
„Latijnsche Scholen, betrekkelijk den zeer
„ongunstigen staat derzeive scholen, met
„aanwijzing der middelen hoedanig dezelve
„zouden kunnen worden verbeterd, door
„dezelve op een andere wijze in te rigten
„en in een Gymnasium te herscheppen,
„alsmede de grondslagen van zoodanige
„nieuwe organisatie, door Curatoren voor
noemd ontworpen, besloot de tegenwoor
dige inrichting te ontbinden."
Het honderdjarig bestaan vormt dus
een welverdiende lof voor het juiste in
zicht der toenmalige Curatoren en voor
het Stadsbestuur, dat op tijd de ba
kens verzette, gelijk men ook nu be
greep, dat dit gebouw voor den groei
en bloei van het gymnasiaal onder
wijs noodzakelijk was.
Het- ligt echter niet op mijn weg, leek
zijnde op het onderwijsgebied, hierop ver
der in te gaan.
Zooals men dus uit het bovenstaande
kan zien, is het Gymnasium een herboren
Latijnsche of Groote School, waarvan de
oorsprong in het grijs verleden verloren
gaat. Dat men is gaan spreken van Groote
of Latijnsche School vindt zijn oorzaak in
het monopolie, dat deze bezat om Latijn
te onderwijzen en ter onderscheiding dei-
particuliere of- bij-scholen.
Hoewel men wel mag aannemen, dat er
reeds vroeger een Groote School bestaan
heeft, vinden wij eerst in 1324 een aan
wijzing daarvan, hetgeen tegelijk bewijst,
dat het onderwijs te Leiden in goede han
den was.
Graaf Willem de Derde benoemde name
lijk Meester Andries, schoolmeester te Lei
den, tot secretaris van zijn dochter Mar-
garetha, terwijl in diens plaats aangesteld
werd Meester Nicolaas Marre, onder be
paling dat deze de voordeelen aan deze
school verbonden, met Meester Andries
deelde.
Schoolgekïregeihvg in de 14de eeuw.
Die voordeelen staan opgeteekend in de
keur van 1350, waarin reeds bepaald van
de Groote School gesproken wordt en al
dus luidt:
..Wie kint te Leyden te scole gaet, dat 3al
„de scoelmeestren gheven van sinre leringe
„jairlix 16 gt, als in boscen gaet ende niet
nog het volgende:
„Wie sine kint set tot enige scole, dan
„totte grote scole, buten oirlof der scoel-
„meestren, verbeurd also dicke als hl it
„dede 12 st."
In 1357 werd het recht tot het aanstellen
van schoolmeesters door Hertog Albrecht
van Beyeren aan de Stad geschonken. Bo
vendien gaf deze in 1358 „onse goeden lu-
„den van Leyden, dat erve dat die hof-
„grachte plach te wesen, streckende van
„den keremure an den ghemienen wech,
„die men te hove gaet, also breed alse be-
„hoeflic is tot ere scole".
In de keur van 1384 wordt de ligging
nogmaals aangegeven n.l. aan de noord
zijde van het kerkhof tusschen Herman
Willemsz. en de Vierschaar.
Het stedelijk bestuur droeg zorg voor het
schoolgebouw en d£ aangrenzende woning
der schoolmeesters.
Oorspronkelijk was het schoolgebouw
maar heel eenvoudig en bestond slechts
uit één verdieping zonder plafond, gedekt
met riet, terwijl uit de stadsrekening van
1392 blijkt, dat het hout van deuren en
ramen geteerd was. In een beschouwing
over de Latijnsche School zegt jhr. W. J.
C. Rammelman Elsevier dan ook terecht,
dat het veel weg had van een schuur.
Eveneens uit de keuren van 1384 ver
neemt men, dat het in een omtrek van 10
Prins Bernhard heeft hedenmorgen te negen uur het Burger-
ziekenhuis te Amsterdam, waar hij sinds 29 November werd ver
pleegd, verlaten en is in gezelschap van Dr. van Valkenburg
per auto naar Soestdijk vertrokken.
Het vertrek is vrijwel onopgemerkt geschied.
Van Dr. van Valkenburg kregen wij na het vertrek van den Prins
de volgende verklaring:
,,Z. K. H. Prins Bernhard is hedenochtend zonder eenige
stoornis verhuisd van het Burgerziekenhuis te Amsterdam
naar het Paleis Soestdijk.
De toestand van Z. K. H. geeft in elk opzicht reden tot
groote tevredenheid. Lichamelijk zijn de gevolgen van het
ongeval bijna geheel geweken. Psychisch is er van den
beginne af aan geen spoor van eenige afwijking geweest.
Niettemin brengt de aard van het ongeval, dat Z. E. H. ge
troffen heeft, mede, dat vooralsnog zekere beperkingen
moeten gelden, die in het bijzonder inspanning van
allerlei aard betreffen.
(w.g.) Dr. C. T. VAN VALKENBURG".
BINNENLAND.
Soest en Baarn bereiden zich op de feeste
lijkheden voor (3e Blad).
De Eerste Kamer acht een nieuwe Zondags,
wet noodig (3e Blad).
De uitbreiding onzer luchtmacht; groote
vliegtuigorder bij Fokker (Binnenland.
3e Blad).
Boerdcrijbrand in Winschoten: vijf paar
den en negen koeien in de vlammen
omgekomen (Laatste Berichten, le BI.)
Dreigende staking in het visscherijbedrijf
te IJmuiden (2e Blad).
De Prins, die tevoren reeds afscheid had
genomen van de doktoren, begaf zich he
denmorgen tegen negen uur, in gezelschap
van de directrice van het Burgersiekenhuis,
mej. Zr. A. A. Weijtlandt. naar de vestibule
van het gebouw, waar de zusters van het
ziekenhuis stonden opgesteld. Hier heeft de
Prins met een woord van dank voor de
goede verzorging en een handdruk afscheid
genomen van de directrice en de zusters.
Alleen vergezeld door dr. C. T. van Val
kenburg ging Prins Bernhard vervolgens
naar de voor den ingang van het zieken
huis gereedstaande auto. De Prins zag er
monter en zeer opgewekt uit en stapte zon
der eenige hulp in de hofauto, waarmede de
terugtocht naar Soestdijk werd gemaakt. Hij
nam plaats op de achterbank.
Buiten het hek stonden op het vroege
morgenuur slechts weinig belangstellenden.
Niemand had verwacht dat de Prins zoo
vroeg zou vertrekken.
Toen de auto wegreed, wuifde de Prins
nog eens naar de in den uitgang van het
ziekenhuis staande verpleegsters.
Langs de Oosterparkstraat werd naar de
Weesperzijde gereden, vanwaar langs den
Muiderstraatweg de terugreis naar Soest
dijk werd aanvaard Dit is dezelfde weg,
welken ook Prinses Juliana op Nieuwjaars
dag voor den terugkeer naar Soestdijk heeft
gevolgd.
Om tien minuten voor tien is de Prins
ten paleize Soestdijk aangekomen. Hij droeg
een grijs costuum en een donkerblauwe win
terjas en was blootshoofds.
In een langzaam tempo was de afstand
van het Burgerziekenhuis naar het Paleis
afgelegd. De tocht duurde iets minder dan
een uur.
De belangstelling voor het Paleis was
uiterst klein.
Eerst op het laatste oogenblik was beslo
ten. dat de Prins reeds vanochtend zou ver
trekken. Slechts enkele fotografen vóór het
ziekenhuis hadden het gezien en tijdenS
den tocht naar Soestdijk passeerde een auto
met eenige persfotografen de hofauto.
Zij waren vrijwel de eenigen, die voor het
Paleishek den Prins opwachtten.
Langzaam zwenkte de auto den Paleis
tuin in en stopte voor het bordes, dat naar i
den rechterpaleisvleugel voert.
De Prins maakte geenszins den indruk pas
uit het ziekenhuis te zijn ontslagen, inte
gendeel. frisch en vlug stapte hij uit den
wagen en beklom de stoep.
Enkele oogenblikken later was hij achter
de glazen deuren van den pas verbouwden
vleugel verdwenen.
Prins Bernhard was weer thuis.
BUITENLAND.
Een Engelsch witboek over Palestina (Bui
tenland, 3e Blad).
Sir George Perley, Canadeesch staatsman,
overleden (Buitenland, 3e Blad).
Duitsch vliegtuig neergestort. Zes dooden,
(Luchtvaart. 3e Blad).
Maryse Hiisz ongedeerd teruggevonden
(Luchtvaart, 3e Blad).
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN
EERSTE BLAD.
De depressie over Scandinavië
zal haar invloed ook over ons land
uitbreiden en dooi brengen met
Westelijken wind. Een nieuwe
daling, die bij IJsland verschijnt,
zal vermoedelijk dien dooi doen
aanhouden.
Het nieuwe gebouw aan de Fruinlaan, dat Zaterdag officieel
zal worden ingewijd.
roeden verboden was „ghienrehande boe-
„verie dair en binnen te doen, noch ghe-
„ruchte maken dair die rectoors bi ghehin-
„dert of die kinder in der scole bi ghe-
.stoort mogh worden".
Ir, 1421 werd de school vermoedelijk
reeds bouwvallig, verkocht aan Boudewijn
van Swieten, thesaurier van Holland. Voor
dit geld bouwde men een nieuwe school.
Gewoonlijk waren twee burgemeesters
met de loopende zaken belast, die tevens
de vacanties bepaalden; in buitengewone
gevallen besliste het college van de Ge
rechte en de Vroedschap.
Aanvankelijk werden zoowel rector als
praeceptores ieder afzonderlijk benoemd;
echter schijnt dit tot wrijving tusschen
rector en ondergeschikten geleid te heb
ben. zoodat men besloot den rector de
keuze zijner praeceptores over te laten.
Ten einde dc school te bevoordeelen,
werd het verboden elders dan bij toestem
ming van het Gerecht en den Rector,
fsdmlen te houden.
wat het onderlijs betreft, werden „boe-
eken van philoscphien" verboden. Verder
moesten de schoolmeesters er streng
op letten, dat de kinderen onderling La
tijn spraken, terwijl men met het oog op
de medewerking, die men verleende bij
godsdienstoefening en processie, den kerk
zang ijverig beoefende.
Tegen onrechtvaardige ouders werd de
Rector beschermd door de volgende bepa
ling: „Ende men sel den rector ghien
„moeynesse doen van enighe claghe, die
„men over hem claghen mochte van onbe-
„tamelike correxie of van cranklike leere
der kinderen etc."
Volgens de oyereenkouyst van 16 Maart
1393 werden als schoolmeesters aangesteld
Meester Bette van Delft en Meester Claes.
In 1399 vinden wij als rector Meester Jan v.
Haarlem, een medicus, die ook zijn prac-
tijk mocht blijven waarnemen. Hem wer
den twee schoolmeesters toegevoegd om de
kinderen te leeren „sonderlinghe haer
„puerilia ende haer cantum sodat dat cuer
koor) ende die scole in goede regi-
„ment bjiven".
Het stedeboek vermeldt in 1412 bij een
aanstelling van schoolmeesters, dat zij de
zelfde rechten betreffende vrijdom der ac-
cijnsen zouden hebben als de priesters Uit
hetzelfde stuk blijkt ook, dat de school
jeugd fünk te keer wist te gaan, zoodanig
zelfs dat om de orde te bewaren de rector
meermalen de stadsboden te hulp moest
■roepen.
Langzamerhand echter kwamen er steeds
meer particuliere scholen, waardoor de
Groote School in haar bestaan bedreigd
werd. Er verschijnen dan ook in 1515 en
1518 publicaties, waarbij het verboden
wordt kinderen van 7 tot 17 jaar naar bij
scholen te zenden. Men schijnt zich hier
aan weinig gestoord te hebben, want in de
publicatie van 26 Maart 1518 beklaagde de
j stadsregeering er zich aldus over; „Ende
„alsoe die voirs. ordonnantie zeer qualica
„onderhouden is geweest ende dat eenige
„van de poorteren ende inwoenders hoir
„kinders zetten in particuliere bijscholen,
.^eggende dat zij gheen 7 jaer oudt zijn.
„ende anderen zeggen dat hoir kinders 17
„jaren oudt zijn, anderen zeggen dat hoir
„kinders niet dan 's avonds nae die werc-
„klok in bijscholen en gaen, aen welcke
„beveijnsde redenen die schoelmeester van
„hoer loen. dat hem bij den voirs. ordon
nantie toegevoucht is. gepriveert zijn ende
„hem ofhandich gemaect wert., ende Gro-
,.ten Schole grotelicken bij verachtert
„wordt ende gescepen is geheel en al te
niet te comen etc."
We lezen dan verder, dat, indien de kin
deren toch de bijscholen bezochten, er bo
vendien schoolgeld voor de Groote School
betaald moest worden. Men verhoogde het
salaris van den rector en verbood den
schoolmeesters der bijscholen kinderen bo
ven 7 jaar te houden en den priesters om
Latijn te leeren op straffe van verbeurte
van vrijdom van accijnsen. Zelfs besloot
men in 1560, dat alle bijscholen moesten
ophouden te 'bestaan behalve die van
Meester Jan Sarrey en Pieter Bloccius,
welke 20 leerlingen mochten houden.
Toch werd er ook voor de arme kinde
ren gezorgd, want in een der talrijke keu
ren lezen wij, dat dezen kosteloos het on
derwijs mochten volgen.
Gelijk wij hierboven gezien hebben,
trachtte de stad door dwangmaatregelen de
Latijnsche School in stand te houden, ter-
De voormalige Latijnsche School
in de Lokhorststraat.
wijl men ten onrechte de oorzaak in de
particuliere scholen zocht.
De voornaamste oorzaken waren ech
ter het eenzijdige onderwijs en de
zich reeds uitbreidende hervorming,
want het Latijn en de koorzang bleven
steeds hoofdzaak. Het hielp dus alles wei
nig en in 1568 kwam het zelfs zoover, dat