Kruiser Javawederom in dienst gesteld - Groote graansilo Het Rad der Fortuin 78ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON DE STRIJD OM TERUEL. Distributie van brood aan soldaten van regeeringstroepen bij Teruel. EEN NIEUWE GROOTE GRAANSILO aan de Rijn haven te Rotterdam. Het ge bouw is bijna voltooid. DE OP DE RIJKSWERF TE DEN HELDER gemoderniseerde (kruiser „Java", die verleden jaar uit Indië terugkeerde, is weer in dienst genomen. De afgetreden commandant kapt. luit. ter zee H. J. Bueninck bij zijn toespraak. Achter hem de nieuwe commandant kapt. luit. ter zee L. F. Klaassen. WITTEBROODSWEKEN OP SKI'S. Prins Starhemberg en de actricp Nora Gregor brengen hun wittebroodsweken in St. Moritz door. FEEST IN DE WIERIN'GERMEER. De bestuurscommissie van ,,De Wieringer- rneer", onze twaalfde provincie, is geïnstalleerd. De voorzitter, ir. Smeding (achtea het spreekgestoelte) neemt den vice-voorzitter, den heer P. C. J. Peters, burgemeester van Medemblik, den eed af. DE JOURNALIST HANSEN (midden), die eenigen tijd in gijzeling heeft gezeten,- woonde gistermiddag weer de vergadering van den Haagschen Gemeenteraad bij. DE TROEBELEN IN PALESTINA. Een Arabier, glim lachend uit de politie-auto stappend, na zijn veroordeeling door de militaire rechtbank te Jeruzalem tot levenslange gevangenisstraf. Uit het Engelsch van LOUIS TRACY. Vertaald door MR. M. A. KWITSER. 25) De verteller zweeg plotseling. Een van de mannen stond op en antwoordde Vrede zij met u, broeder, en de genade Gods en Zijn zegeningen. Deze formule bewees, dat de groep bij het vuur Mohammedanen waren. Na een paar zinnen gewisseld te hebben met den man. die zijn groet beantwoord had, vertaalde Abdullah diens antwoord in het kort voor Dick, die in groote spanning gewacht had. Enkele minuten geleden is een rijtuig hier langs gekomen. Waar de weg zich splitst, geen honderd meter verder, sloegen ze links af. We moeten hard rijden, mon sieur. Misschien hebben we geluk. Ze stegen op en reden weg, in snellen galop de duisternis in. Bij de splitsing sloegen ze den weg naar het zuiden in en het terrein werd bijna onmiddellijk heuvel achtig. Ze hielden hun paarden wat in ge durende het bestijgen van een lange hel ling, maar een plateau, en de zachte daling naar het strand gaven hun gelegenheid hun vaart weer te vergrooten. Toen ze weer op vlak terrein waren, waar de lichtstraal van den vuurtoren van Massoea achter de gebouwen op het eiland verborgen was, bereikten ze onverwachts een gebroken rijtuig. Het lag aan den kant van den weg op een manier, die op een ka pot wiel wees, en een man hield de twee ponny's vast, die waren uitgespannen. Abdullah trok zijn paard bijna op de heu pen, zoo plotseling hield hij de teugels in. Hij naderde tot vlak bij den man, die de paarden hield, een Somali, en een woest tweegesprek begon, dat eindigde in de toor nige verklaring tot Royson: Deze zoon van een slaaf zegt, dat dit njet het rijtuig is, dat mij in den bazaar voorbij reed. Ik geloof, dat hij liegt, maar wat kan ik doen? Dick had zich ervan overtuigd, dat het voertuig leeg was. Zijn keel werd dichtge- snoerd bij de gedachte, dat Irene op dat oogenblik misschien dichtbij hem was. doch dat een of andere schurk haar belette van haar aanwezigheid blijk te geven. Deze gedachte bracht hem tot een daad, die hij in kalme stemming in strijd met zijn aard zou hebben geacht. Moti aan Abdullah's zorg toevertrouwend, ging hij zoo dicht naar den koetsier, een krachtig gebouwd man, toe, dat hij vlak in zijn norsch ge zicht kon zien. Met de behendigheid van van een geoefend bokser, greep hij den Somali bij de polsen en dwong hem de teu gels van de paarden los te laten. Toen, zon der zich te bekommeren om tegensparte len en vloeken, drong hij hem eenige pas sen achteruit, lichtte hem van de been en zwaaide hem driemaal rondom zijn hoofd door de lucht. Het was een staaltje van kracht en behendigheid, dat zelfs Abdul lah een kreet van verbazing ontlokte. Vertel hem nu. zei Dick, toen de hij gende en ontstelde inlander weer op zijn beenen stond, dat als hij de waarheid niet spreekt, ik hem bij de enkels zal pakken en zijn hersens zal inslaan tegen de rotsen. Bij de Heilige Kaaba! lachte Abdul lah, dat zou de moeite waard zijn om te zien. Hij overwon zijn begeerte naar dit schouwspel echter en bracht de bedreiging over in een Arabisch, dat den hoorder het bloed in de aderen zou doen stollen, en de Somali jammerde, dat hij een arm man wai. die deed, wat hem bevolen was, maar als de Christen zijn leven wilde sparen, was hij bereid, alles te vertellen, wat hij wist. Spreek dan, en vlug, gromde Abdullah, want de Effendi verstaat je niet, en hij mocht zijn geduld eens verliezen. De koetsier stamelde iets, wat den Ara bier bijna opgewonden maakte. Werp dien hond terzijde, monsieur, riep hij. Ze brengen de dame naar een boot. Het is nog bijna een duizend meter weg. Laat ons zien, wat onze paarden doen kunnen. Ze waren op weg, voor hij uitgesproken had, maar Abdullah glimlachte onder het rijden. Bismlllah! mompelde hij, dat is een mooi kunstje. Dat moet ik ook leeren. Voort reden ze door den nacht en geluk kig week het heuvelland hier een weinig terug van het strand en liet den weg recht en tamelijk goed zichtbaar. Ze had den ruim een halve mijl afgelegd, toen Abdullah waarschuwend de hand ophief en zijn vaart minderde. Ze hielden stil en luisterden. Dick kon slechts de moeilijke ademhaling van hun paarden hooren. en toch was Abdullah blijkbaar overtuigd, dat hun lange jacht haar einde naderde. Houd links, monsieur, fluisterde hij. Daar zijn ze, aan den oever. Als ik het zeg. rijd dan apart, opdat ze niet op ons schie ten, ofschoon ze dat wel niet zullen wa gen, uit vrees dat we soldaten van het garnizoen zouden zijn. Bent u gewapend? Voldoende, zei Dick grimmig. Zoo kropen ze voort, tot de Arabier „nu!" riep en er den draf in zette. Toen Dick eenige onregelmatige schaduwen bemerkte, die zwart afstaken tegen het doorschij nende, effen watervlak, stormde hij voor Abdullah uit, die het bijzonder raadzaam achtte, dit laatste werk aan een Europeaan over te laten. Het kleine groepje mannen op het strand raakte in verwarring. Een scherpe roep werd op grooten afstand van uit zee beantwoord. Royson reed in zoo'n dolle vaart, dat hij al spoedig een witte vrouwengedaante kon onderscheiden, die spartelde in den greep van een man. die de burnoes en de kap van een Arabier van de kust droeg. Bent u het, miss Fenshawe? schreeuw de hij. Op het geluid van een Europeesche stem kozen drie der mannen het hazenpad, maar de vierde, die de vrouw vasthield, liet haar los en trok een lang mes. Hij brulde een bevel en van uit zee klonk een tweede kreet. Toen hief hij den arm op om toe te steken. Royson was op een paardenlengte afstand en boog zich voorover in het zadel, toen hij het opgeheven wapen zag glinste ren. Op hetzelfde oogenblik herkende hij Irene en zag, dat ze een prop in den mond had en dat haar handen op den rug ge bonden waren. Maar haar voeten waren vrij en schopte zoo vastberaden tegen den enkel van den Arabier, dat zijn moord dadige steek geen doel trof en hij bijna viel. Toen kwam Royson's gebalde vuist als een voorhamer neer op zijn schedel en de man zakte met gebroken nek in elkaar. Moti, terecht „de Parel" genaamd, scheen dit spel te spelen met de vaardigheid van een geoefende polo pony bij het volgen van den bal. Hij bleef bijna van zelf staan, draaide om en gaf Dick gelegenheid het meisje in de armen te nemen. Abdullah, die geen poging deed om de anderen te achtervolgen, had de snelle nadering van een boot opgemerkt. Vlug nu, monsieur, zei hij. Rijd naar den weg! Terwijl ze wegdraafden, hoorden ze ge schreeuw in het Arabisch en eenige Ita- liaansche woorden ertusschen. Dick keek diep in Irene's oogen. Bent u ongedeerd? vroeg hij met een wonderlijke teederheid in zijn stem, terwijl zijn lippen dicht bij haar wang waren. Ze knikte. Hij meende een glimlach in haar oogen te zien. Hij wist niet, hoe lief devol zijn omarming was. We zullen zoo gauw mogelijk stilstaan en u van uw banden bevrijden, fluisterde hij. God zij gedankt, dat ik u heb gevon den. Weer meende hij, dat ze glimlachte, maar haar mooie bruine oogen vulden zich tege lijk met tranen. Hij klemde de tanden op een en ademde zwaar, maar hij was te voorzichtig om het succes van zijn dollen rit in de waagschaal te stellen door stil te houden vóór alle gevaar voor achtervol ging geweken was. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5