HET AFGELOOPEN JAAR IN BINNEN- EN BUITENLAND BINNENLAND 78sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 31 December 1937 Zevende Blad No. 23855 Een belangrijk jaar was 1937 voor Nederland! Want dit was het jaar van nieuwen economischen opgang en tegelijkertijd van dat wondermooie, ontroerende sprookje, waarin twee vorsten-kinderen: Juliana en Bernhard, den band sloten voor het leven en de oude stam der Oranje's, geschraagd als hij werd door de liefde van Neerland's Volk, vaster dan ooit in den vaderlandschen bodem kwam te staan Dat huwelijk onzer Prinses, voltrok ken op den zevenden Januari in het Haagsche stadhuis en een uur daarna in de plechtige Jacobskerk, was een voor onze historie onvergetelijke gebeurtenis, welke geestdrift wekte en diepe aandoe ning tevens. Stokte niet de stem van den hoogbejaarden ds. Welter van ont roering toen hij zijn handen zegenend uitstrekte boven de hoofden van dc Oranjebruid en haar populairen Prins (nu „Prins der Nederlanden") en was het niet of een nieuwe toekomst van voorspoed en geluk voor Vorstenhuis en Volk te gloren begon aan verren ein der Met welk een intense belangstelling heeft men de berichten gevolgd omtrent het ver loop der huwelijksreis: van het verblijf in Krynica, in Igls, waar H. M. de Koningin rust vond na zooveel vermoeiende dagen, in Zeil am See en in Parijs. En hoe hoog sloeg het enthousiasme uit bij de terugkomst, bij de blijde ontvangst te Soestdijk en bij den intocht op den 8sten Juni in de hoofd stad des lands! Daarbij bleef het trouwens niet. Met hun beminlijken eenvoud, met hun hartelijkheid en nimmer wijkend plichts besef trad het jonge paar energiek en vol tintelende interesse in het volle leven Van allen dag, blijdschap en vreugde brengend overal waar het verscheen. Den zevenden April was de huwelijksreis ten einde en reeds een dag later volgde de installatie van Prins Bernhard door H. M. de Koningin als lid van den Raad van State, in welk college hij sindsdien keer op keer van zijn belangstelling heeft blijk gegeven, daarnaast tevens velerlei andere functies aanvaardende en met groote ambitie ver vullend. Lijkt het verder nog niet als geschiedde het op den dag van gisteren dat het Prinse lijk Paar aan boord van de ..Gelderland" naar Engeland vertrok (9 Mei), dat het op een heerlijken Augustusavond onverwachts aanzitten kwam aan een kampvuur op de Jamboree en op den 29 Augustus als natio naal huwelijksgeschenk het blanke jacht „Piet Hein", dat den 14den van die maand te water gelaten was, aanvaardde? Was het daarbij gebleven: het jaar 1937 zou voor Oranje en Nederland reeds van on schatbare beteekenis en vol dieperen zin zijn geweest. Van hoeveel temeer waarde werd thans deze gulden bladzijde uit het boek onzer geschiedenis door een mededeeling van de Prinses voor de radio op den avond van den vijftienden Juni, toen zij in be dekte, doch duidelijke termen het volk van haar blijde verwachting verwittigde en hon derdduizenden landgenooten, mannen en vrouwen, in stille aandoening haar woorden hebben beluisterd. Sedert dien zingt zacht door Nederland het lied van de hoop en glanzender dan vroeger lijkt de Oranjezon te schitteren aan Holland's parelmoeren luchten. Economische opleving zette nog niet door. Dit was het sprookje, dat werkelijkheid geworden is en dat gelukkig door het auto ongeluk van den Prins op 29 November geen tragisch tintje gekregen heeft. Daarnaast staan de nuchtere feiten van een reeks van 365 dagen, die thans bijkans aan ons voor bijgegaan zijn. Hier misten we alle romantiek en hier was zooveel minder perspectief, omdat de gevolgen der reeds zoo herhaaldelijk en breedvoerig besproken crisis zich nog altijd in velerlei vorm gevoelen doen. Van economischen opgang spraken wij straks. Inderdaad, maar deze wending in goeden zin openbaarde zich slechts in be perkte mate en helaas geenszins over de gansche linie. Economen van naam twisten zelfs al weer over de vraag of die opgang bereids niet tot staan geko men is en een nieuwe terugslag haar ongunstigen invloed weer zal doen gelden! Ja, de scheepsbouw, de scheepvaart, de industrie en in het bijzonder die der textiel bedrijven, hebben een beduidende opleving kunnen constateeren, maar vooral wat laatstgenoemde branche betreft meent men haar ontstaan meerendeels "te danken te hebben aan de muntdepreciatie van 1936, welke door velen slechts als een tijdelijke stimulans wordt gezien. Natuurlijk heeft die •depreciatie het concurrentie-vermogen onzer industrie vergroot, zij leidde in som mige takken van industrie zelfs tot een waarlijk verbijsterende bedrijvigheid, en nog altijd plukt men daar de vruchten van, zij het dan thans in veel geringere mate dan in den aanvang, doch de markt bleek ten slotte tegen het sterk toenemende aanbod niet ten volle opgewassen, terwijl de knel lende greep der staatsbemoeiing daarnaast zoo tallooze bezwaren opleveren bleef, dat men momenteel hoogstens van een gema tigd optimisme spreken mag! Dat Indië ons land vooruit is waar het de voortschrijdende verbetering in het econo misch leven betreft, is al lang bekend. De j ontwikkeling ginds geeft, veel meer nog dan hier, reden tot voldoening en in het afge- loopen jaar kon dan ook weer een begin gemaakt worden met verlaging der vele lasten. Defensie eischt de aandacht. Wij, in Holland, zullen daarop, naar te vreezen staat, nog jarenlang moeten wach ten. Meer en meer heeft zich de algemeene wereldsituatie toegespitst en bij de sterk toenemende bewapening in bijkans alle lan den kon Nederland tenslotte niet meer ach ter blijven, wilde het niet het gevaar loopen op een kwaden dag terecht te komen in het hoekje waar de slagen vallen. Derhalve is dan voor het komende jaar de defensie-be grooting 26 millioen gulden hooger geraamd dan de vorige, terwijl van 1938 tot en met 1941 voor de weermacht ter zee, te land en in de lucht een extra-bedrag van ruim 157 millioen zal worden aangevraagd; teneinde te dienen voor de aanschaffing van nieuw materiaal. Het jaarlijksche contingent van dienstplichtigen wordt uitgebreid, de eerste oefeningstijd belangrijk verlengd, de oplei ding voor kader versneld, kortom: onze weermacht zal in een voor Nederland onge woon tempo versterkt en gemoderniseerd worden en dat het noodig is erkenden in de Tweede Kamer zelfs de afgevaardigden van den Vrijz. Dem. Bond en van de S.D.A.P., hoe moeilijk hun een dergelijke verklaring ongetwijfeld ook gevallen zal zijn. Dat door die enorme verhooging der de fensie-uitgaven andere belangrijke zaken (het onderw.. de staatspensionneering, enz.) in het gedrang komen, was te voorzien en daarbij zal het zelfs niet blijven, want reeds werden nieuwe lasten voor het volk. waar onder belastingverhooging en invoering van nieuwe belastingen, in uitzicht gesteld. Doch wat het zwaarst weegt moet nu eenmaal het zwaarst hangen en de onafhankelijkheid van Nederland dient bij iederen oprechten vader lander op het allereerste plan te staan. Werkloosheid bleef groot. Intusschen zijn de werkzaamheden tot versterking van het materiaal voor onze weermacht reeds geruimen tijd in vollen gang en dat heeft er stellig toe bijgedra gen dat menig werklooze weer arbeid ge vonden heeft. Hetgeen dan althans een lichtzijde is van die vele uitzonderlijk scherpe maatregelen, welke onze regeering ter goedkeuring aan het parlement heeft moeten voorleggen met het oog op de inter nationale spanningen. Want helaas is het leger der arbeids- loozen nog altijd van een ontzaglijken omvang. Toen het jaar 1937 nog jong was heeft het er inderdaad een oogenblik naar' uitgezien dat het zienderoogen slinken zou: in het buitenland hield de opleving aan en zij werkte ook in Nederland door, de depreciatie bleef zich doen gelden, de ondernemingslust groeide Dr Deterding wierp vele millioenen op de Nederlandsche markt om Duitsch- land zoowel als Holland te helpen, de Oslo-staten confereerden in Den Haag om nieuwe voorwaarden te scheppen voor een betere internationale samen werking, de Nederlandsche missie naar Zuid-Amerika kwam met hoopvolle tij dingen terugEn de werkloozen- cijfers toonden, bij vorige jaren verge leken, een daling aan, die reden gaf tot een zeer hoopvolle stemming, zóó hoop vol dat het één der scherpste wapenen werd waarmede de regeeringspartijen in den verkiezingstijd hun aanvallers van rechts en van links tot machteloosheid wisten te dwingen! Helaas zette die opgang niet door. Langzaam maar zeker groeiden weer de cijfers, vermeld in het maandelijk- sche rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek en zij zijn per saldo niet zoo heel veel lager meer dan die van een jaar geleden. Geweldige kapitalen zijn er derhalve ook nu v/eer noodig om hulp te bieden en het moet wei even aangestipt worden dat het minister Romme geweest is, die in dit op zicht een geheel gewijzigd systeem ingevoerd heeft, dat van tallooze zijden aan hevige critiek is onderworpen. Hij wees de eischen tot verhooging van steunnormen en werlt- verschaffingsloonen af, doch besloot tot een spaarregeling in de vorming van het zooge naamde „Kleeding-, schoeisel- en dekking fonds", waaruit de werkloozen evenveel kwartjes extra-uitkeering ontvangen als zij zelf weten uit te sparen. Terwijl de arbei dersbonden betoogden dat sparen onmoge lijk was, weshalve zij een andere steunrege ling eischten, ging de minister op den inge slagen weg voort, doch de instelling van het fonds, waarvoor in alle steden gecollecteerd werd. is nog te jong om nu reeds over het al dan niet slagen er van een oordeel te kunnen vellen. Ten behoeve der kleine boeren kwam de regeering, d. w. z. minister Steenberghe, met een bepaling tot uitbreiding van de moge lijkheid van te-werk-stelling op eigen be drijf (ingaande 11 November). Deze minister verscheen trouwens met een zeer uitvoerig program in de Kamer. Hij wijzigde op 5 November het stelsel der steun- verleening aan de melkveehouderij (waar door het aantal crisisambtenaren met 150 a 200 verminderde), kondigde verruiming aan van de credietverleening aan den kleinen middenstand, hielp het slagers- en bakkers bedrijf door het instellen van tijdelijke vestigingseischen, en. wat eerstgenoemd be drijf aangaat: door op 1 November de crisis heffing op vleesch af te schaffen. Hij gaf verder de richtlijnen aan langs welke ook de landbouw en veeteelt op den duur losser kunnen komen te staan van de tallooze hinderlijke crisismaatregelen. Felle politieke strijd. Inmiddels betraden wij met de vermelding dezer feiten bereids parlementair terrein. En dat doende, dient aandacht geschonken aan de verkiezingssensatie van den 26sten Mei en aan alles wat daarmede gepaard is ge gaan Want veel feller dan tevoren was dit maal het politiek gevecht, nu de Nationaal Socialistische Beweging er aan deelnam en den schijn wekte stormenderhand de regee- ringsveste, zooal niet te zullen veroveren, maar dan toch aan het wankelen te bren gen. Een vereeniging „Eenheid door demo cratie" werd opgericht om leiding te geven aan de actie tegen de N.S.B. en dra kon vast gesteld v/orden dat het bij deze verkiezin gen niet ging om de leuze ..Mussert of Mos kou". gelijk de N.S.B. poogde te suggereeren, doch om de vraag: „Voor of tegen het natio- naal-socialisme Mussert en de zijnen verloren het pleit, kregen een onverwacht scherpe afstraffing en toen dat eenmaal vast stond, was het ook duidelijk dat dr. Colijn opnieuw aan het hoofd der nieuw te vormen regeering komen zou. gesteund als hij was door honderddui zenden niet-partijgenooten, die in woord en geschrift kenbaar gemaakt hadden „den sterken man" te zullen steunen in deze be wogen tijden! Op den 31sten Mei kreeg dr. Colijn opdracht tot de vorming van een ka binet, doch het heeft geduurd tot den 23sten Juni voordat hij haar aanvaard heeft. De moeilijkheden kent men: de premier, die op den avond der verkiezingen in een bijeen komst te Amsterdam zelf geconstateerd had „dat lang niet alle op de Anti-Revol. Partij uitgebrachte stemmen afkomstig waren van overtuigde anti-revolutionnairen", werd door partijgenooten en anderen, met wie samen werking noodzakelijk was. steeds verder af gebracht van de idee der breede basis, waar op zoo velen gerekend hadden, en kwam tenslotte tot een vrijwel geheel christelijk kabinet, bij welks samenstelling naar hij later in de Kamer zelf verklaren moest geenerlei rekening gehouden is met den wensch der breede ongeorganiseerde kie zersmassa Natuurlijk zijn daarover bij de behande ling van de rijksbegrooting in het parlement bittere woorden gevallen, niet het minst door ex-minister Oud. die den kabinetsfor mateur harde noten te kraken gaf, doch in een moeilijke periode als deze zal deze ge beurtenis spoedig naar den achtergrond ge drongen zijn en kan de regeering bij de groote meerderheid harer maatregelen ver trouwen op den steun der beide Kamers, die weten dat samenwerking noodzakelijk is. Spelling-chaos. Over één ding is men het helaas nog al tijd niet eens en dat is de spelling! In een tijd, waarin De Vries en Te Win kel in feite reeds bitter weinig invloed meer hadden, wierp minister Marchant den knup pel in het hoenderhok. Hij kwam met een nieuwe spelling-regeling, die wel-is-waar door de regeering nooit werd toegepast, doch op alle scholen ingevoerd werd en daardoor binnen zeer korten tijd populair geworden is. Minister Slotemaker heeft sindsdien zijn ontevredenheid daarover geuit en pogingen I gedaan er een eind, aan te maken. Een commissie, welke voorschriften geven zou om die spelling-Marchant althans eeniger- mate aan banden te leggen, werd ingesteld, odch zij schijnt overleden voordat men ooit iets van haar vernomen heeft, en nu de mi nister een nieuwe commissie aankondigde (o.m. om overeenstemming te zoeken met België) is de Tweede Kamer in het geweer gekomen om in een motie-Moller met na druk vast te leggen dat er aan commissies geenerlei behoefte is en dat het noodzake lijk is dat de spelling-Marchant voortaan ook door de regeering in de officieele stuk ken wordt aangewend. Men moet een grenzelooze optimist zijn, te veronderstellen dat daarmede de kogel door de kerk is. De regeering zal de motie naast zich neerleggen en voor- loopig niets doen dan den chaos hand haven, maar die uitspraak van de Ka mer zal zich toch in breeden kring doen gevoelen cn zij zou wel eens spoedig op nieuw tot uiting kunnen komen indien minister Slotemaker thans Oostindisch doof blijkt te zijn. Waarmede dan te vens de kansen stijgen dat aan den spel lingstrijd hoe dan ook een einde komen zal binnen een niet al te ver verwijderd tijdstip. En dat is goed omdat de bestaande wantoestand niet langer kan en mag gehandhaafd blijven! Parlementaire resultaten. Een enkel woord verder nog over de re sultaten der werkzaamheden op wetgevend gebied. Grondwetsherziening stond daarbij op den voorgrond, doch de opzet der regee ring faalde, omdat de voornaamste twee ontwerpen den 20sten October door de Ka mer afgewezen werden. Het eerste betrof maatrgelene tegen revolutionnaire volksver tegenwoordigers, het tweede ging over de parlementaire onschendbaarheid Nietigverklaring van de goudclausule in bepaalde overeenkomsten werd in Maart goedgekeurd, evenals herberekening der Indische pensioenen. Op 1 Juli trad in wer king een regeling ter bevordering van plaat sing van werklooze onderwijzers als ambte naren in rijksdienst, en een reglement be treffende het autovervoer var. personen. Een maand later (1 Augustus) werd een wij ziging van de Tariefwet van kracht. Een voorstel tot wijziging der crisis-invoerwet werd op 2 December door de Tweede Kamer aanvaard, terwijl van regeeringswege o.m. plannen aangekondigd zijn: tot wijziging van het ambtenarenverbod en van de totaal verouderde Zondagswet, terwijl bij den Hoo- gen Raad vóór-ontwerpen werden ingediend betreffende beperking van den arbeid der gehuwde vrouw en het verleenen van een kinderbijslag. Het verkeer te land en door de lucht ont wikkelde zich op de bekende wijze. Te land ging dat minder snel overigens dan menig een het zich gedacht had (een der belang rijkste feiten was de openstelling van de brug bij Hedel), terwijl de lasten op het mo- torverkeer niet de geringste verlichting on dergingen. In de lucht bleef de belangstel ling voor de diensten der K.L.M. nog voort durend toenemen zoodat op 29 April door deze maatschappij de 500.000ste passagier kon worden gehuldigd, het speciale lucht- postrecht voor Indië per 5 Juni kon worden afgeschaft en een driemaal-weeksche dienst kon worden ingesteld. De op 13 November aangevangen vlucht van Schiphol naar In dië was een feestelijke omdat het de 500ste was! Hoe jammer intusschen dat onze lucht vaart ook in 1937 weer door tal van zeer ernstige rampen getroffen werd, rampen, die het vertrouwen in de K.L.M. niet zullen kunnen schokken, maar toch een golf van ontroering en schrik door heel het volk heb ben doen gaan, vooral omdat zij vrijwel samen gingen met eenige vreeselijke onge lukken met Indische marine-vliegtuigen Gedetailleerde feiten daaromtrent vindt men hierachter. Met eenige op zichzelf staande, doch niet temin belangrijke gebeurtenissen en feiten mogen wij deze algemeene beschouwing nog besluiten. Daar was eerstens dan de wisseling in het iegercommando, waarbij generaal-majoor J. J. G. van Voorst tot Voorst, die tegelijker tijd benoemd werd tot luit.-generaal, de plaats als commandant van het veldleger, ingaande 31 Maart, innam van luit.-gene- raal jhr. W. Röell. Daar was de aanvang der werkzaamheden voor den grooten Maastun nel te Rotterdam en de benoeming van Nederlanders (o.a. vice-admiraal van Duim en schout-bij-nacht Olivier) in het controle bureau der niet-inmenging. daar was de voortzetting van den arbeid aan de Zuider- zee-werken (bij Lemmer en Urk) en daar waren de moeilijkheden voor onze scheep vaart, ontstaan door den Spaanschen bur gerkrijg, welke het zenden van Nederland sche oorlogsschepen naar de Spaansche wa teren eischten om het opbrengen van Ne derlandsche voortuigen te voorkomen. Dat in denzelfden tijd (April en Mei) vele land genooten in Spaansche gevangenschap kwamen doordat zij in dienst traden van de N.V. Rambon. die smokkelschepen voor Spanje uitrustte, ligt nog versch in het ge heugen! Op 10 April geschiedde de te-vater- lating van de Nieuw-Amsterdam. het groot ste schip der Nederlandsche koopvaardij (36000 ton), terwyl op 24 Mei de flottielje leider Tromp te water werd gelaten en op 2 Juli de kiellegging plaats vond voor een nieuw passagiersschip der maatschappij Nederland. Den 27ste Juli vertrok de enorme tinbaggermolen Doejoeng naar Indië en vier dagen later vond te Vogelenzang door H. M. de Koningin de plechtige opening plaats van de wereldjamboree der padvinders, welke tot 9 Augustus heeft geduurd en 28000 jongens uit 41 naties geherbergd heeft onder het oppertoezicht van den populairen Lord Baden Powell. Het einde van het jaar bracht tenslotte de opwinding van den schaakwedstrijd om het wereldkampioenschap, waarin dr. Euwe zijn in 1935 veroverde titel, in strijd met de verwachtingen, weer aan dr. Aljechin heeft moeten afstaan! Rampen. Zoovele rampen vonden in 1937 plaats, dat wij ze ook ditmaal wel weer in een afzon- derlijk rubriekje kunnen samenvatten. Het begon op den dertienden Januari met zware regens en aardverschuivingen op Oost-Java, die aan 21 menschen het leven gekost heb ben. Op 19 Januari verongelukte een vliegtuig der nationale luchtvaartschool op 60 K.M. van Parijs, waarbij vier personen gedood werden. Een dag later sloeg bij Timo iln- dië) een inlandsche prauw om. 23 van de 27 inzittenden verdwenen in de golven. Ten slotte bracht Januari een scheepsramp. Het Nederlandsche stoomschip Jonge Jacobus verging op de Portugeesche kust en de ge- heele bemanning, bestaande uit 23 koppen, waaronder twee Katwijkers, verloor er het leven bij. In Februari noteerden wij op den tienden het omslaan van de Zantvoortsche redding boot tijdens een oefening. Er waren twee slachtoffers. 3 Maart aardverschuiving bij het radio station Malabar, zeven dooden; 7 Maart: vergaan van den tinbaggermolen Kantoeng bij de kust van Comwallis; 9 Maart: auto met vijf Volendammers op den weg Volen- damHoorn geslipt en te water gereden: drie dooden. Zes dagen later reed weer een auto te water, toen als gevolg van een de fecte stuur-inrichting bij Zoelen, in Gelder land. De vijf inzittenden, afkomstig uit Rijswijk (Geld.) verloren het leven. April bracht op den vijfden het ongeluk met een militair vliegtuig, dat in het IJssel- meer stortte, en de instorting van „De Steenebrug", een overkluizing te Alkmaar, doch slachtoffers vielen daarbij gelukkig niet te betreuren. Den noodigen schrik veroorzaakte op 5 Mei de noodlanding van De Kievit bij Athene, doch de ramp beperkte zich tot ma- terieele schade. 11 Mei: bestelauto te En- schot IN.-Br.i tegen stilstaande auto gere den gedurende den nacht: drie dooden; 20 Mei: sloep van Hr. M.'s De Ruyter gekap seisd bii Soerabaja; vier opvarenden ver dronken; 25 Mei: brand in vuurwerkfabriek te Leeuwarden, waarbij twee arbeiders wer den gedood. Den 12en Juni kwam een bericht uit Indië, dat veel overeenkomst toonde met dat van 20 Januari. Weer sloeg een inlandsche prauw om. thans op het Toba-meer en 26 van de 34 personen kwamen er bij om het leven. Op denzelfden dag ontstond een ontploffing in de houtzagerij De Tijdgeest te Zaandam, waardoor het geheele pand in de asch werd gelegd. 7 Juli: zware bandjir op Zuid-Oost-Bor- neo: 150 woningen weggespoeld en 23 men schen gedood. Den vijftienden Juli woedde een hevig noodweer boven ons land. dat twee slachtoffers eischte. En nog juist voor het einde der maand op den 28sten Juli kwam het vreeselijke bericht van de ramp van de Flamingo, het trotsche K.L.M.-toestel. onder commando van piloot Steensma, dat bij Brussel neer stortte, vermoedelijk als gevolg van een ont ploffing in een der benzine-tanks. Alle vijf tien inzittenden werden gedood Juli besloot met een brand te Helmond in een bioscoop-cabine, waarbij drie men schen om het leven kwamen. 11 Augustus: Koolhoven-vliegtuig veron gelukt te Soesterberg, beide inzittenden ge dood. Op 2 September strandde het stoomschip Van Heutsz der K.P.M. op 3 mijl van Hong kong; de opvarenden konden echter gered worden. 6 October: weer een vliegtuig-ongeluk! De Specht stortte neer bij Palembang. waar schijnlijk door het terugloopen van een der motoren, en vier m»nschen kwamen om het leven. Helaas bleef het daarbij niet. Snel volgden de noodlottige tijdingen elkaar op. Het marine-vliegtuig T 13 verongelukte op 12 October bij Soerabaja (negen dooden) en vier dagen later was daar de ramp van het marine-toestel T 1 bij den start op de Banda-eilanden (vijf slachtoffers). 20 October: scheepsbotsing op de Noordzee bij IJmuiden tusschen de Westfalia en de Schwalbe; acht opvarenden der Westfalia werden nooit teruggezien; 21 Oct. hevige brand op Borneo; schade twee millioen gul den 24 Oct.noodweer in Indië14 dooden in de Palembangsche Bovenlanden. November begon met een ontzaggelijken brand te Rotterdam, waarbij drie pakhuizen der N.V. Pakhuismeesteren in vlammen op gingen en voor eenige millioenen schade werd aangericht. Op 24 November reed een personen auto bij Nederweert te water; drie van de vier inzittenden verdronken, terwijl op 15 December een vader met twee zoons, die aan het stroopen waren, bij Fijnaart met hun boot omsloegen en het leven lieten. Jubilea. Ook sommige jubilea en verjaardagen be lmoren tot de belangrijkste feiten van het afgeloopen jaar. 7 Januari: ds. H. Stegenga, Simonshaven, 25 jaar Ned. Herv. predikant; 9 Jan.: Th. M. Th. van Weideren baron Rengers, Den Haag, oud-lid Eerste Kamer. 70 jaar; 12 Jan.: Joh. Buziau, Rijswijk, 60 jaar; 17 Jan.: dr. J. C. Koningsberger, Den Haag, oud minister van Koloniën, 70 jaar; 5 Februari: ds. C. A. Lingbeek, Den Haag, lid Tweede Kamer. 70 jaar; 16 Febr.: mr. H. J. Dijkmeester, Den Haag. oud-commis saris der Koningin in Zeeland, 90 jaar; 20 Febr.: vijftig jaar geleden redde Anton Kabelaar. te Den Haag. op 21-jarigen leef tijd. als koetsier het leven van Koningin Emma en prinses Wilhelmina; 26 Febr.: 25-j. bestaan Vereeniging van Ned. Gemeenten; 28 Febr.: S. Stemerding, Voorburg, oud-di recteur Koningin Wilhelmina-school te Rot terdam, 70 jaar; idem: dr. J. L. Lammerts van Bueren, president-dir. Heldring-gestich ten te Zetten, 40 jaar Ned. Herv. predikant. 30 Maart: 25-jarig bestaan van „On« Leger".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 25