J jubileum Saalbom - Tentoonstelling van werken van Kees van Dongen Hel Rad der Forluin 78ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Uit het Epgelsch van LOOTS TRACY. Vertaald door MR. M. A. KWITSER. - Het spijt me, mijnheer, als ik iets on- Spast gezegd heb, zei de matroos. Maar de poeren hebben gezegd, dat er iets geheim- ~"iigs mee verbonden was en ik vond, dat onzin praatten. Je hebt volkomen gelijk. De eigenaar j* een paar dames zullen vandaag aan komen en dan zul je onze bestem- auig hooren. Dames, zegt u, mijnheer? Dat doet de ®jr dicht. Dit is dus geen Rifpiraten ge- s<uedenis? Royson wendde zich om. Dus hadden Jfferen, evenals kapitein Stump, conclu- fs getrokken uit de kisten wapens en fffliunitie? Indien baron Franz von Ker- het noodig vond voor oorlogstoebereid- -0 te zorgen, hoe kon hij dan toelaten, een oude man als mijnheer Fenshawe ?een bekoorlijk meisje als Irene, om niet t, ^preken van anderen, die Royson nog ,e' kende, deelnamen aan een onder- «Oing, die zulke beveiligingsmaatregelen 5™te? Dat was een raadsel, maar het .aderde Dick niet in het minst. Het ver- tlaJ van de woestijn en haar verborgen had hem wonderlijk beroerd. Doch toen een stations-omnibus langs de kade aanreed, en vlak voor de loopplank aan het jacht stilhield, herinnerde hij zich, dat hij mr. King was. tweede stuurman van een klein vaartuig, en niet Richard Royson, erfgenaam van een landgoed, dat vijf duizend pond pacht jaarlijks opbracht. Mr. Fenshawe, bijzonder vlug voqr zijn leeftijd, hielp de beide dames uitstappen. De eerste was Irene. Ze werd gevolgd door een knappe vrouw, heel modieus gekleed. Dit was Mrs. Haxton. Miss Fenshawe liep vlug de loopplank op. Royson had een matroos bij het einde op de kade geplaatst, terwijl hij de leuning vasthield om de loopplank op het dek stevig vast te houden. Goeden morgen, Mr. King, riep ze. Is baron Kerber nog niet aangekomen? Jawel, zei hij. Hij is gisteravond laat aan boord gekomen. Waarom is hij dan niet hier om ons op te wachten? Ik geloof, dat hij vermoeid is na zijn lange reis, miss Fenshawe. Vermoeid! Onzin! Kijk eens naar mijn grootvader. Is hij vermoeid? En we hebben dezelfde reis gemaakt Maar ik zal dien luien baron wel leeren, als ik hem zie. Wat een mooie boot is de Aphrodite! Ik ben er nu al dol op. En is dat kapitein Stump? Goeden morgen, kapitein! Ik heb al van u gehoord. Baron von Kerber zegt, dat u me een kopje kleiner zult maken, als ik op de brug kom. Is dat waar? Dat bewijst, hoe weinig meneer von Kerber me eigenliik kent, dame. zei Stump galant, haar stralend aanziende over de verschansing van het kleine bovendek. Ondertusschen had mevrouw Haxton zich ervan overtuigd, dat men het de be manning van het Aphrodite wel kon toe vertrouwen, haar vele koffers aan boord te brengen zonder dat ze ze kapot liet val len. Ze hield een face-a-main met schild padden-montuur en zilveren handvat voor de oogen en monsterde het jacht met een onderzoekenden blik. Ze vereerde den lan gen tweeden officier met bijzondere aan dacht. Is dat de kapitein? zei ze tot mr. Fenshawe, die wachtte om haar aan boord te geleiden. Neen. Dat is mr. King, de jonge man, waarvan Irene je verteld heeft. O, werkelijk! Precies een Apollo van de Belvedère, vindt u niet? Hij schijnt een aardige jonge kerel, met goede manieren en zoo. Maar het eischt een beetje te veel verbeeldingskracht om hem zich voor te stellen in de schaar - sche kleedij, die in Delphi gebruikelijk was. Toen werd de aandacht getrokken door een naderenden telegrambesteller op een fiets. Hij keek naar den naam van het jacht, toen mevrouw Haxton tegen hem zei: Kom hier, jongen. Heb je een telegram voor mij? Ze sprak uitmuntend Fransch en de bode gaf haar de kleine, blauwe enveloppe. De dame liet haar face-a-main vallen en keek vlug naar het adres, voor ze het hard op las: „Richard Royson, Engelsch jacht Aphro dite, Marseille", kondigde ze aan na een oogenblik stilte. Wie is Richard Royson? ging ze voort, van mr. Fenshawe kijkend naar den dichtstbijzijnden scheepsofficier, die toe- vallif Royson zelf was. Het incident was zoo onverwacht dat Dick kleurde en aarzelde. Toch zag hij geen reden, waarom hij zich niet bekend zou maken. Dit bericht is voor mij bestemd, me vrouw, zei hij. Voor u? Maar mr. Fenshawe heeft juist gezegd, dat uw naam King is? Baron von Kerber gaf mij dien naam, maar dat berustte op een misverstand. Mijn naam is Royson. Wat vreemd! Wat bijzonder vreemd! Mevrouw Haxton reikte Dick het tele gram over. En hij was zich, gedurende één ongelukkig oogenblik bewust, dat Irene en kapitein Stump en mr. Fenshawe allen in meerdere of mindere mate mrs. Haxton's meening deelden, ten ojjzichte van het bij zonder vreemde feit, dat iemand onder een aangenomen naam zich aan boord van de Aphrodite bevond. HOOFDSTUK V. Miss Fenshawe zoekt een bondgenoot. Royson was niet in het minst van zijn stuk gebracht. Hij keek over mrs. Haxton heen en zei tegen den kapitein: Ik ben blij, dat de kwestie van mijn waren naam ter sprake is gekomen. Wan neer baron von Kerber aan dek komt, zal ik hem vragen de zaak eens en voor al in orde te maken. Precies, zei Stump, dat zou ik ook doen als ik jou was. Het eenige, dat van belang is, is waar onze hutten zijn, onderbrak mrs. Haxton's heldere, langzame stem hem Breng de dames naar het achterschip, meneer Royson en laat ze haar kwar tieren uitzoeken, beval Stump kort. Dick zou zwijgend gehoorzaamd hebben, als miss Fenshawe het niet gewenscht had geacht, hem te hulp te komen. Mevrouw Haxton's airs hadden haar gedurende de lange reis nogal geërgerd en ze zag geen reden, waarom die dame zoo direct Royson het leven zuur moest maken. We hebben niet zoo'n verschrikkelijke haast, om onze bagage te bergen, dat u niet eerst uw telegram kunt lezen, zei ze tegen Dick. Toen glimlachte ze Stump toe. Ik weet, dat u van plan bent, bijna onmiddellijk te vertrekken, kapitein, en het is mogelijk, dat mijnheer Royson een antwoord zal willen zenden, voordat we Marseille verlaten. U zult niet boos zijn, als hij één oogenblik wacht voor hij ons naar onze kajuit brengt? Heelemaal niet, juffrouw, zei de schip per. Hij is tot uw dienst. Ik kan het zonder hem stellen makkelijk. Stump was kwaad op Dick en aarzelde niet het te toonen. Ronde kerel, die hij was, had hij een hekel aan alles, wat op bedrog leek. Royson's opmerkelijke kennis op zeevaartkundig gebied, hadden hem om t<? beginnen al verbaasd, en dit goochelen met namen deed hem een geheim complot vermoeden, dat verband moest houden met den nachtelijken aanval op von Kerber! Maar de persoon, die het meest ver baasd was, dat Irene zich deed gelden, was mevrouw Haxton. Een krachtige houding van het meisje was een onaangename nieuwigheid. Een bevelende uitdrukking kwam in haar oogen. maar ze hield de woorden binnen, die een onbelangrijk voorval zouden veranderd hebben in een scherpe worsteling om de overhand. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). DE BEROEMDE VIJEGSTER AMÏ JOHNSON (LINKS) - bij de trai- oing met rars. Wisdom en mrs. Lace op de Br ook lands-baan voor de komende Rallye van Monte Carlo. GOED INGEPAKT. Een arbei der in de emailleer-afdeeling van een Zwitsersche ijzerfabriek. HET TIEN-JARIG BESTAAN VAN HET REGIMENT MOTOR ARTILLERIE TE NAARDEN, WERD FEESTELIJK HERDACHT. Door de reserve-officieren van het regiment werden acht bazuinen aangeboden, welke direct in gebruik werden genomen. HET 30-JARIG TOONEEL-JUBI LEUM VAN LOUIS SAALBORN, is gisteravond in den Stadsschouwburg te Amsterdam gevierd. De aankomst van Saalborn met vrouw en doch ter bij den Schouwburg. DE REIS VAN DEN FRANSCHEN MINISTER DELBOS. Bij ziju aankomst in Belgrado werd Delbos verwelkomd door jongedames in nationaal costuum. IN DE WINTERMAANDEN WORDEN TE SCHEVENINGEN herstellingen verricht waar het noodig is. Herstelwerkzaamheden aan den onderbouw van de Wandelpier. TENTOONSTEL LING werken van Kees van Don gen in het Sted. Museum te Am sterdam. Schilderij voorstellend Mar quis Boni de Castellaui.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5