Uit den Leidschen Raad
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 14 December 1937
Derde Blad No. 23841
de
78 ste Jaargang
O
Schoenen boven klompen verkoze n Drie vertegenwoordigers der
gemeente bij Schoolkindervoeding en -Kleeding De verhooging
der electriciteits tarieven aanvaard.
HAMERPUNTEN.
lie. Voorstel Inzake het wijzigen van de
met het Rijk bij raadsbesluit van 13 Maart
1919, gewijzigd bij dat van 9 Mei 1927, aan
gegane overeenkomst betreffende de ver
huring van het v.m. Peethuls c.a, (200)
De heer TOBÊ vraagt of het wel gewenscht
Is, als er onverhoopt oorlog zou komen, dat
militaire werkplaatsen naast het zieken
huis liggen.
Wethouder WILBRINK gelooft, dat dan
wel maatregelen genomen zullen worden.
Conform wordt besloten.
12e. Rekening, dienst 1936, van het col
lege van Vrouwenkraammoeders. (201)
Goedgekeurd.
13e. Begrooting, dienst 1938, van het col
lege van Vrouwenkraammoeders. 12011
Goedgekeurd.
14e. Rekening, dienst 1936, van de ge
meentelijke commissie voor Maatschappe
lijk Hulpbetoon. (201)
Goedgekeurd.
15e. Suppletoire begrooting. dienst 1936,
van de Stedelijke Werkinrichting. (201)
Goedgekeurd.
16e. Rekening, dienst 1936, van de Ste
delijke Werkinrichting.
Goedgekeurd.
17e. Suppletoire begrooting, dienst 1936,
jvan den Armenraad. (201)
Goedgekeurd.
18e, Rekening, dienst 1936, van den
'Armenraad. (201)
Goedgekeurd.
19e. Suppletoire begrooting, dienst 1936,
van het Heilige Geest of Arme Wees- en
Kinderhuls. (201)
Goedgekeurd.
20e. Rekening, dienst 1936, van het Hei
lige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis.
(201)
Goedgekeurd.
21e. Begrooting, dienst 1938, van het
Keilige Geest of Arme Wees- en Kinder
huis. (201)
Goedgekeurd.
22e. Balansen en verlies- en winstreke
ningen, dienst 1936, van de Stedelijke Fa
brieken van Gas en Electriciteit. (202)
Goedgekeurd.
23e. Balans en verlies- en winstrekening,
dienst 1936, van de gestichten ..Endegeest",
„Voorgeest" en „Rhljngeest". (202)
Goedgekeurd.
24e. Balans en verlies- en winstrekening,
dienst 1936, van het Openbaar Slachthuis.
(202)
Goedgekeurd.
25e. Balans en verlies- en winstrekening,
dienst 1936, van het Grondbedrijf. (202)
Goedgekeurd.
26e. Balansen en verlies- én winstreke
ningen, dienst 1936, van den Reinigings-
en Ontsmettlngsdienst. (202)
Goedgekeurd.
27e. Balans en verlies- en winstrekening,
ever het tijdvak van 1 Januari29 Febru
ari 1936, van den opgeheven Keurings
dienst van Waren in het district Leiden.
1202)
Goedgekeurd,
28e. Balans en verlies- en winstrekening,
dienst 1936, van de Gemeentelijke Hulp
bank. (202)
Goedgekeurd.
29e. Rekening, dienst 1936, van het Ge
meentelijk Waschbureau. (202)
Goedgekeurd.
30e. Balans én verlies- en winstrekening,
dienst 1936, van het Gemeentelijk Radio-
Distributiebedrijf. (202)
Goedgekeurd.
31e. Rekening van de ontvangsten en
Uitgaven der gemeente over het jaar 1936.
(167 en 203)
Goedgekeurd.
32e. Voorstel tot het goedkeuren van de
rekening over 1936 van het plan der oude
koningen van de Vereeniging tot Bevorde
ring van den Bouw van Werkmanswoningen
fn tot het beschikbaar stellen van gelden
fan genoemde vereeniging in verband met
net nadeelig saldo van die rekening door
patstelling van den desbetreffenden be-
tegrootingsetaat. (205)
Goedgekeurd.
33e. Voorstel tot het verleenen van mede.
verking aan het bestuur der Gerefor
meerde Schoolvereeniging tot het aan-
«haffen van leermiddelen ten behoeve
Jan haar school voor uitgebreid lager on
derwijs aan de Hooglandsche Kerkgracht
«o. 20a en tot het vaststellen van den
desbetreffenden begrootingsstaat. (204)
Conform besloten.
34e, Voorstel tot het onbewoonbaar ver
eren van een 27-tal woningen. (206)
De heer SCHÜLLER gaat mede met het
'forstel, al is hij niet bevredigd, daar er
h meerdere woningen voor afkeuring in
hnmerking komen. Hij hoopt op een
(teller tempo van B, en W.
De heer GOSLINGA: Zeker, doch dan
meer in complex opdat saneering moge-
wordt.
De heer SCHÜLLER is het daarmede wel
?ns. als het mogelijk is, doch dat hebben
8 en w, niet steeds in de hand.
Conform wordt dan besloten,
35e. Voorstel tot het verleenen van een
«rstgave aan daarvoor in aanmerking
'emende werkloozen. (207)
De heer TOBÉ zou gaarne pogingen heb-
m gezien de gave hooger te krijgen.
Wethouder v. STRALEN zegt, dat dit nu
7' gebeurd is na de vele mislukte po-
üngen
Conform wordt dan besloten.
SCHOOLKINDERVOEDING
EN KLEEDING.
3®e I. Herstemming over het voorstel
j™ mevr. Braggaar-de Does inzake het
««rekken van schoenen in plaats van
feren
Pen aan behoeftige leerplichtige kin-
Praeadvies op het voorstel:
van den heer van Bek inzake gltbrel-
dlng van het aantal gemeentelijke ver
tegenwoordigers in het bestuur van de ver
eeniging „Schoolkindervoeding en -klee
ding";
b, van den heer Goslinga om warm
voedsel verkrijgbaar te stellen voor daar
voor in aanmerking komenden en tegelij
kertijd de schoolkindervoeding te beëindi
gen. (168l
Het voorstel van mevr. Braggaar wordt
thans aangenomen met 18—16 stemmen.
Voor de S.D.A.P. en de heeren Lombert,
v. Weizen, Key en Manders.
De heer v. EOK verdedigt daarop zijn
voorstel, gelet op het belang der zaak, al
is hij het er mee eens, dat een politieke
vertegenwoordiging in dergelijke gevallen
ongewenscht is. Een precedent is het niet,
gelet op andere commissies. De vertegen
woordiger der gemeente vervult z.i. zijn
taak goed, doch een vrouw weet z.i. toch
meer van kleeding en voeding. En boven
dien, er is een vrouwelijk raadslid, dat
zich geheel in deze materie heeft inge
werkt. Wettigt ook het groote subsidie
een f. 60.000 niet de uitbreiding, al
heeft spr. groot respect voor de opoffe
ringen. die een particulier bestuur vervult
in plaats der gemeente?
Het betreft hier dus een speciaal geval.
De heer BERGERS was aanvankelijk te
gen, doch laat dit thans varen na de ver
klaring van den heer v. Eek over „een
speciaal geval".
De heer ELKERBOUT voelt dan meer
voor een commissie van drie of vijf dan
voor twee.
Wethouder TEPE wijst er op, dat de heer
v. Eek het niet alleen in zijn hand heeft
om precedenten te voorkomen. Andere
partijen kunnen dan daarop wijzen! Bo
vendien men moet nooit incidenteel de
samenstelling eener commissie zien in een
bepaald raam dat er toevallig een zeer ge
schikt lid is. Uitbreiding met een vrouwe
lijk lid is voor het bestuur niet noodig,
daar er 7 vrouwelijke bestuursleden zijn
tegen 6 mannelijke, die vol toewijding haar
moeilijke taak pro deo verrichten. Een
meer speciale financleele toezichtregeling
wordt ook niet gebaat door een vrouw voor
kleeding! Spr. kan de houding van den
heer Bergers begrijpen, doch laat ook de
vereeniging haar bezwaren vallen?
Wethouder v. STRALEN vreest, dat het
noemen van een naam voor een tweede
gedelegeerde de vereeniging afkeerig heeft
gemaakt van uitbreiding van het toezicht
door de gemeente. Hij oordeelt deze ech
ter wel gewenscht, gezien het financieel
belang der gemeente bij deze materie.
De heeren ELKERBOUT en v. d. KWAAK
stellen voor het aantal gedelegeerden te
brengen op drie.
Weth. TEPE:. Het precedent werkt al!
De heer v. ECK ziet daarin een over
tuiging van zijn standpunt én heeft tegen
dit voorstel geen bezwaar.
Nogmaals verdedigt hij zijn standpunt
tegenover den wethouder. Hier is z.i. een
vrouw volledig op haar plaats. Wat de ver
eeniging denkt, gaat den raad niet aan.
Het béstuur heeft de raadsbesluiten te
aanvaarden.
De heer ELKERBOUT gelooft dat het
precedent niet begint te werken, integen
deel door zijn voorstel wordt z.i. het pre
cedent bezworen. Men moet blijkbaar
gaan in de richting van uitbreiding, wel
nu, dan is zijn voorstel alleszins reëel.
De heer BERGERS heeft alleen uit over
weging dat hij niet wil schijnen anderen
niet naast rich te dulden, besloten voor te
stemmen.
De heer v. d. KWAAK oordeelt uitbrei
ding gewenscht, daar ook het werk der
vereeniging is uitgebreid. Alleen mevr.
Braggaar te benoemen, zou den schijn
kunnen wekken, dat er toch nog wel iets
op te knappen was, trots allen lof.
De heer MANDERS oordeelt het voorstel
Eikerbout te verkiezen. Maar de vereeni
ging is zelfstandig, dat bedenke men wel.
De heer v. ECK komt op tegen dit laat
ste, waarmede de vereeniging toch reke
ning heeft te houden, Is een derde lid be
doeld om den invloed van mevr. Braggaar
te breken en dat liet de heer v. d.
Kwaak doorschemeren dan komt hij
daartegen op.
De heer BERGERS wijst ook op de zelf
standige positie der vereeniging, die alle
raadsbesluiten naast zich neer zou kun
nen leggen. Of dat echter dank zij de sub
sidie geschiedt, is wat anders.
Zou de gemeente de taak van het be
stuur moeten overnemen, dan zou het niet
f. 60.000 kosten, doch zeker het dubbele
Nu geschiedt het werk voorbeeldig en in
het belang van het kind! Tegen die rich
ting waarschuwt spr.
Wethouder TEPE zegt. waarde te hech
ten aan de meening van het bestuur, daar
deze toch zelfstandig is, al ligt, zooals
vaker de waarheid in het midden, gelet
op dé subsidie. Ook uit wellevendheid is
het hooren van het bestuur zeker verant
woord! Het bestuur vreest het politieke
element in zijn midden en z.i, niet ten
onrechte. Het noemen van den naam van
den tweeden gedelegeerde als waar
schijnlijk tenminste zal zeker effect
hebben gehad.
Het voorstel Eikerbout wordt aangeno
men met 1914 stemmen
Tegen de heeren Beekenkamp, v. d. Tas,
de Reede, Bergers, Lombert, Key, Coster,
v. d. Laan, v. Rosmalen, Würtz, Tobé. Gos
linga, Wilbrink en Tepe.
De heer GOSLINGA wijst er op. hoe een
deel der burgerij nog altijd staat op het
standpunt dat de ouders van Godswege
hebben te zorgen voor de kinderen, des
noods met hulp en steun. Het hier gevolg
de systeem leidt vanzelf naar het stand
punt van den heer v. Eek, die geen be
zwaar heeft tegen een gemeentedienst op
dit terrein. De uitgaven stijgen en stijgen
maar, als een olievlek rich uitbreidend.
Tegen dit principe staat spr. fel gekeerd.
De heer v, ECK: U weet niets van het
socialisme.
De heer GOSLINGA: in elk geval meer
dan u van onze beginselen.
Spr. betreurt, dat B. en W. rich van het
voorstel afmaken als door een eervolle be
grafenis. Waarom heeft het college ook
hem -niet gehoord, zooals mevr. Braggaar
in de schoenenkwestie?
Van een plicht inzake schoolvoeding
volgens de leerplichtwet weet spr. niet
Worden de kinderen thuis gevoed dan is
het in orde. Kostenberekening is lastig,
doch het is toch mogelijk. Waarom ook ten
aanzien van zijn voorstel geen raming ge
maakt? Dat gedeeltelijk betaald zou moe
ten worden-, behoeft ook geen beletsel te
zijn, daarover valt toch te praten.
Spr. betreurt dat het Chr. principe wordt
losgelaten en dat B. en W. zijn voorstel
door hun vage bestrijding minder kans
hebben gegeven.
In oorlogstijd is de proef met gemeente
lijke keukens toch ook geslaagd. Zoo blijft
het gezin ongerept, volgens Gods ordon
nantiën, die men zoo nauw mogelijk moet
naleven.
Wethouder WILBRINK oordeelt, dat de
heer Goslinga heel ruim schermt met God's
ordonnantiën, daar hij de menschen weer
wil doen ln de rij staan bij keukens. Hij
ziet sociaal werk ln de hier gevolgde rege
ling en oordeelt zich volkomen verant
woord. ook uit Chr. oogpunt.
Mevr. BRAGGAAR meent, dat de heer
Goslinga oordeelt: „ons is niets te dol",
gelet op dit zijn voorstel, dat het doel ver
voorbij streeft. Ook de soc. dem. vinden
het de taak der ouders voor de kinderen
te zorgen doch helaas gaat dit maar al
te vaak niet, tot groot leed der ouders zelf,
Spr. ontraadt dit voorstel Goslinga ten
stelligste.
De heer MANDERS is van oordeel dat er
in het voorstel Goslinga toch veel goeds zit,
dat naar voren gebracht dient te worden.
Voorziening in de gezinnen zou voorzeker
de voorkeur verdienen, als het mogelijk
was. Een poging in die richting zou spr,
gaarne zien.
De heer v. WELZEN ontkent, dat het
socialisme het standpunt inneemt, dat de
kinderen den staat toebehooren en niet in
het gezin. Spr, toetst dit aan het voorbeeld
van Sovjet-Rusland. Volgens humanitaire
regelen, die grootendeels in overeenstem
ming zijn met de algemeen Christelijke,
wordt wel eens anders gehandeld uit nood
zaak.
De heer v, d. LAAN oordeelt, dat te veel
tijd verloren gaat van den werkelijken
schooltijd voor allerlei.
Er heerscht zekere onrust door al
de maatregelen van schoolvoeding, school-
dokter enz. Bestond er daarom een gele
genheid om de voeding uit de school te
krijgen, spr. zou daarvoor zijn. Spr. vraagt
of het niet mogelijk is in die richting een
onderzoek in te stellen.
De heer DE REEDE oordeelt, dat zelfs
buiten Chr. kringen vele ouders voor hun
kinderen opkomen. Spr. betreurt daarom
deze wijze van optreden van den heer
Goslinga. Spr. erkent God's wil, doch men
dione voorzichtig te zijn voor „ie bourgeois
satlsfait". Uit ervaring weet spr., dat
schoolvoeding noodzakelijk is, hoe gaarne
men het anders zou willen. Anders krijgen
de kinderen hun portie niet, hoogstens een
deel. Er behoort moed toe een zaak zoo af
te kammen als de heer Goslinga deed. Wij
moeten den weg van vóór honderd jaar
niet weer op, wij mogen niet de menschen
weer ln rijen doem grachten en ondervoe
ding mag het onderwijs niet belemmeren.
Toen de heer Goslinga wethouder was,
was hij niet thuis!
Wethouder v. STRALEN zet uiteen hoe
alleen verbetering van den steun ln de
richting van den heer Goslinga zou kun
nen werken.
De heer v. ECK ontkent beslist dat de
soc. dem. in plaats van voeding in het
gezin schoolvoeding voorstaan. Het omge
keerde is het geval, doch de noodzaak
dwingt. Warmer voorstander van het. ge
zinsverband dan spr. kan de heer Goslinga
niet zijn. Integendeel, hoe sterker het ge
zinsverband, hoe beter ook in het belang
van het socialisme.
De overheid steunt de schoolvoeding als
noodzakelijk kwaad.
Wethouder TEPE meent, dat men uiterst
voorzichtig moet zijn met „ordonnantiën
God's" wanneer mén overheidsmaatregelen
wil bestrijden. Alsof alle tegenstanders
dan daartegen handelen! Ongetwijfeld is
het gezin het cement der samenleving vol
gens de grootste meerderheid onzer bevol
king, doch het gaat niet aan om maat
regelen die bedoelen voor een deel de taak
van het gezin over te nemen uit harde
noodzaak dan in strijd te noemen met
God's wil.'In principe zou men dan ook wel
opheffen der scholen kunnen verdedigen
daar de opvoeding aan het gezin behoort.
Is hel in de huidige omstandigheden
Gods wil. dat er geen schoolkindervoeding
meer is? Waarom komt de heer G. nu met
zoo'n voorstel in deze critieke tijden, nu
de schoolvoeding zoo zeer noodig is?
Voor B. en W. zou er reden voor becijfe
ren zijn geweest, zoo de heer Goslinga
alleen voeding-verstrekken had voorgesteld
zonder opheffen der schoolkindervoeding;
nu dit daaraan is gekoppeld behoefde dit
niet. daar volgens het college de school
kindervoeding niet kan worden gemist.
Verplicht zijn we niet doch wel moreel
verplicht nu de wet daartoe gelegenheid
geeft.
Zoodia de tijd rijp zal zijn voor terug
komen op de schoolvoeding. wil spreker
gaarne een nader onderzoek toezeggen.
De heer GOSLINGA blijft betreuren, dat
zijn voorstel aldus wordt afgemaakt zonder
nader degelijk onderzoek. Zijn principe: de
kinderen hooren thuis, is toch dit wel
waard en geenszins in overeenstemming
met het gezegde „ons is niets te dol".
Het verzet berust geheel op opportuniteits-
gronden, niet op het principe
Als wethouder heeft spr. destijds genoeg
geageerd tegen schoolvoeding, maar
het was zijn afdeeling niet en een wethou
der doet geen voorstellen tegen het coliege-
beleid in. Waarom nu trots de omstandig
heden? Dit gelet op de uitbreiding, die al
verder en verder gaat. Zijn voorstel is wat
algemeen, juist om naar een andere goede
regeling in het huisgezin te kunnen zoeken,
opdat niets vevdwijne voor een algemeen
goed systeem de plaats kan innemen van
het huidige, dat, men erkent het, in wezen
niet deugt.
Het praeadvies ran B. en W. wordt aan
genomen met 274 stemmen.
Tegen dé heeren Manders, Goslinga, van
der Laan en Tobé.
NOG TWEE HAMERPUNTEN.
Voorstel tot het verkoopen van een strook
grond aan de Boerhaavelaan, deel uitma
kende van het perceel, kadastraal bekend
gemeente Leiden Sectie L No. 1454, aan J.
J. van Hoeken, te Oegstgeest. (215)
Conform besloten.
Voorstel inzake het aangaan van een
dading met W. Bakker Tzn., te Gouda,
ter beëindiging van het geschil tot het
vergoeden aan de gemeente van aan een
hoogspanningskabel c.a. in den weg tus-
schen Nieuwveen en Kattenburg toege
brachte schade. (214)
Conform besloten.
Hierna schorsing tot 's avonds.
AVONDZITTING.
37e. Voorstel tot het verhoogen van het
over 1937 aan de vereeniging „School
kindervoeding en -kleeding" toegekend
subsidie en tot het vaststellen van den
desbetreffenden begrootingsstaat. (208)
Conform vastgesteld
38e. Voorstel tot onderhandsche opdracht
van de levering van een gedrukt steno-
analytisch verslag van de Handelingen
van den Gemeenteraad en van de Inge
komen Stukken aan de N.V. Boek-, Cou
rant- en Handelsdrukkerij voorheen J. J.
Groen en Zoon, (209)
Conform besloten.
DE STADHUISBOUW.
39e. Voorstel om het maken van de vol
ledige werken ter voltooiing van het stad
huis, met bijlevering van alle materialen
enz. ondershands op te dragen aan de
fiirma H. Korswagen Nzn., te Leiden. (210)
De heer JONGELEEN verheugt zich over
de thans te nemen beslissing, doch vraagt
waarom het zoo lang heoft moeten duren,
voordat ze kon worden genomen. Is dit
werkelijk zooals spr. vernomen heeft, dat
de architect het erg druk had met andere
werkzaamheden en is het ook waar, dat de
leiding van het stellen van de natuursteen
zal worden opgedragen aan een Amster-
damschen steenhouwer?
Wethouder WILBRINK antwoordt, dat de
architect Inderdaad ook andere werkzaam
heden heeft. Het uitstel is o.m. te wijten
aan het feit, dat de aannemingssom van
den natuursteen aanmerkelijk duurder
uitviel dan begroot was, zoodat een nieuwe
regeling noodig was. Het is onjuist om dit
uitstel alleen aan de andere werkzaam
heden van den architect toe te schrijven.
Er komen bij een dergelijk object ook an
dere factoren in het geding.
Sub 2 antwoordt spr. bevestigend uit
practische overwegingen. Er is dan slechts
één verantwoordelijke persoon. Wanneer de
mogelijkheid bestaat, zullen natuurlijk
werklooze Leidsche steenhouwers te werk
worden gesteld
De heer VAN DER TAS vraagt voor de
meubileering en stoffeering uitsluitend ge
bruik te maken van Leidsche midden
standszaken.
De heer HESSING vraagt of B. en W
kunnen zeggen met welk bedrag de kosten
van den Stadhuisbouw zullen worden over
schreden o.a. als gevolg van de gewijzigde
monetaire politiek der regecring. z.i. had
het bestek van den afbouw in Juli 1937 ge
reed moeten zijn.
De heer JONGELEEN is door het ant
woord van den wethouder niet bevredigd De
architect had moeten zorgen, dat de bouw
zonder storing voortgang had kunnen heb
ben.
Ook het antwoord sub 2 acht spr. niet af
doende. Het risico van beschadiging blijft
voor rekening van den afzender en heeft
met de bewerking niets uitstaande. Een
dergelijke bepaling bestaat ook niet ten
aanzien van het marmer en graniet-
werk. Op die wijze komen de belangen der
Leidsche werldoozen ernstig in het gedrang.
Deze bepaling is een brevet van onbe
kwaamheid aan het adres der Leidsche
steenhouwers. En dit, waar de heer Bon, de
opzichter, vol lof is over de vakbekwaam
heid der Leidsche steenhouwers.
Waarom wordt hier gehandeld in af
wijking van alle andere bestekken van den
dienst van Gemeentewerken. Spr. be
sluit met de hoop uit te spreken, dat de
vergunning aan de Amsterdamsche firma
zal worden ingetrokken.
De heer WILMER wijst op het belang
van het betrachten van zoo groot moge
lijken spoed, niet alleen in verband met di
prijsstijging der materialen, maar ook met
het oog op de urgentie van werkverrui
ming.
Den heer SCHÜLLER lijkt het het beste,
dat B. en W. ruiterlijk erkennen, dat de
gang van zaken niet geweest is, zooals men
had gewenscht. Laten zij nu maar toezeg
gen, dat de verdere afbouw zonder stoornis
kan verloopen.
Wethouder WILBRINK antwoordt den
heer v. d. Tas, dat zooveel mogelijk Leid
sche ingezetenen zullen worden ingescha
keld. Den heer Hessing antwoordt spr.,
aat deze overschrijding mogelijk wel een
ton zal overschrijden, wanneer de zaken
zich althans blijven ontwikkelen als tot-
dusverre. Het kan echter ook best meeval
len. De vertraging in den bouw heeft al
leen renteverlies tengevolge, doch zij was
noodzakelijk om ongemotiveerde prijsstij
ging te voorkomen.
Ook bij de verbouwing der firma Vroom
en Dreesmann was er een tijdsduur van 10
weken tusschen het gereedkomen van het
betonskelet en den eigenlijken afbouw. Dit
is niet altijd te voorkomen; alleen wanneer
tegelijk met den bouw van het betonskelet
ook de afbouw wordt aanbesteed is zulks
mogelijk. Ook bij particulieren bouw en bij
rijksgebouwen komt een dergelijke stag
natie voor.
De zaak is niet zoo eenvoudig als men
wil doen voorkomen. Ook B. en W. betreu
ren zulks, doch van een uitzonderingsgeval
is hier geen sprake.
D? levering van de natuursteen is niet
los te maken van het bestek. Aan de vak
bekwaamheid der Leidsche steenhouwers
twijfelen noch B. en W., noch de architect,
doch het risico moet bij een dergelijk
serieus werk zooveel mogelijk worden be
perkt.
De heer JONGELEEN stelt voor om het
stellen van het steenhouwwerk op te dra
gen aan een Leidschen steenhouwer.
Wethouder WILBRINK voert aan, dat de
verantwoordelijkheid van beschadiging nu
komt te berusten bij de Amsterdamsche
firma.
Het voorstel van den heer Jongelecn
wordt verworpen met 18 tegen 12 stem
men. (voor de S.D.A.P. behalve de wet
houders en de heer v. Weizen).
Het voorstel van B. en W. wordt z. h. st.
aangenomen.
DE ELECTRICITEITSTARIEVEN.
40e. Voorstel tot het wijzigen van de ver
ordening. betreffende de levering van elec
triciteit door de Stedelijke Fabrieken van
Gas en Electriciteit. (211)
De heer TOBÉ is tegen het voorstel, om
dat daardoor juist de financieel minst
draagkrachtigen gorden getroffen. Ook
Laat ons toch ver
standig zijn en bij
een opkomende
verkoudheid
zonder aarzelen
direct
ASPIRIN nemen.
Aspirin
is een pro duet.
Oranjeband en »0oy«*«-kruis
waarborgen de werkzaam
heid en onschadelijkheid
2801
(Ingez. Med.)
met de motiveering is spr. het niet eens.
Weliswaar zijn de kolenprijzen verhoogd,
doch dit nadeel wordt gecompenseerrd door
andere voordeeltjes. Het winstcijfer is
l'/i ton hooger dan het vorige jaar. Spr.
gelooft niet, dat men den omzet kan sti-
muleeren door den prijs te verhoogen.
T. a. v. Rijnsburg bijvoorbeeld betoogden
B. en W. precies het tegenovergestelde.
De heer DE REEDE zegt, dat dit voorstel
economisch en politiek weidsche perspec
tieven opent. Dit voorste] maakt deel uit
van een complex maatregelen, doch is uit
zijn verband gerukt.
De door B. en W, aangevoerde argumen
ten raken niet de kern van de zaak. T. a. v.
den kolenprijs beroept het college zich op
abnormale omstandigheden. De winst der
S.L.F.. welke in 1931 f. 740,000 bedroeg, is
sindsdien regelmatig opgeloopen tot ruim
f. 1.000.000, in 1937 ondanks de stijging der
kolenprijzen. Voor 1938 is dit cijfer geraamd
op meer dan f. 1.100.00, welke stijging niet
alleen te danken is aan de reorganisatie.
De prijsverlaging van 1935 heeft een
winststijging tengevolge gehad; waarom
dan nu een anderen koers ingeslagen? Het
voorstel van B. en W. heeft tot gevolg, dat
alleen de verbruikers van enkel tarief de
grondstoffenprijsstijging zullen betalen.
Dat is toch hoogst onbillijk. Temeer waar
de winsten in de laatste jaren zoozeer zijn
opgeloopen, acht spr. deze verhooging on
gemotiveerd; de positie van het bedrijf
maakt haar geenszins noodzakelijk. Uit de
stukken heeft spr. geconcludeerd, dat ook
de directie afwijzend staat tegenover dit
voorstel.
Er is in vroegere jaren in den raad
veel gesproken over de winsten der Licht
fabrieken, die spr. altijd verdedigd heeft,
vooral omdat ze "in Leiden zoo nuttig be
steed werden.
De zaak staat nu echter anders; van de
vroegere tegenstanders verwacht spr. dan
ook, dat zij hun steun niet aan dit voor
stel zullen geven. Sm', doet een beroep op
den geheelen raad om dit voorstel te
stuiten.
De heer v. d. TAS verklaart zich ook
tegenstander van dit plan. dat vooral den
kleinen man treft en het debiet der S.L.F.
nadeelig zal beïnvloeden. Bovendien is hij
ertegen om het winstcijfer der S.L.F. te
misbruiken als sluitpost op de begrooting.
Het lichtverbruik wordt aldus een on
billijk verdeelde indirecte belasting. De
mogelijkheden van toepassing van electri
citeit worden bij lange na nog niet uitge
buit en worden geremd door den hoogen
kostprijs.
De heer VAN WELZEN beziet deze kwes
tie van politiek standpunt. De gemeente
gebruikt de winst als sluitpost. Dit voorstel
treft de minst draagkrachtigen, terwijl hij
juist een regeling voorstaat, welke meer
rekening houdt met de financieele draag
kracht. Spr. dient een motie in. waardoor
alle Ingezetenen niet een jaarlijksch inko
men beneden f. 1200 van verhooging wor
den vrijgesteld.
De heer HESSING betoogt, dat de win
sten der gemeentebedrijven ongetwijfeld
een deel vormen van de gemeentelijke in
komsten. Men kan van meening verschil
len over het inzicht tot hoever deze win
sten moeten oploopen alvorens tot verla
ging van de tarieven te besluiten. De vraag
is echter of de gemeente deze inkomsten
kan ontberen.
De heer de Reede heeft daartegenover
geen andere middelen ter dekking aange
geven. Belastingverhooging zou minstens
even zwaar drukken. De stijging der grond-
stoffenpriizen heeft een meerdere uitgave
van f. 115.000 tengevolge, waarvan f. 79.000
ten laste van het electriciteits- en
f. 36.000 ten laste van het gasbedrijf komt.
De voorgestelde tariefsverhoogtag brengt
slechts f. 60.000 in de gemeentekas, zoodat
de meerdere uitgaven nog niet eens worden
gedekt. Den door den heer van Weizen ge
noemden norm van f. 1200 acht spr. geheel
willekeurig. Practisch gaat de eventueele
verhooging in op 1 Januari 1938; de inning
geschiedt pas in Februari.
Laten B. en W. nog eens nagaan voor dit
tijdstip of er niet een andere mogelijkheid
bestaat om het tekort te dekken, waarbij
ook spr. bepleit de minst draagkrachtigen
zooveel mogelijk te sparen.
De heer GOSLINGA heeft zich in 1935
verzet tegen een tariefsverlaging, waarvan
het resultaat is geweest, dat de rekening
over 1936 voor het eerst sinds jaren sloot
met "en tekort
De herr v. d. Tas noemde tariefsverhoo-
ging een indirecte belasting, doch daarop
ralt nog te bezuinigen: on een belasting
biljet in het geheel niet! Het voorstel van
den heer v. Weizen acht spr. technisch on
uitvoerbaar.
De heer COSTER noemt het betoog van
den heer de Reede zuiver theoretisch; het
houdt geen rekening met de werkelijkheid.
Hü zal met B. en W. meegaan.
De heer ELKERBOUT betreurt het. dat
de heer van Eek niet aan het woord is ce-
weeri, waar deze vel" ia—n a-hter-'n l-az-'t
geijverd voor tariefsvzr'aaing. Waar de
heer Hessing in deze dit standpunt dei-
fractie vertolkt, heeft de heer van Eek het
zich niet moeilijk behoeven te maken.
Ook spr. betreurt het, dat dit voorstel 4»