Uit den Leidschen Raad LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 14 December 1937 Derde Blad No. 23841 de 78 ste Jaargang O Schoenen boven klompen verkoze n Drie vertegenwoordigers der gemeente bij Schoolkindervoeding en -Kleeding De verhooging der electriciteits tarieven aanvaard. HAMERPUNTEN. lie. Voorstel Inzake het wijzigen van de met het Rijk bij raadsbesluit van 13 Maart 1919, gewijzigd bij dat van 9 Mei 1927, aan gegane overeenkomst betreffende de ver huring van het v.m. Peethuls c.a, (200) De heer TOBÊ vraagt of het wel gewenscht Is, als er onverhoopt oorlog zou komen, dat militaire werkplaatsen naast het zieken huis liggen. Wethouder WILBRINK gelooft, dat dan wel maatregelen genomen zullen worden. Conform wordt besloten. 12e. Rekening, dienst 1936, van het col lege van Vrouwenkraammoeders. (201) Goedgekeurd. 13e. Begrooting, dienst 1938, van het col lege van Vrouwenkraammoeders. 12011 Goedgekeurd. 14e. Rekening, dienst 1936, van de ge meentelijke commissie voor Maatschappe lijk Hulpbetoon. (201) Goedgekeurd. 15e. Suppletoire begrooting. dienst 1936, van de Stedelijke Werkinrichting. (201) Goedgekeurd. 16e. Rekening, dienst 1936, van de Ste delijke Werkinrichting. Goedgekeurd. 17e. Suppletoire begrooting, dienst 1936, jvan den Armenraad. (201) Goedgekeurd. 18e, Rekening, dienst 1936, van den 'Armenraad. (201) Goedgekeurd. 19e. Suppletoire begrooting, dienst 1936, van het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuls. (201) Goedgekeurd. 20e. Rekening, dienst 1936, van het Hei lige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis. (201) Goedgekeurd. 21e. Begrooting, dienst 1938, van het Keilige Geest of Arme Wees- en Kinder huis. (201) Goedgekeurd. 22e. Balansen en verlies- en winstreke ningen, dienst 1936, van de Stedelijke Fa brieken van Gas en Electriciteit. (202) Goedgekeurd. 23e. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1936, van de gestichten ..Endegeest", „Voorgeest" en „Rhljngeest". (202) Goedgekeurd. 24e. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1936, van het Openbaar Slachthuis. (202) Goedgekeurd. 25e. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1936, van het Grondbedrijf. (202) Goedgekeurd. 26e. Balansen en verlies- én winstreke ningen, dienst 1936, van den Reinigings- en Ontsmettlngsdienst. (202) Goedgekeurd. 27e. Balans en verlies- en winstrekening, ever het tijdvak van 1 Januari29 Febru ari 1936, van den opgeheven Keurings dienst van Waren in het district Leiden. 1202) Goedgekeurd, 28e. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1936, van de Gemeentelijke Hulp bank. (202) Goedgekeurd. 29e. Rekening, dienst 1936, van het Ge meentelijk Waschbureau. (202) Goedgekeurd. 30e. Balans én verlies- en winstrekening, dienst 1936, van het Gemeentelijk Radio- Distributiebedrijf. (202) Goedgekeurd. 31e. Rekening van de ontvangsten en Uitgaven der gemeente over het jaar 1936. (167 en 203) Goedgekeurd. 32e. Voorstel tot het goedkeuren van de rekening over 1936 van het plan der oude koningen van de Vereeniging tot Bevorde ring van den Bouw van Werkmanswoningen fn tot het beschikbaar stellen van gelden fan genoemde vereeniging in verband met net nadeelig saldo van die rekening door patstelling van den desbetreffenden be- tegrootingsetaat. (205) Goedgekeurd. 33e. Voorstel tot het verleenen van mede. verking aan het bestuur der Gerefor meerde Schoolvereeniging tot het aan- «haffen van leermiddelen ten behoeve Jan haar school voor uitgebreid lager on derwijs aan de Hooglandsche Kerkgracht «o. 20a en tot het vaststellen van den desbetreffenden begrootingsstaat. (204) Conform besloten. 34e, Voorstel tot het onbewoonbaar ver eren van een 27-tal woningen. (206) De heer SCHÜLLER gaat mede met het 'forstel, al is hij niet bevredigd, daar er h meerdere woningen voor afkeuring in hnmerking komen. Hij hoopt op een (teller tempo van B, en W. De heer GOSLINGA: Zeker, doch dan meer in complex opdat saneering moge- wordt. De heer SCHÜLLER is het daarmede wel ?ns. als het mogelijk is, doch dat hebben 8 en w, niet steeds in de hand. Conform wordt dan besloten, 35e. Voorstel tot het verleenen van een «rstgave aan daarvoor in aanmerking 'emende werkloozen. (207) De heer TOBÉ zou gaarne pogingen heb- m gezien de gave hooger te krijgen. Wethouder v. STRALEN zegt, dat dit nu 7' gebeurd is na de vele mislukte po- üngen Conform wordt dan besloten. SCHOOLKINDERVOEDING EN KLEEDING. 3®e I. Herstemming over het voorstel j™ mevr. Braggaar-de Does inzake het ««rekken van schoenen in plaats van feren Pen aan behoeftige leerplichtige kin- Praeadvies op het voorstel: van den heer van Bek inzake gltbrel- dlng van het aantal gemeentelijke ver tegenwoordigers in het bestuur van de ver eeniging „Schoolkindervoeding en -klee ding"; b, van den heer Goslinga om warm voedsel verkrijgbaar te stellen voor daar voor in aanmerking komenden en tegelij kertijd de schoolkindervoeding te beëindi gen. (168l Het voorstel van mevr. Braggaar wordt thans aangenomen met 18—16 stemmen. Voor de S.D.A.P. en de heeren Lombert, v. Weizen, Key en Manders. De heer v. EOK verdedigt daarop zijn voorstel, gelet op het belang der zaak, al is hij het er mee eens, dat een politieke vertegenwoordiging in dergelijke gevallen ongewenscht is. Een precedent is het niet, gelet op andere commissies. De vertegen woordiger der gemeente vervult z.i. zijn taak goed, doch een vrouw weet z.i. toch meer van kleeding en voeding. En boven dien, er is een vrouwelijk raadslid, dat zich geheel in deze materie heeft inge werkt. Wettigt ook het groote subsidie een f. 60.000 niet de uitbreiding, al heeft spr. groot respect voor de opoffe ringen. die een particulier bestuur vervult in plaats der gemeente? Het betreft hier dus een speciaal geval. De heer BERGERS was aanvankelijk te gen, doch laat dit thans varen na de ver klaring van den heer v. Eek over „een speciaal geval". De heer ELKERBOUT voelt dan meer voor een commissie van drie of vijf dan voor twee. Wethouder TEPE wijst er op, dat de heer v. Eek het niet alleen in zijn hand heeft om precedenten te voorkomen. Andere partijen kunnen dan daarop wijzen! Bo vendien men moet nooit incidenteel de samenstelling eener commissie zien in een bepaald raam dat er toevallig een zeer ge schikt lid is. Uitbreiding met een vrouwe lijk lid is voor het bestuur niet noodig, daar er 7 vrouwelijke bestuursleden zijn tegen 6 mannelijke, die vol toewijding haar moeilijke taak pro deo verrichten. Een meer speciale financleele toezichtregeling wordt ook niet gebaat door een vrouw voor kleeding! Spr. kan de houding van den heer Bergers begrijpen, doch laat ook de vereeniging haar bezwaren vallen? Wethouder v. STRALEN vreest, dat het noemen van een naam voor een tweede gedelegeerde de vereeniging afkeerig heeft gemaakt van uitbreiding van het toezicht door de gemeente. Hij oordeelt deze ech ter wel gewenscht, gezien het financieel belang der gemeente bij deze materie. De heeren ELKERBOUT en v. d. KWAAK stellen voor het aantal gedelegeerden te brengen op drie. Weth. TEPE:. Het precedent werkt al! De heer v. ECK ziet daarin een over tuiging van zijn standpunt én heeft tegen dit voorstel geen bezwaar. Nogmaals verdedigt hij zijn standpunt tegenover den wethouder. Hier is z.i. een vrouw volledig op haar plaats. Wat de ver eeniging denkt, gaat den raad niet aan. Het béstuur heeft de raadsbesluiten te aanvaarden. De heer ELKERBOUT gelooft dat het precedent niet begint te werken, integen deel door zijn voorstel wordt z.i. het pre cedent bezworen. Men moet blijkbaar gaan in de richting van uitbreiding, wel nu, dan is zijn voorstel alleszins reëel. De heer BERGERS heeft alleen uit over weging dat hij niet wil schijnen anderen niet naast rich te dulden, besloten voor te stemmen. De heer v. d. KWAAK oordeelt uitbrei ding gewenscht, daar ook het werk der vereeniging is uitgebreid. Alleen mevr. Braggaar te benoemen, zou den schijn kunnen wekken, dat er toch nog wel iets op te knappen was, trots allen lof. De heer MANDERS oordeelt het voorstel Eikerbout te verkiezen. Maar de vereeni ging is zelfstandig, dat bedenke men wel. De heer v. ECK komt op tegen dit laat ste, waarmede de vereeniging toch reke ning heeft te houden, Is een derde lid be doeld om den invloed van mevr. Braggaar te breken en dat liet de heer v. d. Kwaak doorschemeren dan komt hij daartegen op. De heer BERGERS wijst ook op de zelf standige positie der vereeniging, die alle raadsbesluiten naast zich neer zou kun nen leggen. Of dat echter dank zij de sub sidie geschiedt, is wat anders. Zou de gemeente de taak van het be stuur moeten overnemen, dan zou het niet f. 60.000 kosten, doch zeker het dubbele Nu geschiedt het werk voorbeeldig en in het belang van het kind! Tegen die rich ting waarschuwt spr. Wethouder TEPE zegt. waarde te hech ten aan de meening van het bestuur, daar deze toch zelfstandig is, al ligt, zooals vaker de waarheid in het midden, gelet op dé subsidie. Ook uit wellevendheid is het hooren van het bestuur zeker verant woord! Het bestuur vreest het politieke element in zijn midden en z.i, niet ten onrechte. Het noemen van den naam van den tweeden gedelegeerde als waar schijnlijk tenminste zal zeker effect hebben gehad. Het voorstel Eikerbout wordt aangeno men met 1914 stemmen Tegen de heeren Beekenkamp, v. d. Tas, de Reede, Bergers, Lombert, Key, Coster, v. d. Laan, v. Rosmalen, Würtz, Tobé. Gos linga, Wilbrink en Tepe. De heer GOSLINGA wijst er op. hoe een deel der burgerij nog altijd staat op het standpunt dat de ouders van Godswege hebben te zorgen voor de kinderen, des noods met hulp en steun. Het hier gevolg de systeem leidt vanzelf naar het stand punt van den heer v. Eek, die geen be zwaar heeft tegen een gemeentedienst op dit terrein. De uitgaven stijgen en stijgen maar, als een olievlek rich uitbreidend. Tegen dit principe staat spr. fel gekeerd. De heer v, ECK: U weet niets van het socialisme. De heer GOSLINGA: in elk geval meer dan u van onze beginselen. Spr. betreurt, dat B. en W. rich van het voorstel afmaken als door een eervolle be grafenis. Waarom heeft het college ook hem -niet gehoord, zooals mevr. Braggaar in de schoenenkwestie? Van een plicht inzake schoolvoeding volgens de leerplichtwet weet spr. niet Worden de kinderen thuis gevoed dan is het in orde. Kostenberekening is lastig, doch het is toch mogelijk. Waarom ook ten aanzien van zijn voorstel geen raming ge maakt? Dat gedeeltelijk betaald zou moe ten worden-, behoeft ook geen beletsel te zijn, daarover valt toch te praten. Spr. betreurt dat het Chr. principe wordt losgelaten en dat B. en W. zijn voorstel door hun vage bestrijding minder kans hebben gegeven. In oorlogstijd is de proef met gemeente lijke keukens toch ook geslaagd. Zoo blijft het gezin ongerept, volgens Gods ordon nantiën, die men zoo nauw mogelijk moet naleven. Wethouder WILBRINK oordeelt, dat de heer Goslinga heel ruim schermt met God's ordonnantiën, daar hij de menschen weer wil doen ln de rij staan bij keukens. Hij ziet sociaal werk ln de hier gevolgde rege ling en oordeelt zich volkomen verant woord. ook uit Chr. oogpunt. Mevr. BRAGGAAR meent, dat de heer Goslinga oordeelt: „ons is niets te dol", gelet op dit zijn voorstel, dat het doel ver voorbij streeft. Ook de soc. dem. vinden het de taak der ouders voor de kinderen te zorgen doch helaas gaat dit maar al te vaak niet, tot groot leed der ouders zelf, Spr. ontraadt dit voorstel Goslinga ten stelligste. De heer MANDERS is van oordeel dat er in het voorstel Goslinga toch veel goeds zit, dat naar voren gebracht dient te worden. Voorziening in de gezinnen zou voorzeker de voorkeur verdienen, als het mogelijk was. Een poging in die richting zou spr, gaarne zien. De heer v. WELZEN ontkent, dat het socialisme het standpunt inneemt, dat de kinderen den staat toebehooren en niet in het gezin. Spr, toetst dit aan het voorbeeld van Sovjet-Rusland. Volgens humanitaire regelen, die grootendeels in overeenstem ming zijn met de algemeen Christelijke, wordt wel eens anders gehandeld uit nood zaak. De heer v, d. LAAN oordeelt, dat te veel tijd verloren gaat van den werkelijken schooltijd voor allerlei. Er heerscht zekere onrust door al de maatregelen van schoolvoeding, school- dokter enz. Bestond er daarom een gele genheid om de voeding uit de school te krijgen, spr. zou daarvoor zijn. Spr. vraagt of het niet mogelijk is in die richting een onderzoek in te stellen. De heer DE REEDE oordeelt, dat zelfs buiten Chr. kringen vele ouders voor hun kinderen opkomen. Spr. betreurt daarom deze wijze van optreden van den heer Goslinga. Spr. erkent God's wil, doch men dione voorzichtig te zijn voor „ie bourgeois satlsfait". Uit ervaring weet spr., dat schoolvoeding noodzakelijk is, hoe gaarne men het anders zou willen. Anders krijgen de kinderen hun portie niet, hoogstens een deel. Er behoort moed toe een zaak zoo af te kammen als de heer Goslinga deed. Wij moeten den weg van vóór honderd jaar niet weer op, wij mogen niet de menschen weer ln rijen doem grachten en ondervoe ding mag het onderwijs niet belemmeren. Toen de heer Goslinga wethouder was, was hij niet thuis! Wethouder v. STRALEN zet uiteen hoe alleen verbetering van den steun ln de richting van den heer Goslinga zou kun nen werken. De heer v. ECK ontkent beslist dat de soc. dem. in plaats van voeding in het gezin schoolvoeding voorstaan. Het omge keerde is het geval, doch de noodzaak dwingt. Warmer voorstander van het. ge zinsverband dan spr. kan de heer Goslinga niet zijn. Integendeel, hoe sterker het ge zinsverband, hoe beter ook in het belang van het socialisme. De overheid steunt de schoolvoeding als noodzakelijk kwaad. Wethouder TEPE meent, dat men uiterst voorzichtig moet zijn met „ordonnantiën God's" wanneer mén overheidsmaatregelen wil bestrijden. Alsof alle tegenstanders dan daartegen handelen! Ongetwijfeld is het gezin het cement der samenleving vol gens de grootste meerderheid onzer bevol king, doch het gaat niet aan om maat regelen die bedoelen voor een deel de taak van het gezin over te nemen uit harde noodzaak dan in strijd te noemen met God's wil.'In principe zou men dan ook wel opheffen der scholen kunnen verdedigen daar de opvoeding aan het gezin behoort. Is hel in de huidige omstandigheden Gods wil. dat er geen schoolkindervoeding meer is? Waarom komt de heer G. nu met zoo'n voorstel in deze critieke tijden, nu de schoolvoeding zoo zeer noodig is? Voor B. en W. zou er reden voor becijfe ren zijn geweest, zoo de heer Goslinga alleen voeding-verstrekken had voorgesteld zonder opheffen der schoolkindervoeding; nu dit daaraan is gekoppeld behoefde dit niet. daar volgens het college de school kindervoeding niet kan worden gemist. Verplicht zijn we niet doch wel moreel verplicht nu de wet daartoe gelegenheid geeft. Zoodia de tijd rijp zal zijn voor terug komen op de schoolvoeding. wil spreker gaarne een nader onderzoek toezeggen. De heer GOSLINGA blijft betreuren, dat zijn voorstel aldus wordt afgemaakt zonder nader degelijk onderzoek. Zijn principe: de kinderen hooren thuis, is toch dit wel waard en geenszins in overeenstemming met het gezegde „ons is niets te dol". Het verzet berust geheel op opportuniteits- gronden, niet op het principe Als wethouder heeft spr. destijds genoeg geageerd tegen schoolvoeding, maar het was zijn afdeeling niet en een wethou der doet geen voorstellen tegen het coliege- beleid in. Waarom nu trots de omstandig heden? Dit gelet op de uitbreiding, die al verder en verder gaat. Zijn voorstel is wat algemeen, juist om naar een andere goede regeling in het huisgezin te kunnen zoeken, opdat niets vevdwijne voor een algemeen goed systeem de plaats kan innemen van het huidige, dat, men erkent het, in wezen niet deugt. Het praeadvies ran B. en W. wordt aan genomen met 274 stemmen. Tegen dé heeren Manders, Goslinga, van der Laan en Tobé. NOG TWEE HAMERPUNTEN. Voorstel tot het verkoopen van een strook grond aan de Boerhaavelaan, deel uitma kende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden Sectie L No. 1454, aan J. J. van Hoeken, te Oegstgeest. (215) Conform besloten. Voorstel inzake het aangaan van een dading met W. Bakker Tzn., te Gouda, ter beëindiging van het geschil tot het vergoeden aan de gemeente van aan een hoogspanningskabel c.a. in den weg tus- schen Nieuwveen en Kattenburg toege brachte schade. (214) Conform besloten. Hierna schorsing tot 's avonds. AVONDZITTING. 37e. Voorstel tot het verhoogen van het over 1937 aan de vereeniging „School kindervoeding en -kleeding" toegekend subsidie en tot het vaststellen van den desbetreffenden begrootingsstaat. (208) Conform vastgesteld 38e. Voorstel tot onderhandsche opdracht van de levering van een gedrukt steno- analytisch verslag van de Handelingen van den Gemeenteraad en van de Inge komen Stukken aan de N.V. Boek-, Cou rant- en Handelsdrukkerij voorheen J. J. Groen en Zoon, (209) Conform besloten. DE STADHUISBOUW. 39e. Voorstel om het maken van de vol ledige werken ter voltooiing van het stad huis, met bijlevering van alle materialen enz. ondershands op te dragen aan de fiirma H. Korswagen Nzn., te Leiden. (210) De heer JONGELEEN verheugt zich over de thans te nemen beslissing, doch vraagt waarom het zoo lang heoft moeten duren, voordat ze kon worden genomen. Is dit werkelijk zooals spr. vernomen heeft, dat de architect het erg druk had met andere werkzaamheden en is het ook waar, dat de leiding van het stellen van de natuursteen zal worden opgedragen aan een Amster- damschen steenhouwer? Wethouder WILBRINK antwoordt, dat de architect Inderdaad ook andere werkzaam heden heeft. Het uitstel is o.m. te wijten aan het feit, dat de aannemingssom van den natuursteen aanmerkelijk duurder uitviel dan begroot was, zoodat een nieuwe regeling noodig was. Het is onjuist om dit uitstel alleen aan de andere werkzaam heden van den architect toe te schrijven. Er komen bij een dergelijk object ook an dere factoren in het geding. Sub 2 antwoordt spr. bevestigend uit practische overwegingen. Er is dan slechts één verantwoordelijke persoon. Wanneer de mogelijkheid bestaat, zullen natuurlijk werklooze Leidsche steenhouwers te werk worden gesteld De heer VAN DER TAS vraagt voor de meubileering en stoffeering uitsluitend ge bruik te maken van Leidsche midden standszaken. De heer HESSING vraagt of B. en W kunnen zeggen met welk bedrag de kosten van den Stadhuisbouw zullen worden over schreden o.a. als gevolg van de gewijzigde monetaire politiek der regecring. z.i. had het bestek van den afbouw in Juli 1937 ge reed moeten zijn. De heer JONGELEEN is door het ant woord van den wethouder niet bevredigd De architect had moeten zorgen, dat de bouw zonder storing voortgang had kunnen heb ben. Ook het antwoord sub 2 acht spr. niet af doende. Het risico van beschadiging blijft voor rekening van den afzender en heeft met de bewerking niets uitstaande. Een dergelijke bepaling bestaat ook niet ten aanzien van het marmer en graniet- werk. Op die wijze komen de belangen der Leidsche werldoozen ernstig in het gedrang. Deze bepaling is een brevet van onbe kwaamheid aan het adres der Leidsche steenhouwers. En dit, waar de heer Bon, de opzichter, vol lof is over de vakbekwaam heid der Leidsche steenhouwers. Waarom wordt hier gehandeld in af wijking van alle andere bestekken van den dienst van Gemeentewerken. Spr. be sluit met de hoop uit te spreken, dat de vergunning aan de Amsterdamsche firma zal worden ingetrokken. De heer WILMER wijst op het belang van het betrachten van zoo groot moge lijken spoed, niet alleen in verband met di prijsstijging der materialen, maar ook met het oog op de urgentie van werkverrui ming. Den heer SCHÜLLER lijkt het het beste, dat B. en W. ruiterlijk erkennen, dat de gang van zaken niet geweest is, zooals men had gewenscht. Laten zij nu maar toezeg gen, dat de verdere afbouw zonder stoornis kan verloopen. Wethouder WILBRINK antwoordt den heer v. d. Tas, dat zooveel mogelijk Leid sche ingezetenen zullen worden ingescha keld. Den heer Hessing antwoordt spr., aat deze overschrijding mogelijk wel een ton zal overschrijden, wanneer de zaken zich althans blijven ontwikkelen als tot- dusverre. Het kan echter ook best meeval len. De vertraging in den bouw heeft al leen renteverlies tengevolge, doch zij was noodzakelijk om ongemotiveerde prijsstij ging te voorkomen. Ook bij de verbouwing der firma Vroom en Dreesmann was er een tijdsduur van 10 weken tusschen het gereedkomen van het betonskelet en den eigenlijken afbouw. Dit is niet altijd te voorkomen; alleen wanneer tegelijk met den bouw van het betonskelet ook de afbouw wordt aanbesteed is zulks mogelijk. Ook bij particulieren bouw en bij rijksgebouwen komt een dergelijke stag natie voor. De zaak is niet zoo eenvoudig als men wil doen voorkomen. Ook B. en W. betreu ren zulks, doch van een uitzonderingsgeval is hier geen sprake. D? levering van de natuursteen is niet los te maken van het bestek. Aan de vak bekwaamheid der Leidsche steenhouwers twijfelen noch B. en W., noch de architect, doch het risico moet bij een dergelijk serieus werk zooveel mogelijk worden be perkt. De heer JONGELEEN stelt voor om het stellen van het steenhouwwerk op te dra gen aan een Leidschen steenhouwer. Wethouder WILBRINK voert aan, dat de verantwoordelijkheid van beschadiging nu komt te berusten bij de Amsterdamsche firma. Het voorstel van den heer Jongelecn wordt verworpen met 18 tegen 12 stem men. (voor de S.D.A.P. behalve de wet houders en de heer v. Weizen). Het voorstel van B. en W. wordt z. h. st. aangenomen. DE ELECTRICITEITSTARIEVEN. 40e. Voorstel tot het wijzigen van de ver ordening. betreffende de levering van elec triciteit door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit. (211) De heer TOBÉ is tegen het voorstel, om dat daardoor juist de financieel minst draagkrachtigen gorden getroffen. Ook Laat ons toch ver standig zijn en bij een opkomende verkoudheid zonder aarzelen direct ASPIRIN nemen. Aspirin is een pro duet. Oranjeband en »0oy«*«-kruis waarborgen de werkzaam heid en onschadelijkheid 2801 (Ingez. Med.) met de motiveering is spr. het niet eens. Weliswaar zijn de kolenprijzen verhoogd, doch dit nadeel wordt gecompenseerrd door andere voordeeltjes. Het winstcijfer is l'/i ton hooger dan het vorige jaar. Spr. gelooft niet, dat men den omzet kan sti- muleeren door den prijs te verhoogen. T. a. v. Rijnsburg bijvoorbeeld betoogden B. en W. precies het tegenovergestelde. De heer DE REEDE zegt, dat dit voorstel economisch en politiek weidsche perspec tieven opent. Dit voorste] maakt deel uit van een complex maatregelen, doch is uit zijn verband gerukt. De door B. en W, aangevoerde argumen ten raken niet de kern van de zaak. T. a. v. den kolenprijs beroept het college zich op abnormale omstandigheden. De winst der S.L.F.. welke in 1931 f. 740,000 bedroeg, is sindsdien regelmatig opgeloopen tot ruim f. 1.000.000, in 1937 ondanks de stijging der kolenprijzen. Voor 1938 is dit cijfer geraamd op meer dan f. 1.100.00, welke stijging niet alleen te danken is aan de reorganisatie. De prijsverlaging van 1935 heeft een winststijging tengevolge gehad; waarom dan nu een anderen koers ingeslagen? Het voorstel van B. en W. heeft tot gevolg, dat alleen de verbruikers van enkel tarief de grondstoffenprijsstijging zullen betalen. Dat is toch hoogst onbillijk. Temeer waar de winsten in de laatste jaren zoozeer zijn opgeloopen, acht spr. deze verhooging on gemotiveerd; de positie van het bedrijf maakt haar geenszins noodzakelijk. Uit de stukken heeft spr. geconcludeerd, dat ook de directie afwijzend staat tegenover dit voorstel. Er is in vroegere jaren in den raad veel gesproken over de winsten der Licht fabrieken, die spr. altijd verdedigd heeft, vooral omdat ze "in Leiden zoo nuttig be steed werden. De zaak staat nu echter anders; van de vroegere tegenstanders verwacht spr. dan ook, dat zij hun steun niet aan dit voor stel zullen geven. Sm', doet een beroep op den geheelen raad om dit voorstel te stuiten. De heer v. d. TAS verklaart zich ook tegenstander van dit plan. dat vooral den kleinen man treft en het debiet der S.L.F. nadeelig zal beïnvloeden. Bovendien is hij ertegen om het winstcijfer der S.L.F. te misbruiken als sluitpost op de begrooting. Het lichtverbruik wordt aldus een on billijk verdeelde indirecte belasting. De mogelijkheden van toepassing van electri citeit worden bij lange na nog niet uitge buit en worden geremd door den hoogen kostprijs. De heer VAN WELZEN beziet deze kwes tie van politiek standpunt. De gemeente gebruikt de winst als sluitpost. Dit voorstel treft de minst draagkrachtigen, terwijl hij juist een regeling voorstaat, welke meer rekening houdt met de financieele draag kracht. Spr. dient een motie in. waardoor alle Ingezetenen niet een jaarlijksch inko men beneden f. 1200 van verhooging wor den vrijgesteld. De heer HESSING betoogt, dat de win sten der gemeentebedrijven ongetwijfeld een deel vormen van de gemeentelijke in komsten. Men kan van meening verschil len over het inzicht tot hoever deze win sten moeten oploopen alvorens tot verla ging van de tarieven te besluiten. De vraag is echter of de gemeente deze inkomsten kan ontberen. De heer de Reede heeft daartegenover geen andere middelen ter dekking aange geven. Belastingverhooging zou minstens even zwaar drukken. De stijging der grond- stoffenpriizen heeft een meerdere uitgave van f. 115.000 tengevolge, waarvan f. 79.000 ten laste van het electriciteits- en f. 36.000 ten laste van het gasbedrijf komt. De voorgestelde tariefsverhoogtag brengt slechts f. 60.000 in de gemeentekas, zoodat de meerdere uitgaven nog niet eens worden gedekt. Den door den heer van Weizen ge noemden norm van f. 1200 acht spr. geheel willekeurig. Practisch gaat de eventueele verhooging in op 1 Januari 1938; de inning geschiedt pas in Februari. Laten B. en W. nog eens nagaan voor dit tijdstip of er niet een andere mogelijkheid bestaat om het tekort te dekken, waarbij ook spr. bepleit de minst draagkrachtigen zooveel mogelijk te sparen. De heer GOSLINGA heeft zich in 1935 verzet tegen een tariefsverlaging, waarvan het resultaat is geweest, dat de rekening over 1936 voor het eerst sinds jaren sloot met "en tekort De herr v. d. Tas noemde tariefsverhoo- ging een indirecte belasting, doch daarop ralt nog te bezuinigen: on een belasting biljet in het geheel niet! Het voorstel van den heer v. Weizen acht spr. technisch on uitvoerbaar. De heer COSTER noemt het betoog van den heer de Reede zuiver theoretisch; het houdt geen rekening met de werkelijkheid. Hü zal met B. en W. meegaan. De heer ELKERBOUT betreurt het. dat de heer van Eek niet aan het woord is ce- weeri, waar deze vel" ia—n a-hter-'n l-az-'t geijverd voor tariefsvzr'aaing. Waar de heer Hessing in deze dit standpunt dei- fractie vertolkt, heeft de heer van Eek het zich niet moeilijk behoeven te maken. Ook spr. betreurt het, dat dit voorstel 4»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 9