j&m Italië 's uittreden uit den Volkenbond - Luchtbescherming in Boedapest Het Rad der Forfuin LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad 78sie Jaargang VI \f FEUILLETON I I Uit het Engelsch van LOUIS TRACY. Vertaald door MR. M. A. KWITSER. HOOFDSTUK IV. Von Kerber'.s verklaring. p Je hebt je stempel op dezen kerel ge- i onderbrak Tagg hen. Hij boog over een ■jwtrekt lichaam terwijl de koetsier jam merde over den toestand van zijn karretje, doyson zette het rijtuig weer overeind; j»n richtte hij den man in zittende hou- ï®S op en luisterde naar zijn zware adem- J|tog. De slag was aangekomen! - Hij maakt het best, was de koele uit- J'wk. Hij zal straks wel bijkomen en zich «melijk misselijk gevoelen. Het resultaat uitmuntend zijn. Hij zal in het vervolg r-jpect hebben voor Britsche zeelieden. I Hl legde de bijna bewustelooze gestalte |i,'er °P den weg, stak de revolver, welke PI dichtbij vond, in zijn zak en luisterde Igvon Kerbers onderhandeling met den I. De baron gat hem honderd francs, maar l?0n8 streng, dat hij het gebeurde had te I "Men. Toen wendde hij zich tot Royson. - Indien u denkt, dat we dien kerel daar op den grond gerust kunnen laten liggen, wil ik naar het jacht teruggaan, zei hij. Bent u gewond? vroeg Dick. Licht. De schurken durfden me niet te óooden. Ze wisten, dat mijn papleren hen zouden aanwijzen. Maar ze hebben u beroofd? Neen, niet van iets dat waarde heeft. Waarom vraagt u dat? Omdat u iets riep tegen een van hen, een Italiaan zou ik denken O, hebt u dat gehoord? U bent inder daad vlug in geval van nood. Kunnen we verder gaan? Vijf minuten later hielpen de eerste en tweede officier van de Aphrodite hun „werkgever" de loopplank van het jacht op. Royson liet Tagg het gebeurde aan Stump vertellen, bracht von Kerber naar zijn kajuit en hielp hem zijn bovenkleeren uittrekken. Een lichte wond in den nek een wat diepere snee in den rechter onderarm waren de eenige kwetsuren; de inhoud van een verbandkist, onder van Kerbers leiding aangewend, stelpte weldra het bloeden. Ik wil niet, dat er over deze zaak ge praat wordt, begon de baron, toen Royson wilde weggaan. Tagg zal zeker alles al aan den kapi tein verteld hebben, zei Dick. Maar heeft hij dien naam, Alfieri, ge hoord? Dat geloof ik niet. En hij zou niets begrijpen van het edokument? De papyrus, veronderstelde Royson. Ja. Neen. Ik denk, dat hij het woord in het Engelsch niet eens zou begrijpen, ter wijl u bovendien Fransch sprak. O ja, natuurlijk. Wel, dat blijft dan tussclren ons! Wilt u kapitein Stump en mijnheer Tagg vragen om een flesch wijn met ons te komen drinken? Ik zou de zaak op mijn manier willen uitleggen. De baron deelde, na een korte aarzeling, zijn wenschen mee. Mijnheer Fenshawe en zijn gezelschap zouden den volgenden mor gen met den luxe-trein in Marseille aan komen en er moesten toebereidselen wor den getroffen om, zoodra ze aan boord kwamen, te vertrekken. Ze zouden noode- loos verontrust worden. Indien ze van den overval op de kade vernamen; daarom was het wenschelijk, daarover te zwijgen, want nietwaar, dames, vooral jonge, worden gauw zenuwachtig. Krijgen we vrouwen aan boord? gromde Stump in diepe afkeuring, Ja! Twee dames en een kamenier. De beide dames, ging hij voort, zijn Miss Fenshawe, kleindochter van den eigenaar van dit jacht, en haar gezelschapsdame, mevrouw Haxton. Zonder haar zou dit uit stapje in het geheel niet ondernomen zijn en het is beter dit feit dadelijk vast te stel len. Maar nu, heeren, ben ik aan boord ge komen om eens kalm met u te praten. Ka pitein Stump kent onze bestemming, maar geen uwer kent het doel van onze reis. Het is mijn plan u in dat opzicht geheel in mijn vertrouwen te nemen. U bent nu min of meer bekend geraakt met de bemanning, indien u denkt, dat enkelen van de mannen ongeschikt zijn, moeten we die onmiddel lijk zien kwijt te raken. Maar voor we ver der gaan, mr. King, wilt u den hofmeester misschien wel om een nieuwe flesch cham pagne vragen, en rok wat sigaren. Dan kunnen we de zaak op ons gemak bespre ken. En wilt u zich ervan overtuigen, dat we niet beluisterd worden? Wat ik te zeg gen heb, is alleen bestemd voor de officie ren van het schip op het oogenblik, hoe wel, wanneer het oogenblik om te handelen aanbreekt, we lederen man aan boord ab soluut op onze hand moeten hebben! Dick riep den hofmeester en overtuigde zich, dat de wacht rustig praatte en rookte op het voorschip; de staatsie kajuit van den baron lag in het achterschip. De onderbreking stelde von Kerber in staat zijn gedachten te verzamelen. Het is waarschijnlijk, hervatte hij zijn mededeelingen, dat u, heeren, niet bekend bent met de geschiedenis van Egypte, maar u kunt van mij aannemen, dat de feiten, die ik u noem, juist zijn. Op een tijdstip, omstreeks in het begin van het Christelijk tijdperk, waren de Romeinen oppermachtig in de Nyldelta. Ze drongen ver naar het Zuiden door, bijna tot aan de grens van Abessynië, maar het is van belang in het oog te houden, dat ze de rivier volgden, niet de zee. In het jaar vier en twintig vóór Christus hoorde de Romeinsche gouverneur van den grooten rijkdom van een volk. ge naamd de Sabaeërs, wier woonplaats in Arabië lag in het achterland van Mekka en Aden, en zond daar een expeditie heen, onder het bevel van Aelius Gallus. Het is een geschiedkundig feit, dat dit legioen tegenslag ondervond. De galeiën werden op de terugreis overvallen door een verschrik- kelijken storm. Ofschoon de Roode Zee ge woonlijk effen als een meer is, kun je er bij tijden toch wel een hevigen wind heb ben, geloof ik. kapitein Stump? Lk heb wel beleefd, dat het er woei als de l^el, zei hij. Nietwaar, Tagg? Erger dan de hel, kapitein, gewone orkaan is d'r niks bij, as je een noord-, ooster storm hebt op een donkeren nacht bij die eilanden ten noorden van Perim. Juist, stemde de baron met vuur toe. Daar werden de Romeinsche triremen door den storm overvallen. Ze werden aan land gedreven in een kleine baai, die nu Ita- liaansch grondgebied is. Hun schepen ver gingen, maar ze redden den buit, dien zij den Sabaeërs hadden afgenomen. De aard en waarde van dien buit is in onzen tijd haast niet te schatten, maar gij kunt uw eigen gevolgtrekkingen maken, als gij weet, dat de stad Saba ons beter bekend is onder haar bijbelschen naam: Sheba. Daar vandaan kwam de beroemde Koningin, die Salomo bezocht. Bijna duizend jaar later, toen het Romeinsche legioen het te vuur en te zwaard verwoestte, stond het op het toppunt van zijn roem. Von Kerber pauzeerde even om de uit werking te zien. die zijn verhaal op de twee weinig-ontwikkelde leden van zijn audito rium had. Maar deze pauze was fataal. Tagg nam de sigaar, die hij half kauwde, half rookte, uit den mond en zei op een orakeltoon De Koningin van Sheba. Ik heb vroe ger een schip gekend, dat zoo heette. Her inner je het je, kap-tein? Zal ik 't ooit vergeten? gromde Stump. Ik wou, dat de Romeinen dat geplunderd hadden. Toen ik de Hooghly afvoer, werd ze er tegen opgesleept. Haar touw knapte op het verkeerde oogenblik en ze liep boven de James en Mary bank. Ik herinner me haar, als den dag van gisteren! (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). NOG EEN FOTO VAN DE SPOORRAMP IN SCHOTLAND, welke toont hoe groot de verwoesting was. HET ENGELSCHE KAMPIOENSCHAP KUNST- SCHAATSENRIJDEN. Drie deelneemsters v.l.n.r. Pam Stephany, Cecilia Colledge en Brenda Stroud. BOEDAPEST'S EERSTE LUCHTBESCHERMINGS OEFENING. Een „neergestort vliegtuig" op een plein in Boedapest. DE COMMANDANT DER JAPANSCHE tUOEPEN IN SJANGHAI, - generaal Matsui aan boord van het vlaggeschip van den Engeischen opperbevelhebber in Sjanghai, sir Charles Little. HET UITTREDEN VAN ITALIË UIT DEN VOLKENBOND. De reusachtige menigte op de Piazza Venezia, luisterend naar de rede van Mussolini. EEN VORSTELIJK GESCHENK. De heer W. Koo- man te Purmerl&nd, die door mond- en klauwzeer twee koeien verloor, ontving van de Prinses een gift om eer kalf te koopen. De gelukkige eigenaar met het geschenk OE NADERING VAN LETARAN, het inlandsche Nieuwjaar. Groote toeloop voor de gou v e rn e men ts,pandhui zen, om de kostbaarheden in te lossen, teneinde mooi uitgedost in de beste plunje en met allerlei sieraden opgetooid, op Nieuwjaarsbezoek te gaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5