landLuxemburg - De van der Waals-herdenking te Amsterdam Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON De dochter van den rentmeester BE INTERNATIONALE VOETBALWEDSTRIJD TE ROTTERDAM. - Moment voor het Nederlandsche doe!. Een fraaie uitval van van Male. Rechi3 van van Male, Puck van Heel en Caldenhove. OP HET KASTEEL NIJENKODE WERD ZATERDAGAVOND EEN BACH- CONCERT GEGEVEN door Musica Antiqua, op oude instrumenten uit den tijd van Bach. De kaarsen worden aangestoken, waardoor ook de verlichting in stijl bleef. DE WEDSTRIJD NEDERLAND—LUXEMBURG, in het Feyenoord-stadion te Rotterdam. De Oranje-ploeg won met 40. De Boer is eenigszins onzacht tegen keeper Hoscheid opgekomen, waardoor beiden op den groiid rollen. Bergman kijkt angstig toe. DE VAN DER WAALS-HERDENKING it dc aula van het Koloniaal Instituut te Amsterdam. Professor dr. P. Debye (Nobelprijs-winnaar) tijdens de receptie. KATTENTENTOONSTELLING te DE MINISTER VAN f IN ANCIEN - mr. J. A. de Wilde bracht een bezoek aan de Wierin- Rotterdam. Dr. Aljechin, die zijn ka- germeerpolder. Voor de Koningin Emma-hoeve te Slootdorp. V.l,n.r.mr. J. A. de Wilde, ter inzond, sluit vriendschap met een ir. S". Smeding, directeur van de Wieringermeer, de chef van de domeinen van het depar- leeuw van de Diergaarde. tement van Financiën, H. J. de Boer en de burgem. van Purmerend, Chr. Peters. Naar het Engelsch. Hoofdstuk Xvn. schemering viel Juist in, toen de gra in aan een van de eerste hotels afstapte „et.vroeg naar Lord Eynesford. we«r was geheel omgeslagen. Terwijl 'tgen in stroomen neerviel, had Ethel ie ,,w al afgevraagd, of de picnic van Miss ®»Wort niet °ln geworden. ifort niet een groote mislukking zou Ba reis --- was haar lang gevallen; geen boek, 1 tijdschrift had haar afleiding geschon bn !(J van haar kwellende gedachten, waar wrd Eynesford zou vinden en hoe ze haar "«nwoordigheid in Parijs tegenover hem Zis en verklaren. oo overspannen was ze, toen ze in het «i aankwam, dat ze nauwelijks haar ver- ,°m D>rd Eynesford te zien. onder woor- J kon brengen. "«antwoord luidde: itno lordschap heeft twee dagen gele- p,parijs verlaten, madame". «tjs verlaten?Zonder haar te Wen?Twee dagen geleden? ■noest zich vasthouden aan een stoel, ouizelig voelde ze zich. jachtte madame zijn Lord. ji.ap hier „Ja, ik had gedacht, dat hij nog in Pa rijs zou zijn. Weet u zeker, dat hij niet alleen dit hotel, maar ook de stad verlaten heeft?" „Heel zeker, madame, want zijn Lord schap heeft orders gegeven, dat alle brie ven, die er nog voor hem kwamen, zouden doorgestuurd worden naar kasteel St. Etienne, waar hij meende, gisteren op z'n laatst te komen. Waarschijnlijk zal hij er nu zijn!" „Neen. hij is er niet; ik kom er zoo juist vandaan." „Dan moet zijn Lordschap zijn opge houden!" „U heeft misschien niet gehoord, waar heen Lord Eynesford van plan was te gaan tusschen Parijs en St. Etienne?" „Het spijt mij, dat ik madame geenerlei inlichting kan geven, wat dit betreft." „Is er nog een brief gekomen, nadat zijn Lordschap weg is?" „Eén, madame, dien ik dadelijk naar St. Etienne heb doorgezonden." Dit was dan zeker haar eigen brief, dacht zij. Als hem niets overkomen was, zou hij nu zeker op het kasteel zijn en dan zou hij hooren, dat zij van daar vertrokken was, terwijl hij toch juist zoo uitdrukkelijk als zijn verlangen te kermen had gegeven, dat zij niet zou gaan, eer hij terug was. Hij zou zich haar gedrag niet weten te verkla ren; wel zou hij waarschijnlijk hooren, dat Fitzwarrene daar in de buurt was geweest en haar brief had hij dan niet gehad. Het eenige. wat haar te doen stond. was. zoo gauw mogelijk naar het kasteel terug te keeren; dUs vroeg ze den portier: „Is er een trein, die mij vanavond nog naar St. Etienne kan brengen?" Het spoorboekje werd geraadpleegd, maar het resultaat was, dat ze niet vóór den vol genden dag twaalf uur in St. Etienne zou kunnen zijn. „Moet ik nu hier den heelen avond zoo werkeloos in Parijs blijven?" dacht Ethel wanhopig. „Waarom ben ik dan ook niet liever rustig blijven wachten?" „Er is wel een manier op. die madame bijna drie uur zou uithalen," zei de portier, „maar dan zou madame den nacht in Lou- vard moeten doorbrengen. Om negen uur vanavond zoudt u daar kunnen zijn en om zeven uur den volgenden ochtend vertrekt er een trein, waarmee u om negen uur al St. Etienne zoudt bereiken." „Is Louvard een plaats, waar men kan overnachten?" „Zeker, madame. Er zijn verscheidene goede logementjes." ,,Ik zal uw raad opvolgen. Wanneer ver trekt de trein dan?" „Over een half uur. Wil madame niets gebruiken?" „Ja en ook wil ik een paar minuten rusten." Ze bestelde thee en trachtte ook nog het een en ander te overleggen, maar het was haar onmogelijk haar gedachten te or denen. Tien minuten later ging ze precies door dezelfde buurten van Parijs, waar ze nog maar kort geleden met Lord Eynesford doorheen was gereden, toen zij al wat ze bezat wilde geven, als hij maar van haar weggegaan was! En zou ze nu niet alles gccrcvcn hebben om hem nsEst zich te weten, of althans de zekerheid te bezitten, dat hij in leven was? Aan het station aangekomen bleek, dat ze nog ongeveer een kwartier den tijd had en op weg naar de dames-wadhtkamer was ze getuige van een klein ongevalEen oude, eenigszins gebrekkige man bewoog zich langzaam voort op het perron in de rich ting van de derde klas-coupé's, toen een kruier met- heel wat bagage bij zich tegen hem aanbotste met dit gevolg, dat de oude man op den grond viel, vlak voor de voe ten van Ethel, die erg meelijden met hem had en hem ophielp. Op haar arm steu nend, waggelde hij naar een bank. Zij liet hem een glas wijn brengen en zoo kwam hij al gauw weer bij en uitte zijn groote dankbaarheid: „My Lady, u is de eerste vrouw, die mij sindsvéle, véle jaren een vriendelijkheid heeft bewezen!" Dit zeggende, nam hij diep den hoed af en maakte een hoffelijke buiging. Zijn houding en manieren toonden, dat hij tot een beteren stand hoorde dan men dit aan zijn kleeding wel verwacht zou hebbenaan alles viel te merken, dat hij andere dagen had gekend. Ze liet den oude een paar goudstukken in de hand glijden en wendde zich af. Gelukkig zat ze den heelen weg alleen in een coupé en toen ze eenzaam in Lou vard op het perron stond, voelde ze er haast berouw over, dat ze niet liever in Parijs gewacht had tot den volgenden ochtend. „Wat is het beste logement?" vroeg ze aan den chauffeur van de taxi. .Le Grand Monarque" is uitstekend! betuigde de man. ofschoon Ethel dit later zeker niet geheel met hem eens zou zijn. want het was een ouderwetsch hötelletie Toch was het er zindelijk en haar verbluf zou er immers niet van langen duur zijn. Aan het hoofd stond een vrouw, die niet erg gemakkelijk was voor het personeel. Ethel kreeg een ruime, vrij armelijk- gemeubileerde zitkamer op de eerste ver dieping. Zij bestelde een kop bouillon met geroosterd brood, waarna zij zich voor nam onmiddellijk naar bed te gaan. Ze liet zich in een grooten armstoel val len en kon zich haast niet voorstellen, dat ze eerst dien ochtend St. Etienne had ver laten. O, zat ze daar toch maar weer, vei lig en wel bij het vuur in den salon met Ranulf's portret om haar gezelschap te houden! Wat de verlichting betrof, was men erg achterlijk in ,Le Grand Monarque": al thans er stond slechts één kaars op tafel en door een onvoorzichtige beweging stootte ze den kandelaar om, waardoor ze ineens in het donker zat. Ze had geen lucifers en kon de bel niet vinden, dus bleef haar niet veel anders over dan naar beneden te gaan, om een doosje lucifers te vragen. Op de tast vond ze de deur en ver volgens de trap. In de hall hoorde ze de hótelhoudster spreken met een man, wiens rug naar Ethel toegekeerd was. „Ze zullen tegelijkertijd komen en moe ten onmiddellijk toegelaten worden. Waar om toch eigenlijk? Waarom?Ik ben niet gewoon aan dergelijke dingen!" ,U hadt 't mij van te voren moeten zeg gen." antwoordde de man knorrig. „Hoe kon dat nu, terwijl ik 't zelf niet wist? Maar het is ook nooit goed vol gens jou!" Ongeduldig haalde de man de schouders op »n ging weg. Ethel vroeg en kreeg lucifers, herhaalde haar verzoek, dat ze niet al te lang zouden wegblijven met den bouillon en keerde weer naar haar zitkamer. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5