LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad 73sie Jaargang FEUILLETON |De dochter van rentmeester den I WEE SNOEKEN welke door twee I Hagenaars in de buurt van Nieuwveen ge- 1 TaQgen zijn. Deze zoetwaterhanien wegen respectievelijk 12 en 9 pond. VAN DE VISCH NAAR DEN. SCIIOEN. - Minister van Buuren (rechts) bezocht de schoenfabriek te Bunschoten, waar alleen Zuiderzeevisschers, die door de drooglegging hun visschers- beroep hebben moeten prijsgeven, werken. Z. K. H. PRINS BERNHARD BEZOEKT DE INTERNATIONALE JACHTTENTOONSTELLING TE BERLIJN. De Prins bij den rondgang over de tentoonstelling, bij het bezichtigen van één der stands. Naar het Engelsch. .0, daar zijn we er al!" viel Ethel in. 'Wist niet, dat we zoo dicht bij waren!" was een kleine, moderne kerk, maar il?t °mnen heel rustig ofschoon Ethel hier "5 van zag, terwijl ze, op den arm van «r moeder geleund, langzaam voortliep, ^ontging haar, tot een hand de hare en ze Lord Eynesford zag, ernstiger ■wlanchoHeker dan ooit, en met bijzon- zorg gekleed. Het orgel speelde zacht; twaalf kleine, L OJJCC1UC «IU1V, nio.i.v, IW't gekleede koristen namen hun «sen in. Toen begon de dienst onder ™Jg van Walter Strickland. Iitan llet koud en haar hand beefde, din. Eynesford hield ze zóó stevig ln de Ittani ,esloten' dat dit haar bijna in op- "'acht. Ze keek dan ook niet naar Iteml ■flink °P' róaar haar antwoorden klonken Je riien duidelijk. Het leek haar uren, eer h om was en t°erl ze aan den arm |doorifiaar echtgenoot de consistoriekamer 'hsniJ1' !"as het haar, of er een men- en i id 'aS tusschen dit oogenblik en Ton getl' ":'erVe namen in het huwelijksre- lotin» den gezet, en samen de kerk smgen, speelde het orgel den Bruids- marsch van Mendelssohn en het Bruids lied uit de „Lohengrin". Dicht bij de deur stond de graaf stil bij een invalidenwagen. „Hester, mag ik je mijn vrouw voorstel len; Ethel, dit is Miss Strickland." Aangedaan antwoordde de invalide: „Ik ben er trotsch op, dat ik de eerste ben, die u geluk mag wenschen, Lady Eynesford! Ik hoop, dat u mij die vrijheid vergeven zult, maar ik heb zooveel aan u gedacht van het oogenblik af, dat uw echt genoot mij over u gesproken had. Als er één vrouw ter wereld is. die ik benijd, dan zoudt u het zijn! En ik kan er wel over oordeelen, want ik heb Ranulf al gekend, toen hij nog een kleine jongen was, wien ik steeds maar sprookjes moest vertellen". Werktuiglijk beantwoordde Ethel deze vriendelijke woorden en bedankte ook voor het smaakvolle cadeau. „Ik hoop. dat wij groote vriendinnen zullen worden, maar nu mag ik u niet lan ger ophouden!" pet paar ging naar de deur; Mrs. Devon was in het kleine rijtuig gestapt en bruid en bruidegom zouden plaats nemen in het groote rijtuig met de prachtige schimmels. Ethel stond even stil en vroeg ontsteld; „Waar is Moeder?" „Die is door naar St. Etienne. We zullen haar daar vinden". Ze trok haar hand uit die van haar echt genoot en bracht ze naar het hoofd, ter wijl ze zei: „Je weet, dat ik niet alleen in dit rijtuig kan rijden, alleen met jou!" Tegelijk viel ze flauw ln zijn armen. Gelukkig verstonden de bedienden geen Engelsch Voorzichtig tilde hij haar in het rijtuig en zei: „De warmte is te veel geweest voor mevrouw de gravin, maar ze zal wel weer gauw bijkomen. Rijdt dus door!" In het rijtuig liet hij het mooie gezichtje op zijn schouder rusten, sloeg den witten sluier terug en liet het eene portierraampje zakken, zoodat de frissche bries over haar gelaat streek. Hij hield den eenen arm om haar heengeslagen en keek haar aan met een blik vol liefde. Zij verroerde zich niet; haar lippen bleven wit. Eindelijk werd het te veel voor zijn zelfbeheersching en zich over haar heenbuigend, kuste hij haar vu rig, tot drie maal toe; maar zoodra zij eenig teeken van leven gaf. liet hij haar arm ios en vlijde haar tegen de kussens van het rijtuig, zoodat ze nu langzaam tot be wustzijn kon komen. Juist toen ze recht overeind zat. hielden ze stil voor de deur van het kasteel en nu besefte ze eerst recht dat ze haar beproeving nog niet had door staan! Ze moest zich geweld aandoen om verder te gaan. Gelukkig, dat zij haar moe der met tranen in de oogen, maar een glimlach op de lippen, in de deur zag staan om haar te begroeten. De graaf hielp haar uit het rijtuig en nu sprak Mrs. Devon: „Welkom, gravin Eynesford!Kom. lieve kind, nu zijn we nog even samen. Ik wil jullie geen oogenblik langer in den weg staan, maar de trein vertrekt toch eerst over een uur". „Zóó gauw al?" vroeg Ethel. „U moet iets gebruiken, Mrs. Devon" viel de graaf in. De lunch staat klaar in de eet kamer. Gaat u daar dus even binnen," „Als ik maar niet den trein mis. Er gaat er maar één vandaag, is 't niet?" „Naar Parijs? Ja. Maar u heeft bijna nog een uur den tijd". Hij ging voor naar de eetkamer gevolgd door zijn vrouw en haar moeder. De graaf bediende haar van koud gevogelte en schonk haar een glas wijn in. Ethel liep intusschen naar den spiegel, maakte haar bruidssluier los en legde dien af. Toen ging ze naast haar moeder zitten en keek haar steeds aan, of ze nog zooveel mogelijk van haar genieten wilde. „Weet je wel", begon Mrs. Devon, „dat ik mij hier eigenlijk te veel voel, nu ik heel goed begrijp, dat jullie elkaar zooveel te zeggen zult hebben?" „Lord Eynesford en ik, we-zullen nog ein deloos gelegenheid hebben, om elkaar de verzekering te geven van onze gevoelens als u weg is. Moeder" zei Ethel. „Maar blijf je je echtgenoot altijd met zijn titel aanspreken, kind? En hij heeft immers zoo'n aardigen naam? Waarom noem je hem niet „Ranulf"? „Maar, moeder-lief, vindt u, dat de naam nu veel verschil maakt?" „Voor mij wel" antwoordde de graaf. Na eenigen tijd was het scheidingsuur aangebroken en hielp Ethel haar moeder met haar hoed en mantel. Toen de laatste woorden van vaarwel waren gesproken, gingen de graaf en de gravin Mrs. Devon uitgeleide doen tot het rijtuig. Het laatste oogenblik was gekomen en de paarden zet ten aan. Ethel, die met de handen samen gevouwen stond, trad een schrede naderbij. „O, Moeder, la$t mij njet achterl" Doordat Mrs. Devon een instructie gaf aan den koetsier, had zij deze smeekbede niet gehoord. Het volgend oogenblik reed het rijtuig langs de oprijlaan. Ethel sloeg den arm om een pilaar van de inrijpoort en klampte zich daaraan vast. Toen liet ze de armen weer slap langs het lichaam hangen, her won haar zelfbeheersching en ging kalm het huis binnen. Lord Eynesford was ner gens te zien. Hoofdstuk XIV. Ethel was van plan geweest naar boven te gaan en zich daar in haar kamer op te sluiten, maar ze voelde, dat de kracht haar begaf. De deur van den salon stond aan en dus ging zij daar binnen. De vensters stonden open. maar er brandde een heider vuur in den haard. Een kleine sofa, over dekt met de huid van een witten beer. af gezet met vuurrood laken, stond er naast. Het was een ruim vertrek met vele gezellige zitjes en gemeubileerd in stijl Louis Qua- torze. Aan het einde was een portière van zware, amberkleurige gordijnen. „Naar welk vertrek zou die deur leiden?" vroeg Ethel zich al af. Maar ze was te overstelpt door verdriet, om zich hier in verder te verdiepen. Ze kon geen traan laten, bleef slechts roerloos met gesloten oogen en ln elkaar gevouwen handen liggen. Na een half uur werd er op de deur ge klopt en Madeleine trad binnen, met een blad met een keurig dinertje. (Nadruk verboden).. .(Wordt vervolgd).. 11.11. DE KONINGIN bij de opvoering van Joost r an den Vondel's Faëton" te Amsterdam, V.l.n.r. mevr. Röcll, mevr. I y. Loon geb. Egidius (dame du Palais) eu H.H. de Koningin. MINISTER SLOTEM A KEU DE BRlïNE verrichtte de opening van de psychotechnische tentoonstelling, die tot 27 November in de voormalige H.B.S. aan het van Alkemadeplein te Rotterdam gehouden wordt. Z.Exc. bij een reactie-toestel. 1 DOR RET FEEST VAN DE C'ATHERINETTES worden thans reeds voorbereidingen getroffen te Parijs. Het maken der mutsen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5