Jaargang
Zaterdag 20 November 1937
No. M
LEIDSCH DAGBLAD
s en de Poppenmoedertjes
ide reis naar het
|d van het levende
speelgoed
«essfcg
I
EUtl
lioekje van de zonnige huiskamer
Rietje en Fietje met de poppen,
er heel wat; van Rie waren
Ide groote statige pop met het
[gezicht en het echte haar, Annie,
aangekleede prinses uit de kar
does, die niet uitgekleed kon wor-
"iby met 't echte kindergezichtje;
|was Frits, de5 jong^jispop, die Oma
gekleed, Mollietjen Po^lie, dé- twee-
Bruintje. de chide beer. Die
vas eigenlijk geen pop, maar hij
[ttouw mee en had ook een jurkje
een kanten kraagje en kleine
Joop j es, ,,Erg gezellig, Mevrouw, dat
kinderen hebt meegebracht!" zei
Fie.
evrouw" antwoordde mevrouw Rie
pruimenmondje „het ging wel
moeilijk, ziet u, want Truida'tjes
net opnieuw gepermanent en
|jurk is zóó veer, ziet u. En toen
>0 vrééselijk bang voor een regen-
ar gelukkig, 't ging nog goed. Ja,
kinderen.
heele zorg, hè mevrouw? Ik heb nu
Jen dagen getobd met de tweelin-
krijgen tandjes, weet u. Daarom
ieder een doek om het hoofd ge-
Bruin heeft een zee re arm, kijkt
eder Fie tilde voorzichtig het ver-
om moeder Rie te laten zien hoe
stakkerd heusch een heel gat in
lenarm had, vlak bij den schouder,
lè?". „Hij moet zich vandaag maar
houden" raadde moeder Rie. En
Jgen ze heerlijk theevisite spelen
de ine serviesje en daarna werden
Itjes naar bed gebracht.
|nmidden in de gezelligheid en
daar kwam opeens Joris bill
een groote broer van de meisjes:
lal acht jaar! Hij verveelde zich
fekelijk, want z'n kleurboek was
Ju wist hij eigenlijk niet recht, wat
i moest.
[kreeg hij de poppenmoedertjes in
len hij dacht: „Die ga ik eens fijn
]Die malle kinderen ook met d'r
speel. Wacht
Jt deed Joris? Vóór de meisjes erop
waren, kwam hij met afgrijselijk
schreeuw d<T kamer binnenstormen,
Jd met vader's oude wandelstok.
>p: „maak plaats voor de politie!
|menschen, op zij. Twee vreeselijke
worden heden opgepakt! Maak dat
omt, menschen, anders ga je ook
ngenis in!"
Jet nog een heeleboel onzin meer,
Tj eerst in het bedje van baby en
1 den vensterbank, waar Fie's kin-
Men. En met Baby in de eene en
den ouden Bruin in de andere hand stoof
hij de kamer uit onder het roepen van:
„twee boeven worden opgepakt! Hoei, hoei!
de gerechtigheid moet zijn loop hebben! Zie
nu maar, dat je ze terugkrijg^!" Wat een
vreeselijke jongenDe beide moeders ston
den versteend van schrik en verontwaardi
ging en Rie barstte in tranen uit, zoo bang
was ze voocr haar babypopje.
En toen.wel, toen kwam moeder, die
het lawaai gehoord had en was vreeselijk
boos op Joris (nèt goed!) en stuurde hem
pardoes naar bed.
Maar ach, Bruin's arm, was door dat
woeste geweld véél erger geworden: het
zaagselbloed liep er met straaltjes uit! Hij
moest direct opnieuw verbonden worden
en eerst toen moeder Fie hem wel een half
uur Lang geknuffeld had, begon hij zacht
jes bij te trekken.
Joris Lag in bed met een woedend gezicht,
te mopperen van belang!
Aldoor begon hij weer over nieuw van
„die malle Milderen" en „die dooie poppen".
„Dooie poppen?"
Hè, wie zei dat zoo schel, vlak bij z'n
oor? Joris schrok en keek om zich heen.
„Ja, ik ben het" zei toen dezelfde stem
weer. En toen zag Joris, dat Bruin, de oude
beer, in levenden lijve naast hem op het
kussen zat. „Och, ga weg jij!" riep Joris
„ik droom het toch immers maar?" Ten
minste, dat wilde hij zeggen, maar er kwam
geen geluid. Maar blijkbaar had Bruin het
toch gehoord, want hij zei: „Dacht jij, dat
je droomde? En dacht jij, dat poppen dood
waren? Dacht je dat heusch Joris? Nu dan
ben je toch zeker nog nooit in het land
van het levende speelgoed geweest!" „Ja.,
ik bedoel.nee, nog nooit" zei Joris.
„Kom dan maar eens mee", zei Bruin.
En hij pakte Joris bij de hand
En toen ging er opeens een deur open en
ze stonden in een groote zaal met drie
glazen deuren, die uitkwamen op een
prachtigen tuin vol bloemen.
Rie barstte in tranen uit
In de zaal stond het mooiste speelgoed,
dat Joris ooit gezien had; auto's op gum
mibanden prachtige spoortjes met echt
brandende seinpalen, autopeds en vlieg
machientjes. ballen en tollen en kleurboe
ken en voor de meisjes wel duizend ver
schillende poppen van alle soort en grootte.
En het mooiste was, dat al dit speelgoed
leefde! De spoortjes liepen vanzelf en
kleine levende menschjes stapten in en
uit, de vliegmachientjes snorden door de
zaal rond of vlogen een eindje den tuin in.
Ze werden door heusche kleine vliege-
niertjes bestuurd en de poppen konden
echt loopen en praten en lachen, behalve
de kleine baby's die nog in de wieg lagen.
Maar die schreeuwden soms van den hon
ger en dan moest hun moedertje gauw
komen aandTaven met het fleschje.
Sommige poppen waren erg zoet en ge
hoorzaam en anderen aldoor maar stout en
brutaal. De moeders hadden daar heel wat
mee te stellen! Joris keek z'n oogen uit!
„Wat is het hier fijn" zei hij tegen Bruin.
„Zou ik ook mogen meespelen?" „Zeker, ga
je gang hoor!" En Bruin ging in een hoekje
zitten en haalde een krant voor den dag,
waarin hij ging zitten lezen. Joris vond,
dat hij ondanks z'n jurk met roode knoop
jes erg wijs en plechtig deed. Of.... mis
schien voerde hij iets in z'n schild? Hij zag
eruit, of hij niet recht te vertrouwen was!
Maar weldra vergat Joris den heelen Bruin
bij het gezicht van dat kostelijke speelgoed!
Wat zou hij kiezen: een spoortje vol leven
de menschjes, een vliegmachientje of
ha, hij wist het al: zoo'n prachtige doos
met wonder-kleurkrijtjes, die je maar vast
te houden had om de mooiste schilderijen
te maken! Ja, dat leek hem eenig! Hij was
immers zoo dol op kleuren en teekenen!
Stil nam hij de doos van een tafeltje,
schoof ze voorzichtig open en ging ritten
kleuren in een prachtig boek. O, wat een
fijne heldere kleuren waren dat! Toen het
plaatje af was. was het op eens een echt
schilderij geworden, waar een mooie gou
den lijst omheen zat. Er stond een boeren
huisje op. en er kwam echte rook uit den
school's teen
Een levend klein boerenmeisje op witte
klompjes kwam uit het huisje met een
emmer aan den arm en liep naar de pomp.