Het incident bij den Cenotaph - Helden der zee in Amsterdam
Biie Jaargang LEIDSCH DAGBUDTweede Blad
FEUILLETON
De dochter van den
rentmeester
SINT MAARTENSVUURTJES IN LIMBURG.
St. Maartensoptocht te Maastricht. Met bont
gekleurde lantarens trok de jeugd naar een ter
rein langs de Maas, waar't vuur ontstoken werd
MR. PEMBROKE STEPHENS de Engelsche
journalist, die in Sjanghai bij het volgen van
een gevecht vanuit een toren, door machinege
weer-kogels gedood is.
UK WAPENSTILSTANDUERDENKING TE LONDEN. Op het balcon
van ihet Foreign Offioe. Van rechts naar links: Koningin-moeder Mary,
Koningin Elisabeth, Prinses Helena Victoria, Prinses Marie Louise, de her
togin van Kent on kroonprinses Ingiid van Denemarken.
BE „HELDEN DER ZEE" VIEREN FEEST. Ter gelegenheid van de vertooning van de film „Stormduivels" te Amsterdam, waren
vele Nederlandsche redders naar de hoofdstad gekomen. Er werd begonnen, met een diner in Hotel Schiller. De heeren 0. y. d. Klooster
uit Burgsluis (links) en Jan van Meurs Amsterdam) klinken op een goede gezondheid.
Naai het Engelsch.
13)
Zoo kwam het dus, dat Mrs. Devon en
aar dochter op de boot naar Boulogne
*™n. Mrs. Devon was nooit te voren bul-
«nsiarids geweest en voor Ethel was het
heilzame afleiding voor haar bittere
lm n' dat ^1 °P de bagage moest toe-
lm met de douanen moest onderhande
ra en al die kleine dingen moest bezor-
n, waarin haar moeder natuurlijk totaal
""^dreven was.
men a grauwen van den ochtend kwa-
de dames aan; ze moesten toen nog
troi e uren wachten, eer ze den
v.®"aar Parijs konden nemen, en dit
duiw K eerst bij het invallen van de
van jmis' ^ra Devon, die vermoeid was
W u drukte, en al het vreemde om zich
jeu, had gedurende het laatste deel van
Eth 1 P1 baar hoekje zitten slapen,
daïht was nog steeds even apathisch. Zij
dat voor haar het moeilijkste deel
vort t str'id voorbij was. Een week te
Mn t ï0011 had Fitzwarrene haar gedwon-
J' J°V een onderhoud bij haar vader in
term en bierbij had hij haar trachten
fflaiw eden om met bum te vluchten. Nie-
V,. d tou ooit weten wat die overwinning
j~t gekost had. Aan een eenen kant toch
Wfld vrijheid met den man, dien zij lief
had; aan den anderen kant een slavernij,
waar heel haar gemoed tegenop kwam.
Zij voelde zelve, dat ze ook lichamelijk
achteruit ging; ze was altijd moe, had geen
eetlust en sliep slecht; en, somber ge
stemd. als ze was, meende ze, dat deze
symptomen het begin van het einde waren.
Zoodra de trein op het station te Parijs
stilhield, ontdekte zij de lange, donkere
gedaante van den graaf, die langs de
coupe's ging. Met ijzige kalmte wendde ze
zich tot Mrs. Devon -en zei:
..Moeder, we zijn er!"
Het volgend oogenblik stond de graaf
aan het portiersraampje en stak haar de
hand toe, terwijl hij sprak:
„Je hebt je belofte gehouden."
„Ja, dat is zoo." zei ze, maar negeerde de
uitgestoken hand en keerde zich om, om
haar valiesje uit het net te lichten.
„Geef mij dat, als-je-blieft," zei hij en
hield zicih, of hij de beleediging niet merk
te. .Hoe maakt u het, Mrs. Devon? Ik
vrees, dat u de reis wel zeer lang is ge
vallen. Maar het hotel is vlak bij en dan
kunt u eens ter dege uitrusten."
Een minuut of wat later was het drietal
in het hótel en waren de dames op haar
slaapkamer, terwijl Mrs. Devon onmiddel
lijk, vol energie, aan het uitpakken ging.
„Wat doe Jij aan, kind?' vroeg ze.
Ethel zat er werkeloos bij en zei, tot haar
moeders groote verbazing:
„Moét ik eigenlijk wel een andere japon
aantrekken?"
„Maar natuurlijk! Hoe kun je nu in reis-
costuum met den graaf dineeren?"
Ethel scheen overtuigd, maakte haastig
toilet en ging weer in een stoel zitten.
„Ik kan niet zoo gauw klaar zijn, Ethel,
want ik ben niet meer zoo jong als jij. Ga
jij nu vast in de kamer hiernaast bij Lord
Eynesford."
„Laat mij eerst een paar minuten rusten,
Moeder."
„Kind, wat zie je bleëk! Wacht, neem
eens wat eau-de-cologne."
„Neen, Moeder, dank u. Laat mij alleen
maar even zitten."
Mrs. Devon zorgde nu, dat ze in vijf mi
nuten klaar was en haastte zich naar de
zitkamer, waar de graaf'dn middellijk een
makkelijken stoel voor haar aanschoof.
„Ik vrees, dat Ethel óver-vermoeid is,"
begon hij. „U hadt liever een dag in Bou
logne moeten blijven."
Terwijl hij dit zei, trad Ethel binnen. Hij
schoof nu ook een makkelijken stoel voor
hëar aan, maar ze hield zich alweer, of ze
dit niet zag en nam een anderen. Even be
trok zijn gelaat, maar vol bezorgdheid keek
hij toen naar de verandering, die er viel
waar te nemen in haar uiterlijk; ook haar
moeder trof het en onwillekeurig vroeg ze:
„Ethel. liefste, je bent zeker niet wel?"
„Ik geloof, dat mijn vermoeidheid groo-
ter is dan ik gemeend had. Het is heel
dwaas van mij, want zóó'n eind is het toch
niet van Londen naar Parijs!"
Op dit oogenblik gingen de suitedeuren
open en de tafel in het aangrenzend ver
trek stond schitterend gedekt.
„Het diner is opgediend," kondigde een
kellner aan.
In het servet van Ethel was een bou-
quetje heerlijk-geurende viooltjes gelegd.
Ze ging zitten, vouwde het servet open,
of ze geen bloemen had gezien en die vie
len dan ook op den grond, onopgemerkt
door Mrs. Devon.
De graaf gaf geenerlei blijk van teleur
stelling. Ethel begon te praten van de reis
en de douanen en gebruikte nagenoeg
niets. Gedurende een pauze tn-dit gedwon
gen gesprek bukte hij zich even en raapte
de bloemen op.
„Houd je niet van den geur van viool
tjes?" vroeg hij.
„Ik houd niet van den geur van-dië
viooltjes!antwoordde zij-bits.
Hij wierp ze in een schaal, die de kellner
wegdroegen zoo kon ze er-dus verder geen
last meer van hebben.
„Ik weet niet," zei hij tot Mrs.. Devon, „of
het u aangenaam zal zijn, maar ik heb een
schikking gemaakt, om morgen in Parijs te
blijven, omdat ik meende, dat u misschien
het Louvre zoudt willen zien?"
Mrs. Devon was hierover verrukt en in-
tusschen duurde het diner nog een heelen
tijd voort. Toen dit eindelijk afgeloopen
was, zei Ethel:
„Ik denk, dat ik naar bed zal gaan,
Moeder."
„Ik geloof ook, dat dit maar 't beste is,
lieveling! Kan ik soms nog wat voor je
doen?"
„Neen, dank u. U moogt zijn Lordschap
niet zoo eenzaam laten zitten. Goeden-
nacht, Moeder. Goeden-nacht." voegde ze
er bij met een lichte buiging tot Eynesford.
Hij deed de suitedeuren voor haar open,
volgde haar in het vertrek daarnaast en
schoof ze weer dicht.
Met een kreet van schrik trok ze zich
ijlings terug.
„Wacht een oogenblik," zei hij, „ik zal je
niet ophouden; alleen wilde ik je, voor
zichtigheidshalve, een raad geven."
„En die is?"
„Ik zou graag hebben, dat je dezen ring
droeg; niet om mij een genoegen te doen,
maar omdat je moeder anders den indruk
zou krijgen, dat niet alles in orde was tus-
schen ons."
„Ik denk er niet aan, om een ring te
dragen, vóór ik er later toe verplicht
zal zijn."
„Wat maakt het nu nóg voor verschil, of
alt twee dagen vroeger of later is?"
„Toch doe ik het niet!"
„Hoe onbeleefder je bent voor mij vóór
het huwelijk
hoe slechter je mij daarna zeker
zult behandelen?.... Maar hoe eerder lk
mij dan weer aan die behandeling door
een scheiding zal kunnen onttrekken."
„Dat is geen opgewekte beschouwing;
maar intusschen doet ze niets af aan mijn
argument voor den ring. Je wilt je opoffe
ren voor je moeder; laat die opoffering
dan ook volledig zijn: ieder, die verloofd is,
draagt een ring."
Ze stak de hand naar hem uit.
.Schuif het ding er dan maar aan en
laat ons geen woord meer over dit onder
werp, reppen."
,Gat is verstandig!" zei hij.
Hij hield de deur voor haar open en zij
verdween, zonder verder meer iets tegen
hem te zeggen.
Hoofdstuk X.
Den volgenden ochtend, toen het drietal
een bezoek zou brengen aan het Louvre,
verklaarde Ethel, dat ze zich te ellendig
voelde, om uit te gaan.
„Nu, dan zullen we nog een dag in Parijs
blijven," meende Eynesford.
(Nadruk verboden?. (Wordt vervolgd).
HET INCIDENT BIJ DEN CENOTAPH TE LONDEN tijdeus de Wapen-
6tilstandherdenking. De man, die luidkeels schreeuwde ,,Dat is allemaal hui
chelarij" en die naar voren drong, wordt door agenten gegrepen. Bechts de
Koning. Links v.l.n-r. Lord Hailsiham, mr. Attlee en rar. Neville Chamberlain