Binnenland We stoken Kajoepoetih-olie op Boeroe De Ketelstokers zijn lastig lui en Bloeiende handel in achtergehouden olie. v. Brieven uit ZxB* Beb Vuyk. °p 6511 °"der- LEIDSCH DAGBLAD - Dorda B"e.d BonMag 4 November 19]] Over heel Noord-Boeroe verspreid van Ilat tot Batoedjoenkoe groeien de kajoepoetihboomen met hun grijs achtig groen blad. Hun schors bestaat uit lange papier' aohtige vellen, die makkelijk los te schui ven zijn, geelwit van kleur Vandaar den naam kajoe-poetih (wit houtboom). De kajoepoetihboom heeft een wortel stok. Uit dezen wortelstok schiet de opslag omhoog, die geheel Noord-Boeroe het frissche, groene uiterlijk geeft. Het blad van dezen opslag wordt afgerist en primitieve destillatietoestellen gedestilleerd en levert de kajoepoetdholie, een licht groene, heldere, aetherische olie, zeer door dringend van geur. Het blad van de boo men wordt niet gestookt, daar dit moeilijk bereikbaar is en bovendien van een zeer laag oliegehalte is. De stooklnstallatie, hier op Boeroe ketel genaamd, is van heel eenvoudige construe tie en van materiaal gemaakt, dat grooten deels uit het bosch afkomstig i wordt „toenkoe' de genoemd en gemetseld van Molukken p'attem nen met rivier- klei aan elkaar door gezet. Het meest lijkt het geheel wetsche bakkers oven. Het vuur wordt onderin gestookt zonder rooster bovenin bevindt zich een opening waarin precies het kookvat past. Kookvat en oven worden met rivierklel aan elkaar gezet en vormen één geheel. Zooals ik al eerder schreef zijn langza merhand alle ketels in handen van Chinee- sche en Arabische handelaren geraakt tegen een prijs ver beneden de waarde, doordat de inlanders in hun zorgeloosheid te veel schulden maakten. De Chinees stookt de ketels niet zelf, soms weet hij ternauwernood waar zijn eigendom precies ligt. Het komt od Boeroe voor. dat een en dezelfde ketel aan twee verschillende menschen verkocht wordt en daar ontstaan dan weer eindelooze ruzie s over, eindelooze rechtszaken en een nooit eindigende wraak. De Chinees verhuurt zijn ketel aan een groep ketelstokers, meestal Boetonneezen of Soelaneezen. Zes a zeven kerels bieden zich aan om een ketel te stoken. Ze betalen daarvoor huur per stookdag. bovendien moeten ze alle olie aan den Ohineesehen handelaar brengen tegen een van te voren vastgestelden prijs en ze zijn bovendien verplicht om al hun levensmiddelen en kleeding bij dienzelfden Chinees af te nemen. Natuurlijk rekent de handelaar, htm weer zijn zeer bijzondere prijzen, die twee a driehonderd procent hooger zijn dan de gangbare, zoodat het meestal gebeurt, dat na eenige maanden stoken de menschen meer schuld hebben dan toen ze begonnen. Op deze wijze zijn de meeste ketelkerels in een soort van pandelingschap geraakt bij de Ohineezen, waar ze nooit meer uitkomen. Er zijn hier bezitlooze koelies, die een schuld van zes a zevenhonderd gulden bij hun handelaar hebben en hun heele leven daar niet meer uit raken. Nu en dan loopt er een weg en dat is dan een strop voor den handelaar, maar toch ook weer niet zoo n heele groote, want die zevenhonderd gulden schuld be staat voornamelijk uit de overwinst van den handelaar. De toestand zou allang onhoudbaar geworden zijn als de keteikerels niet wat op gevonden hadden. Zij zijn verplicht om alle olie bij hun handelaar in te leveren tegen den vastgestelden prijs, maar het is heel eenvoudig een paar flesschen achter te houden en die tegen den hoogeren marktprijs aan een anderen handelaar te verkoopen. Er is een bloeiende handel in achtergehou den olie, waar iedereen aan mee doet. Handelaar Lie koopt de olie van de kerels van handelaar Ong en handelaar Ong de achtergehouden olie van han delaar Lie. Op deze wijze beschikken de ketelkerels toch altijd over contanten. Een ander verweer zijn de branden. Tusschen de kajoepoetih groeit alleen alang-alang. In de droge maanden dort dit gras snel en een kleine vonk brengt enorme verwoestingen aan. Augustus, September, October zijn volkomen droog, een gloeiend heete wind waait aan van de harde, blauwe zee; in dezen tijd van het jaar zijn de nachten rood van het vuur. De oorzaken zijn verschillend, maar de meeste zijn terug te brengen tot kwaadwilligheid. Waarschijnlijk zou er geen enkele ka- joepcetihstruik op Boeroe meer groeien, als de boom zelf niet zoo bijzonder geschikt was om den brand te weerstaan. Zijn zeer dikke bast bestaat uit verschillende kurk- lagen over elkaar en vormt een prachtig isolatiemateriaal. Gehavend en zwart ver koold blijven de boomen leven, ook na den hevigsten brand en uit hun wortelstok groeit de nieuwe opslag, die het blad levert, waaruit de olie wordt gestookt. Begin April zijn wij naar Ambon gegaan toor de geboorte van onze baby. Als we begin Juli terug komen, gaan we alles ln orde brengen voor de werkzaamheden van het kajoepoethi-stoken, waarmee wij zoo spoedig mogelijk op onze concessie zullen aanvangen. We besluiten om de ketels voorloopig op dezelfde wijze te stoken, als hier op Boeroe de gewoonte is en zoodoende te ervaren waar en hoe alles verbeterd moet worden. Op Batoebool hebben we 40 ketels. On der het begrip ketel wordt niet alleen stookplaats verstaan, maar ook het blad rayon, dat bij die stookplaats hoort. En die bladrayons wisselen nogal eens van groot te, van een tot drie maanden stoken. Op een kleinen ketel kan een ploeg van zeven mannen 30 dagen stoken; op een grooten ketel tot 100 dagen toe. Grootere rayons dan 100 dagen komen zelden voor. omdat het blad dan van te ver moet aangedragen worden. Liever dan zoo ver met den zwaren zak te sjouwen, bouwt men een eind ver der een nieuwen ketel. Op deze wijze ook ons terrein van 850 H.A. verdeeld in 40 rayons, in 40 ketels. Wanneer het blad van een ketel ls af ge stookt, heeft het acht a negen maanden noodig, om weer aan te groeien en rijp te worden. Stookt men het blad te vroeg, dan ls de opbrengst minder, evenals dit bij te laat stoken het geval ls. Een goed stoker wrijft het blad tusschen zijn vingers fijn en con cludeert uit de lucht de rijpheid. Om nu regelmatig het heele jaar te kunr ;n pro- duceeren, mogen we nooit meer dan 6 4 7 ketels tegelijk stoken. We beginnen ons werk met drie ketels. Drie groepen Boetonneezen hebben zich aangemeld en een ketel te huur gevraagd Elke groep bestaat uit zes mannen en een anachcda en zij stoken den ketel voor ge zamenlijke rekening. De mannen plukken het blad (soms moeten ze met de zakken meer aan een uur sjouwen over het heete en steile terrein)de anachoda stookt het vuur, vult het houten vat met blad en zorgt verder voor het destillatieproces. Na aftrek van ketelhuur ontvangen de zeven mannen van iederen ketel per dag f. 2.45. Iedere man krijgt dus ongeveer 35 cent en dat is in vergelijking met de loo- nen, die op Java betaald worden, zeer veel. Maar de koelie op Java, die 15 cent per dag verdient, kan daarvan 3 kattie (één kattie Is 625 gr.) rijst koopen, terwijl de ketelstoker op Boeroe voor zijn 35 cent nauwelijks 2 kattie krijgt afgemeten. Wij beginnen dus met onzen ketelkerels nog eens nadrukkelijk uit te leggen, dat we niet als de Chinees willen stoken. Dat er geen levensmiddelen of andere waren voor olie gegeven worden, maar contant geld. Dat dit voor hen zeer voordeelig is, maar dat zy geen voorschot krygen. En daar stranden we al dadelijk, want de opbouw der installaties duurt een dag of 'tien. In dien tUd wordt er niet verdiend en de menschen moeten toch eten. By den Chinees ls dat geen bezwaar, hoe meer de nieuwe groep kerels zich in de schuld steken, hoe liever het hem is. Zij kunnen by den Chinees uit den winkel krygen wat ze willen. En de Sinjo Tand jong weigert hun het etensgeld? Wy besluiten in leder geval het voor schot zoo laag mogehjk te houden. Eén gulden de man, en maar half tevreden trekken ze af Een week daarna is slechts één van de drie groepen flink met den ketelbouw opgeschoten. Van de andere groep liggen er drie van de zeven met een flinken malaria-aanval en de anderen hebben alleen wat steenen voor de stook plaats verzameld en hebben geen zin om nu er zieken zijn, een dubbele jjortie van het werk te doen. De derde groep is hee- lemaal niet aan het werk gegaan. De zuster van den jongsten neef van den anachoda trouwde en het heele stel is met hun voorschot naar de bruiloft getrokken. De volgende week stookt de eerste ketel, zyn de zieken hersteld en aan het werk en komen de armgedobbelde bruiloftsgangers om een nieuw voorschot vragen. De eerste olie komt binnen. Flesch voor flesch wordt nagemeten, wordt gezeefd en in steenen potten te bezinken gezet. De stokers ontvangen hun loon in klinkende munt en trekken de kampong in om in- koopen te doen. Na een paar weken blijkt, dat het volledig contant betalen niet vol te houden is. daar het in hooge mate het oliestelen in de hand werkt. Wanneer onze ketelkerels met hun geld in de kampong komen, dringt de Chinees Op betaling in olie aan en daar het heel moeiiyk is te controleeren, hoeveel olie een ketel geeft, gaat het stelen heel gemakkelyk. Ook de ketelstokers vinden den toestand niet pret tig, ze zijn hun heele leven gewend om hun levensmiddelen bij den keteleigenaar te nemen en deze nieuwe regeling verwart hen. Ook op hun verzoek gaan we er toe over althans de eerste levensbehoeften, ryst, suiker, koffie, petroleum en klappers aan hen te leveren Er wordt afgesproken, dat ze normalen kleinhandelprys zullen betalen, echter niet meer dan voor f 1 a 2 de man etenvoorschot kunnen krygen. In de eerstvolgende maanden leeren we alle nadeelen van het systeem kennen. De stokers hebben den ketel gehuurd en zyn dus geheel vry hoe ze willen stoken en wanneer ze willen stoken. Telkens stopt de ketel een paar dagen, zyn de heeren er op uitgegaan om te dobbelen, om hun maïs te planten of om naar een besnydenis (sla- metan) te gaan. Ook op de wyze van stoken is genoeg aan te merken en er zyn eenvoudige technische verbeteringen in de Installatie aan te brengen, waardoor de opbrengst belangryk vermeerderd wordt. Na twee maanden is Pohon Boeloe, de ketel, die het eerst werkte en waar het prettigste volk zit, klaar met stoken. Ze zuiien overgaan naai Pohon Kwini. Ze hebben de geheele Installatie afgebroken en naar de tandjong gebracht en vragen vyf dagen verlof om hun familie op het achterland op te zoeken. Er is voor het laatst afgerekend en met den gordel vol contanten vertrekken ze. Na drie weken komen ze pas terug en zijn dan nog door Hindji met moeite by elkaar gezocht. Brommend en ontevreden beginnen ze den opbouw van den nieuwen ketel cn het duurt drie weken voor ze kunnen gaan stoken. Zes weken verloren met lummelen en nietsdoen. Dat ze in die zes weiken niets Bedrijfsraad voor de Sigarenindustrie. Toestand voor alle betrokkenen in dezen bedrijfstak bijzonder slecht. De bedrijfsraad voor de sigaren- industrie kwam te Eindhoven in vergade ring byeen. Tot definitieve Instelling van een enquête over de werkweek, eindigend tus schen 15 en 20 November 1937, werd be sloten. Door de deelname aan deze enquête wor den de werkgevers vrijgesteld van de loonenquête, die ook dit Jaar door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt gehouden. De brief van de werk-commissie tot be strijding van de werkloosheid (commissie Verwey) gaf aanleiding tot ruime gedach- tenwissellim, waarvan de conclusie was, dat er een brief zal uitgaan aan genoemde commissie en waarin de bedryfsraad zijn volle medewerking by het zoeken naar middelen ter bestrijding van de werkloos heid toezegt. De verschillende punten die ln dit schrij ven werden genoemd, werden aan een voorioopige bespreking onderworpen, met de bedoeling om in de eerstvolgende by eenkomst daar dieper op in te gaan en dan ook de beide waarnemers, de heeren mr. Stulemeyer en mr. dr. Jaspar tot by woning van de bedrijfsraadsvergaderlng uit te noodigeni Behandeld lêerd verder een brief van den minister van sociale zaken over de mogelijkheid van invoering van arbeids boekjes, welke volgens de meening van den raad uitgegeven zouden worden via den bedrijfsraad. In principe kon de raad zich met die gedachte vereenigen, waarvan ook kennis gegeven zal worden aan den minister, doch tegeiykertyd werd vastgesteld, dat over vorm. inhoud, enz. van deze arbeidsboekjes nog zeer veel te zeggen is, zoodat een be spreking daarover ten departemente ge- wenscht zal zyn. De wet op de bindend- en onverbindend- verklaring van bepalingen van collectieve arbeids-overeenkomsten maakte hierna een ondeiwerp van bespreking uit. Ook te dezer zake zullen in verband met den afloop van het collectief contract over enkele maanden, reeds nu ten departe mente de noodige inlichtingen worden in gewonnen. Gedurende de vergadering werd door verschillende sprekers by herhaling met nadruk gewezen op den toestand in de sigaren-industrie, die voor alle betrokke nen bijzonder slecht is. Het vertrouwen werd uitgesproken, dat de regeering aan dezen slechten toestand de noodige aandacht zal besteden. HOLtANOSCH Z.WI.T.StkS.CN.e 457 C.H.O.C O I A D.E f A'B'R I J l (Ingez. M«l ConferentieUer Anti-Rev. Partij. In de te 's-Gtavenhage voortgezette con ferentie van de Anti-Rev. Party heeft de tijdelijk voorzitter van het Centraal- Comité, de heer J. Schouten, lid der Tweede Kamer te Rotterdam, gerefereerd over: „De Rijksfinantiën en het politiek beleid". Spr. wees daarby er op, dat het om zich een oordeel te kunnen vormen over den finantieelen toestand van het Rijk, in de eerste plaats noodzakelijk is na te gaan welke de geldelijke gevolgen zyn geweest voor het Riiksbudget van de z.g. crisis. Daartoe dient te worden gelet- op de ont wikkeling en den stand van 'sRyks schuld en de uitgaven wegens rente en aflossing van gevestigde schuld van Ned.-Indië en van de Ned Gemeenten. Verder ook op de tekorten op den gewo nen dienst van het Ryk en van eenige fondsen en de bedragen waarvan de beta ling is verschoven naar de toekomst, hetzy door uitstel van betaling, hetzy door over boeking van gewone uitgaven naar den kapi taaldienst. Eveneens moet rekening worden gehou den met de opbrengst van diverse belastin gen. de door het Ryk aan de gemeenten verleende extra hulp, terwijl het voorts voor een juist inzicht en een goede beoor- verdlend hebben, bekommert hun weinig. Overal ls voedsel in' dit arme, gezegende land. Ook de tweede groep, die zoo laat begon cmdat ze met hun voorschot naar een bruiloft trokken, is eindelijk klaar geko men en ze vragen ons een nieuwen ketel. De Sinjo Tandjong wyst hen Prahoe Honl aan, maar met ontevreden gezichten drom men ze by elkaar. Prahoe Honi is een strand-ketel en het blad, dat in de vlakte groeit, geeft slechts 2"; flesch per ketel Ze willen den bergketel, Toebahoni, die byna 5 flesschen oplevert. Ze beroepen zich op de eerstafgestookte groep, die nu op Pohon Kwini zit, waar de opbrengst ook 5 flesschen is. De SinjoJegt hen uit. dat zy pas van een ketel komen, die 5 flesschen oplevert en dat het rechtvaardig is, dat ze nu een ketel van 2flesch krijgen, daar de menschen, die nu op Pohon Kwini zit ten den vorigen keer een strandketel van 3 flesschen opbrengst gestookt hebben. Ze biyven weigeren en tegen den avond trekken ze heen en krijgen bij Bong Liong per man een rijksdaalder voorschot en een nieuwe sarong en trekken tevreden een dag ver de bergen in, waar Liong een ketel heeft, waar hy nooit komt kijken. Het geld hebben ze al verdobbeld, de nieuwe sarong zit hun slordig om de heu pen en ze dragen een dag ver een zak rijst met zlöh mee, die ze voor 20 cent de kattie ln voorschot hebben gekregen. En met de feestdagen komt ook de derde groep, die veel ziek was en veel kinine moest slikken, eindelijk afgestookt. Ze vinden dadelijk een Chinees, die hun een behooriyk voorschot geeft en waar ze nooit meer met kinine geplaagd worden. En als de eerste groep vry snel Pohon Kwini heeft afgestookt en veel maïs en weinig rijst heeft gegeten, hebben ze op den voordecl'gen ketel zooveel geld over gehouden. dat ze met hun allen naar Am- bon verdwijnen om daar feest te vieren. deeling van de finantieele politiek der Re geering noodig is, zich scherp voor oogen te stellen, welke de begTootingspositie voor 1938 ls. Spr. kwam tot de slotsom, dat het reëel rekening houden met deze verschillende factoren, noopt tot de conclusie, dat het in de Millloenen-nota uitgestippelde finan- cleele beleid in zyn algemeene strekkingen kan worden aanvaard en gesteund. Als tweede spreker trad op de heer P. A. Colijn, burgemeester van Alphen a. d. Rijn, met het onderwerp: „Het werkloosheids vraagstuk". De heer Coiyn kwam in zyn referaat tot de volgende conclusies: Dat ook bij gunstige ontwikkeling der conjunctuur vrij zeker biyvend op een be langrijk aantal werkloozen zal moeten worden gerekend. Dat juist uit hooide van dit biyvend ka rakter der werkloosheid, het streven er steeds op gericht moet zyn dat de te ver- leenen hulp zooveel mogelijk worde omge zet ln waarde voor de gemeenschap. Dat niet te verwachten is, dat nieuwe, althans nieuwe bruikbare middelen zullen worden aangewezen die in voldoende mate effect sorteeren om belangrijke verande ringen in de wijze der werkloosheids bestrijding mogeiyk te maken. Dat echter tegen verstarring bij de uit voering der bestaande maatregelen voort durend dient te worden gewaakt en ook aan plannen van bescheiden omvang een redelijke kans worde geboden. Dat het gevaar dreigt, dat door vermin dering van het aantal werkobjecten het aantal by de werkverschaffing, althans by de gem. werkverschaffing geplaatste ar beiders belangryk zal terugloopen indien niet worde gevonden een voor de gemeen ten bevredigende oplossing inzake de financiering der „bykomende kosten". Dat de mogeiykheid van het „werken voor steun" weer dient te worden open gesteld. Dat het van Staatswege aan het Werk fonds verleende credlet, waarvan het grootste gedeelte of reeds verwerkt of ge blokkeerd is, tijdig zoodanig worde ver hoogd, dat met het onderzoeken der aan vragen en het toezeggen van bouwcredle- ten regelmatig kan worden voortgegaan. Met het verleenen van finantieelen steun aan bestaande, in moeilijkheden ver- keerende alsmede aan nieuw op te rich ten Industrieën worde, met inacht neming van het, econofhiscy wenschelijke en flnantleel mogelyke voortgegaan. Het steekproefsgewyze aangevangen on derzoek naar de antecedenten der werk- looze arbeiders worde zoodanig uitgebreid dat een volledig antwoord te geven is op de vraag, wie als bona fide, wie als niet- bona fide werklooze valt aan te merken. Men kome op grond van dit onderzoek tot een splitsing en behoude ln de steun regeling alleen diegenen, van wie is komen vast te staan dat zij als bona fide werkloozen zijn te beschouwen. Ten aanzien van het overige deel zal moet.en worden getracht te komen tot een andere wijze van verzorging. Hiervoor zal vermoedelijk noodig zyn een wijziging der Armenwet öf (en) wyzi- ging van de Wet, regelende de finantieele verhouding tusschen Ryk en Gemeenten. Bil het ontwerpen van een zoodanige regeling zoree de Regeering er voor, dat de stem van de besturen der Gemeenten, zoo wel van kleine, als van groote, worde gehoord en schenke zij aan het gehoorde zoodanige aandacht, dat met de belangen der gemeenten voldoende rekening worde gehouden. Op het referaat van den heer Coiyn volgde een levendige discussie waaraan niet minder dan 14 personen deelnamen, w. o. de heer H. de Bordes, burgemeester van Bussum en voorzitter van den Ncrl Werkloosheidsraad en A. Stapelkamp van Utrecht, voorzitter van het Chr. Nat. Vak verbond. Aangezien de ministère dr. Coiyn en mr. de Wilde de conferentie voor de discussie op het referaat-Coiyn aanving, moesten verlaten, richtte de voorzitter de heer J. Schouten, tot hen een hartelijk woord, dankte hen voor hun aanwezigheid, wenschte hun Gods zegen op hun verant woordelijk werk en gaf hun en hun ambt- genooten de verzekering van de voorhoede van het Anti-Rev. volk. Nadat de heer Colijn van repliek gediend had, sprak de voorzitter een slotwoord, waarin hij allen opwekte om ln dezen tijd de vraagstukken van een verwarde were'd te bezien met de bewogenheid die ook in Jezus Christus was. Na het staande zingen van Ps. 85 3 en 4 sloot de heer Schouten gisteravond de conferentie, die namens de Chr. Staatk. Partij in Ned.-Indië werd bygewoond door jhr. mr. A. P. de Savornln Lohman, met gebed. DE HEER J. F. W. VAN VLOTEN 70 JAAR. Een pionier van de Java Suiker-industrie. In zyn landhuis te Velp, waar hy ziel sinds zyn aftreden in 1924 heeft terug getrokken, hoopt de heer J. F. \v. n Vloten, oud-administrateur der sulkerii briek Sempalwadak, op Java, eere-lld vu het Suikersyndicaat en eerelld van de i eenlglng het Proefstation van weli, vereenigingen hy van 1910 tot 1917 b<- stuurslld is geweest zyn zeventlgstu verjaardag te gedenken, op 18 Noven- ber as. De verdiensten van den heer Van Vloltt liggen echter op een veel ruimer gebW dan dat van het beheer der aan zyn beltla toevertrouwde ondernemingen. Hy was het die den stoot gaf aan i mechanische grondbewerking; in voerde hy de eerste ploeg in. zyn studie over rattenverdelglng, welkt hy door middel van naar Europa raeegt- voerde exemplaren grondig voortzette leidde tot de Instelling van den dienst de: pestbestryding onder wylen gouverneui- generaal Idenburg, en tot het vergassen van ampas in zuiggasmotoren, tot nieuw methoden voor het ozonlseeren van bad en drinkwater, en aldus tot bestrijdinf van t-yphus. Gedurende zyn 35-jarige loopbaan nam de heer Van Vloten een zeer werkzaam aandeel in het vereenigingsleven. 1911 INVOERRECHTEN VOOR AARDEWERK. SIER- Nota van wijziging wordt ingediend. Het ligt in het voornemen der regeeiini een nota van wijziging in te dienen l«', omzetting van het sedert 1 Augustus 11 voor sieraardewerk en sierporselein gel dend invoerrecht van 12'/» der waarde mei een minimum van f. 27 per 100 K G. netto in een Invoerrecht van 20der waard» zonder meer alleen voor het sieraardewtrl Het is voorts hlerby de bedoeling te bela deren dat deze wyziging, doch alleen mor zoover zy een verlaging van de thans sa- dende heffing beteekent, ten spoedigst» by Koninkiyk Besluit in werking wordt gesteld, zoodat de heffing dan voor bd sieraardewerk voorloopig zal bedragen f.T per 100 Kg. netto, maar niet minder 12% en rdet meer datn 20% van de waara tenzij ingevolge een anderen tariefpost en hooger bedrag aan invoerrecht verschul digd is, terwyi dan de heffing voor te', sierporselein wordt teruggebracht tot de vóór 1 Augustus J.l. gegolden hebbende heffing. Tevens zal dan een regeling wor den ontworpen tot teruggaaf van hetgeen sedert 1 Augustus jJ. meer is betaald vcor zoover het verschil der partij f. 50 of voor denzeifden afzender en denzelfden ont bieder ln totaal f. 200 overtreft en behou dens betaling van f. 5 per aangifte vergoeding voor administratiekosten. Eea en ander betreft alleen het gewone in voerrecht en dus niet het compenseer»»! en het byzomder invoerrecht. HOFJACHT IN DE BOSSCHEN VAN HET LOO. NADERE KEURING VAN INGE SCHREVENEN VOOR DE LICHTING 1938. Uit overweging, dat het noodig is geble ken, in afwachting van nadere wettelijke voorzieningen maatregelen te treffen voor een geneeskundig onderzoek van ingeschre venen voor de lichting 1938. die op grond van hun vrystelling wegens broederdienst een zoodanig onderzoek nog niet hebben ondergaan, heeft de Kroon bepaald, dat, voor zoover daartoe afwijklgen noodig zyn van bepalingen van het dienstplichtbesluit, die afwijkingen zullen worden vastgesteld door den minister van defensie. VERSPREIDE BERICHTEN. Vrij aanzieniyke jachtbuit. Op uitnoodiging van H. M. de Koningi» heeft gisteren een gezelschap heeren nabi) Het Loo op wilde zwijnen gejaagd. Het ge zelschap bestond uit Z, K. H. Prins Bern- hard, Prins Aschwin, graaf Van Oeynhau- sen en jhr. mr. dr. W. F. Röell, kamerheer i. b. d. van de Koningin, W. A. A. J. baron Schimmelpenninck v. d. Oye, jagermeest«r van de Koningin voor Zuidholland, majoo' H. G. van Everdlngen, commandant van het depót der Kon, Marechaussee te Apel doorn en jhr. C. E. J. M. Verheyen, eersw stalmeester van de Koningin. 's Morgens is onder leiding vein den heer W. Brantsma, jagermeester van de Ko ningin te Gortel en Niersen gejaagd en 's middags onder leiding van houtvester Jhr. tr. W. Röell te Uddel. Het gezelschap heeft ln het Boschhuis t» Gortel gedejeuneerd. De Koningin f Prinses Juliana zaten hier mede aan. De jachtbuit was vrij aanzienlijk. Na afloop van de jacht zyn de heeren naar het paleis Het Loo teruggekeerd. HANDELSVERKEER NEDERLAND—HONGARIJE. Ba Amsterdamsche gcmeent.raad heeft gisteren ir. C. Biemond, hoofding;- on"l4 19 20 m b? ntani^ |ri'euri der afdeellng bruggen, benoemd tot ®P I*, is, zo en 21 October)! I diresteur der gemeen te - wateriektwg De regeeringspersdienst meldt: Overeenkomstig de aanbevelingen van beide regeeringscomrnissies, die onlangs Den Haag besprekingen hebben gevoerd, 1-' tusschen de regeeringen van Nederland Hongarije met Ingang van 1 November e»0 overeenkomst gesloten voor den duur van een Jaar. Voor een uitgebreid aantal artikelen al» thans invoercontingenten ln HongarU' vastgesteld, waarvoor door de Hongaarse»8 regeering de benoodigde deviezen zul'®1 worden verstrekt op aanvrage van de im porteurs, volgens de in Hongarije geiden" bepalingen. Voor de in Hongarüe niet aa» contingenteering onderworpen artikel'" zullen eveneens betalingsmiddelen worde» beschikbaar gesteld. Omgekeerd werden aan Nederlands^1' wijde voor enkele Hongaarsche artikel'» contingenten vastgesteld. Voorts ls In overeenkomst opgenomen een regeling t® llQuk'atie van achterstallige handelsschul den, waaromtrent nadere gegevens vanwef' het Nederlandsche clcarüiglnstliuut aa» belanghebbenden zullen worden bekend V 2-J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 10