Binnenland
We stoken Kajoepoetih-olie
op Boeroe
De Ketelstokers zijn lastig
lui
en
Bloeiende handel in
achtergehouden olie.
v.
Brieven uit ZxB*
Beb Vuyk. °p 6511 °"der-
LEIDSCH DAGBLAD - Dorda B"e.d
BonMag 4 November 19]]
Over heel Noord-Boeroe verspreid
van Ilat tot Batoedjoenkoe groeien
de kajoepoetihboomen met hun grijs
achtig groen blad.
Hun schors bestaat uit lange papier'
aohtige vellen, die makkelijk los te schui
ven zijn, geelwit van kleur Vandaar den
naam kajoe-poetih (wit houtboom).
De kajoepoetihboom heeft een wortel
stok. Uit dezen wortelstok schiet de opslag
omhoog, die geheel Noord-Boeroe het
frissche, groene uiterlijk geeft. Het blad
van dezen opslag wordt afgerist en
primitieve destillatietoestellen gedestilleerd
en levert de kajoepoetdholie, een licht
groene, heldere, aetherische olie, zeer door
dringend van geur. Het blad van de boo
men wordt niet gestookt, daar dit moeilijk
bereikbaar is en bovendien van een zeer
laag oliegehalte is.
De stooklnstallatie, hier op Boeroe ketel
genaamd, is van heel eenvoudige construe
tie en van materiaal gemaakt, dat grooten
deels uit het
bosch afkomstig
i wordt „toenkoe'
de genoemd en
gemetseld van
Molukken p'attem
nen met rivier-
klei aan elkaar
door gezet. Het meest
lijkt het geheel
wetsche bakkers
oven. Het vuur
wordt onderin gestookt zonder rooster
bovenin bevindt zich een opening waarin
precies het kookvat past. Kookvat en oven
worden met rivierklel aan elkaar gezet en
vormen één geheel.
Zooals ik al eerder schreef zijn langza
merhand alle ketels in handen van Chinee-
sche en Arabische handelaren geraakt
tegen een prijs ver beneden de waarde,
doordat de inlanders in hun zorgeloosheid
te veel schulden maakten.
De Chinees stookt de ketels niet zelf,
soms weet hij ternauwernood waar zijn
eigendom precies ligt. Het komt od Boeroe
voor. dat een en dezelfde ketel aan twee
verschillende menschen verkocht wordt en
daar ontstaan dan weer eindelooze ruzie s
over, eindelooze rechtszaken en een nooit
eindigende wraak. De Chinees verhuurt
zijn ketel aan een groep ketelstokers,
meestal Boetonneezen of Soelaneezen. Zes
a zeven kerels bieden zich aan om een
ketel te stoken. Ze betalen daarvoor huur
per stookdag. bovendien moeten ze alle olie
aan den Ohineesehen handelaar brengen
tegen een van te voren vastgestelden prijs
en ze zijn bovendien verplicht om al hun
levensmiddelen en kleeding bij dienzelfden
Chinees af te nemen. Natuurlijk rekent de
handelaar, htm weer zijn zeer bijzondere
prijzen, die twee a driehonderd procent
hooger zijn dan de gangbare, zoodat het
meestal gebeurt, dat na eenige maanden
stoken de menschen meer schuld hebben
dan toen ze begonnen. Op deze wijze zijn
de meeste ketelkerels in een soort van
pandelingschap geraakt bij de Ohineezen,
waar ze nooit meer uitkomen. Er zijn hier
bezitlooze koelies, die een schuld van zes a
zevenhonderd gulden bij hun handelaar
hebben en hun heele leven daar niet meer
uit raken. Nu en dan loopt er een weg en
dat is dan een strop voor den handelaar,
maar toch ook weer niet zoo n heele groote,
want die zevenhonderd gulden schuld be
staat voornamelijk uit de overwinst van
den handelaar.
De toestand zou allang onhoudbaar
geworden zijn als de keteikerels
niet wat op gevonden hadden. Zij zijn
verplicht om alle olie bij hun handelaar
in te leveren tegen den vastgestelden
prijs, maar het is heel eenvoudig een
paar flesschen achter te houden en die
tegen den hoogeren marktprijs aan een
anderen handelaar te verkoopen. Er is
een bloeiende handel in achtergehou
den olie, waar iedereen aan mee doet.
Handelaar Lie koopt de olie van de
kerels van handelaar Ong en handelaar
Ong de achtergehouden olie van han
delaar Lie. Op deze wijze beschikken de
ketelkerels toch altijd over contanten.
Een ander verweer zijn de branden.
Tusschen de kajoepoetih groeit alleen
alang-alang. In de droge maanden dort
dit gras snel en een kleine vonk brengt
enorme verwoestingen aan. Augustus,
September, October zijn volkomen
droog, een gloeiend heete wind waait
aan van de harde, blauwe zee; in dezen
tijd van het jaar zijn de nachten rood
van het vuur.
De oorzaken zijn verschillend, maar
de meeste zijn terug te brengen tot
kwaadwilligheid.
Waarschijnlijk zou er geen enkele ka-
joepcetihstruik op Boeroe meer groeien, als
de boom zelf niet zoo bijzonder geschikt
was om den brand te weerstaan. Zijn zeer
dikke bast bestaat uit verschillende kurk-
lagen over elkaar en vormt een prachtig
isolatiemateriaal. Gehavend en zwart ver
koold blijven de boomen leven, ook na den
hevigsten brand en uit hun wortelstok
groeit de nieuwe opslag, die het blad levert,
waaruit de olie wordt gestookt.
Begin April zijn wij naar Ambon gegaan
toor de geboorte van onze baby. Als we
begin Juli terug komen, gaan we alles ln
orde brengen voor de werkzaamheden van
het kajoepoethi-stoken, waarmee wij zoo
spoedig mogelijk op onze concessie zullen
aanvangen.
We besluiten om de ketels voorloopig op
dezelfde wijze te stoken, als hier op Boeroe
de gewoonte is en zoodoende te ervaren
waar en hoe alles verbeterd moet worden.
Op Batoebool hebben we 40 ketels. On
der het begrip ketel wordt niet alleen
stookplaats verstaan, maar ook het blad
rayon, dat bij die stookplaats hoort. En die
bladrayons wisselen nogal eens van groot
te, van een tot drie maanden stoken. Op
een kleinen ketel kan een ploeg van zeven
mannen 30 dagen stoken; op een grooten
ketel tot 100 dagen toe. Grootere rayons
dan 100 dagen komen zelden voor. omdat
het blad dan van te ver moet aangedragen
worden. Liever dan zoo ver met den zwaren
zak te sjouwen, bouwt men een eind ver
der een nieuwen ketel. Op deze wijze
ook ons terrein van 850 H.A. verdeeld in 40
rayons, in 40 ketels.
Wanneer het blad van een ketel ls af ge
stookt, heeft het acht a negen maanden
noodig, om weer aan te groeien en rijp te
worden.
Stookt men het blad te vroeg, dan ls de
opbrengst minder, evenals dit bij te laat
stoken het geval ls. Een goed stoker wrijft
het blad tusschen zijn vingers fijn en con
cludeert uit de lucht de rijpheid. Om nu
regelmatig het heele jaar te kunr ;n pro-
duceeren, mogen we nooit meer dan 6 4 7
ketels tegelijk stoken.
We beginnen ons werk met drie ketels.
Drie groepen Boetonneezen hebben zich
aangemeld en een ketel te huur gevraagd
Elke groep bestaat uit zes mannen en een
anachcda en zij stoken den ketel voor ge
zamenlijke rekening. De mannen plukken
het blad (soms moeten ze met de zakken
meer aan een uur sjouwen over het heete
en steile terrein)de anachoda stookt het
vuur, vult het houten vat met blad en
zorgt verder voor het destillatieproces.
Na aftrek van ketelhuur ontvangen de
zeven mannen van iederen ketel per dag
f. 2.45. Iedere man krijgt dus ongeveer 35
cent en dat is in vergelijking met de loo-
nen, die op Java betaald worden, zeer
veel. Maar de koelie op Java, die 15 cent
per dag verdient, kan daarvan 3 kattie
(één kattie Is 625 gr.) rijst koopen, terwijl
de ketelstoker op Boeroe voor zijn 35 cent
nauwelijks 2 kattie krijgt afgemeten.
Wij beginnen dus met onzen ketelkerels
nog eens nadrukkelijk uit te leggen, dat
we niet als de Chinees willen stoken. Dat
er geen levensmiddelen of andere waren
voor olie gegeven worden, maar contant
geld. Dat dit voor hen zeer voordeelig is,
maar dat zy geen voorschot krygen.
En daar stranden we al dadelijk, want
de opbouw der installaties duurt een dag
of 'tien. In dien tUd wordt er niet verdiend
en de menschen moeten toch eten.
By den Chinees ls dat geen bezwaar,
hoe meer de nieuwe groep kerels zich in
de schuld steken, hoe liever het hem is.
Zij kunnen by den Chinees uit den winkel
krygen wat ze willen. En de Sinjo Tand
jong weigert hun het etensgeld?
Wy besluiten in leder geval het voor
schot zoo laag mogehjk te houden. Eén
gulden de man, en maar half tevreden
trekken ze af Een week daarna is slechts
één van de drie groepen flink met den
ketelbouw opgeschoten. Van de andere
groep liggen er drie van de zeven met
een flinken malaria-aanval en de anderen
hebben alleen wat steenen voor de stook
plaats verzameld en hebben geen zin om
nu er zieken zijn, een dubbele jjortie van
het werk te doen. De derde groep is hee-
lemaal niet aan het werk gegaan. De
zuster van den jongsten neef van den
anachoda trouwde en het heele stel is met
hun voorschot naar de bruiloft getrokken.
De volgende week stookt de eerste ketel,
zyn de zieken hersteld en aan het werk en
komen de armgedobbelde bruiloftsgangers
om een nieuw voorschot vragen.
De eerste olie komt binnen. Flesch voor
flesch wordt nagemeten, wordt gezeefd en
in steenen potten te bezinken gezet. De
stokers ontvangen hun loon in klinkende
munt en trekken de kampong in om in-
koopen te doen. Na een paar weken blijkt,
dat het volledig contant betalen niet vol te
houden is. daar het in hooge mate het
oliestelen in de hand werkt. Wanneer onze
ketelkerels met hun geld in de kampong
komen, dringt de Chinees Op betaling in
olie aan en daar het heel moeiiyk is te
controleeren, hoeveel olie een ketel geeft,
gaat het stelen heel gemakkelyk. Ook de
ketelstokers vinden den toestand niet pret
tig, ze zijn hun heele leven gewend om hun
levensmiddelen bij den keteleigenaar te
nemen en deze nieuwe regeling verwart
hen. Ook op hun verzoek gaan we er toe
over althans de eerste levensbehoeften,
ryst, suiker, koffie, petroleum en klappers
aan hen te leveren Er wordt afgesproken,
dat ze normalen kleinhandelprys zullen
betalen, echter niet meer dan voor f 1 a 2
de man etenvoorschot kunnen krygen.
In de eerstvolgende maanden leeren we
alle nadeelen van het systeem kennen. De
stokers hebben den ketel gehuurd en zyn
dus geheel vry hoe ze willen stoken en
wanneer ze willen stoken. Telkens stopt de
ketel een paar dagen, zyn de heeren er op
uitgegaan om te dobbelen, om hun maïs te
planten of om naar een besnydenis (sla-
metan) te gaan. Ook op de wyze van
stoken is genoeg aan te merken en er zyn
eenvoudige technische verbeteringen in de
Installatie aan te brengen, waardoor de
opbrengst belangryk vermeerderd wordt.
Na twee maanden is Pohon Boeloe, de
ketel, die het eerst werkte en waar het
prettigste volk zit, klaar met stoken. Ze
zuiien overgaan naai Pohon Kwini. Ze
hebben de geheele Installatie afgebroken
en naar de tandjong gebracht en vragen
vyf dagen verlof om hun familie op het
achterland op te zoeken. Er is voor het
laatst afgerekend en met den gordel vol
contanten vertrekken ze. Na drie weken
komen ze pas terug en zijn dan nog door
Hindji met moeite by elkaar gezocht.
Brommend en ontevreden beginnen ze den
opbouw van den nieuwen ketel cn het
duurt drie weken voor ze kunnen gaan
stoken. Zes weken verloren met lummelen
en nietsdoen. Dat ze in die zes weiken niets
Bedrijfsraad voor de
Sigarenindustrie.
Toestand voor alle betrokkenen in
dezen bedrijfstak bijzonder slecht.
De bedrijfsraad voor de sigaren-
industrie kwam te Eindhoven in vergade
ring byeen.
Tot definitieve Instelling van een
enquête over de werkweek, eindigend tus
schen 15 en 20 November 1937, werd be
sloten.
Door de deelname aan deze enquête wor
den de werkgevers vrijgesteld van de
loonenquête, die ook dit Jaar door het
Centraal Bureau voor de Statistiek wordt
gehouden.
De brief van de werk-commissie tot be
strijding van de werkloosheid (commissie
Verwey) gaf aanleiding tot ruime gedach-
tenwissellim, waarvan de conclusie was, dat
er een brief zal uitgaan aan genoemde
commissie en waarin de bedryfsraad zijn
volle medewerking by het zoeken naar
middelen ter bestrijding van de werkloos
heid toezegt.
De verschillende punten die ln dit schrij
ven werden genoemd, werden aan een
voorioopige bespreking onderworpen, met
de bedoeling om in de eerstvolgende by
eenkomst daar dieper op in te gaan en
dan ook de beide waarnemers, de heeren
mr. Stulemeyer en mr. dr. Jaspar tot by
woning van de bedrijfsraadsvergaderlng
uit te noodigeni
Behandeld lêerd verder een brief van
den minister van sociale zaken over de
mogelijkheid van invoering van arbeids
boekjes, welke volgens de meening van den
raad uitgegeven zouden worden via den
bedrijfsraad.
In principe kon de raad zich met die
gedachte vereenigen, waarvan ook kennis
gegeven zal worden aan den minister, doch
tegeiykertyd werd vastgesteld, dat over
vorm. inhoud, enz. van deze arbeidsboekjes
nog zeer veel te zeggen is, zoodat een be
spreking daarover ten departemente ge-
wenscht zal zyn.
De wet op de bindend- en onverbindend-
verklaring van bepalingen van collectieve
arbeids-overeenkomsten maakte hierna
een ondeiwerp van bespreking uit.
Ook te dezer zake zullen in verband met
den afloop van het collectief contract over
enkele maanden, reeds nu ten departe
mente de noodige inlichtingen worden in
gewonnen.
Gedurende de vergadering werd door
verschillende sprekers by herhaling met
nadruk gewezen op den toestand in de
sigaren-industrie, die voor alle betrokke
nen bijzonder slecht is.
Het vertrouwen werd uitgesproken, dat
de regeering aan dezen slechten toestand
de noodige aandacht zal besteden.
HOLtANOSCH Z.WI.T.StkS.CN.e
457
C.H.O.C O I A D.E f A'B'R I J l
(Ingez. M«l
ConferentieUer Anti-Rev.
Partij.
In de te 's-Gtavenhage voortgezette con
ferentie van de Anti-Rev. Party heeft de
tijdelijk voorzitter van het Centraal-
Comité, de heer J. Schouten, lid der
Tweede Kamer te Rotterdam, gerefereerd
over: „De Rijksfinantiën en het politiek
beleid". Spr. wees daarby er op, dat het
om zich een oordeel te kunnen vormen over
den finantieelen toestand van het Rijk, in
de eerste plaats noodzakelijk is na te gaan
welke de geldelijke gevolgen zyn geweest
voor het Riiksbudget van de z.g. crisis.
Daartoe dient te worden gelet- op de ont
wikkeling en den stand van 'sRyks schuld
en de uitgaven wegens rente en aflossing
van gevestigde schuld van Ned.-Indië en
van de Ned Gemeenten.
Verder ook op de tekorten op den gewo
nen dienst van het Ryk en van eenige
fondsen en de bedragen waarvan de beta
ling is verschoven naar de toekomst, hetzy
door uitstel van betaling, hetzy door over
boeking van gewone uitgaven naar den
kapi taaldienst.
Eveneens moet rekening worden gehou
den met de opbrengst van diverse belastin
gen. de door het Ryk aan de gemeenten
verleende extra hulp, terwijl het voorts
voor een juist inzicht en een goede beoor-
verdlend hebben, bekommert hun weinig.
Overal ls voedsel in' dit arme, gezegende
land.
Ook de tweede groep, die zoo laat begon
cmdat ze met hun voorschot naar een
bruiloft trokken, is eindelijk klaar geko
men en ze vragen ons een nieuwen ketel.
De Sinjo Tandjong wyst hen Prahoe Honl
aan, maar met ontevreden gezichten drom
men ze by elkaar. Prahoe Honi is een
strand-ketel en het blad, dat in de vlakte
groeit, geeft slechts 2"; flesch per ketel Ze
willen den bergketel, Toebahoni, die byna
5 flesschen oplevert. Ze beroepen zich op
de eerstafgestookte groep, die nu op
Pohon Kwini zit, waar de opbrengst ook 5
flesschen is. De SinjoJegt hen uit. dat zy
pas van een ketel komen, die 5 flesschen
oplevert en dat het rechtvaardig is, dat
ze nu een ketel van 2flesch krijgen, daar
de menschen, die nu op Pohon Kwini zit
ten den vorigen keer een strandketel van
3 flesschen opbrengst gestookt hebben.
Ze biyven weigeren en tegen den avond
trekken ze heen en krijgen bij Bong Liong
per man een rijksdaalder voorschot en een
nieuwe sarong en trekken tevreden een
dag ver de bergen in, waar Liong een ketel
heeft, waar hy nooit komt kijken.
Het geld hebben ze al verdobbeld, de
nieuwe sarong zit hun slordig om de heu
pen en ze dragen een dag ver een zak
rijst met zlöh mee, die ze voor 20 cent de
kattie ln voorschot hebben gekregen.
En met de feestdagen komt ook de derde
groep, die veel ziek was en veel kinine
moest slikken, eindelijk afgestookt. Ze
vinden dadelijk een Chinees, die hun een
behooriyk voorschot geeft en waar ze
nooit meer met kinine geplaagd worden.
En als de eerste groep vry snel Pohon
Kwini heeft afgestookt en veel maïs en
weinig rijst heeft gegeten, hebben ze op
den voordecl'gen ketel zooveel geld over
gehouden. dat ze met hun allen naar Am-
bon verdwijnen om daar feest te vieren.
deeling van de finantieele politiek der Re
geering noodig is, zich scherp voor oogen te
stellen, welke de begTootingspositie voor
1938 ls.
Spr. kwam tot de slotsom, dat het reëel
rekening houden met deze verschillende
factoren, noopt tot de conclusie, dat het in
de Millloenen-nota uitgestippelde finan-
cleele beleid in zyn algemeene strekkingen
kan worden aanvaard en gesteund.
Als tweede spreker trad op de heer P. A.
Colijn, burgemeester van Alphen a. d. Rijn,
met het onderwerp: „Het werkloosheids
vraagstuk".
De heer Coiyn kwam in zyn referaat tot
de volgende conclusies:
Dat ook bij gunstige ontwikkeling der
conjunctuur vrij zeker biyvend op een be
langrijk aantal werkloozen zal moeten
worden gerekend.
Dat juist uit hooide van dit biyvend ka
rakter der werkloosheid, het streven er
steeds op gericht moet zyn dat de te ver-
leenen hulp zooveel mogelijk worde omge
zet ln waarde voor de gemeenschap.
Dat niet te verwachten is, dat nieuwe,
althans nieuwe bruikbare middelen zullen
worden aangewezen die in voldoende mate
effect sorteeren om belangrijke verande
ringen in de wijze der werkloosheids
bestrijding mogeiyk te maken.
Dat echter tegen verstarring bij de uit
voering der bestaande maatregelen voort
durend dient te worden gewaakt en ook
aan plannen van bescheiden omvang een
redelijke kans worde geboden.
Dat het gevaar dreigt, dat door vermin
dering van het aantal werkobjecten het
aantal by de werkverschaffing, althans by
de gem. werkverschaffing geplaatste ar
beiders belangryk zal terugloopen indien
niet worde gevonden een voor de gemeen
ten bevredigende oplossing inzake de
financiering der „bykomende kosten".
Dat de mogeiykheid van het „werken
voor steun" weer dient te worden open
gesteld.
Dat het van Staatswege aan het Werk
fonds verleende credlet, waarvan het
grootste gedeelte of reeds verwerkt of ge
blokkeerd is, tijdig zoodanig worde ver
hoogd, dat met het onderzoeken der aan
vragen en het toezeggen van bouwcredle-
ten regelmatig kan worden voortgegaan.
Met het verleenen van finantieelen
steun aan bestaande, in moeilijkheden ver-
keerende alsmede aan nieuw op te rich
ten Industrieën worde, met inacht
neming van het, econofhiscy wenschelijke
en flnantleel mogelyke voortgegaan.
Het steekproefsgewyze aangevangen on
derzoek naar de antecedenten der werk-
looze arbeiders worde zoodanig uitgebreid
dat een volledig antwoord te geven is op
de vraag, wie als bona fide, wie als niet-
bona fide werklooze valt aan te merken.
Men kome op grond van dit onderzoek
tot een splitsing en behoude ln de steun
regeling alleen diegenen, van wie is
komen vast te staan dat zij als bona fide
werkloozen zijn te beschouwen.
Ten aanzien van het overige deel zal
moet.en worden getracht te komen tot een
andere wijze van verzorging.
Hiervoor zal vermoedelijk noodig zyn
een wijziging der Armenwet öf (en) wyzi-
ging van de Wet, regelende de finantieele
verhouding tusschen Ryk en Gemeenten.
Bil het ontwerpen van een zoodanige
regeling zoree de Regeering er voor, dat de
stem van de besturen der Gemeenten, zoo
wel van kleine, als van groote, worde
gehoord en schenke zij aan het gehoorde
zoodanige aandacht, dat met de belangen
der gemeenten voldoende rekening worde
gehouden.
Op het referaat van den heer Coiyn
volgde een levendige discussie waaraan
niet minder dan 14 personen deelnamen,
w. o. de heer H. de Bordes, burgemeester
van Bussum en voorzitter van den Ncrl
Werkloosheidsraad en A. Stapelkamp van
Utrecht, voorzitter van het Chr. Nat. Vak
verbond.
Aangezien de ministère dr. Coiyn en mr.
de Wilde de conferentie voor de discussie
op het referaat-Coiyn aanving, moesten
verlaten, richtte de voorzitter de heer J.
Schouten, tot hen een hartelijk woord,
dankte hen voor hun aanwezigheid,
wenschte hun Gods zegen op hun verant
woordelijk werk en gaf hun en hun ambt-
genooten de verzekering van de voorhoede
van het Anti-Rev. volk.
Nadat de heer Colijn van repliek gediend
had, sprak de voorzitter een slotwoord,
waarin hij allen opwekte om ln dezen tijd
de vraagstukken van een verwarde were'd
te bezien met de bewogenheid die ook in
Jezus Christus was.
Na het staande zingen van Ps. 85 3 en
4 sloot de heer Schouten gisteravond de
conferentie, die namens de Chr. Staatk.
Partij in Ned.-Indië werd bygewoond door
jhr. mr. A. P. de Savornln Lohman, met
gebed.
DE HEER J. F. W. VAN VLOTEN
70 JAAR.
Een pionier van de Java
Suiker-industrie.
In zyn landhuis te Velp, waar hy ziel
sinds zyn aftreden in 1924 heeft terug
getrokken, hoopt de heer J. F. \v. n
Vloten, oud-administrateur der sulkerii
briek Sempalwadak, op Java, eere-lld vu
het Suikersyndicaat en eerelld van de i
eenlglng het Proefstation van weli,
vereenigingen hy van 1910 tot 1917 b<-
stuurslld is geweest zyn zeventlgstu
verjaardag te gedenken, op 18 Noven-
ber as.
De verdiensten van den heer Van Vloltt
liggen echter op een veel ruimer gebW
dan dat van het beheer der aan zyn beltla
toevertrouwde ondernemingen.
Hy was het die den stoot gaf aan i
mechanische grondbewerking; in
voerde hy de eerste ploeg in.
zyn studie over rattenverdelglng, welkt
hy door middel van naar Europa raeegt-
voerde exemplaren grondig voortzette
leidde tot de Instelling van den dienst de:
pestbestryding onder wylen gouverneui-
generaal Idenburg, en tot het vergassen
van ampas in zuiggasmotoren, tot nieuw
methoden voor het ozonlseeren van bad
en drinkwater, en aldus tot bestrijdinf
van t-yphus.
Gedurende zyn 35-jarige loopbaan nam
de heer Van Vloten een zeer werkzaam
aandeel in het vereenigingsleven.
1911
INVOERRECHTEN VOOR
AARDEWERK.
SIER-
Nota van wijziging wordt ingediend.
Het ligt in het voornemen der regeeiini
een nota van wijziging in te dienen l«',
omzetting van het sedert 1 Augustus 11
voor sieraardewerk en sierporselein gel
dend invoerrecht van 12'/» der waarde mei
een minimum van f. 27 per 100 K G. netto
in een Invoerrecht van 20der waard»
zonder meer alleen voor het sieraardewtrl
Het is voorts hlerby de bedoeling te bela
deren dat deze wyziging, doch alleen mor
zoover zy een verlaging van de thans sa-
dende heffing beteekent, ten spoedigst»
by Koninkiyk Besluit in werking wordt
gesteld, zoodat de heffing dan voor bd
sieraardewerk voorloopig zal bedragen f.T
per 100 Kg. netto, maar niet minder
12% en rdet meer datn 20% van de waara
tenzij ingevolge een anderen tariefpost en
hooger bedrag aan invoerrecht verschul
digd is, terwyi dan de heffing voor te',
sierporselein wordt teruggebracht tot de
vóór 1 Augustus J.l. gegolden hebbende
heffing. Tevens zal dan een regeling wor
den ontworpen tot teruggaaf van hetgeen
sedert 1 Augustus jJ. meer is betaald vcor
zoover het verschil der partij f. 50 of voor
denzeifden afzender en denzelfden ont
bieder ln totaal f. 200 overtreft en behou
dens betaling van f. 5 per aangifte
vergoeding voor administratiekosten. Eea
en ander betreft alleen het gewone in
voerrecht en dus niet het compenseer»»!
en het byzomder invoerrecht.
HOFJACHT IN DE BOSSCHEN VAN
HET LOO.
NADERE KEURING VAN INGE
SCHREVENEN VOOR DE
LICHTING 1938.
Uit overweging, dat het noodig is geble
ken, in afwachting van nadere wettelijke
voorzieningen maatregelen te treffen voor
een geneeskundig onderzoek van ingeschre
venen voor de lichting 1938. die op grond
van hun vrystelling wegens broederdienst
een zoodanig onderzoek nog niet hebben
ondergaan, heeft de Kroon bepaald, dat,
voor zoover daartoe afwijklgen noodig zyn
van bepalingen van het dienstplichtbesluit,
die afwijkingen zullen worden vastgesteld
door den minister van defensie.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Vrij aanzieniyke jachtbuit.
Op uitnoodiging van H. M. de Koningi»
heeft gisteren een gezelschap heeren nabi)
Het Loo op wilde zwijnen gejaagd. Het ge
zelschap bestond uit Z, K. H. Prins Bern-
hard, Prins Aschwin, graaf Van Oeynhau-
sen en jhr. mr. dr. W. F. Röell, kamerheer
i. b. d. van de Koningin, W. A. A. J. baron
Schimmelpenninck v. d. Oye, jagermeest«r
van de Koningin voor Zuidholland, majoo'
H. G. van Everdlngen, commandant van
het depót der Kon, Marechaussee te Apel
doorn en jhr. C. E. J. M. Verheyen, eersw
stalmeester van de Koningin.
's Morgens is onder leiding vein den heer
W. Brantsma, jagermeester van de Ko
ningin te Gortel en Niersen gejaagd en
's middags onder leiding van houtvester
Jhr. tr. W. Röell te Uddel.
Het gezelschap heeft ln het Boschhuis t»
Gortel gedejeuneerd. De Koningin f
Prinses Juliana zaten hier mede aan.
De jachtbuit was vrij aanzienlijk.
Na afloop van de jacht zyn de heeren
naar het paleis Het Loo teruggekeerd.
HANDELSVERKEER
NEDERLAND—HONGARIJE.
Ba Amsterdamsche gcmeent.raad
heeft gisteren ir. C. Biemond, hoofding;-
on"l4 19 20 m b? ntani^ |ri'euri der afdeellng bruggen, benoemd tot
®P I*, is, zo en 21 October)! I diresteur der gemeen te - wateriektwg
De regeeringspersdienst meldt:
Overeenkomstig de aanbevelingen van
beide regeeringscomrnissies, die onlangs
Den Haag besprekingen hebben gevoerd, 1-'
tusschen de regeeringen van Nederland
Hongarije met Ingang van 1 November e»0
overeenkomst gesloten voor den duur van
een Jaar.
Voor een uitgebreid aantal artikelen al»
thans invoercontingenten ln HongarU'
vastgesteld, waarvoor door de Hongaarse»8
regeering de benoodigde deviezen zul'®1
worden verstrekt op aanvrage van de im
porteurs, volgens de in Hongarije geiden"
bepalingen. Voor de in Hongarüe niet aa»
contingenteering onderworpen artikel'"
zullen eveneens betalingsmiddelen worde»
beschikbaar gesteld.
Omgekeerd werden aan Nederlands^1'
wijde voor enkele Hongaarsche artikel'»
contingenten vastgesteld. Voorts ls In
overeenkomst opgenomen een regeling t®
llQuk'atie van achterstallige handelsschul
den, waaromtrent nadere gegevens vanwef'
het Nederlandsche clcarüiglnstliuut aa»
belanghebbenden zullen worden bekend V
2-J