Een kranige sleepreis - Het Bulgaarsche koningspaar in Londen
78sfe Jaargang LE1DSCH DAGBLAD Tweede Blad
FEUILLETON
De dochter van den
rentmeester
Jll'SSOLINI reiikte eero-teekenen uit aan de nabestaanden LORD LINLITHGOW, DE ONDERKONING VAN BRITSGH-INDIE, HET BULGAARSCHE KONINGSPAARKoning Boris
un de in Spanje gesneuvelde Italianen. Links de pUatsvervin- bij aankomst te Lahore, de hoofdstad van en Koningin Joanna, van Bulgarije bij aankomst aan het
ger van Hitler, Rudol£:Hesa. Punjab. Vioboria-station te tonden.
Naar het EngeLsch.
,,'Omdat ik u zag, zoo dicht bij het graf,
?.Jen naam van „Devon" draagt, meen-
v ik, dat u misschien een familielid van
It r®ntmeester was. Als dat zoo la mag
leven?"11 een 'x><x'sc'1ap voor hem mee-
vrdli>reng geen boodschappen over voor
eeeniüen. Nog eens: wilt u zoo goed zijn,
„foor te laten?"
r 'i~mÜ toe, dat ik mij voorstel; ik ben
lord Eynesford."
hBeloof u niet!" riep ze, hem recht in
^gelaat kijkend.
hiaV zle ilc Intusschen overhandigde hij
visitekaartje. „Ik ben een uur ge-
miir, k gekomen, om het graf van
eend «,r 16 bezo«ken. Nu ik u hier zag,
-' ;,e dat lk misschien aan u vragen
on'JÜ U;Mr- Devon van mijn komst op de
lk vii de stellen en hem meedeelen, dat
em ^v?nd tusschen acht en negen bij
tffiK j tk bied u nog wel mijn ex-
aakt!" U aan bet schrikken heb ge-
aarrtLj^" u". antwoordde Ethel veront-
'e i» ',Als u m« dadelijk hadt gezegd
linliik jf' dan dit misschien minder
tie m „5"ï Seweest. Ik zal Vader uw kaar-
n u" boodschap overbrengen."
Met een
waarts.
lichte buiging ging ze huis-
Mr. Devon zag er nu minder vermoeid
uit; hij leek zelfs bijzonder opgewekt en
begon:
„Hoor eens, Ethel, ik heb je iets te ver
tellen. Toen ik te paard reed, kwam lk een
heer tegen
1;Hè, dat is eigenaardig, Vader! Ik heb
u óók iets te vertellen; op mijn wandeling
ben lk óók een heer tegengekomen.'
„Je zult zeker wel begrijpen, wien ik
ontmoette?"
„Maar u misschien niet, wien ik heb ge
zien
„Nu, de jonge man, dien lk zag, was
Hector Fitzwarrenel" riep Mr. Devon.
„En de jonge man, dien ik zag, was Lord
Eymesford!"
Mr. Devon schonk zich juist een glas spuit
in, toen Ethel dit zei en hij scheen zoo ge
weldig van haar woorden te schrikken, dat
het sierlijk-geslepen karafje hem uit de
hand viel.
„Maar, Joel" riep zijn vrouw verwijtend.
„Och, dat komt van de hitte. Ik beu den
heelen dag al niet lekker geweest.Maar
hoe kom Je daar nu bij, Ethel? Lord Eynes
ford Is in Arable."
„Ik schijn dan beter op de hoogte te zijn
dan de rentmeester van zijn Lordschap
zelve", lachte Ethel en reikte haar vader
het kaartje over. dat de graaf haar gege
ven had. „Ik moest u ook nog de boodschap
overbrengen, dat hij vanavond tusschen
acht en negen hier zou zijn".
Met verhit gelaat en droge, koortsige lip
pen stond Mr. Devon op het kaartje te
Wétaren.
,Er moet een vergissing, een misverstand
in 't spel zijn; zijn Lordschap is in Arabië.
„Waar heb je hem ontmoet. Ethel? Hoe
ziet hij er uit en wat zei hij?" riepen Elinor
en Grace door elkaar.
„Hij ls lang en leelijk en ziet er onaan
genaam uit", antwoordde Ethel. „Ik heb
nooit iemand ontmoet, wiens uiterlijk mij
zóó antipathiek was!"
„Ik hoop, kindlief, dat je je behoorlijk
gedragen hebt", zei Mrs. Devon zenuwachtig
„Neen, zeker niet. Hij was ook lomp te
gen mij. Zijn toon was onuitstaanbaar. We
zijn geen ondergeschikten van hem!"
„Je weet niet, wat je zegt!" zei Devon.
Dit was de eerste korte bejegening, die
zijn jongste dochter van hem ondervond.
Na tafel stond Mr. Devon direct op. In
het half-duister zag hij er slecht en oud
uit.
„Beste man", zei zijn vrouw en liep op
hem toe. „Je bent niet wel".
„Neen, dat ls ook zoo. Ik zal wat stil op
mijn kantoor gaan zitten, tot Lord Eynes
ford komt."
De meisjes zaten op het gazon te praten,
toen Lord Eynesford, misschien op het ge
luid van haar stemmen afkomend door het
rieten hekje stapte, dat ineens toegang gaf
tot het huis!. Dit werd nooit anders dan
door leden van het gezin gebruikt; bezoe
kers gingen langs de oprijlaan naar den
hoofdingang.
.Is Devon thuis?" vroeg de graaf en
leunde tegen een van de zijkanten van de
veranda, wat niet bevorderlijk was voor
den groei van de mooie trossen kamper
foelie.
„Ja, sir. Hij heeft uw boodschap ontvan
gen. Ik zal hem onmiddellijk laten weten,
dat u er is."
„Ik wilde even uw dochter Ethel spreken.
O, ik zie haar ginds op het grasperk staan
Wilt u haar misschien roepen?"
Schoorvoetend kwam Ethel naderbij en
maakte een stijve buiging.
„Ik geloof, dat u dit op het kerkhof ver
loren hebt. Miss Devon?" Hij overhandigde
haar een pakje, dat haar zakdoek bleek te
bevatten. In den eenen hoek stond „Ethel"
geborduurd.
„Ja, die is van mij. Dank u wel."
„Ik moet u nog dank zeggen. Miss Ethel,
dat u mijn boodschap hebt overgebracht,
ging hij op half-spottenden toon voort.
„Neem mij niet kwalijk, Lord Eynes
ford, maai- u breekt de kamperfoelie; u
leunt er tegen,. Dank u."
„Het welzijn van de planten gaat u wel
zeer ter harte!"
,Jk kan niet goed hebben, dat er een
verdrukt of vertrapt wordt," antwoordde ze
kalm en bracht de rank weer in haar
fatsoen
Op dit oogênblik verscheen Mr. Devon.
„Aangenaam u weer te zien, Mylord. U is
juist op het goede oogênblik gekomen; er
zijn verschillende zaken, waarover ik u
wilde raadplegen maar uit uw brief meende
ik op te maken, dat u nog«drie maanden in
Arabië zoudt blijven. Het Klimaat beviel er
u waarschijnlijk niet?"
Ik had in Engeland nog zaken te doen."
antwoordde de graaf achteloos.
„Zaken baren lasten, zelfs aan een graaf!
Mag ik u verzoeken, mij te volgen, Mylord?
En ais onze besprekingen zijn afgeloopen,
dan wilt u ons misschien wei de eer aan
doen, om een kop thee te gebruiken op de
veranda? Be avonden zijn nu zoo zoel
Er a-iel geen spoor van de ongesteldheid
van zoo pas bij Mr. Devon waar te nemen;
hij was geheel zlchzeive en schijnbaar zeer
opgewekt.
Zoodra de heeren weg waren, brak er een
koor van verontwaardigde stemmen los van
Mrs. Devon, Nell en Grace.
„O. Ethel, hoe kon je toch zoo vreeselijk
onbeleefd zijn!"
„Onbeleefd?.Lord Eynesford was on
beleefd! Ik zal niet gauw de manier ver
geten, waarop hij vandaag op het kerkhof
tegen mij sprak."
Het was laat, toen de heeren zich weer
bij haar voegden. De graaf keek norscher
dan ooit en de rentmeester was blijkbaar
niet op zijn gemak.
„Dank u. Ik kan geen minuut langer
blijven," zei de graaf het kopje aannemend
van Grace.
Ethel was achter in het vertrek met een
jong katje aan het spelen.
„Ik zie. dat de Conservatieven het bij de
tusschentiidsche verkiezingen gewonnen
hebben." ze: Devon, een krant inkijkend.
„Zoo? Dat doet me genoegen. Wie is er
gekozen?"
„Lord Silcote, met een meerderheid van
negen honderd stemmen."
„Hoe jammer!" merkte Ethel op.
..Ethel!" riep haar moeder.
„Pardon. Miss Ethel, zei u niet: Hoe jam
mer?" vroeg de graaf.
„Ja. dat zei ik."
„Waarom, als ik u vragen mag?"
(Nadruk verboden).
(Wordt vervolgd!.
DE HEER H. PI,ES,11 AN zoon van den directeur der KL-Min opleiding voor
verkeersvlieger, maakte dezer dagen zijn eerste vlucht met passagiers. Deze passagiers
waren de heer en mevrouw Plesruan. De belooning na afloop der vlucht.
ONDERGROXDSCHE SCHUILPLAATSEN IN SJANGHAI waarvan de ingang is
afgedekt met een gecamoufleerde tent. Een Chineesch meisje, met een baby in de
armen, bij het verlaten van een schuilplaats.
BflTSIXG TE AMSTERDAM tusschen tram en autobus. Acht
personen werden gewond. De in het vborbaicon gedrongen bus.
DE BAGGERMOLEN „BEVERWIJK 16" TE IJ MUIDEN
AANGEKOMEN. Zooals bekend hebben eenige Neder -
landsche jongelui dezen molen onder moeilijke omstandig
heden van Argentinië naar Holland overgebracht.