Onzê eerste verkenning op Boeroe BINNENLAND 78ste Jaargang Lt:~:CH DAGBLAD, Dinsdag 19 October 1937 Vierde Blad No. 23793 Namlea ligt op een smalle strook land tusschen baai en hoogvlakte Brieven uit de Molukken Beb Vuyk. oueuwtte'Rinso speciaal li. We slapen of we neergeknuppeld werden, maar den volgenden mor gen zijn we wakker met de och tendschemering. Terwijl we koflie drinken In de voorgalerij wordt de morgen lich ter. De ochtendzon schijnt op de Mangro- vebosschen aan de overzijde der baal, die nu vlak bij lijken hoewel het een klein uur varen is met de prauw met een matigen I wind achter. Na ons ontbijt van rijstepap met roode J suiker gaan we het erf inspecteeren. De put moet vroeger uitstekend drinkwater ge- gegeven hebben, maar nu is datzelfde wa ter afschuwelijk brak. Boomwortels zijn door de steenen wand heengedrongen en waar de put op nog geen 20 meter afstand van het strand staat, moet hierin de oor zaak gezocht worden. Het zal in ieder ge val noodig zijn om hoogerop een nieuwe te graven. Gelukkig kunnen we dagelijksch uit de kampong een blik water krijgen want eerst in den drogen tijd kan er met het graven begonnen worden en we heb ben nu pas de kentering van de natte moesson. door Rond de put lig gen de keuken en badkamer, beide in een vervallen staat. Een aard beving heeft de cementen bak van de badkamer ge scheurd voor de keuken werd geen ijzerhout gebruikt, zoodat de witte mieren er vrij spel hadden. We ste- ken het grasveldje over naar de goedang (loods, opslagplaats) en de mandoerswoning. De groote goedang van gegalv.-ijzeren platen bevindt zich nog in uitstekenden staat. De rpandoe-s- woning zal binnen niet al te langen tijd vernieuwd moeten worden. Tegen 't strand opgetrokken. onhandig en log als een reusachtige krab, ligt daar de groote prauw de laatste overlevende van een vloot van vijl prauwen, die na elkaar bezweken zijn Zijn jaren zijn hem dan ook goed aan te j zien, maar hij werd gebouwd van 't taaie, langvezelige bientangoerhout, en zal het nog wel een poosje uithouden. En daar is ook de oude Bas, asthmatisch, maar goeiig, een stokoude hond. ook al een overlevende uit den ouden tijd. Engeh komt met een handvol eieren aan. De kippen zijn ook uit den tijd van mijn schoonouders, hoe wel er een paar geslachten overheen zijn gegaan. 0 De boomen zijn het meest veranderd. Dat waren tengere stammetjes; nu ma ken ze het erf schaduwig met hun loof en verdringen elkaar om een weinig licht, want ze werden veel te dicht op elkaar geplant. De mangaboomen zijn de krach tigste. Ze staan wijd gespreid en hoog ge groeid. overal in het rond. Twaalf manga boomen en de manga is de heerlijkste vrucht van de tropen. Het vruchtvlcesch ls goudgeel en heeft ongeveer de struc tuur van dat van een peer. De smaak is niet te beschrijven; sappig en geurig en rod zit de dikke vleeschlaag om de groo te pit. De grootste soorten worden tot 40 c-M. lang. Maar in de Molukken wordt ieder jaar de oogst opnieuw geteisterd door een torrenplaag. Daarom zijn de moluk- sehe manga's niet verhandelbaar. Langs het strand breekt een rijtje boomen den al te sterken wind. Hét zijn snelgroeiende sntjaks, waarvan de te kleine vijgjes on eetbaar zijn. een groote Ketapang, wiens bladeren voor het afvallen roodverkleurd zijn, en verschillende lemonsoorten, zooals hier de citroenen genoemd worden. Daar is de ronde, gele lemon nipis, die het meeste op een citroen gelijkt, zuur ls maar niet scherp, een bijsmaak die aan sucade herinnert. Het heele jaar door draagt hij vruchten, maar dit is toch zijn oogstmaand. De grond onder de boom is (r heelemaal geel van. Marktwaarde heb ben ze niet op Namlea, daar iedereen deze boom op het erf heeft. Daarnaast groeit be lemon tpina. een zeer kleine oranjeap- Pel, zuur, en oneetbaar. Maar het sap wordt bij de bereiding van verschillende sam balans gebruikt en vervangt daarbij de tamarinde. Huis Tandjong, Namlea. We loopen over ons achtererf. Hindji vnn zi^n Parang, kapmes, een pad oor nuj in de alang-alang, een grove I ™erPe grassoort, die ons tot de schou- I Ie Dit is een loby-loby. De kleine TOde vruchten, net kersen, zijn nog groen. 1 een ,er ze r'iP ziJh geworden, zullen ze san ÜS e"jke iam opleveren er, het lanrkeif water verdund, vervangt de Hol- done.hie„ lensaP' Er is oolc een kedong- om wet roept zijn' oudsten zoon Rauw ee„T*sht?n voor 011S te Plukken l "iP het fekkerS'"1 ze ?og nlet heelemiial wKKerst, sappig, zuur, maar nog i al vezelig. Lekkerder is het er moes van te maken. Met een stukje citroenschil gekookt, smaakt het naar een fijn soort apnelmoes. We dringen dieper den tuin binnen. Tuin noem ik dezen lap grond, maar hij lijkt in geen enkel opzicht op een Hol- landschen tuin. Op het eerste gezicht schijnt het er een waardelooze en niet door te komen wildernis, maar met be hulp van een kapmes doen we telkens nieuwe vondsten. Alles groeit hier ordeloos en wild door elkaar: kruidnagel en noot muskaat, kapok, pisang, granaatappelen en citroenen. On een kleine open plek is mais gezaaid. Langs de rand staan een paar struiken met aubergines, die we hier terrong noemen. Tusschen de mais zijn wat schrale, ar moedige boontjes. Dit zijn de eenige groen tesoorten. die ons erf oplevert. Verderop is een veldje met kasbi (casaveknollen) en aan de andere zijde van de tandjong groeien pisang en klappers zoo dicht op elkaar, dat wij geen moed hebben er bin nen te dringen. We gaan denzelfden weg terug en zoeken een plaats uit voor de groentebedden. Vlak bij huis komen we de visschers tegen, die net hun fuiken gelicht hebben en een prachtige visch te koop bic den. Het is een tongkol, een tonijnscort, 30 a 40 c.M. lang en zeer vet. Voor de som ma van één dubbeltje kan Engeh hem mee nemen. Visch zal voorloopig wel dagelijks op het menu staan. We vragen de man nen of de vangst nog al wat oplevert. Maar dat valt erg tegen. Wel is het water hier erg vischrijk, maar de opbrengst in geld is zeer gering. Behalve de Europea nen en de Javaansche soldatenvrouwen koopt hier zelden iemand visch. Wie wil geld geven voor iets dat men zelf zoo mak kelijk vangt? Mijn man vraagt hun dan hoe ze er over zouden denken om het vls- schen een paar dagen te laten om ons erf open te kappen en schoon te maken. Ze in hun eigen taal, het Boetoneesch. Veel in hun eigen taal. het Boetoneescne Veel schijnen ze er niet voor te voelen. Ten slotte zegt Lahadjinihi, de oudste, dat ze Jiever visschen, maar om den jongeheer te helpen willen ze om beurten in den tuin werken. Telkens zullen er drie visschen en drie het tuinwerk doen. Voor den prijs van f. 5.en een blik rijst worden we het met elkaar eens. Moe en warm ploffen we neer in de twee eenige rottanstoelen, die we bezitten Eyvh brengt ons ajer lemon, kwast van onze eigen citroenen. Onze koffers en kisten staan om ons heen. Hindji en zijn ouflste zoon, Willem, komen helpen uitpakken. Ons bed en de bc de rottanstoelen zijn het eenige meubilair dat we van Java meebrachten. Het is werkelijk wel een beetje weinig voor een huis met vijf kamers en een grrote voor- en ach tergalerij, maar de vrachtprijzen van de K.P.M. zijn van zulk een ontstel lende hoogte, dat we alleen het hoogst noodzakelijke mee hebben gebracht. De rest is allemaal verkocht en het beeft niet, veel opgebracht, hoewel het maar zes maanden gebruikt was. Daarom hebben we de makkelijk te verpakken dingen, ons zilver, ons servies, ons glaswerk en eenige mooie houtsneden en doeken van Inlandsch weefsel ge houden. Deze dingen zullen wel in zon derlinge tegenstelling zijn met de rest van ons meubilair. Op Ambon hebben wij een etenstafel met vier stoelen en een kast gekocht, alles van het goedkoopste hout, wat je in Holland vurenhout zou noemen. De Chineesche meubelmaker was wel verbaasd, dat we hem verboden er zijn ordinaire, kleverige po litoer op te smeren. Maar een winkel ver der hebben we een grooten pot roode lak- verf gekocht. De groote open achtergalerij zal dus gemeubeld worden met dit roode ameublement. Verschillende van onze pak kisten zijn van djatihout en zoo gemaakt, dat ze makkelijk tot open kasten zijn om te timmeren. Ons effen geel eetservies zal alleraardigst staan in een open kast. En wat zal al dat rood prachtig uitkomen te gen het witte muurtje, de glanzende, brui ne gaba gaba en het bijna zwarte ijzer hout van balken en houtwerk. Met de nog te timmeren babybox en de naaimachinetafel in den hoek, is een van onze kamers eeheel gemeubeld En wat "or een kamer. Open voor alle winden, uit ziend over het grasveldje, over het helle strand en het verblindend blauw van de baai. Nog niet lang geleden gingen we rond in de winkels en zochten alles, wat ons aardig leek om een huis te meubelen en waren niet ontevreden over het resultaat. Maar dit. dit is heel anders. Oneindig meer inspannender en opwindender. Overal zijn de kisten opengebroken. In de groote binnengalerij hangen we Soem- bakains. dofrood met gestileerde menschen en herténfiguren van een schemerig blauw We bedekken een paar kleine leege kisten met Palembangkains, bruin weefsel met oranje en goud geborduurd, en schikken tusschen een paar boekenklamps onz'e lie velingsboeken. Een Leerdam-c'-e vaas met witte orchideeën, een dofcê-"e theeservies koperen kandelaars aan den zijwand Een =>roote houtsnede aa" de" anderen wand. Het raam is maar klein: de zonnestralen vallen er slechts ziidelings naar binnen. Daarom is het licht hier niet schel meer zacht en aangenaam vo"r de noeen Dit Is een prachtige kamer met al deze diepe kleuren met de kleine flonkeringen van gouddraad en koper en de helle glans van water in een ronde kristallen vaas. Hier zijn al deze inlandsche doeken in hun eigen sfeer, in dit schemerig licht tegen het donkere en het levende bruin van de gaba gaba. Dit is ons eigen huis; nu weet ik. dat Ik altijd een vreemde ben geweest in dat andere huis met de moderne meu belen en het moderne comfort, waarover onze kennissen verrukt waren. Nu is wer kelijk de reis ten einde en zijn we thuis gekomen in onze eigen sfeer. In de open voorgalerij zetten we de beide rottanstoelen met een klein tafeltje. Ik spreek met Hindji af, dat hij Chevelurcs uit het bosch zal halen en we spijkeren een paar hertengeweien als kapstokken te gen den muur. In het kantoor naast de voorgalerij zetten we voorzichtig 't glas werk en servies op den grond. Het zal nog wel eventjes duren, voor de kasten klaar zijn. Morgen zullen we met het schilder werk beginnen. Dit zijn de warmste uren van den dag. We baden ons in de oude badkamer. Het water uit de groote waschteil is lauw. Van daag nog moet de cementen bak hersteld worden. In de keuken vlak over de badkamer bakt Engeh de tonijn. We gaan er kijken. Ra men zijn er afwezig. Hier en daar is een gaba gaba weggesneden om wat licht door te laten. Op een primitieve tafel (vier pa len in den grond, een met zand bedekte plank er over heen), tusschen rechtopge zette steenen, branden drie houtvuurtjes. Visch spet in een groote ijzeren pan. In een andere pan staat piendang te stoven, een soort vischsoep. De rijst is al droog, staat boven een paar doovende houtskool- sintels om warm te blijven. Willem knipt met een blikschaar een petroleumblik mid den door, om ei^ een primitieven oven van te maken. Met een dikke laag zand ge vuld, en op twee steenen gezet, zullen we daar morgen brood in bakken, een vuurtje er onder en wat gloeiende houtskool en klapperbast op het blikken deksel. Na het slapen, als de grootste hitte voor bij is, gaan we een eindje zeilen. Hindji heeft de prauw in orde gebracht, de vler- Rinsobiedtde volgende voordelen. Het lastige voorweken van de was is met Rinso niet nodig. Rinso behoeft niet te worden aangemaakt. Het lost zelfs in koud water bijna onmiddellijk op en geelt dan een zo krachtig reinigend sop, dal een volledige gezinswas voor 5 personen in anderhalf uur prachtig wit uit de wasmachine komt. U DOET TOCH OOK KOLEN IN DE KACHEL EN TOCH GEEN STENEN Natuurlijk, want e«n goede kachel geeft de berte warmte met goede kolen. Welnu, gebruik dan ook de nieuwe Rinso voor Uw wasmachine, want dan pas zal zij haar beste capaciteiten tonen. Strooi dit speciaal voor de wasmachine gefabriceerde zeep poeder in het water (denk er om: 1 pakje Rinso voor slechts 124 ets. op 40 Liter) en zonder dat U het behoeft te-koken, doet het sop schitterend zijn werk. Want VOOR DE WASMACHINE 9539 stw-o (Ingez. MecL) Baai Tandjong, Namlea. ken nagekeken en een plankje op maat gezaagd als zitbank voor mij. Hij en Wil lem zullen pagaaien, want de wind komt van terzijde en het manoeuvreeren gaat •■^neillik met dit primitieve zeil en de logge "rauw. De Binoekoes heloen de prauw van bet zand schuiven: met een vaartje glijden we het water in. Ook mijn man neemt een Dagaai. Het is noe warm. hoewel er een aardige wind staat. We roeien tot buiten de tandiong (kaan). Dan krijgt de wind het zeil te pakken en zetten we er een flink vaartje in. 't Is laag water. De kip oen zoeken naar weekdieren on de bloot liggende riffen. Alleen het dak van ons huis steekt uit tusschen al dat groen. Nu kun je duidelijk zien, dat Nam lea op een smalle strook ligt tusschen de baai en de twintig meter hoogere vlakte, die zich uitstrekt tot de Moluk- sche zee. Deze vlakte, een soort tafel- land, is een dor onvruchtbaar, licht golvend terrein, een typisch savannen- landschap, begroeid met alang-alang, met hier en daar verspreid staande ka- joepoetihboomen en kajoepoetihopslag. Links van de kampong gaat de vlakte over in een heuvelterrein, waarvan ook de steile tjotten (hoogten) weer be groeid zijn met kajoepoetjh-opslag. Het stuk, dat onmiddellijk aan de vlakte grenst, is ons concessieterrein Batoe- booi. Het is 850 H.A. groot, een reus achtige kalivlakte, met aan weerszijden de steile heuvels. We bukken ons voor het zeil, gaan over stag en komen zoo dicht bij de heuvels, dat we de donkere plek kunnen onder scheiden, waar de kali uitmondt in het iichte groen van de mangi mangi (man groves). Dan wenden we opnieuw. De lucht verkleurt snel tot een zacht grijs en een koude wind waait door onze dunne pyama's De vloed is op komen zetten en als we landen, moeten we ons een weinig bukken voor de takken van den antjakboom. De petromax is opgehangen in de voorgalerij. Het is avond en we komen thuis. (Nadruk verboden). De herbewapening van Soesterberg. De minister van defensie keurt in beginsel de plannen goed. Naar het „Vad." verneemt heeft de Minister van Defensie dezer dagen in be ginsel en behoudens aanneming van de begrooting door de beide Kamers zijn goed keuring gehecht aan een dan tot herbe wapening van de Militaire luchtvaart te Soesterberg. Dit plan is het resultaat van ampel overleg tusschen den Inspecteur van de Militaire Luchtvaart, den Chef van den Generalen Staf en den Commandant van het Veldleger. Het omvat de aanschaffing bij de Neder, landsche industrie en beoogt de indienst- steling van: A. een gToep jachtkruisers. type'G 1 of G 2 uit G 1 te ontwikkelen. Dit is het type met twee motoren, waarvan de gondels verlengd zijn tot twee staarten. De N.V. Nederlandsche Vliegtuigindustrie heeft het voor het eerst getoond op de tentoonstel ling te Parijs. B een groep luchtkruisers type T 5 of T 6. uit T 5 te ontwikkelen. Dit is het type dat de N.V. Nederlandsche Vliegtuigin dustrie ontwikkeld heeft in nauwe samen werking met de Militaire Luchtvaart en waarop reeds vorig jaar een bestelling van 16 stuks Ie geplaatst door het Departement van Defensie. C. Een groep eenpersoons-jagers D 21, ontwikke'd door de N.V. Nederlandsche Vliegtuigindustrie voor de Indische Leger- luchtvaart. Om een groep in dienst te kunnen stel len moet beschikt worden over een bepaalde reserve aan toestellen, In dit bewapenings. plan is tevens een vrij groote reserve op genomen. zoodat het in totaal meer dan 100 toestellen omvat. De eenpersoons-jagers zijn hoofdzakelijk bestemd tot steun en bescherming van de verkenners en bommenwerpers, die met het Veldleger samenwerken. De jachtkruisers dienen voor de alge- meene bewaking van het luchtruim tegen vijande'djike bommenwerpers. De lucht kruisers kunnen daaraan dienstbaar wor den gemaakt en zijn verder bestemd als strategische bommenwerpers op te treden. Concludeerend beoogt dit plan onze sterkte aan luehtkruisers-bommenwerpers op te voeren tot twee groepen, aan jagers en aan jachtkruisers tot elk een groep. Geen beslissing is nog genomen in zake de alarm-jagers, die naar veler meening noodig zijn voor de verdediging van stra tegische punten als gToote steden, enztn samenwerking met de jacht- en de lucht kruisers. Het plan is een goed begin aldus het blad dat in de komende jaren door meer gevolgd zal moeten worden. Ook zulks is reeds in studie. Loonende Reclame methode. „In dagbladreclame beleggen wij meer van ons reclame-budget dan in alle andere reclamemiddelen tezamen. Ondervinding leerde ons, dat deze reclame de meest practische en loo nende methode is om grooter omzet te krijgen en te houden in onze zoo concurrenten-rijke branche". 9537 IC. Seaman, leider reclame-afdee- ling Continental Baking Cy.). C.A.O. VOOR INDUSTRIEELE BEDRIJFS TAKKEN. Commissie van advies vanwege den Hoogen Raad van Arbeid. De voorzitter van den Hoogen Raad van Arbeid heeft een commissie ingesteld, welke tot taak zal hebben het uitbrengen van advies op grond van de artikelen 4. 6, 7 en 8 van de wet op het algemeen ver bindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereen komsten, voor zoover die overeenkomsten industrieele bedrijfstakken betreffen. Tot voorzitter, leden en plaatsvervan gende leden dier commissie zijn benoemd: voorzitter: prof. mr. P. S. Gerbrandy; leden en plaatsvervangende leden: S. de la Bella Jr. IN.V.V.i, H. B. Berghuys (N.V.C.), prof. dr. H. W. C. Bordewijk. mr. L. Broekhuysen (Verbond van Ned. Werkgevers), A. C. de Bruyn (R.K.W.V.), mr. J. H. Gispen (Dep. van economische zaken), dr. ir. A. H. W. Hacke (pl.v.v. ir. N. C. Winkel), mr. A. Hoekemai pl.v.v. mr, W. Noordwijk Chr. Werkg.-Vereen.), A. Mastenbroek (dep. van sociale zaken I, mr. A. J. R. Mauritz (Cen traal Overleg). A. Stapelkamp (C.N.V.) en prof. <tr. J. A. Veraart. Het ligt in de bedoeling om, evenals bij de bestaande commissies van advies, als bedoeld bij artikel 8 der bedrijfsradenweo is geschied, indien een advies moet worden uitgebracht betreffende collectieve arbeids overeenkomsten uit den middenstand of uit den landbouw, daartoe commissies van gewijzigde samenstelling te benoemen. BESCHERMING VAN DE OLIE-INDUSTRIE Contingenteering van veekoeken nog noodig. Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend tot regeling van den invoer van veekoeken. De beperking van den invoer van dit artikel werd bij Koninklijk Besluit van 23 Juli j.l. met ingang van 1 Augustus j.l. voor het tijdvak van één jaar verlegnd. In de vorige contingenteeringsperiode heeft het een oogenblik er naar uitgezien, dat het geven van bescherming aan de olie-industrie minder noodzakelijk zou wor den. Gedurende eenigen tijd toch hebben de wereldprijzen van grondstoffen, oliën en veekoeken zich op een zoodanig niveau bewogen, dat het olieslagersbedrijf ook zonder bescherming kon werken. Sedert dien heeft de toestand zich echter in on- gunstigen zin gewijzigd, zoodat voor het op gang houden van de olie-industrie bescher ming noodzakelijk is. Onder deze omstan digheden heeft de minister van economi sche zaken gemeend de contingenteering wederom voor een jaar ongewijzigd te moe ten verlengen, hoezeer ook daaraan be zwaren, zoowel voor de verbruikers als voor den handel, zijn verbonden. DE STEMPELING DER RIJWIEL PLAATJES. Bijna 250.000 wielrijders hebben van het intermediair der A.V.O. gebruik gemaakt. Dank zij de vergunning daartoe van het departement van financiën is de actie der vereeniging arbeid voor onvolwaardige arbeidskrachten „A.V.O." tot afstempeling der rijwielpOaatjes met naam en adres van den eigenaar weer volkomen geslaagd. In veertig steden des lands zijn machines ge plaatst geweest. Bijna 250.000 wielrijders hebben hun Dlaatje laten stempelen en naast de post kantoren heeft de A.V.O." tegelijk met de stempeling bijna 125.000 plaatjes verkocht. Er hebben 150 werkloozen, waaronder 100 onvolwaardigen, aan dit werk meegehol pen, aan wie de vereeniging ongeveer f. 12.000 loon heeft uitgekeerd. Het wel slagen van dit werk is voor een belangrijk deel bevorderd door de groote medewer king allerwege ontvangen zoowel van par ticulieren, inzonderheid van de groote werkgevers, als van overheidslichamen, zooals politie en diensten voor arbeids bemiddeling en maatschappelijk hulp betoon. BOEKVERSPREIDING VAN HET A. N. V. NIEUW LID DER EERSTE KAMER. In de gistermiddag gehouden zitting van het centraal stembureau is in de vacature, ontstaan door het niet aannemen van zijn benoeming door den heer S. Sijtsma. tot lid van de Eerste Kamer benoemd ver klaard prof. dr. R. H. Woltjer te Amster dam. De heer Oudschans Dentz geridderd. In tegenwoordigheid van den minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen. prof. J. R. Slotemaker de Bruine, den chef van de afdeeling Kunsten en Weten schappen. den heer P. Visser en de leden van het hoofdbestuur van het Algemeen Ntderlandsch Verbond is gistermiddag in de tentoonstellingszaal van het A. N. V. te Den Haag, een expositie geopend van de afdeeling Boekverspreiding van het Alge meen Nederlandsch Verbond, zulks ter ge legenheid van het 35-jarig bestaan van deze afdeeling. De tentoonstelling, die betrekking heeft op de geschiedenis en den tegenwoordigen toestand van het werk der boekverspreioing werd met een korte rede van den voorzitter van het A. N. V.. den heer P. J. de Kanter, officieel geopend. Spr. gaf een overzicht van het werk dat in de afgeloopen 35 ja ren was verricht en huldigde den leider van de afdeeling, den heer Fred. Oud schans Dentz, aan wiens onvermoelden ijver het vooral t# danken is geweest, dat de afdeeling in den loop der jaren is uit gegroeid tot een wereldorganisatie. Minister Slotemaker de Bruine, hierna het woord voerend, gaf uiting aan zijn groote waardeering voor het cultureele werk, dat de afd. verricht ter handhaving van den band tusschen het moederland en d? Nederlanders, die over de geheele we- reid zijn verspreid. Spr. sloot zich aan bij de woorden, die de voorzitter tot den leider tier afd. had gesproken, waarna hij den heer Oudschans Dentz mededeeling deed van zijn benoeming tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. Namens de Vlaamsche vrienden sprak hierna nog de heer K. Fossey uit Antwer pen. Ten slotte voerde nog het woord de lieer Oudschans Dentz, die dank bracht voor de hem verleende onderscheiding.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 13